Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Studiekring Donderdag, 29" December 1904. 5 centiemen. Eerste jaar. 1\' 7, Verschijnende des /donderdags. Universitaire Uitbreiding Leergang vanM. Petrucei: Algemeene Geschiedenis der Kunst. Gemeenteraad van Yper. Poesjenellen. Droevig. Tegen het klerikalistn. Mislukt. Eendracht maakt Macht. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS: Voor den buiten: Een jaar, Fr. 3-00. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50. Men handelt bij overeenkomst. Men schrijft in bij den Uitgever, Dixinudestraat, nr 33, te Yper. Ue aankondigingen van gansch België en 't buitenland evenals de Notarial© en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde artikels uiterlijk legen Ltijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c den drukregel. Reklamen 25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 f-r. id. De ZONDAGEN 8, 15, 22, 29 Januari, 5, 12 Februari 1905, ten 15 ure, De voordrachten geven zich in de zaal der BEURS, Cartonstraat. Openbare zitting van Zaterdag 17 December 1904. De openbare zitting wordt ten 5 ure 10 minuten geopend. Al de leden zijn tegenwoordig, be halve de heeren Fraeys en l weina. Het proces-verbaal der zitting van 12 December 11., geene aanleiding ge geven hebbende tot eenige opmerking, wordt goedgekeurd. Na eene bespreking over de wijzi gingen te brengen aan de reglementen op de orgelspelen, brengt de Raad een gunstig advies uit. 3. Openbare verlichting kontrakt van concessie. M. Colaert kondigt aan dat het Sche pencollege eenen brief geschreven heeft aan M. De Brouwer, waarvan hij lezing geeft en waarin er kwestie is van de verbintenis te nemen door M. De Brouwer geene kolen te verkoopan. In dien brief vraagt de stad de namen van dezen die het kapitaal zullen dek ken en dezen van den bestuurder der fabriek. De heer Burgemeester geeft alsdan le zing van het antwoord van M De Brouwer dat de lijst bevat der perso nen die de kapitalen waarborgen. De brief meldt eenen hoop De Brouwer's (neven en nichten) en eene gansche groep Luikernaars. De brief geeft den naam van den be stuurder een jonge heer De Brouwer versch uit de hoogeschool gekomen, 23 jaar oud, de man van ondervinding welken men hebben moest om M. Val- cke en den voortreffelijken ingenieur der groep Yperlingen te onderkruipen. De brief zegt nog dat M. De Brouwer t'akkoord is, wat hem betreft, over de verschillende punten door den Raad opgeworpen, maar dat hij zich niet kan verbinden voor zijne vrienden van Luik zonder hen te raadplegen. Welnu, de heeren Luikernaars zijn op reis en, zonder de minste opmer king, stemt geheel de Raad toe, gelijk één man, de aanduiding van den conces- sionnaris op een onbepaalden datum uitte stellen, toen men slechts DRIE DAGEN gaf aan de groep Yperlingen om hare voorstellen neêr te leggen. MColaert vraagt dat de Raad de verbreking van het kontrakt stemme met M. Valcke. Dat voorstel wordt met eenparigheid aangenomen. M. Colaert drukt de hoop uit dat de nieuwe concessionnaris zal overeenko men met M. Valcke voor de overname van het materieel, zooveel te meer dat er belang ware voor de stad Yper de verwoesting der straten te vermijden Eindelijk verklaart de heer Burge meester dat hij zijnen invloed zal ge bruiken om tot eenen uitslag te komen die voldoening kan geven aan M. Val cke. Hij heeft het beloofd aan den achtbaren raadsman van M. Valcke. Onmiddolijk daarna word de open bare zitting geheven. Iedereen weet dat onze zeer «emi nente n minister de Smet de Naeyer in den krot zit tot over de ooren. Hij en zijne collega's hebben door hun slecht beheer, hun verregaande geldverkwis- ting, hunne vrijgevigheid aan kerk en kluis, het land er zoo diep ingelapt, dat er geen uitkomst meer mogelijk is, tenzij de belastingbetalers tot op het hemd uit te kleeden. Ofschoon de heer de Smet de Naeyer in 't goochelen en in 't jongleeren met, de cijfers den sterksten artisten een neus zou kunnen zetten, schiet hem thans zijn talent toch te kort om langer den beklagenswaardigen toestand van 's lands schatkist te verbergen en hij zoekt naar middelen om aan versch duimkruit te geraken. Zoo heeft hij thans besloten een groote brok van het gemeentefonds af te pitsen. i Onze lezers weten wellicht wat het gemeentefonds is. Het is een deel van zekere Staatsinkomsten die het Gou vernement schenkt als vergoeding voor de afschaffing van zekere vroeger gein- de lasten, als bij voorbeeld de Gemeen ten oktrooirechten. M. Frère-Orban deed de hinderpalen vallen die in de steden, nauwelijks een halve eeuw geleden, het vrije handels verkeer beletten. Hij deed wel. Maar redeneerde aldus Indien het Gouvernement, terwil- le van de algemeene belangen het ok- trooi afschaft en dus aan de belangrij ke gemeenten eene bron van inkomsten afneemt, moet het dit verlies te goed maken, door milde subsidiën toe te staan aan de getroffen lokaliteiten. En het gemeentefonds werd inge steld, op klimmende wijze, dat is te zeggen dat het aandeel der gemeenten verhoogde in evenredigheid van den aangroei hunner bevolking. M. de Smet de Naeyer is begonnen met de stijging weg te cijferen, waar door hij vooral de groote liberale ste den in hunne ffinanciën trof. Nu wil hij nog op den hoop toe het gemeente fonds besnoeien. En in dit afzatterswerk wordt hij ge steund door diezelfde klerikale meerder heid die twintig jaar geleden, onder het laatste liberaal ministerie, zich kracht dadig tegen elke vermindering van liet gemeentefonds verzette. Toen men de zer dagen dit volte-face aan de rechter zijde verweet, en zeer gepast aan den heer Woeste deed opmerken dat hij vroeger als vurigen verdediger van de onschendbaarheid van het gemeente fonds optrad en nu kazak keerde, wat- overigens de eerste maal niet is, ant woordde hij Toen waart gij, liberalen, aan het bewind nu zijn mijn vrienden aan 't bestuur vandaar de verandering van mij ne houding. Er is een dosis onbeschaamheid en toepet noodig om zulke bekentenis te doen. Te recht zegde hem dan ook de heer Bertrand Gij bewijst weer eens te meer, mijn heer Woeste, dat ge de poesjenel speelt wat onwaardig is van wege een Staats minister. M. Woeste heeft zich dit kompli- ment laten welgevallen. De plicht van alle liberaal is van zich te ahonneeren aan De Weergalm. De optelling van de opgeslotenen in de Staatsinrichtingen gaf voor einde December 1902, wat de jeugd alleen betreft Verbeteringscliool van Sl-Hubert 430 jongens - Moll 210 Reckheim 299 Ruysselede300 Beecnem 227 meisjes Namen 403 Samen 2091 kostg. De drie voornaamste redens dezer opsluiting kent iedereen bedelarij, landlooperijveroordeeliDg door de rechtbanken uitgesproken, zoodat de jonge kerels ter beschikking der re geering werden gesteld. N udie gestichten zij n tegenwoordig zoo proppensvol dat het gouvernement verplicht werd te plaatsen. In het instituut Le Bon Pasteur n, te Evere 94 kind In het weezenhuis te Wesembeek 60 In het gesticht S'-Ferdinand te Lummen 119 Samen 278 Hoe welsprekend, die officieele cij fers Niet alleen vallen dus 2,091 ondeu gende kinderen van beide geslachten ten laste van de Staatskas iri 's lands eigen instellingen, maar nog 273 an dere nemen de plaats in van eerlijke weezen uit dendeftigen werkersstand welke bijzohderen of gemeentebestu ren zouden verlangen te Evere, We- seubeek of Lummen eene betamelijke opvoeding te verschaffen. En dit op gevaar af, de niet veroordeelde kost gangers dezer drie gestichten te hel pen bederven Intusschen bekreunt de Staat zich hoegenaamd niet om hetgene gebeurt met de echte ongelukkigen welke zich niets te verwijten hebben. Deelden de- 273 bevoorrechten mede van den groo- ten koek, het is enkel omdat ze zich als gevaarlijke lieden aanstelden en beloofden moeder Justicia veel spels te leveren. Zulk voorrecht mag waarlijk eene premie voor wangedrag heeten er is geen gepaster naam te vinden Bovenstaande bijzonderheden welke wij ontleenen aan het Weezenblad officieele tolk van den bond der Bel gische weezen leggen eeneder ergste wouden bloot waaraan onze tegen woordige maatschappij te lijden heeft. D& verbeteringsscholen van den Staat ondanks de uitbreiding welke zij sedert eenige jaren ondergaan hebben zijn ontoereikend. Er is geen plaats meer men is gedwongen de jonge va gebonden en nietdeugen aan andere gestichten toe te vertrouwen. Het katholiek onderwijs alleen is geschikt om het zedelijk peil van de jeugd te verheffen— zoo beweeren onze politieke tegenstrevers. Sedert 20 ja ren hebben zij het officieel onderwijs ontredderd en de katholieke onder wijsgestichten op verbazende wijze vermenigvuldigd, met volle handen puttende uit de openbare kassen. Men ziet het resultaat het getal jonge nietdeugen groeit aan op schrikbaren de wijze De wet tot bescherming van den arbeid voor vrouwen en kinderen werkt, DOOR HARE ONVOLLEDIG HEID zeker mede tot het bekomen van dezen bedroevenden uitslag. De kinderen die te vroeg de school verla ten om in een werkhuis te kunnen op genomen worden, hebben helaas maar al te veel gelegenheid om vagebonden te worden. Er is maar .een middel om in dezen toestand te voorzien dat is het VERPLICHTEND ONDERWIJS, waardoor men de ouders zou beletten hunne kinderen al te vroeg van school te houden. Onder stoff'elij k zoowel als onder zede lij k oogpunt heeft de werkersklas er alle belang bij 't verplichtend onder wijs zoo spoedig mogelijk te zien in voeren. De clericalen willen er niet van hooren reden te meer voor de werk lieden om ons te helpen de liberale partij té doen zegepralen, die 't ver plichtend onderwijs aan 't hoofd van haar programma geschreven heeft en reeds in 1884 een ontwerp in dien zin had neergelegd. Ondertus8chen protesteeren wij met het Weezenblad tegen de handelwijze van de katholieke regeering die aan arme ongelukkige weeskinderen de zelfde behandeling als van jonge niet deugen toepast. 't Is de strijdkreet welken de heer Emiel Vandervelde, de hoofdman der socialistische linkerzijde, slaakt in Le Peupleoude kreet, zoo zeer bespot en misacht, waarvan de werklieden-partij eertijds niet wilde hooren en welken het genoeg was uit te spreken om on- middelijk onder de oude pruiken van het doctrinarisme gerangschikt te wor den. Hij komt er op zijne beurt op, M. Vandervelde, en hij toont met ontegen sprekelijke bewijzen dat het eerste werk welk heden door de politiekers der oppositie moet aangevangen wor den, is te werken tot omverwerping der katholieke regeering. De liberalen, zegt hij, hebben zich vereenigd voor den persoonlijken dienstplicht, voor het verplichtend on derwijs en voor het algemeen stem recht. En de socialisten zien weidat het even onmogelijk is ernstige werkers hervormingen van de klerikale minis ters te bekomen, als bloem uit eenen koolzak te schudden. De klerikale meerderheid is de eenige hinderpaal die belet het verplichtend onderwijs, de afschaffing der plaatsvervanging, de afschaffing van het meervoudig kies stelsel te verwezenlijken. De socialis ten moeten dus den val der katholie ken wenschen niet alleenlijk uit haat tegen het klerikalisme, en ook maar vooral omdat de val der klerikalen en de verovering van het algemeen stem recht twee doeleinden zijn die zich voortaan vermengen. Het artikel van M. Vandervelde, ko mende na de redevoering van M. Des- trée tijdens de interpellatie Huysmans, luidt eindelijk de dooksklok der meer derheid.. De liberalen brachten den brief des Konings ter sprake in de Kamer. Deze brief is een doorn in den voet van de clericale wetverknoeiers. Ook zochten zij het grondpuut van de bespreking te ontwijken met het militair programma van de liberale partij ten berde te brengen. De zaakwaarnemers van de kloosters meenden daarmêe de linkerzijden ver deeld te krijgen, maar het is op hunne eigen neus teruggebotst. Liberalen, christene democraten en socialisten hebben in deze bespreking op treffende wijze den wil van 't land DE WEERGALM EN

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1904 | | pagina 1