Vrijheid voor allen! o— Geen Nepotismus! Iets over het liberaal plakkaat. Hier zè, Kiezers DIXMUDE, 9 OCTOBER 1894. Nr 1. Het IJZEREN JUK waarvan het plakkaat spreekt moet nogtans zacht en aangenaam geweest zijn daar de Kiezers van de arrondissementen Veurne en Dixmude het zoolang gedregen hebbennl. 22 jaren lang van MM. De Lantsheere en Graaf Visart de Bocarmé en 31 jaren van den Heer Baron de Coninck; en dat zij, volgens het vooruitzicht, nog niet van gedacht zijn het af te schudden. Haonvruchtbaar was hun pogendoelloos hun gedurig strevenSlaat de oogen rond in elke gemeente, en gij zult de menigvuldige sporen zien der werken door hun toedoen, door hunnen invloed bekomen. Hunne benzene diensten zijn ontelbaar Als M. Joye veel geld met pleiten en M. Deswarte met mergelen wonnen verdedigden onze vertegenwoordigers in de Kamers de belangen des volks zonder iets te vergaderen. Verders wat denken de liberalen dan van de zoogenaamde Kasteelheeren? Dat zij uit den ring van Saturnus en niet uit het volk gesproten zijn Is immers, M. De Lantsheere geen advokaat zooals M. Joye? Is hij is niet de zoon van eenen doktor? Door vlijt, eigen werk en bekwaamheid won hij niet eene plaats schooner als deze van M. Joye? Is de Heer Baron de Coninck de afstammeling niet van den volksgeliefden deken der laken wevers die met Breydel in 1300 ons Vaderland uit de slavernij reddede? Zijn zij niet ALTIJD sprekelijk en ten dienste van eenieder? En... de edelgeTjo'renzooals de liberalen zeggen, hebben tot nu toe noch de hulp, noch den bijstand, noch den invloed van M. Deswarte of van M. Hilaire Joye noodig gehad. Zou deze laatste heer wel hetzelve kunnen zeggen van de Katholieke kandidaten? Het schijnt van neen. Het nieuw Kiezerskorps door de katholieken gesticht zal wel de weerde der strijdende Heeren kennen, recht doen over het ijdel gezwets van 't liberaal plakkaat en de namen der Katholieke Kandidaten zegevierend uit de stembus doen komen. Tot KEK. LEEST EN OORDEELT. Zaterdag avond is er een liberaal strooibladje uit gekomen, dat het program der heeren Pieter Deswarte en Hilarius Joye bevat. Dat program bevat zeven puntjes, noch min noch meer. Waarom juist zeven? Is het ter eere van de zeven liberale ministers, die, van 1878 tot 1884, de Vrije Vlamingen in hunne dierbaarste overtuigingen gekrenkt en gehoond hebbend en die, over tien jaar onder de verachting des volks, zooals een geusch blad geschreven heeft, begraven werden; is het ter eere van ievers zeven kolonnen of van zeven symbolieke kandelaars die misschien in eene framagonsche duivelskeete staan; of is het ter eere van zeven andere blauwe ditjes of datjes die ievers in eene blauwe litanie komen? Ik en kan op die vraagskens niet antwoorden. Nu, tot daar! Gij weet toch al, Kiezers, dat het program van de twee blauwe tanden- trekkers, die u hunne ware komen aanbevelen, in de hope dat zij eentwaar eenen fraaien sukkelare zullen kunnen bedriegen, zeven punten behelst. Het is geheel duister op vele plaatsen en over vele kwestien, waar de Kristene menschen zouden willen over ingelicht zijn of waar de landbouwer en neeringdoener belang in stellen, is het alzoo stom als een visch uit de zee. Waarom en rept het van die vraagstukken niet? Ja, waarom? Zeker omdat zwijgen onverbeterlijk is en omdat men weet, dat de kiezers, die nog het geluk hebben van te houden aan Geloof en Kerke en die verstaan wat hun stand en staat eischen, allichte den heer Hilarius Joye en den heer Pieter Deswarte zouden de absolutie weigeren op hun stembrieftje, moesten zij te rechtzinnig biechten. Hoort nu wat die twee blauwe mijnheeren ten beste hebben. Hetzelfde stemrecht voor arm en rijk. Dat is numero een van hun program. Wat beteekent dat? Weet gij het, vriend lezer? Neen, Ik ook niet. Wilt dat zeggen dat men het meervoudig kiesstelsel moet wegwerpen, dat door Vooruit als een Volksstelsel begroet werd; dat men de pas hervormde Grondwet moet herzien en wederom maanden en maanden moet verspillen aan opvolgende kiezingen en aan ellen lang gekijf en gezaag; dat men den galeiboef neffens den eerlijken Xrecht verleent van jJa wetgevers tiUZes ikTiJTTTTIërpen uaüstelienF my^tcrio! Mysteï loTT Mogelijks hopen onze tegenstrevers van door die duistere woorden de werkende klassen tot hen over te halen, zij zullen er wel mede zijn! Het volk is zoo simpel en onnoozel niet als zij gelooven. Het volk weet dat het de liberalen zijn, de doctrinairen die altijd de ergste vijanden van zHn stemrecht geweest zijn; dat het de doctrinairen zijn die, van 1878 tot 1884, gedurig wetten gemaakt hebben om het kiezerskorps te verminderendat het de liberale ministers Frère en Rolin zijn, die gepoogd hebben de vrije stem des volks onder het algemeen stemrecht der employés te versmachten. Het volk weet dat het de Katholieken zijn, die al de ernstige vermeerderingen van het Kiezerskorps hebben ingevoerd, en die de kiescijns voor de provincie en voor de gemeente op 20 en op 10 fr. gebracht hebben, in weerwil van den tegenstand van M. Frère en van zijne liberale matjes. Het volk weet dat het een Katholiek Ministerie is, dat het meervoudig stemrecht heeft ingevoerd dat den treffelijken werkman het recht verleend heeft van te stemmen voor de Kamer en voor het Senaat zoowel als de millionnair. Het volk weet dat en 't zal stemmen, Zondag, voor M. DE LANTSHEERE en voor BARON de CONINCK, overtuigd, dat deze heeren het Katholiek Ministerie zullen de hand leenen, om de Kieswet voor de Provincie en voor de Gemeente derwijze op te maken, dat zij de gegronde eischen der arbeidende klassen bevredigt. Komt bijKiezers, komt bijVandage voor niet en morgen voor geld. Hier zult gij zien wat M. Hilarius Joye en M. Pieter Deswarte denken van de soldaterij. ZiJ vrage?. de afschaffing der loterij met de onrecht- veerdige vrijstellingen en het hatelijke remplaceeren. Dat blinkt en schittert nog al, maar al wat blinkt en is geen goud. t Is zooveel klatergoud in de wereld. In de plaats van de militieloting zouden zij een DE VRIJE BURGER juera. 4

HISTORISCHE KRANTEN

De Vrije Burger (1894-1911) | 1894 | | pagina 1