Een nieuws kaakslag. STADSNIEUWS. J\r 398. 32e Jaar, Zondag, I3n Oogst 1893. Zond agsiblad der Stad en het Arrondissement YPEEEY. Men sshrijft in: tc Yperen,Dia;mudeslrait, 18,en op al de postbureeten. Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt, worden onvergeldin hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdagnamiddag,vrachtvrij en onderteekend toe te zenden. Voor de aankondigingen buiten West-Vlaanderen, zich te wenden te Brussel bij l'Agence Ilavas,32, Magdeleinestr., te Parijs', 8, Beursplaats. ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR: 2-50 fr. 'sjaar» voor dc stad; 3 fivvoor België. Buitenlandsche verzendingen, 't port daarboven. 5 CENTIEMEN HET NUMMER. Aankondigingen: 10 centiemen den regel. Reklamen: 2ö id. id. id. Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id. id. Akkoord per maand of per jaar. Yperen, T2n Oogst 1893. Maandag 11. had alhier de prijs- deeling plaats aan de leerlingen der Middelbare school en van het Stads- collegie. Vele volk was naar de Halle ge sneld om de houding der woordver- brekers in deze plechtigheid te zien. Om 10 ure juist kondigden de mes- sagiers het schepencollegie aan. Het muziek speelde het nationaal lied, maar het volk verroerde niet. Het was maar wanneer de militaire en burgerlijke overheden verschenen dat iedereen recht stond dit was eeneeerste protestatie, die reeds hare beteekenis had. Van de clericale meerderheid was niemand anders dan de schepen van 't Onderwijs tegenwoordig. De Bur gemeester, schepen Berghman en de katholieke gemeenteraadsleden schit terden door hunne afwezigheid. Die mannen waren beschaamd voor het publiek te verschijnen na den laffen aanslagdien zij het officiéél onderwijs hadden toegebracht en daarom had den zij schepen Colaert alleen in 't gat geste ken. Men weet dat deze met de liberale minderheid had gestemd togen de afschaffing van 't collegie, maar wij hebben het voorzeid, dit was slechts eene rol die hem was op gelegd om de plechtigheid der prijs- deeling te kunnen voorzitten, en zijn gedrag heeft zulks duidelijk bewezen. Ook hebbende Yperlingen zich door zijne geveinsde houding niet laten foppen, iedereen weet hoe rechtzin nig die mannen zijn. De plechtigheid liep af als naar gewoontedoch men bemerktealgauw dat er onder 't publiek eene ontevre denheid bestond, die maar eene gele genheid verwachtte omuit te barsten. De Heer Meert sprak eene vlaarn- sche redevoering uit, waarvan nie mand een woord verstaan heeft. Maar wanneer de prijsdeeling ging eindigen, stond M. Brunfaut op na eenige woorden tot schepen Colaert gesproken te hebben, en het moedige Raadslid, vroeg dat het publiek hem eenige stonden verhoor zou verleenen Alsdan begon hij lezing te geven van eene redevoering, waarin hij de woorden herinnerde die de koning hij de opening van een wetgevenden zittijd had uitgesproken en waarin de Vorst zegde dat het onderwijs van een volk de bron is van zijn geluk. Maar wanneer M. Brunfaut desnood- heid van hetgedragder woordverbre- kers aanhaalde, stond schepen Co laert op en wilde hem beletten voort te spreken. M. Brunlaut eischte zijn recht als Gemeenteraadslid en hield staan dat het zijn plicht was aan de ouders de ellendige beweegredens voor te leggen welke de dweepers die op het stadhuis zetelen hadden inge- ropen om een onderwijsgesticht van eerste orde af te schaffen waaruit zoo vele uitmuntende geleerden waren gekomen. Maar Colaert wilde hierin niet toestemmen en om reden. Van daar de woede van den schepen, die de zitting deed opschorsen. Hij ver liet de zaal met al dezen die, om de wille van hunnen toestand, niets an ders konden doen dan hem volgen het publiek jouwde hemuiten juichte M. Brunfaut toe. Velen zeiden dat zij uit den grond huns harten ge- wenscht hadden te mogen blijven om de aanspraak des Ileeren Brunfaut te hooren en dat zij slechts met tegen zin vertrokken waren. M. Brunfaut, omringd van de liberale gemeente raadsleden en van eenige moedige mannen die altijd op de bres staan, zette zijne aanspraak voort en werd meermalendoor de toejuichingen van het publiek onderbroken. Wat merkwaardigenbeteekenisvol was, is dat niemand van het publiek de zaal verliet wanneer Colaert de zitting opschorste. Dit was eene pro testatie tegen de handelwijze der kle- ri kalen, want iedereen liet klaar zien dat het officieel onderwijs in Yperen de voorkeur heeft. M. Brunfaut deed uiteen wat de liberalen gedaan hebben om de af schaffing van het collegie te beletten, wat middels zij in en buitenden Raad verzonnen hadden om besparingen te doen, verminderingen hadden voor gesteld, bij den minister van het openbaar Onderwijs waren gegaan en een smeekschrift aan den koning hadden gezonden. Hij eindigde met den kreetLeve het Stadscollege, die door meer dan duizend personen herhaald werd. Oorverdoovende toe juichingen beantwoordden de rede voering van het Raadslid dat Colaert tot zwijgen had willen verplichten. Is dit niet een bloedige kaakslag, dien de woord verbrekers daar ont vingen en bewijst hunne afwezigheid niet hoe zij beschaamd zijn over hun gedrag. Carcasson was daar ook tegenwoor dig en trok een gezicht gelijk eenen aap wien men eenen mostaardplaaster op de tanden gelegd heeft. Die kerel zal er zeker eene geraaktheid van krijgen. DE TOEKOMST O

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 1