FONDATIE N. Metalzoote handelen, overtrad het be- stuur de wet, die niet toelaat dat de kapi- talen van hunne natuurlijke bestemming afgetrokken worden, ten zij de Raad, door eene uitdrukkelijke en opzettelijke beraad- slaging, de bemachtiging gevraagd en be- komen hebbe dit kapitaal tot eene andere bestemming te gebruiken. Alle kapitale waarde moet als dusdanig gebruikt worden; alzoo wil het de wet, zooniet zouden de gemeenten volstrekt meester zijn hun vermogen te verkwisten Het schijnt dat het bestuur dat ons vooraf gegaan is, desaangaande niet ge- dacht hadt zich naar de wet te schikken. Wanthetkapitaal van 50,OOOfr.,waarvan ik spreek,is het eenige niet datin het loopende geld der stad gestort geweest zij. Daar ii zijn er andere. n Ik zal niet aandringen op de kapitalen voortkomende van de verkoopingen van j> hoornen. Het vraagstuk is zeer betwist. Moet men dit bedrag als kapitaal beschou- ii wen of moet men er maar eene buitenge- ii wone ontvangst in zien? De denkwijze is verdeeld. In alle gevallen, het dunkt mij li dat de stad er goed gebruik kan van ma- .it ken, met het rechtstreeks aan buitenge- wone uitgaven toe te passen. Ik vergenoeg mij met te bestatigen dat de stad boomen verkocht heeft in 1886 voor fr. 13,992-64 in 1889 voor 8,837-00 in 1888 voor 3,963-62 i> Ik heb mijne opzoekingen niet verder gedaan Totaal fr. 26,793-26 In overdracht van grondgoederen,buiten eenige onlangs verkochtte ii perceelen voor fr. 250-00 Heeft de stad in 1889 een perceel verwezenlijkt voor fr. 3,238-00 Het zij fr. 3,488-00 ij kapitaal, waarvan het gebruik niet toege- ii laten is geweest, en dat zou moeten in rent titels herplaatst geweest zijn, Het nieuwe Bestuur schijnt nauwkeurig- lijk dezelfde voetstappen als het oude na te volgen, het schrijft in 't budjet van 1892 als verkoop van gronden fr. 30,000. Er is geen tegenboek in het kapitel der uitgaven. Men stelt de wederuitzetting niet voor, ofschoon de heer Burgemeester in zijn verslag veel gepronkt heeftdat de wet niet toelaat dat de kapitalen van hunne natuurlijke be- stemming afgetrokken worden, ten zij door eene uitdrukkelijke en opzettelijke beraadslagingdat de Raad de bemach- tiging gevraagd en bekomen hebbe, het li kapitaal tot eene andere bestemming te gebruiken. Zóó wil het de wet, enz. W aarom dan met zooveel verbittering aan een ander verweten hebben, wat men zelf niet doet? Bewijst dit niet klaarblijkelijk dat de beschuldigingen in het verslag bevat, alleenlijk door den partijgeest of liever door een geest van lastering ingegeven waren Misschien zal men nu,na mijne bemerkingen, ■aan den Raad voorstellen eene beraadslaging in dien zin te nemen, ik hoop het, maar niets dergelijks is door het Collegie in sectiën ge zegd geweest. In het.budjetsontwerp van 1892 komen nog twee artikels voor Verkoopingen van gronden, Casier en Veys, te zamen omtrent 3.000 fr.geene wederuitzetting is voorge steld, evemin als- voor de 7.000 fr. voorzien voor verkoopingen van boomen.Waarom??... Is hetgene den 6 Juni 1891 waar was, den 2 Januari 1.892 niet meer waar? Beken dus met ons dat de hekelingen van toen niet ern stig waren, beken dat het oude bestuur, toen het den opbrengst der verkooping van zekere niet aanzienlijke perceelen of van verkoopin gen van boomen aan werken van openbaar nut en vruchtbare werken bestemde, wel ge handeld heeft,dat het gehandeld heeft gelijk men het overal doet, gelijk gij zelf zoudt ge handeld hebbenDat er geene bijzondere be raadslaging plaats heeft gehad is zonder belang. Men zou er geene kat voor geeselen. <i In zake van fondatiën, is de doenwijze van het oude bestuur van alle kritiek niet vrij te pleiten. Gij zult bet aanstonds zien, ik zal het u in al zijne omstandigheden voordragen. Eerst zal ik deze bemerking maken. De stad is wezenlijk geene eigenares van het ii kapitaal eener fondatie; zij is er maar de houdster, de verantwoordelijke bestuurster van. Het is niet aanneemelijk dal de kapitalen dezer fondatiën met de loo- pende gelden vermengd zijn; die kapi- ii talen moeten ongeschonden bewaard worden. i) Men zou kunnen opwerpen dat de stad ii aan hare plichten voldoet met elk jaar het beloop der intresten, die van de fondatiën voortkomen, in haar budjet te schrijven. Maar men zal met recht antwoorden dat i) de fondatie aldus van de jaarlijksche stem- ii ming van den Raad afhangt, dat zij van een onzeker geval afhangt. ii Die kapitalen moeten daargesteld wor- ii den. Zeer welMaar nog eens, waarom die schoone grondregels niet bewerkstelligen Waarom niet al de kapitalen overdragen en zich dit jaar vergenoegen met de fondatie Pauwels en de kas der Po mpiers Het bud jet kan zich ..oehinns niet betoi- aonbioJon Misschien zult gij mij zeggen dat er nog slechts een tiental duizend franken over schot aan het budjetsontwerp is? Welnu, dit is genoeg, neem die 10,000 franken én bestem ze tot de overdraging van het kapi taal dat over te dragen blijft en dat, volgens uw verslag, tot fr. 9,824-45 c. beloopt Een boekje der fondatie de Looiefr. 88-52 Een boekje fondatie Van- denpeereboom Een boekje fondatie Van- den peereboom Een boekje, saldo der pen sioenkas der oud-bedienden ,036-39 3,316-54 3,383-00 Totaal fr. 9,824-45 ofwel, los de schuld der Godshuizen af tot het beloop van die som. Maar dit zult gij niet doen; gij zult denken dat het beter ware de 10,000 fr. overschot voor werken te be stemmen, en gij zult gelijk, honderdmaal ge lijk hebben. De fondatie Vandenpeereboom bestaat in ii de gift van eenen grond (school Juncker), op voorwaarde dat de stad jaarlijks 500 fr. geve voor aanmoedigingen aan de leeriin- gen der gemeentescholen. Die som is, elk jaar, sedert 1865 in het budjet ingeschreven geweest.Maar in 1886 is er 680 fr. gebracht waarschijnlijk ter oorzaak van de vervreemding der boekjes. ii In 1890 vervalt men aan 500 fr. Het o verslag der zitting geeft geen anderen uit- i) leg. ii De 180 fr. vermeerdering, in 1886 in rekening gebracht,komen overeen met 3 op 6,000 fr. en het kapitaal op de twee boekjes verwezentlijkt is van fr. 6,352-93. ii Eene stemming van den Raad heeft ver- nietigd wat eene voorgaande stemming' vastgesteld had; de fondatie hangt dus van ii eene stemming af. Ander punt: Gij hebt de vermindering van 680 fr. op 500 fr. van het inkomen der fon datie Vandenpeereboom gehekeld. Om met u zeiven overeen te stemmen, zoudt gij de herstelling van het oude cijfer moeten voor stellen. Indien gij het niet doet, heb ik het recht te zeggen dat gij niet logiek zijt. Gij schrijft in uw budjet van het beloop der verzekering van ïfë afgebrande gebouwen. Gij brengt maar in tegenrekening 3,500 fr. en 2,500 fr. voor gedeeltelijke lier- bouwingen van magazijnen en van de Aca demie. Volgens uw stelsel en volgens de wet moet gij alles weder uitzetten.Zet dus weder uit, stel eene bijzondere beraadslaging voor, of wel, nog eens zullen wij u zeggen dat, aangezien gij doet gelijk uwe voorzaten, gij dezen maar uit partijgeest gehekeld hebt. De heer Burgemeester beweert in zijn hooger gemeld verslag, dat het budjet van 1891 een tekort heeft van 48,300 fr. en bij deze som deze van fr. 27,656-45 voegende, besluit hij er uit dat het verschil tot franks 75,956-45 c. beloopt. In de besprekingen die gevolgd hebben op de nederlegging der rekening, heeft hij ge- zeiddatdefinantiëele toestand der stad bekla- gelijk is, dat de kas ledig is*-* dat er geen loopende geld meer is en, met dit doel, doet hij ons de uitgaaf stemmen van 50,000 fr. kasmandaten! Dit is zeven maanden geleden. Geen een kasmandaat is uitgegeven geweest. Toen ik over drie maanden aan den heer DiugouieesiBr gevraaga Uen i„. uucii zou kunnen voorzien in de uitgaven van het be stuur, heeft hij mij geantwoord Wij leven mei de opbrengst der markten. De waar heid is, Mijnheeien, dat wij leven met de overschotten der vorige dienstjaren en bij zonderlijk met de winst der rekening van 1890, 't is te zeggen meer dan 50,000 fr. Het zijn die 50,000 fr. overschot die gij, in goede en klinkende munt, in de kas gevonden hebt op het oogenblik dat gij op het stadhuis ge komen zijt, die u toelaten nu te leven en die u onder andere toegelaten hebben, om maar deze te noemen, de groote onkosten van het officieel bezoek des heeren Gouverneur te betalen. Ziedaar de waarheid De linantiëele toestand der stad was goed toen gij aangekomen zijt! Zij is goed geble ven. De wijze op welke gij uw budjet op maakt bewijst hetovervloediglijk. Inderdaad, het gewone dienstjaar sluit met een over schot van 12,000 l'r. der ontvangsten op de uitgaven, juist gelijk onder het oude bestuur, en dit niettegenstaande de gedeeltelijke ont- lasting der slachtrechten (omtrent 3000 fr.). Ik eindig, Mijnheeren, met te verklaren dat ik mijne goedkeuring aan het budjet geven zal. Ik zal maar opzettelijke en uit drukkelijke uitzonderingen maken op twee punten: de vergunning van een hulpgeld van 500 fr. aan de Aloïsiusschool, waarover ik mij in de laatste zitting heb verklaard en het hulpgeld voorgesteld voor den katholieken Ziekentroost. Ik ben groote voorstander der Maatschappijën van Onderlingen Bijstand en ik heb altijd uit ganscher harte het hulpgeld gestemd aan de Maatschappij der oud-leer-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1892 | | pagina 2