gedachten van vrijheid, van verdraagzaam
heid en van eendracht die, op dit heugelijk
tijdstip, de geesten en de harten ontvlamden.
Geplaatst in voorwaarden van fortuin
en van vrijheid die hem zouden toegelaten
hebben zich volgens zijn welbehagen een
aangenaam, en gemakkelijk bestaan te be
zorgen; niets dan de genoegen en de verma
ken des levens te nemen, heeft Alfons
VANDENPEEREBOOM verkozen, van het
eerste oogenblik af, om zoo te zeggen aan
zich zelve te verzaken en zich op den las-
tigen weg des pliclits, geheel en gansch aan
de belangen en aan den dienst zijner mede
burgers toe te wijden.
't Is dat, boven de kostbaarste gaven des
geestes, God hem een edelmoedig hart had
geschonken, welk van de grootste liefde
voor zijne moederstad blaakte.
Het vaderland en, bijzonderlijk, de ge
boortestad beminnen, is zeker niet zeldzaam
onder de menschen. Maar, men moet het
zeggen, dit gevoel is bij het grootste gedeel
te maar ingesloten, om zich slechts te open
baren in de groote omstandigheden op de
dagen van rouw op de oogenblikken van
gevaar; op de uren van zegepraal.
Bij VANDENPEEREBOOM was h.et
standvastig waakzaam en maakte de bijzon
derste zoo niet de eenige drijfveer van zijne
onophoudende werkzaamheid uit.
Gelijk hij het zelf gezegd heeft in die
zielroerende aanspraak van 30 September
1833: de stad Yperen verheerlijken, die
ii hij altijd.als eene moeder aanzien en be-
mind had en zich. voor het geluk zijner
ii stadsgenooten opofferen, zijn de bestendi-
ge bezigheid en de heerschende bezorgd1
heid zijns levens geweest.
Nauwelijks had hij grondige studiën in
de hoogescholen van Parijs, Bologne en Leu
ven geëindigd.; bet diploma v.an docter in de
rechten veroverd en, inliet ministerie dat hij,
later besturen moest, eene bestuurlijke stogie
gedaan, of VANDENPEEREBOOM kwam
in zijne duurbare stad. Yperen terug en.
begon, met eenen vurigen ijver, onze oude
archiveu te doorsnuiffelen en zich te onder
richten in alles wat hem aan den oorsprong.,
aan de geschiedenis en aan den roem der.
stad kon vasthechten.
ii Ofschoon zijne opvoeding gansch op zijn
fransch. was geweest, volgens de mode of de
neiging.van den tijd, had VANDENPEEREr
BOOM, die Vlaming geboren was, den stem
pel van zijn geslacht behouden.
Zijn karakter was vlaamsch; zijn geest
ook: het eene openhartig, rechtschapen, ge
meenzaam, edelmoedig het andere, kalm,
bedacht, gewogen, bevredigend en recht
vaardig.
Ofschoon hij van zijnen tijd was, be
minde liij zooveel,mogelijk de dingen van 't
verledene: onze oude zeden, onze oude ge
bruiken,de oude kunst, onze oude gebouwen.
Hij beminde niet min de oude moedertaal.
ii. Burger van hooge afkomst, kon hij met
al de rangen.omgaan, van de hoogste tot de
nederigste, met de grooten ais met zijns ge
lijken,gaande, zich met de kleinen mengende
zonder zich. ooit te vernederen, noch langs
geenen kant eene eenvoudige en.beminnelijke
waardigheid in gevaar te brengen, die, bij.
hem, ook, eene ingebor.en'e begaafdheid was..
Hij had, overigens, zijn zedelijken in
vloed en-hechte zich rechtstreeks aan die
kloekmoedige en koene magistraten, vrien
den der vrijheid, die, in. de eeuwen waar
van hjj de geschiedenis beschreven heeft, zoo
dkpper, do.rechten verdedigden, en den roem.
dar. gemeente sYperen zoo hoog verhieven.
■a» Zulkdanig.. mensch, mag men. zeggen,
was zelf. magistraat geboren, voorbeschikt*
am»tQt dé hoogste eerambten.te klimmen. ea:
dhnicorsten rang-te bekleeden.
Ojj.iL tadcogen zijne stadsgenooten. ar
zicb niet aan. Welhaast zijne bekwaamheid
en zijne verdiensten onderscheidende, zon
den zij hem in den stadsraad zetelen, waar
hij,, hetzelfde jaar nog, met de bediening
van eersten schepen bekleed werd.
Eenige jaren later werd hij, met de bijna
eenparigheid v.an stemmen, van het arron
dissement,. volksvertegenwoordiger gekozen.
Op het oogenblik dat hij in den Raad
trad, was er, zoowel in den stoffelijken
als in den zedelijken toestandvele en
groote dingen te doen.
»i De nieuwe magistraat werd bijna aan
stonds de ziel van bet Bestuur. Overal sloeg
hij de hand aan liet werk en verwezenlijkte
spoedig merkelijke verbeteringen in al de
takken der verschillende diensten.
Niets van alles wat kon bijdragen tot
den voorspoed en de- eer der stad bleef
vreemd aan zijne levendige en diepe bezorgd
heid.
Maar wat hem het meest ter harte lag,
was van de eene zijde het volksonderwijs en,
van de andere zijde, de herstelling en de
versiering onzer oude praalgebouwen.
Gelijk al de- waarlijk edelmoedige men
schen, beminde VANDENPEEREBOOM het
volk; niet met dié geveinsde en gemaakte
liefde <he zich uitlaat in klinkende en hoog
dravende woorden maar met die rechtzin
nige, ware, diepe genegenheid, die zich
verklaart door daden van verwekelijke,zicht
bare en gestadige dienstwilligheid. Alzoo.
vertoonden zich die dienstwilligheid en die
liefde namelijk gedurende de rampspoedige
jaren van 1845 tot 1848, waar de vurige
liefdadigheid van den afgezonderden man en.
de vooruitziende ijver van den magistraat,
het eens waren, om onze werkende klas te
behoeden tegen de schrikkelijke eetwaren-
krisis die op dien tijd woedde.
En hoé,' Ook, zou hij hét volk niet be
mind hebben, hij, die zich niet verontwaar
digd heeft er uit gesproten te zijn Die zelfs
eenige voldoening, zoo niet eenigen hoog
moed, getrokken heeft, een der kindskinds
zonen te zijn van dien meester koperslager
die, in 1692, den nieuwen draak maakte
voor het belfort der Halle? Karaktertrek,
Mijnheeren, die geschikt is om bij te zetten
aan de verdienste v.an den mensch en aan
onze bewondering voor hem.
Het volk. beminnende, moest VANDEN
PEEREBOOM zijne verheffing willen door
het onderwijs. Sedert den dag dat ik in het
i> openbaar leven getreden ben, zegde hij in
zijne merkwaardige .redevoering in de zit-
tingen der Kamer van 26 en 27 Maart
1S6S, heb ik. altijd de kwestie van het
volksonderwijs als de belangrijkste der
zonder vertoeven op te lossene kwestiën
aanzien.'
De nederig-fn,onderwijzen is geen klein
en.gemeen wtrk.
ii Het is niet alleenlijk, hen ieercn lezen,
schrijven en rekenen: 't is hunne opvoeding
maken in. den waren en toepassenden zin
des woor.ds; 't is hen opvoeden inbegrip
pen van orde, gespaarzaamlieid en voeraï
van zedelijkheid., hen het gevoel inboezemen
hunner plichten, overeenkomende met de
rechten der anderen; hen vormen,om alles te-
zeggen, tot eene ernstige en noodige levens-
tudht, zonder dewelke het onderwijs, voor
de armen gelijk voor de rijken, slechts een1
schadelijker dan nuttig werktuig en, einde-
dijk, een gevaarlijk eu rampzalig geschenk-
is,
Alzoo verstond liet dè nieuwe schepen
al.zijne pogingen strekten tot dien uitslag
eD; dank aan zijne aandrijving, w-erd onze
oude Looye eene der beste scholen des lands,,
school waaruit- tallooze geachte- ambachts
lieden gesproten zijn en die, voor vele volks
kinderen, een vertrekpunt geweest is naar
verhevener standen.
Eene dergelijke bezordheid beschermde,
gelijk men- weet, het Koninklijk Gesticht
van Meesen, waarvan- onze gewezen ma
gistraat gedurende bijna het vierde eener
eeuw de vaderlijke en welbeminde' Voorzit
ter was.
En, merken wij het in 't voorbijgaan,-
het was grootendeels aan die edelmoedige
bezorgdheid van volksopvoeding en verzede-
lijking dat hij die rechtzinnige volksgunst te
danken heeft,die hem gedurende zijn gansche
leven omringde en zich nog aan zijne nageu
dachtenis hecht.
Nevens de herstelling van hef onderwijs-
in alle graden, vervolgde VANDENPEERE
BOOM met eenen gelijken ijver en standvas
tigheid, de herstelling en de versiering onzer
praalgebouwen voor welke hij een waren
eerbied had, eerbied half verdeeld tusschen
de vurige liefde voor de kunst en de vurige
liefde voor den roem der stad.
Alles is, ongetwijfeld, niet gedaan in die
orde van opperste belang en, ongelukkiglijk,
er is meer dan één aanzienlijk werk te her
beginnen.
ii Maar de onvolmaaktheden en de misre
keningen waaraan de gewezen magistraat
meer dan iemand geleden heeft, kunnen
hem,voor hoe klein deel het zij,niet ten laste
gelegd worden.
ii De volle verantwoordelijkheid der te
leurstellingen gaat naar anderen over. Aam
hem alleen komt al de eer toe der onderne
ming en-de schitterende uitslagen die hij be
komen heeft.
Deze van het huidige geslacht, die
slechts die uitslagen zien waaraan zich het
gezicht gewent, beelden zich niet in, kunnen
zich niet inbeelden, hoeveel aanhoudenden
wil er is moeten gebruikt worden, hoeveel
dienstwilligheid er moest zijn, hoeveel per
soonlijken invloed en. talent men heelt moe
ten in 't werk leggen, om er toe te komen-
die herstellingen! en versieringen te verwe
zenlijken die -de kunstfaam onzer stad verre
verspreid hebben.
Inderdaad, het was niet genoeg met de
goede gevoelens van den Gemeenteraad om
er in te gelukken. Werken van zulke ge
wichtigheid al de middelen, der steden over
treffende, moest men de hulp bekomen van
het Staatsbestuur, dat zelf van de volksver
tegenwoordiging afhangt.
ii Welnu, in het midden dezer, was, gelijk,
velen onder u het weten, eene sterke tegen
kanting ontstaan-tegen het werk der muur
schilderingen.
't Is geweldiger!)and dat de voorstanders
van die wijze van het verledene te verheer-
lijkon door de kunst de zegepraAl hunner
zaak moesten winnen.
VANDENPEEREBOOM, onze dienst
willige Volksvertegenwoordiger, nam een
voortri ffelijk deel aan de besprekingen, der
Kamer over dit voorwerp. In eene redevoe
ring, de:i 25 Februari 1862 uitgesproken,
verhief hij zich tot de hoogste overwegingen
op de zending der schilderkunst als middel
om al de menschen te onderwijzen in de
groote daden onzer geschiedenis, en het wa-s
vooral aan die welsprekende woorden, die
trilden van vaderlandsche aandoening, dat
de zegepraal te danken was.
Derwijze, Mijnheeren,.dat indien de stad
Yperen heden nevens hare prachtige gebou
wen, die gedeeltelijk, hersteld zijn en hare-
sclioone lijst hovingen,,die hare afgebrokene
vestingen vervangen, aan de talrijke vreem
delingen, de prachtige schepenzaal, versierd
door het talent van Guffens en van Swerts,
en die oostzaal'onzer Hallè, zoo heerlijken
zoo-levendig versierd- door. Ran\vels;. emdie-
eigenaardige en zeldzame schilderingen, van,
Delbeke, die de westzaa! versieren, mag. too
rnen,,'t is nog. aan het initiatief.en. aan dè:
-