M. Nothomb.
Wie zij n dereebtzinnigste?
Met trommel en trompet.
STADSNIEUWS.
Yan eenen anderen kant schrijft de Dui-
nengalm in zijn nummer van Zondag laatst
in vette karakters:
Al wat onderduims uitgestrooid wordt
tegen een katholieken heer onzer stad,
ii als zou de steek toegebracht zijn ge-
■I 10eest met zijnen degen en hij 200 fr.
zou gegeven hebben aan den dader, zijn
leugens.
Daar valt veel op te zeggen:
Eerstens bewijst de klerikale drukpers
daar, een heel slechten dienst aan de familie
Staessens zelve. Wie vroeger met de loo-
pende geruchten niet bekend was, is het nu
zeker en vast.
Wij zullen ons de echo niet maken van al
hetgeen desaangaande gezegd wordt; hopen
wij dat het gerecht zijnen plicht zal weten te
doen, en het aandeel zal vaststellen van elk
in dien moordaanslag te weeg gebracht door
politieleen haat en onderduimsche ophitsing
van overdrevene, lage gevoelens van al te
vurige klerikale dweepers.
Intusschen gaat het onderzoek voort; da
gelijks worden getuigen te Brugge verhoord
en wordt meer en meer licht geworpen over
het groote punt der verantwoordelijkheid.
Daar ligt de kwestie
En wat van heden vast staat, is dat de
katholieke partij niet wit uit die zaak komen
zal, en dat de laffe aanslag op den persoon
van Alfons Rau als een eeuwig schandemerk
op hare partijgangers en kandidaten kleven
zal.
Laat ze nu eens de kiezing van M. Pieters
verbreken en het verontwaardigde volk zal
als een man ter stembus komen, om den man
te wreken, die als een toonbeeld van braven
huisvader en eerlijken medeburger doorgaat
en die bezweek ten gevolge van de lafste der
aanslagen, eenen verraderlijken klerikalen
dolksteek
Eeuwige schande over haar! Isaac.
(Laatste Nieuws.)
Uit Arlon wordt aan den Patriote ge
meld, dat het volstrekt valsch is dat M.
Nolhomb er aan denkt zich als kandidaat
te stellen of dat anderen er voor hem aan
gedacht hebben.
Van haren kant zegt de Réforme uit
goede bron te vernemen, dat er te Ar'on
kiezers zijn, die van zin zijn M. Nothomb
eene kandidatuur aan te bieden.
Men roept zoolang mosselen tol dat ze
aan kant zijn.
Zoeken de klerikale bladen, met de
kandidatuur van M. Nothomb te looche
nen, misschien de liberalen van Arlon te
bedriegen en lot werkeloosheid te bren
gen tegen de aanslaande kiezing van een
representant, en hen aldus te verrassen?
Wij gelooven echter niet, dat onze
vrienden van Arlon zich daardoor zullen
laten in slaap wiegen.
Yperen, 2n Juli 1892.
In liet verslag dat het Nieuwsblad
geeft over de processie van Groot-Sacra-
xnentdag, wordt er veel ophef gemaakt
met de aanwezigheid van het stadsmuziek,
de pompiers en het leger, alsof hel de
eerste maal ware dat deze korpsen de
processie bijwonen. Sedert onheugelijke
tijden waren de pompiers in deze plech
tigheid tegenwoordig en, indien zij later
van dien dienst afzagen, kwam het omdat
de onverdraagzaamheid en de verwaand
heid der geestelijken immer aangroeiden
en zij niet aarzelden ten allen tijde het pom
pierskorps te beleedigen en te honen, bij
zooverre dat zij de kerke ontzegden aan
het muziek, wanneer een lid van het korps
begraven was.
Hel leger ook heeft ten allen tijde deze
processie bijgewoond, want 't is een alge-
meene regel dat overal, in alle steden,het
garnizoen de Sacramenldag processie ver-
gezelle.
Wat nu de flambeeuwdragers betreft,
deze zijn min talrijk dan voorheen, want
in den goeden ouden tijd, waarvan de
schrijver van het Nieuwsblad spreken
wil en dien hij nooit geweien beeft, waren
al de ambachten en de gilden in de pro
cessie vertegenwoordigd; van elk ambacht
waren twee of vier leden afgevaardigd om
de processie te vergezellen en de gilden
zonden er ook een zeker getal vertegen
woordigers. Daarenboven zag men de leer
lingen van het stadskollegie, zoowel als
deze van het geestelijke, de haag maken
in de processie en een flambeeuw dragen.
Nu is dit alles afgeschaft: ambachten,
noch gilden, noch studenden dragen nog
flambeeuwen, alleenlijk sommige mannen,
Wal het magistraat aangaat, daarop
valt nog al \eel te zeggen, maar wij zullen
ons bepalen met te zeggen dat, indien die
kerels eene once eerlijke schaamte in 't
lijf hadden, zij zich niet zouden durven
laten zien als burgemeester, schepenen en
raadsleden,want iedereen weet, de vreem
delingen zoowel als de inboorlingen, dat
zij niet de gekozenen des volks zijn, maar
indringers, die hunne benaming en hun
mandaat slechts te danken hebben aan
bedrog en omkooperij. Maar dal volk
heeft een eiken aangezicht, dat niet blozen
kan. Ook is hunne tegenwoordigheid in
de processie maar oogenverblinding, zij
willen de lichtgeloovige menschen wijs
maken dat zij ware, overtuigde en gelrou-
we christenen zijn, dat zij alles voor den
godsdienst zouden opofferenin één woord,
dal zij de beschermers zijn van de vrijheid
van God, zooals zij zich zelf noemen, en
dat zonder hen het geloof en de godsdienst
zou om zeepe gaan.
Geen een van de liberale leden van
den gemeenteraad en ging achter't H.
Sacrament. Eikendeen heeft het belet,
voegt de schrijver van hel Nieuwblad er
huichelachtig bij, als wilde hij doen ver
staan dat deze leden ongodsdienstige ket
ters zijn, zonder geloof, zonder eerbied
voor de religie, en diensvolgens hel ver
trouwen der ingezetenen niet verdienen.
Welnu, wij vinden dat het loffelijkcr
is zich te onthouden in sommige betoo
gingen, dan er slechts te gaan om men
schen te verblinden. Die heeren hebben
al die kwakzalverij niet noodig om zich te
doen eerbiedigen, zij willen Ons-Heerc
geen vlassen baard aanzetten, zij bezitten
de achting en het vertrouwen hunner
sladsgenooten en zij willen zich lol de rol
van scheinheiligaards niet verlagen.
Zeg nu, verstandige schrijver van het
verstandig Nieuwsblad,
WIE ZIJN DE RECHTZINNIGSTE?
Donderdag avond heeft de liberale maat
schappij der Oud-Pompiers de groote
zaal van den Gouden atrend verlaten om
zich naar de nieuwe zaal van het Café de
la Bourse te begeven, alwaar zij voorlaan
hare repetitien zal houden en hare feesten
geven.
De maatschappij, voorafgegaan door
haar muziek, en vergezeld van al hare
bescherm- en eereleden, gevolgd van eene
ontelbare menigte, trok naar haar nieuw
lokaal, onder het spelen van vroolijke
deuntjes, die de vreugde op ieders gelaat
deden ontstaan, en de kaloten deden bar
sten van spijl, want het is algemeen ge
kend dat het de kaloten zijn, in den per
soon van den burgemeester in par li bus
Baus, die de zaal van den Gouden Arend
onder de voeten der liberalen gepacht
hebben, om deze in de onmogelijkheid te
stellen nog te kunnen vergaderen of ergens
een feest te kunnen geven.
Elkeen herinnert zich nog dat Nieuws
blad en Journal d'Ypres te gelijk uit
riepen: Nu is het met de liberalen in
Yperen gedaan. Zij hebben geen lokaal
meer, zij moeten buiten uit den Arend,
dicnsvolgens zijn zij in de onmogelijkheid
nog bijeenkomsten te hebben en feesten
te geven, en hun ondergang is nu volle
dig. Maar toen de schrijvers van die twee
gebenedijde leugenaarsgazetjes vernamen
dat de liberalen eene nieuwe zaal gingen
bouwen, waar al de liberale maatschap
pijen der stad hunne feesten zouden geven,
vonden zij geene smaadwoorden genoeg om
die zaal te doopen, en spijts al hunne
konkelfoeserij om het ontwerp der libe
ralen te doen mislukken, verheft zich
thans eene ruime en prachtige zaal, met
koetspoort in de Recolettenpoort en eenen
ingang in de Cartonslraat.
Deze zaal is de grootste die in de stad
bestaat, zij voldoet aan al de eischen der
maatschappijen die er beurtelings hunne
feesten zullen geven, zij zal dienen voor
de vergaderingen der liberale Associatie,
in één woord, zij beantwoordt aan al het-
gene men er van vergen kan.
De Oud-Pompiers hebben de nieuwe
zaal betrokken met trommel en trompet,
in tegenstelling van zoovele andere maat
schappijen, die verhuizen met de lantaarn
aan den dijsel, en de duisternissen af
wachten om zichelders te gaan vestigen.
Weg met de partij der moordenae.ro
wsorvon: or c<mioe rijn die veel bete* zou
den deen de processie met hunne tegen
woordigheid niet te bezoedelen.
O gl»'