Klerikale stokslagers. 6* Prijskamp. Volle Koeien. 21 Mededingers. le Prijs: Verguld eermetaal en premie lOOfr. "\Ve Decouinck-Odent, landb, Wytscbaete. 2° Prijs: Zilveren eermetaal en premie 80 fr. Sigiez, Hendrik, landb. Zandvoorde. 3" Prijs: Zilveren eermetaal en premie GO fr. Lefèvre, Pieter, landb. Zillebeke. 4° Prijs: Bronzen eermetaal en premie 40 fr. Swyngedauw, Karei, landb. Yperen. Ec Prijs: Bronzen eermetaal en premie 20 fr. Swyngedauw. Karei, landb. Yperen. 6e Prijs: Bronzen eermetaal en premie 15 fr. Vandromme,broed' zus tr landWestouter 7e Prijskamp. Melkkoeien. 20 Mededingers. P Prijs: Verguld eermetaal en premie 150 fr. Verraes, Frits, landb. Wyt«;haetc: 2° Prijs: Zilveren eermetaal en premie lOOfr. Despagne, Jules, landb. Wytscbaete. 3° Prijs: Zilveren eermetaal en premie 80 fr. Vancaeyzeele, Alois, landb. Beninglielst. 4° Prijs: Zilveren eermetaal en premie 00 fr. Verraes, Karei, landb. Wytschaete. a« Prijs: Bronzen eermetaal en premie 40 fr. Swyngedauw. Karei, landb. Yperen. ,6" Prijs: Bronzen eermetaal en premie 20 fr. W° Deconinck-Odent, landb. Wytscbaete. Slieren geprimeerd den 18 A'pril 1893 in den prijskamp van Kem mel. Bewarings Premie. Premie van 200 frank, aan de li.h. Van dromme broed8 en zuster, landb. Westouter. Premie van 200 frank, aan M. Catteeu, Ivarel, landbouwer te Woesten. "Wij. lezen in Vooruil, het verslag overde meetingdiedeGentschesocia listen voor de tweede maal gingen geven te Beernem, arrondissement Brugge, en waar zij onthaald waren door de kristelijke liefdadige stoksla gers, vergezeld door Ridderde Vrière, genaamd lederen vest, Burgemeester van Beernem. Dat onze lezers aandachtiglijk dees verslag overlezen en zij zullen zeggen dat, er'geëne uitleggingen noodig zijn om te weten wat voor volk de katho lieken zijn,die altijd de pretentie heli- ben te zeggen dat zij het volk bemin nen en eerbiedigen, dat zij alleman .aannemen als broeders. Tot tin toe willen de kaloten wei- ni°' of niet weten van socialist omdat de kiezingen nog niet' nakend zijn. Maar laat den tijd komen, zij zul len op de knien vallen om de hulp te krijgen van de socialisten; zij zullen heioven en bedriegen dat zij het zelf .gelooven; maar dat de socialisten dan ook maar den verleden tijd indachtig zijn, en roepen: G>j liebt ai gedaan n at mogelijk man om ons te vernieti gen en nu zuit gij oogsten a al gij ge zaaid liebl. Wij laten het verslag volgen en dat 'het iMeuwsblad, Journal d'Ypres, Surmont, Colaert, Berghman, Hen rietje, Begerem, Struye, Breyne, Bie- buyck, en andere Boonen, er goede nota van nemen, hoe Ridder de Vrière de wetten van het Belgisch völik verkrachtigt: GRONDWETSVERKRACHTING DOOR DE LEDEREN VEST TE BEERNEM. Voor Zondag was opnieuw eene meeting aangekondigd in hetzelfde lokaal. Vijftig gezellen uit Gent vergezelden den spreker en vertrokken om 1 ure uit Gent. Daar wij twee uren inde gemeente op het be gin der meeting moesten wachten, stapten wij af in de statie van Maria-Aelter, van waar ■wij te voet naar de statie van Bloemendaele trokken, waar een dertigtal brugsche vrien den op ons wachtten. Onze aankomst In liet dorp. Rond de statie zag liet zwart van het volk. Al de dorpelingen, vrouwen en kinderen waren langs den weg geschaard. Talrijke geutsche vrienden, die te voet wa ren gekomen, overal bladen en brochuren uitdeelende, vervoegden ons. even als de brugsche vrienden, vergezeld van eenige vooruitstrevers, allen gewapend.... Twintig gcudiirnicu. Opliet grondgebied van Beernem gekomen botsten wii op een tiental gendarmen die van den burgemeester het bevel kregen ons uit een te doen gaan. Er mochten niet meer dan drie mannen naast elkander blijven, zegden zij. De burgemeester, die nu drie lederen vesten aan had, met een ijzeren slok van zeven k ilos in de hand en een revolver in zijn zak gat bevelen en sommige gendarmen voerden de bevelen op eene ongemeen brutale wijze uit. Zoodra een groep zich vormde stampten zij met limine geweren, zoowel op de dorpelin gen als op ons. I>c ï«c»t der bevolking. De vrienden die des morgens aangekomen waren verzekerden ons, dat zij het dorp in alle richtingen doorkruist hadden en nergens een vijandig woord gehoord hadden. Integendeel, vele lieden van het dorp keur den zeer verontwaardigd afwater gebeurd was. door de schuld van den Ridder met do led a en le.iten. Nu ook was er geen enkele inwoner der gemeente die bet minste vijan ug gebaar maakte en aldus ging de Jange stoet dorp- waarts. terwijl de gendarmen hier en daar nog eene groep uiteen stampten. «Gij zult geetie meeting houden Bidder de Vest kwam onderweg gezel Mil- lio aanspraken Mijnheer(?j Millio hebt gij mijn telegram ontvangen, u meldende dat ik de meeting verboden heb? Ja, ridder. Gaat gij meeting geven? Dat zal afhangen van de omstandighe den. Zoudt gij durven spreken? Als er voile is, zeker! Ik verbied liet u! Gij hebt het recht niet. Ik ben de baas. Gij zijt de allereenigsto burgemees ter des lands die op eene zoo onbeschaamde v ijze de grondwet durft verkrachten. Ik vraag of gij spreken zult? 't Is mijn onschendbaar reclit. Ik zal het u beletten. Gij zult de grondwet verkrachten en wij gaan zien of de gendarmen u daarin zullen helpen. Verder naar liet, ilorp. Aldus kwam de lange stoet voor het lokaal aan. Geen enkele dorpeling had een woord laten hoeren; de meerderheid had eene bro- chuur of een socialistisch blad in de hand of las er in De burgemeester was om te stikken van woede daarover. De massa nam nu plaats op de hoogte voor het lokaal en op eene verhevene steenklosse die er stond. De burgemeester en de commandant der gendarmen deelden bevelen uit aan hunne manschappen en al de nieuwsgierigen waren zoo kalm mogelijk. In het loknal zelf. Do eigenaar des lokaals had binnen voor de deur een soort portaal aangebracht. «Nie mand met stokken binnen» stond andermaal op de deur geschreven. Twee personen ston den daar binnen met eene schaal waarop in- komkaarten lagen aan 10centiemen vooreen glas bier. Ken tiental personen waren bin nen toen de burgemeester het bevel gaf de herberg te doen ontruimen. Vier gendarmen drongen binnen en toen men hen zegde dat zij eene kaart moesten nemen, begonnen zij dadelijk te stampen met de kolven hunner geweren, op alles wat lien voorkwam. Alles werd daar binnen overrom peld. Vier brutale ossen van gendarmen. Eenige der personen trachtten nu buiten te komen dus het gegeven bevel uit te voeren en zij werden op de schandaligste wijze ge stampt, gestooten en mishandeld. Een man van Beernem, een 50jarige,wil de niet buiten komen en de vier gendarmen sprongen hem als doghonden op het lijf. Wij hebben persoonlijk gezien dat de man slagen met den kolf en schoppen op 't hoofd kreeg om hem dood te slagen. Eindelijk kreeg men den man buiten en de massa drong verontwaardigd protesteerend vooruit. Toen werd de man gebonden en naar het gemeentehuis gesleept. Hij moest vrij ern stige wonden aan het hoofd hebben bekomen, want het bloei stroomde vanzijn aangezicht. Al de omstanders mannen en vrouwen rie pen dat het schande was en menigeen balde de vuisten of knarste op de tanden. Toen kwamen tien gendarmen te paard aan en er ging een algemeen gemompel op onder de toeschouwers. Schending van alles wat rctlit Is. Het lokaal was nu gansch ledig. Millio begaf zich tot den burgemeester die stond te sidderen van woede. Er werd weer vijf minuten geparlemen teerd en het antwoord van d^n burgemees ter was en bleef. Ik ben meester op mijne gemeente. Ik doe de herbergen, de boomgaarden, de kamers ontruimen waar ik wil. Gij zult geene meeting houden, nu niet, morgen niet. zoolang ik burgemeester van Beer nem ben. Ik beveel de gendarmen. Als gij niet zwijgt doe ik u pakken. Gij zijt een leugenaar en gy moet hier dadelijk ver trekken Een menschelijk woord was uit den kas teelheer niet te krijgen, nocli door Millio, noch-door verscheidene andere gezellen, die het op kalme, deftige wijze beproefden den dollen ridder tot de rede te brengen. De commandant der gendarmerie, een be daard en verstandig man,wij moeten dit hier zeggen, werd ook ondervraagd, maar hij trok zijne schouders op, telkens zeggende De burgemeester moet dat weten». Alle wclleu zijn geschonden. De gezellen overlegden nu een poos water diende gedaan te worden. Aan meeting houJ den was weeral niet meer te denken. Millio vroeg aan den burgemeester of hij een woord tot zijne gezellen mocht spreken om hen me de te deelen dat wij zouden heengaan en bij elkander blijven, maar dit ook werd. hem door den burgemeester verboden, Durft gij een woord spreken ik doe u in het ge vang sloppen, stotterde de wetsverkrachter.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1893 | | pagina 2