m Ijfvwrw! 1 IPS M Ten propooste van hel voorval van den Schouwburg iietiouprez le Poperinghe. Nog de schilderij van hel groot Proces. Schalrnsche lente. Het beproeft dus moedig twee der menigvuldige officiëele leugens te weerleggen die wij ons veroorloofd hebben aan te stippen Maar nog eeas het Journal zegepraalt gemakkelijk en wij zijn genoodzaakt zijne verrukking te beteugelen. Wij hadden de bevestiging van M. Colaert weêrgelegd dat Waasten en Poperinghe maar wilden onderhande len met M. De Brouwer. Hij heeft dat gezegd den 10 Decem ber wanneer het maar den 10 Januari is dat deze twee steden zich verbonden hebben tegenover M. De Brouwer. Het Journal antwoordt In de zit- ting van 10 December heeft M. de Burgemeester de beslissingen van Waasten en Poperinghe afgelezen, eenpariglijk genomen in Octobei- November! Zou hij gebruikgemaakt a hebben van een valsch sluk? Eerst en vooral spreken wij niet van eene koord in het huis van een gehan gene want wij zouden gerechtigd zijn den fameuzen volzin te herinneren van M. Colaert, die nauwkeurig opge nomen is gewe ist door de stenograph e: Wij hebben ons verbonden tegenover M De Brouwer n, volzin die, in de officiëe le brochuur, door een wonder van goocheling Wij hebben M. De Brou wer gehoord geworden is. Neen, spreek niet van bedrog, beste Journalwees kalm en bescheiden in de stilzwijgendheid, in afwachting dat de sluier des tijds, uwe eeuige hoop, ein dige met- uwe schandalige gasknoeierij te dekken. Maar komen wij terug op de logen straffingen van het Journal. Daar de verklaring van M. Colaert gevonden was geweest in een der brie ven van de Groep Yperlingen, hebben wij ons veroorloofd aan die heeren te vragen of zij hunne verklaring vol hielden. Ziehier hun zeer duidelijkantwoord: Wij houden volstrekt staande dat B Waasteu en Poperinghe zich verbon den hebben tegenover M. De Brou- v wer en consoorten, in de maand >i Januari en ge«nzins in October-No v vember. n AI. Colaert maakt gebruik van r> eene beraadslaging van den Gemeen- teraad dezer steden, waar er spraak n is van de voorstellen De Brouwer, maar waar er daar geene verbintenis is van wege de steden tegenover dien b aannemer dia aangehaald is ten titel n van inlichting bij gebrek aan een anderen soumissionnaris. Die steden b aanvaardden in pi inciep in onderhan- b deling te traden met M. De Brouwer b indien hij de concessie van Yper ver- b overde,even als men er ons insgelijks b beloofde in onderhandeling te komen n met de Groep Yperlingen, iudien deze de schande niet ondergaan had b verstooten (e zijn door de stadhuis- b mannen barer eigen stad. Zeggen wi] meer Wij hebben de b stellige verklaring gehad der overhe- b den namelijk van Waasten dat men b er bij voorkeur onderhandeld had met b de Groep Yperlingen. n De repliek van het Journal weerstaat dus niet de leugen blijft bestaan. De tweede bevestiging van het Jour nal is niet meer waard. Wij houden staande dat M D'Huvet tere aan M. Valcke een voorstel gedaan heeft van exploitatie in deelneming met de stad M. Valcke heeft ver klaard het te aanvaarden en heeft per soonlijk; het voorstel in den provincia len bundel gestort, wat er het Journal ook van zegge. Volhard in uwe loocheningen, Jour nalmaar wij bekennen dat het een lastig werk is, gij moet eenen uegt r wit wasschen. Als toppunt eindigt het journal zijn artikel met eene zinsnede van eene volmaakte bescheidenheid en van eene omverwerpende schaamteloosheid. De Deputatie zou overtuigd zijn dat het contrakt van Fper zal kunnen dienen tot voorbeeld aan de overeenkomsten van dien aard welke in hel toekomende andere sleden en hoofdplaatsen van het land zouden kunnen doen. n Kan men beter de-Yperlingen voor den aap houden Arme Yper, wat. hebt gij gedaan om zooveele beleediging-ui te verdienen Do plicht van alle liberaal is van zich te ahonneeren aan De Weergalm. Het Journal F F pres besteedt twee kolommen van zijn nummer van 3 Mei aan het voorval van den schouwburg Renouprez, te Poperinghe, voorval dat droevige gevolgen na zien gesleept heeft voor dezen die er in gemengd waren. Men spreekt, inderdaad, van strenge straften opgelegd door den mi nister aan een vijftiental officieren en niet aan onderofficieren, gelijk het Journal het verzekert, dat wel inge licht schijnt. De besluitselen niet kennende van het onderzoek dat wij veronderstellen met oprechtheid gedaan te zijn ge weest, zullen wij geene waardeeriog uitbrengen nopens verpande verant- woordalij kheden Indien het onderzoek maar eeue kleine fout ontdekt heeft tan laste dér officieren, zooals het Journal het zegt, zijn wij de eersten om te bekenuen dat de opgelegde straf fen bovenmatig zijn. Wij denken, voor het overige, dat men edelmoedig moet zijn jegens jongelingen die zich verma ken en dat, indien er in den grond de zer zaak maar kwestie is van zwanzen of lachen, de militaire overheid beter zou gedaan hebben de zaak eenvoudig te rangschikken en niemand zou er zich tegen verzet hebben. Maar nog eens, wij verklaren ons niet, de feiten niet genoegzaam kennende om een oor deel uit te brengen. M^u zal ons overigens dat recht la ten wedervaren dat, wanneer de feiten die het voorwerp geweest zijn van het onderzoek door den minister, ter onzer kennis gebracht zijn geweest, gelijk zij aangewezen werden aan het meerendeel onzer medeburgers door een naamloos schrift, 't is waar, maar echt verklaarden men moet veronder stellen dat het echt was aangezien de gevolgen aan de zaak gegeven het ge tuigen, hebben wij ons onthouden aan alle opmerkingen. Wij hebben maar het gedrukt stuk wedergegeven dat ons toegezonden was geweest gelijk hot toegezonden is geweest aan de meesten onzer mede burgers en aan al de aanzienlijke per sonen d"r provincie, dus niets of wei- nig bijvoegende aan de ruchtbaarheid die er aan gegeven was geweest. Men moet dus al de kwade trouw hebben van het Journaldat in deze omstandigheid handelt met een doel gemakkelijk om te verstaan, om te trachten de verantwoordelijkheid op onzen rug te leggen der onaangename gevolgen welke het voorval medege- sleept heeft. Indien er vervolgingen geweest zijn voor de teiten van Poperinghe, 't is omdat het departement rechtstreeks eene klacht ontvangen heeft, 't is om dat le Patriotebevriend blad van on zen klerikalen confrater, en le Réveil de Brugesde daden van Poperinghe be kend hebben gemaakt, dezelve zeer streng uitleggende. Wat ons betreft, wij hebben ons ont houden het te doen, gelijk wij ons he den onthouden de gevolgen der zaak uit te leggen, echter niet aarzelende te verklaren dat iudien het maar eeue zwans geldt, wij de eersten zijn om te bekennen dat men te ver gegaan is. Maar wat nauwkeurig is, 't is dat wij verzekerd hebben dat in den nacht op welken de feiten gebeurd zijn te Po peringhe, men in de straten van Yper een oorverdoovend gerucht gemaakt heeftdat vele personen schielijk ont waakt zijn.geweest, denkende 'de kla roenen der Pompiers te hooren die eenen brand aankondigden dat de politie van Yper alleen"niets gehoord heeft. Welnu dat wilden wij kenbaar ma ken, en met het te doen hebben wij onzen plicht vervuld, niets dan onzeri plicht. Eene politie moet in eene stad geene twee maten en twee gewichten hebben. Indien het nachtgerucht, zelfs op eenen nieuwjaarnacht bedreven, in de oogen der politie eene misdaad is moet dezelfde rechtsgeleerdheid toege past worden aan al de inwoners al waren zij officieren. Wij willen niet dat onze medeburgers overgeleverd zijn aan de grillen der politie en van haren overste. Wij willen met dat men eene belachelijke strengheid toone voor de eenen, eene toegevendheid die aan de platheid grenst, voor de ande- ren. Heeft hetJournal F Fpres, dat heden in twee kolommen klaagt, hetzelfde medelijden gehad toen de politie, dooi haren overste aangehitst, met eene wreede hardnekkigheid, zeven ouzer jonge stadsgenooten, behoorende tot de goede burgerij onzer btad, voor twee naeenvolgonde rechtbanken deed slepen, omdat zij zich veroorloofd hadden op epnen nieuwjaarnacht te zingen*! Heeft het Journal F F pres een woord medelijden met. hun gehad, heeft het zich zelfs afgevraagd of er onder die jongelingen geene waren voor welke eene veroordeeling insge lijks onaangename gevolgen had kun nen hebben Neen, niet waar? Het Journal F F pres heeft zich wel gewacht, in deze omstandigheid, een woord te reppen, want deze die liet ingeeft wilde geene beieediging geven aan deze die de ver volgiugen leidde Met het verlof dus van het Journal F Fpres, eiken keer dat wij de gelegen- leid zullen hebben de Dolitie in 't on- Otize jezuïet gebaart nochtans derd te zijn dat wij zoo goed hebben van wien er kwestie - ^raf 1 Wa8 en schijnt daardoor te willen f|0e" >Wijs zijner beschuldigingen. Rh staan dat zulks wel een bÜ kunnen zijn van de nauwh^8 Iedereen in de stad heeft b wien liet Journal F Fpres wildeT'6' lën wanneer het, in den loop d kelrt die het besteedt aan de 14 van liet Weekbladgesproken heeft0 eenen grijsaard van zeventig iar eenen bril draagt. Zou het bp" daaruit willen besluiten dat die^ aard waarlijk plichtig zij IndieP zoo ware, zou het eene laafheid te op zijne rekening zijn, want de aard weskwestie heeft niet het m deel van verantwoordelijkheid 'C artikels van het Weekblad en rjfl m P< heid zullen hebben de politie in gelijk te vinden, zullen wij het doen. Dat men de oogen sluite op daden van klein belang, dat de politie in schikkelijk, verdraagzaam zij, wij vragen niets beter. Maar zoolang de regel, dezelfde niet zal zijn voor allen, zullen wij geene gelegenheid laten voorbijgaan de aandacht te vestigen op de partijdigheid onzer politieman nen of van hunnen overste en ze tot den eerbied van hunnen plicht te roe pen. Om te eindigen, bestatigen wij dat de faiten, die onaangename gevolgen na zich gesleept hebben voor de offi cieren en hunnen leermeester, deze zijn die te Poperinghe gebeurd zijn dat wij die feiten niet uitgelegd heb ben. Dat de eemge feiten die wij aange haald hebben deze zijn die iu' de stra ten van Yper gebeurd zijn dat deze het voorwerp niet geweest zijn van vervolgingen. Wat de beschuldiging van laagheid aangaat welke liet Journal ons toe stuurt, ons antwoord zal kort zijn. Het Journal heeft een openbaren ambtenaar valschelijk beschuldigd met hem uit te geven voorden schilder der fameuze schilderij van het groot proces het heeft tot nu toe zij ne woor den niet herroepen 'tis eene laagheid. De onze bestaat, volgens hem, om dat wij zonder uitleg een gedrukt' stuk weder hebben voortgebracht, welk teiten verhaalde die, na onderzoek, hebben moeten nauwkeurig bevonden worden, aangezien zij gevolgd zijn ge weest van straften door den minister van oorlog opgelegd Dat onze medeburgers tusschen de twee laagheden kiezen Wij hadden ons niet bedrogen van adres toen wij aan den leelijken heer die in het Journal d'Fpres woedt, den bijnaam van LAFAARD gegeven heb- Hij heeft, gelijk de hond van het Evangelie met kunnen nalaten tot zijne braking weder te keeren. Het heeft mets ingetrokken van zijne be schuldigingen ten laste van eeueu amb tenaar der regeering, maar hij heeft nog middel gevonden dezelve te ver zin! d?e aln hwij het gezegd hebben, kent h!t !a gegrond en h,j be kent het zelf, met te laten verstaan dat mt gee° be^'Js hoeft van hetgeen hij uitsteekt. Om eenen schijn van waar heid te geven aan zijne lasteringen beweert onze kasserol dat gezerrde ambtenaar gezegde miest van het Journal FFpres het weten, aangezien hij bij gei® heid zich verhaast hem de h»rJ drukken. 0(1 Het is wonderlijk dat de dienst ka8trolerij van het Journal d' F prei wel ingericht nochtans, ër nog niot gelukt is de makers te kennen schilderij. Hoe groot onze wensch aan het Journal den dienst te bewii- welken zij ons vraagt, denken nochtans hem niet te moeten helpet zijne opzoekingen. Vele lieden waar der er talrijke geloofsgenooten van Journal zijn, kennen hen en weten i er onder hun liberalen en katholiel. zijn. De Spartiaten, om aan huune kin, ren eenen afkeer voor de dronkensdi in te boezemen, toonden hun dronk slaven. Wij raden de katholieken i rig aan de twee laatste nummers v het Journal F F pres te lezen. Zij zuil zich alzoo kunnen een gedacht mak van de rechtschapenheid en de w voegelijkheid die in zijne polemiek heerscht. Om te eindigen, kunnen wij niet i laten de makers der schilderij gel te wenschen over hun succes. Óm d opsteller, vau het Journal in zulk staat te stellen moeten zij verduivi juist getroffen hebben 't Is maar 1 belachelijke dat doodt. Gezegde c steller moet wel overtuigd zijn van waarheid van dat spreekwoord c zic.h alzoo te ontroeren. De leute, die eene herleving in gausche natuur breugt, heeft nietj laten haren weideenden invloed onzen confrater het Journal F Fpres i te oeteuen. Sedert verledene wei heeft het opgehouden eenonderverva gend mi idel te worden van het Jourh de Roubaix en bevat eindelijk oo sprotikelij'k artikels. Die artikels schi teren juist nog niet door kunue recb schapenheid nog hunne goede troui maar eindelijk 't is reeds iets. Alen ma niet te veel willen eischeD van het bi gin at en dan gelijk het vlaamscl spreekwoord zegt Men kan toch jee wijn tappen uit een azijnvat. Een dingen hebben wij ondervoi h I men over de stoetmoed o- heid en de goede imnm ,rn, -*8 oordeelen. W V3D onzen ,ïlan Die ambtenaar is zeer duideliik aan gewezen geweest in bet eerste ariikeT zooduuiehjk zelffi dat i e d er een i n H o bem onmiddelijk verkend heeft? den. De Opstellingsraad van het Jour... d Fpres is van zijn stilzwijgen genezen Wij verzoeken onzen duurbare Gontrater onze rechtzinnige gelukwet 8chen te willen aanvaarden over dez gelukkige genezing van eene kwaii welker aanhoudendheid ons begon t verontrusten. Buiten den invloed dien het....- lenteweder, dat wij genieten, schijf uit te oefenen op het hersenvlies vat onzen waarden confrater, zou dezeg0 i ukkige gebeurtenis ook niet een vv0i' mg verschuldigd zijn aan den ledig611 tijd welken het eiude dezer moeielijk0 studiën aan zekere onzer niedeburg6r8 verschaffen, genoodzaakt door de op- zoeking eener voordeelige oplossinglQ de zoo duistere zaak der verlichting van de stad. t ls altijd zeker dat indien d^0 plotselinge ontwaking samenvalt 1116 deze der natuur, het valt niet te®1® samen met het einde der gaskwesh0. Water van zij, het Journal stemt opnieuw er in toe met oi'3 pennetwisten Te beter Aangezien het Journal d'Ypres ei' toestemt weder in den dans te treden, zullen wij niot meer veroordeeld zj eeuwig alleen te dansen. Eene goede noot voor het spresHbt komt tot zijne eerste 1 de terug. Het is maar iu de te toestanden dat het pruilt zooals d6 B ,-.0 'Cfc, VV KA n m 'f* litl.n; J. 7;

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1905 | | pagina 2