VROEGER EN NU. Eere aan wie het toekomt. STADSNIEUWS. Vroeger, Vroeger Nu V roeger Nu Vroeger Nu Vroeger Nu VVI I.fi VERSCHIL! ■wij verscheidens Oos.tendenarea zeggen: En de opslokers dankrijgen die niets Dezelfde vraag hebben wij ons gesteld toen we Gombert op het banksken zagen zitten. Gombert is geengaleiboef meteen moorde naarstronie, met oogen lijk Pranzini of 'n ste- kelbaard lijk Ravachol, maar een jeugdige melkmuil, 'ne gamin van pas 21 jaar oud, die op de boot Mar ie-Josephine, kajuitjongen speelde. Nooit werd liij veroordeeld, nooit had hij met de justitie af te rekenen en op eens, ter gelegenheid van de kiezing, wordt hij razend en steekt den ongelukkigen Rail omver, die hem nooit, iets misdaan had, dien hij misschien niet kende... Al wie onpartijdig wil redeneeren, z;al met ons moeten bekennen, dat Gombert niet uit eigen beweging heeft gehandeld, maar met geld omgekocht en met drank opgehitst werd, om dezen manslag te plegen. Rau laat eene ongelukkige weduwe en acht minderjarige kinderen achterGombert zit vast voor vier jaar; zijne ouders welke op den steun van hunnen zoon rekenden, verkeeren in armoede en de opstokers, de ware plichti- gen wandelen thans te Oostende over de zee dijk: iedereen kent ze! Dc klerikale Pers. Daags na het overlijden van Rau schreven het Nieuws van den dag, de Patriot, het Handelsblad, het Fondsenbladtot zelfs het ministerieel orgaan Ee Journal de Bruxelles, dat het slachtoffer overleden was tengevolge van champagne drinken en uit spattingen dea dag van de kiezing. Dokter Van Canegem, die de lijkschouwing heeft gedaan, is het tegendeel komen bewijzen en M. Edward Brotin, welke Rau met een rijtuig naar de stembus bracht, heeft onder eed verklaard dat Rau den 14 Juni om half tien 's morgends terug was in zijne woning- welke hij niet meer heeft verlaten. Het Nieuwske v. d. Dag schrijft dat zekere Gombert van Oostende, Vrijdag 29 Juli 1.1. werd veroordeeld om zekeren f'rui- tenier met name Rau, den dag. der kiezing met een mes te hebben gestoken n en de andere klerikale bladen zwijgen 'lijk vis sollen. Lasteraars Vieze getuigen. Ik zweer op al wat mij duurbaar is dat ik Gombert de vuist heb zien opheffen tegen Rau, en hem eene beweging heb zien maken alsof hij Rau 'nen dolk in de borst plofde zoo luidde de getuigenis van Tratsaert. Ik heb het lemmer van 't nies zien flik keren, waarmêe Gombert den ongelukkigen Rau beeft omver gestoken zoo luidde de getuigenis van Van Stechelman. Op zijn sterfbed heeft Rau zijnen moor denaar Gombert met den vinger aangewezen, zeggende:j7 is hij die mij heeft gestoken zoo luidde de getuigenis van den heer onder zoeksrechter Halleux. En niettegenstaande dal zijn er zes, zeven klerikale getuigen komen bevestigen, dat, huns erachtens, Gombert da dader van don moord niet is. Vieze.getuigen! Wij begrijpen waarachtig niet hoe er een klerikale advokaat 'lijk Representant Bege- rem van Gent, kan gevonden worden om in dergelijke omstandigheden de vrijspraak te komen vragen van denbetichte. Wij begrijpen niet hoe een strijdend katholiek 'lijk Begerem de zienswijze der heeren weisdokters heeft durven komen betwisten, nadat dr Van Cane gem onder eed had bevestigd,dat de dood van Rau ten stelligste moet toegeschreven wor den aan de wonde hem toegebracht door Gombert. Ziedaar lezers, eenige bedenkingen welke liet verhoor der getuigen en de pleidooien der advocaten in de zaak Rau-Gombert bij ons hebben geopperd. Ze bewijzen eens te meer dat de klerikalen voor niets terugdeinzen en van alle hout pij len maken om hunne tegenstrevers te bevech ten, doch, olie drijft boven dat hebben ze nogmaals ondervonden voor de rechtbank te Brugge. Yperen, 6n Oogst 1892. wanneer de liberalen aan het bewind wa ren, zag men op alle hoeken der straten, in alle voorname herbergen gróote plak brieven die het programma der feestelijk heden behelsden. De klerikalen schreeuwden en klaagden dat die plakbrieven niet vroeger versche nen en zouden gevvenschl hebben het programma derTuindagfeesten eene maand vroeger te bezitten. Vil; dal de gebenedijde zeuraars van 1" Fe bruari meesier en baas spelen op het stadhuis, zijn nergens, noch aan de hoe ken der stralen, noch in de herbergen, de minste programma's te vinden. Wij welen nochtans dat men groote plakbrieven heeft doen drukken, maar deze zijn in de naburige dorpen verzon den, waar onze schrandere bestuurders nog willen doen gelooven dat de kiekens hooi eten. strekten de vermakelijkheden, die ter ge legenheid Van Tuindag gegeven werden, om vreemdeling-en naar de stad te lokken en al de neringdoeners van Yperen eenig profijt te gunnen door het verleer dat door deze vreemdelingen gedaan werd. Iedereen herinnert zich nog het over heerlijk festival dat hier in 1890 gegeven werd, waaraan 89 vreemde muziekmaat schappijen deel namen en bij duizende vreemdelingen in onze stad lokte, niette genstaande al de pogingen die de kaloten aangewend hadden om dit te doen misluk ken en de vreemdelingen raar Poperinghe te trekken waar zij een festival hadden ingericht uit polilieken haat en om stok ken in de wielen der liberalen te steken, 't Is waar dat hunne pogingen mislukt hebben, maar de wil was er toch om de Yperlingen Ie beschadigen. weet men liet programma zoodanig op le maken dat de Tuindag niet het minste be lang meer oplevert en niet alleen de vreemdelingen naar Yperen niet zal lok ken, maar zelfs de sladsgenooten zal verplichten uit te wijken om eenig verzet te vinden. Ja, wij vernemen dat een oneindig ge- lal Yperlingen zich naar andere steden zullen begeven om de verlofdagen, die de gemeenlekermis hen schenkt, op eene vrolijker wijze over le brengen dan in hunne eigene stad. Onze schrandere stadhuisbazen ontzien hel zich de moeite !e geven een feest in te richten dat veel profijt aan de neringdoe ners verschaft, zij vergenoegen zich met vreemde, muzikanten te doen komen om hier TWÉÉ concerts te geven en betalen daarvoor de som van twee duizend fr., dit is duizend frank per uur. Wij vragen ons af welk voordeel de herbergiers, de bakkers, de beenhouwers, in één woord al de neringdoeners daaruit zullen trekken, 't Is toch niet voor twee concerts dat de vreemdelingen naar onze stad zullen komen, er zullen verblijven en er onkosten zullen doen Maar dit kan onze burgervaders weinig scheelen, zij zijn te onbekwaam om te begrijpen wat zij hunne ingezetenen verschuldigd zijn. wilde men niet dal de prijsdeelingen der onderwijsgestichten op het programma verschenen. maken deze prijsdeelingen de voornaamste feesten van liet programma uit. verlangden de Yperlingen om hun ge meentefeest te vieren en eenige blijde dagen over te brengen. verlaten de Yperlingen hunne geboorte stad en gaan naar den vreemde betere en schoonere vermaken zoeken. (Zie onze teekening). was de stad door vrijzinnige en verstan dige mannen bestuurd, die alles voor haar welzijn opofferden. is zij bestuurd door bisschopsslaven,flam beeuwlekkers en kerkmeesters, die de be langen der Yperlingen over 't hoofd zien en niets raadplegen dan hunne politieke driften en de Yperlingen als een overwon nen volk aanzien. Wij vernemen met veel genoegen dat onze jonge stadsgenoot, de heer Hendrik Moerman, zoon van Pieter Moerman, mu ziekleeraar en orgelist onzer hoofdkerk, ten gevolge van eenen muzikaien prijs kamp in Frankrijk' uitgeschreven, tol de waardigheid van lid van het Folks insti tuut van Frankrijk, komt verheven te worden met het eer-diploma en de gouden medalje van eerste klas. De heer Frans Deconinck, van Brugge, oud-prijs van Rome en muziekoversle van het eerste linieregiment, komt dezelfde eer te genieten. Wij wenschen die heeren, en vooral onzén stadsgenoot H. Moerman, uil gan- scher harte geluk over die schitterende zegepraal, dit bewijst dal de Yperlingen niet hoeven te buigen voor vreemden, die hier in onze stad in alles den voorkeur hebben en beter in aanzien zijn dan de inboorlingen, ofschoon zij met min talen ten zijn begaafd. Kwakzalverij en tanden- trekkerskunsl kunnen wij niet aanbevelen, C O «gg l

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1892 | | pagina 2