De kolossals schatten stadsnTëüvvs Seys is de Wacht. men zullen door de verliezende par lij betaald worden 2. De kiezer, wiens afschrabbing ten onrechte wordt gevraagdzal hier door het recht verkrijgen eene schade loosstelling te eischen. Eens dat eindje wet gestemd, zou den de clericale associaties zich wel wachten, de liberale kiezers met het geld der zwarte kassen den duivel aan te doen. der kloosters. Iedereen weet nog dat zeker ka nunnik te Doornikeens naar Amerika vluchtte, met niet min dan vier mil- lioentjes uit de brandkast van den bisschop van Doornik geroofd. Nu, voor de lste Kamer der recht bank te Leuven, werd veideden week bewezen welk kolossaal fortuin de broeders-Alexianenaldaar bezitten. Lees met aandacht Na den brand van het klooster der broeders-Alexianen, werden de zegels gelegd op twee coffres-forts, waarvan alleen de broeder-overste en de broe der-kok, den inhoud van kenden. Niet min dan 4,000,000 fr. waar den (zegge vier .millioen PR.) werden er uitgehaald. Vele titels waren echter verbrand voor eene waarde van 1,100,000 fr. Een wisselagent werd gelast die waarden terug op te maken en bijge staan door zijnen schoonbroeder, een advokaat, kon men al de nummers der verbrande titels terug vinden. Thans spant de broeder-overste der millioenrijkeAlexianen een proces in voor de handels-rechtbank te Leuven tegen den wisselagent en een ander proces tegen den advokaat voor de burgerlijke rechtbank, om de com missie van den eene en het honora rium van den andere, te doen ver minderen 1 Mr Ouwercx en Mr Bausart moe ten die kloosterkwestie oplossen en als verdedigers van beide partijen dit vuil kloosterlinnen wasschen, Dus dat die chères frères niet min dan vier millioen fr. waarden beza ten in twee coffres-forts Waar hebben die kerels die kolos sale som gehaald Hebben ze dat geld gewonnen al biddende, zonder werken Hierdoor kunnen onze lezers be sluiten welke kolossale sommen er in de brandkasten der kloosters overal voorhanden zijn. Die doode hand van Leuven is een doorslaande bewijs, hoe wij overal door het kloostergoed uitgeplunderd worden. Laatste SSieuws). Yperen, 0" Mei 1893. Hel Nieuwsblad van Zondag 1.1. meldt ons dat Seys, de doorluchtige Seys, over wien zooveel gesproken werd :n vroegere tijden, Seys dien men zoolang gezocht heeft tijdens de kiezing van October 1890, en nergens te vinden was kortom Seys, de vader van een handvol lintjewevers, die zijne werklieden verplicht deel te ma ken van katholieke wacht, patronages en congregatiën, die hen verbood deel te ne men aan het referendum op straffe van broodrooving.Seys heeft eene merkweer- dige voordracht gegeven in de katholieke wacht. De welsprekende redenaar heeft gezegd dat de liberale gazetj.es drie vragen gesteld hebben, te weten: 1. Wat heeft Seys te zeggen? 2. Van waar komt hij? 3. Wat zou deze van de Leet zeggen, moest hij weere keeren? Die vragen, zegt spreker, verdienen geen antwoord, ware 't niet dat ze met een gericht zijn tot de gansche werkers bevolking van Yper. Zou Seys de verwaandheid hebben te denken dat hij de vertegenwoordiger is der werkersbevolking dezer stad? Men zou het gelooven, maar hij is er leelijk nevens. Hij is toch de eenige fabrikant, de eenige nijveraar, de eenige handelaar niet dien wij in Yperen bezitten, er zijn er nog andere en aanzienlijker dan hij, en Seys, die nochtans maar een dwerg is, waant zich eenen reus. Om die hooger gemelde vragen te weer leggen, begint Seys met de tweede te beantwoorden, de eerste er daarna in te brokkelen en de derde te vergeten. Ik kom, zegt spreker, gelijk gij allen, van de werkende klasse En daar ben ik fier over! Of is het misschien eene schande tot de werkende klasse te be- hooren? Deze die de vraag gesteld heefj schijnt het te willen zeggen. Hier slaat de redenaar den bal deerlijk mis, want hij beantwoordt deze vraag op de wijze die het Nieuwsblad bezigt om zijne lezers kalvers voor juffrouwen te verkoopen. Men heeft gevraagd van waar Seys kwam, en in plaats van eenvoudig weg te zeggen dat hij Yperling is, dat hij, te Yperen gewonnen en geboren, nooit zijne vaderstad verlaten had, kondigt hij aan dal hij niet op den schoot eener hertogin is- gewiegd geweest, dat hij fier is lol de werkende klasse te behooren en palati en patala. Seys is fier uit de werkende klasse ge sproten te zijn. Daarin geven wij hem gelijk, want men moet zich nooit over zijnen oorsprong schamen als men, gelijk Seys, onder zijne voorouders niets dan eerlijke lieden telt. Hier maakt hij eene uitzondering met zekere nieuwgebakken edellieden, die hier in Yperen eenen Fan of eenen De en eenen titel bij hunne familienaam hebben gevoegd, de eenen om te doen vergeten dal zij van kooplieden of nijveraars afstammen; de anderen om dat men zich niet meer zou herinneren dat hunne voorouders kleine en nederige win keliers, ja zelfs slijters van sterke dranken waren, Ja, Seys is hierin prijsbaar. Is het misschien eene schande tot de werkende klasse te behooren Bij lange niet, maar als men tot eene zekere klasse der samenleving behoort en dat men er fier over is, moet men de pretentie niet hebben diezelfde klasse te- willen onder den voet houden, 't Is het- gene Seys doel met zijne werklieden, die op al zijne bevelen moeten gehoorzamen, zelfs buiten hun werk; die verplicht zijn de vergaderingen bij te wonen die hij fma aanprijst, en niet mogen eene meeting, eene vergadering of een referendum bij wonen, waar men het recht van den werkman bespreekt en alles aanwendt om dit recht te bekomen. Nog meer: als men waarlijk de klasse genegen is waaruit men is gesproten, men moet zorgen dat die klasse niet als slaven behandeld wordt, dat zij, die deel maken van die klasse, rechten nevens plichten bekomen en mcn- mag de pretentie niet hebben alleen een recht te bezitten omdat men eenige fortuin- heeft dat zi0n vader zaliger met zuren arbeid heeft moeten winnen. Maar ziet eens hoe logiek Seys in zijne- redeneering is En volgens hem (deze die de vrage gesteld heeft) zou al dat (sic) tot de werkende klasse behoort of nog behoord: heeft, nooit mogen spreken. Hoe vindt gij dat Wij vinden die zinsnede aartsdom,, want verre van ons is het gedacht de werkende klasse tot zwijgen te dwingen. Een Seys alleen of 't is gelijk welke- flambceuwlekker is daartoe bekwaam, 't Is omdat de werkman iets zou te zeggen hebben, omdat hij niet zou gemuilband blijven dal de vooruitstrevende liberalen, ¥r

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 2