Maatschappij Oud-Pompiers van Yper. VAN HET VAANDEL, STADSNIEUWS. INHULDIGING maak, tegen die uitvinding des dui vels, tegen wat weet ik al, en verbie den het aan hunne parochianen op straf van doodzonde. Ginder deugd, hier misdaad! Snullen noemen dat eenheid, vast heid, onfaalbaarheid, onverander lijkheid der Roomsche Kerk. "Wij heeten dat bedriegerij en Jezuieten- streken. Ypercn, 9" April 1&93. 't Was een gelukkige dag voor de libe rale partij Een dag van heil en genoegen voor de jonge Maatschappij(Voor het doodgebo ren kind, zou het Journal d'Ypres zeg gen.) Een dag van feest en vreugde voor al de Yperlingen Langen tijd vóór dat het Muziek moest uitgaan, verdrong zich eene ontelbare menigte rond het lokaal, zoodanig dat men noch roeren noch keeren kon. Op de Groole Markt, in de Boterstraat, overal heerschte er eene groote levendigheid. Die sympathiesche menigte ging onze Oud-Pompiers, het liberale muziek, de liberale partij zelve op hunnen, doortocht toejuichen! Een ware zomerdag, eene prachtige zon kwamen nog den glans vergrooten van dit feest, dat eene ware zegepraal is geweest. Om 3 ure en half verliet het muziek zijn lokaal, gansch in zijne nieuwe klee ding uitgedoscht en voorafgegaan door een dertigtal jongen de kweekerij van liet muziek, met hel blauwe lint aan het knopsgat, en gevolgd van eene tallooze en vroolijke menigte, om. zich te begeven in de Vleeschhouwersslraal, ten huize van Mevrouw August de Beaucourt, bij wien het vaandel berustende was. De kleeding is bekoorlijk en van zeer goeden smaak. Geen beslag, niets dat in het oog springt. Het uniform is eenvou dig, schoon en gemakkelijk; het bestaat uit eenen dolman. Het bestuur der Maat schappij heeft wel gedaan de muzikanten niet te kleeden gelijk arlekeins of vasten- ayondzotlen. Terwijl het muziek eenige stukken uit voerde voor het huis van Mevrouw de Beaucourt, ontving deze, omringd van Mejufïer Charlotte Roze, van verscheidene Dames der stad en van eenige leden harer familie, de Commissie en drukte zich in de volgende woorden uit: Mijnheer de Voorzitter en IJeeren v Leden der Commissie, Ik ben gelukkig, als tolk van de ge- voelens der Dames beschermsters, u mijne vurige gelukwenschen le mogen aanbieden over de inrichting dezer zoo schoone Maatschappij. Gij hebt vele moeielijkheden moeten overwinnen,vele hinderpalen moeten verbrijzelen, maar een schitterend sukces is uwe belooning geweest. Deze Maatschappij is op vaste grondvesten gesticht. De sympathie en »de milddadigheid van allen zijn er de on- tegensprekelijke bewijzen van. De een- dracht zal hare macht maken, vergeten wij het nimmer De heer Aug. Brunfaul bedankt en biedt, in den naam der Maatschappij, twee prachtige bloemtuilen aan, de eene aan Mevrouw de Beaucourt, den anderen aan Mejuffer Roze, als bewijs van ach ting en dankbaarheid voor al de dienst willigheid die zij aan de Oud-Pompiers getoond hebben. Zicli alsdan tot M. Deliège keerende, stuurt Mevrouw de Beaucourt hem de volgende woorden toe: Mijnheer de Muziekoverste De Harmonie der Maatschappij is uw werk. Door uwe ondervinding hebt gij het vertrouwen dezer muzikale schaar weten le winnen; ik zou zelfs mogen zeggen dat gij ze belooverd hebt, want zulkdanigen uitslag op zoo korten tijd bekomen, mag eenjjoprecht wonder ge- heeten worden! Gelief, Mijnheer de Muziekoverste, in den naam der Dames, de uitdrukking onzer dankbaarheid en onzer bewondering te aanvaarden. De heer Deliège bedankt, verheugt zich over den goeden wil van al zijne- muzikanten en acht zich gelukkig de vleiende waardeering van de Dames der stad te hooren. Hij is lot eenen uitslag gekomen, maar hij belooft nog beier, al tijd beter te doen. Het vaandel, met eenen sluier bedekt, was in den hof geplaatst. De kleine uit gestrektheid van den hof had alleen aan de muzikanten en aan dc Oud-Pompiers toegelaten er plaats te nemen. Wanneer de sluier gevallen is, heeft een ontzagge lijk gejuich, een driedubbel hourrah! on ze bannier begroet. Wij mogen zeggen onze bannier: zij is inderdaad hel zinne beeld van bet liberalism. Mevrouw de Beaucourt heeft in de volgende bewoor dingen liet vaandel aan de Maatschappij, overabndigd Mijnheeren Namens de Dames beschermsters der Maatschappij Oud-Pompiers, kom ik u dit prachtig vaandel aanbieden. Een vaandel is een vereenigingsteeken, een oproep tot de broederlijkheid!!! Onder zijne plooien, zal uw muziekoverste u tot zekere zegepralen leiden; het ver- trouwen dal gij hem toont bewijst het op eene ontegensprekelijke wijze. De kronen die boven aan den steel zijn. zullen de bewijzen uwer zegepraal onl- rangen ea gij zult fier zijn dezelve te beschouwen I Blijft dus vereenigd en zweert trouw aan dezen standaard! Dit ware al onze wenschen beantwoorden. En nu, Mijnheeren, roepen wij een- slemmig: Leve de Voorzitter! Leve de MuziekmeesterLeve de Maatschappij der Oud-Pompiers! Geestdriftige toejuichingen begroeten deze manhaftige woorden. De heer Voorzitter Brunfaut bedank de Dames beschermsters en den heer Julius Creton-Feys. voor het initiatief dat zij genomen hebben om der Maatschappij, van de Oud-Pompiers een zoo prachtig; vaandel aan te bieden. Dit vaandel zegt hij, verbeeldt het liberalism. Scharen wij ons onder zijne plooien; het zal ons leiden tot het terugnemen van het Stadhuis,, dat op eene onwaardige wijze veroverd is geweest door de middels die iedereen, kent. Zweeren wij hetzelve nooit le ver- laten! Een driedubbel hourrah en dave rende toejuichingen beantwoorden, do krachtige aanspraak desjheeren Brunfaut. De heer Julius Creton spoort al do liberalen aan zich rond den standaard der Oud-Pompiers te scharen. Alsdan hech ten Mevrouw de Beaucourt en MeiuHer Boze, aan de kronen die boven aas dea steel zijn,, de eermetalen welke de Harmo nie te Blankenberghe en te Duinkerque ontvangen hebben en eene berinjxeringsr- medailje der inhuldiging. Het vaandel is een oprecht wonder. Do teekening ervan is gemaakt geweest door den heer Arthur Maegerman, muzikant der Oud-Pompiers, (denzelfde dien Car- casson onlangs beschuldigde de- teeke- ningen van M. Angloo te hebben nage maakt.) liet is in blauwe zijde, met dub belen kant. In het midden van een der- kanten de wapens der stad met het op schrift: 1892. Harmonie der Oud- Pompiers van de stad T.perenbene den, een helm en twee bijlen; op de drie- andere hoeken, stikwerk; in. hel midden van den anderen hoek, een met linten ver sierde palmtak met het opschrift: door do-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 2