Het Buskruid.
POP0!ÜrcGfIË~
Burgerwacht van peren.
Meenenstraat. Vanhaverbeke, Rosalia.
85 jaren, kloosterlinge, Rijselstraat.Geld
hof, Amelia,58 jaren, kantwerkster,weduwe
van Augustus Vandersyppe,St-Jacobs-buiten
Werrebrouck, Melania, 75 jaren, kant
werkster, echtgenoote van Petrus Hessel,
Tempelstraat. Vermeulen, Hortencia, 61
jaren, kantwerkster, ongehuwd, Boterstr.
Vermeulen,Melania, 71 jaren, huishoudster,
weduwe van Petrus Vanbecelaere, Lange
Thouroutstraat. Plancque, Sophia, 72 j
zonder beroep, echtgenoote van Edouard
Declein, Dixmudeslraat.— Decoene, Felicia,
44 jaren, zonder beroep, echtgenoote van
Polydoor Vermeulen,Dixmudestraat. Baert
Basilius, 73 jaren, daglooner, echtgenoot van
Rosalia Sohier, Mondstraat.
Kindéren beneden de 7 jaren:
Mannelijk geslacht, 6; vrouwelijk id., 2.
In ons Hoppeland is eene gemeente, die
eene lieve zusterNatalie onder hare bewoon
sters telt.
De pastoor maakt zuster Natalie allerlei
deuntjes wijs om naar den hemel te gaan, en
daarrijspap met zilveren lepels te mogen...
proeven.
Men schreef haar dus het volgende:
Geloofd zij Jezus Christus:
Lieve zuster Natalie
Wees zoo goed in den naam van Jezus-
Cliristus en voor de eeuwige zaligheid uwer
ziel aan mijne goddelijke vraag te voldoen.
Schenk aan de nonnetjes, die brave engels
uw huis en land om er eeu heilig klooster op
te richten, ten einde de kindertjes er eeno
goede opvoeding te geven.
Lieve zuster voldoet aan mijne vraag en
de pastoor verzekert mij dat ge recht naar
den Uemel zult gaan. ufiarles X.
Twee dagen later ontving Natalie het be
zoek van den pastoor, doch Natalie ant
woordde aan den hemeldragonder
Ik heb al drie gemeet land aan de
kerk gegeven en dit is meer dan voldoende,
voor mijne zaligheid.
Ik heb arme familie en weezenkinderen
te verzorgen.
Daarop antwoordde de pastoor:
Ik herhaal u als gij het aan de nonnetjes
geeft gaat ge recht naar den hemel... ja vóór
dat ge sterft!
Natalie's oogen gingen natuurlijk open,en
zij zegde:
Als ik maar op zoo'n wijze den bomel
kan verkrijgen, houd hem dan voor u, ik
zorg liever voor de weezen van mijnen broe
der
Nu, die brave goedhartige Natalie heeft
ten minste menschelijk gehandeld en zal wol
zonder de tusschenkomst van den hemeldra
gonder recht naar het paradijs gaan. X.
MAATSCHAPPIJ
Schieting van Donderdag 4 Februari.
Froidure, Robert
Devveerdt, Charles
Legon, Emile
Boedt, Leon
Vermeulen, Henri
Ligy," Albert
MailliardGustave
25 25 25 25 25 125
25 25 20 20 25 115
25 20 25 25" 20 1 i 5
25 25 25 25 15 115
20 20 20 25 25 110
20 20 20 25 25 i10
20 25 20 20 25 HO
Masscheïeyn, Alphonse 25 15 25 25 20 110
Vardermeersch. Eug. 20 25 20 25 20 110
Gaimant, Arthur 25 20 20 25 20 1 JO
DE VOORNAAMSTE UITVINDINGEN:
Verhaal
over het Buskruid en de Vuurioapens.
(I0 Vervolg).
De artillerie werd derhalve eerst een
krachtig wapen toen men geleerd had bron
zen schachten te gieten. Het is waarschijn
lijk dat de Duitschers dit het eerst gedaan
hebben; in dien tijd althans waren zij als de
beste metaalgieters bekend. En hierin, in de
verbetering van het geschut is nu zeker ook
de verdienste van Barthold Schwartz te
zoeken: van kanonnik werd hij kanonnier.
Zijne bemoeiingen belmoren zoo men meent
in de jaren 1323 tot 1380 te huis. Het is be
wezen, dat hij zich in 1378 naar Italië begaf
en den hoogen Raad van Venetië zijne kunst
mededeelde. De Venetianen, in oorlog met
de Genuezen, ontvingen hem met vreugde
en overlaadden hem met eer en beloften. Bij
de belegering van Chiozza in 1380, werd de
kunst van Schwartz het eerst toegepast en
met zulk een goed gevolg dat de Genuezen
genoodzaakt waren, vrede te maken.Kroniek
en volksverhaal zijn het er over eens, dat
Schwartz voor zijne bewezene diensten
slechts ondank inoogstte. Men zou hem na
melijk om de betaling uit te sparen en het
geheim te behouden, in de gevangenis ge
worpen hebben, waar hij op eene onbekende
wijze zijn einde vond.
Nog raadselachtiger wordt de geschiede
nis der uitvinding van het buskruid, als wij
van een anderen kant vernemen, dat de En-
gelschen reeds in 1346 in den slag bij Crécy
(26 Augustus) met kanonnen op de Franschen
schoten. Ofschoon van de kanonnen niet ge
zegd wordt, of zij gegoten, gesmeed of op
andere wijze vervaardigd waren, kunnen zij
toch zoo heel slecht niet geweest zijn, want
hoewel er slechts drie stukken aanwezig
waren, beslisten zij den veldslag en de zaak
baarde zulk een opzien, dat men overal in
Europa de artillerie invoerde en de groote
staten spoedig honderde stukken geschut
bezaten.
Zoo traden dan eene kracht en een werk
tuig in dienst der menschen, welke niet
alleen op de wijze van oorlogvoering, maar
ook op de vorming der staten, op de staats
rechterlijke en burgerlijke inrichting en zelfs
op het karakter der menschen den geweldig-
sten invloed moesten uitoefenen. Leeuwen-
kracht en leeuwenmoed, het ideaal der oude
krijgslieden, werden groofendeels nutteloos,
nu de strijdbijlen, lansen, zwaai den, schilde.
pantsers en wapenrustingen weggeworpen
waren en het schietgeweer het hoofdwapea
werd. Niet dat nu laiaards voor den oorlog
geschikt werden, o neen zonder moed en
dapperheid ging het ook nu niet; maar deze
deugden moesten zich op eene andere wijze
openbaren. Niet altijd is er bij de nieuwe
wijze van ooilogvoeren gelegenheid om in
een wilden stormloop den dood te trotseren;
de krijgsman moet hem even goed staande
voets kunnen zien naderen, in den kogelre
gen onwrikbaar blijven, en dikwijls wordt
daardoor nog meer voordeel verkregen dan
door het moedig voorwaarts gaan. Koelbloe
dige volken zijn van nature beter geschikt
om zulke proeven van bedaardheid en on
verschrokken moed te geven; hiertoe Lehoo-
ren zoo als bekend is de Franschen niet, en
het lag dus eenigzins in den aard der zaak,
dat zij de bajonet uitvonden, een schrikkelijk
wapen in de handen van doldriftige, verme
tele en vlugge soldaten.
Gelijk de strijd in het open veld donr het
buskruid eene andere gedaante kreeg, zoo
was dit ook het geval rnet don aanval en de
verdediging van vestingen. De beLegerings-
kunst werd eene weikelijke wetenschap,
waarin het kruid de hoofdrol speelt, niet
alleen door het geschut, maar ook door
mijnen en tegen mijnen. De soldaat behoeft
nu niet meer op waggelende ladders steile
muren te beklimmen, van welke gesmolten
lood, kokende olie of brandend pek op kim
neêrstroomen; maar hij moet gelijk een mol
kronkelgangen onder de aarde uitgraven en
in dikke duisternis, tusschen zijn geweer en
bijl nederhurkende, zijne mijn aanleggen,
elk oogenblik verwachtende dat eene tegen-
mijn van den vijand hem verminkt.
Alleen doordien de bevestigde kasteelen en
sloten der middeleeuwen, die roofnesten van
een trotschen en hebzuchtigen adel, voor het
nieuwe wapen in puin vielen, werd het eerst
mogelijk, dat een nieuwe tijd aanbrak, dat
althans de ergste verdrukkingen ophielden,
dat er meer orde in de maatschappij kwam
en de vooruitgang gemakkelijker werd.
Mortieren en kanonnen werden derhalve,
zoo als wij gezien hebben, in den beginne
alleen als belegeringsgeschut begruikt, en
eerst langzamerhand begon men die ook in
zeeslagen te gebruiken: tot dat men er ein-
del ijk toe kwani de kanonnen nog licliter te
maken en ook in veldslagen mede te voeren.
Het ging hierzoo als het met elke uitvinding
gaat: alles, wat ons nu in behoorlijke orde
en uitbreiding als één geheel schijnt, is eerst
langzamerhand door eeuwen lang voortge
zette en telkens weder uitgedachte verbete
ringen tot dien toestand van volkomenheid
gebracht, die thans onze bewondering wekt.
De eerste kanonnen, ook donderbussen, kar
touwen en slangen genoemd, warén mon
sters, waarop men dikwijls de schrikwek
kendste figuren aanbracht. Zij werden ver
vaardigd in het denkbeeld, dat uit het
grootste stuk geschut de zwaarste kogels
met de meeste kracht konden geworpen wor
den, en eerst allengs kwam men daarvan
weder terug, nadat men zich overtuigd had
dat de werkingen van die gevaarten in geené
vei houding stonden met de groote omslag-
tigheid van hunne bediening. Nu bracht men
allerlei verbeteringen aan, de ééne voor, de
andere na. Onder de metalen kanonnen,
waarmede de stad Augsburg zich in 1372
tegen het leger van hertog Joliann van
Begeren verdedigde, bevonden zich drie-
stukken, waarvan het grootste kogels van
127, het tweede van 70 en bet derde van 50
pond schoot De kogels van die grootte waren
in den beginne van steen, zoo ais men die
nog beden t*n dage vóór en in de tuighuizen
oi in de vestingen, ook wel half in de muren
gemetseld,ais zeldzaamheden bewaard vindt.
Met de invoering der ijzeren kogels, die lij
een veel kleineren omvang toch nog hetzelfde
gewichten om hunnegrooteredichilieid eene
sterkere werking bezitten, kon men ook liet
geschut kleiner maken. Daardoor werd liet
gemakkelijker te bewegen en te bedienen
en door het nu nog op bijzonder daartoe in
gerichte wagens, affuiten genaamd, te leggen
en kleine kogels te gebruiken, kon men liet
eindelijk in de opene veldslagen bezigen en
op marsch met zich voeren. Zoo ontstonden-
de veldstukken. Maar ook deze waren slechts,
e-n overgang; men wil de een draagbaar
vuurwapen bezitten en zoo kwamen de liand-
roer -if en musketten in de wereld. Tusschen
deze en de kanonnen stonden nog de haak
bussen, waarmede men kog. I's van 6 tot 8'
lood schoot en die op een kleinen, eenigzins
op een drievoet geiijkenclen toestel ruste, dé,
ook nu nog als waloussen bij de verdediging
van vestingen words-n gebruikt. Ook lij de
eerste musketten, zoo- geraamd naar de
meijerij Moschetta bij Ff ltri in Italië gele
gen, waar men ze voor liet eerst met gunstig
gevolg bij de verdediging van een nauwen
bergpas had gebruikt, lied men nog een van
boven gaffelvormig ui gasncden stok noodig,
om het vuurwapen op te liggen, en het
jaBSïu
Gcwobic Cibel.