BERICHT.
HET WILDE MEISJE.
État-Civil d'Ypres.
Comen.
Wervick.
Harelbeke.
Wij berichten aan al
de liberale vrienden dal
ons blad te bekomen is
aan fr. 3-00 per jaar.
Wij wakkeren al onze
vrienden in de gemeenten
zooveel mogelijk aan voor
ons blad abonnenten op
te nemen, 1t is het beste
middel om de liberale
princiepen stand te doen
houden en ze lot overwin
ning te doen leiden.
Wij rekenen dus op
hunne bereidwilligheid en
bieden hun op voorhand
onzen besten dank.
s
z
a
a
-!
s
S3
Markten.
Voor uw schrijfwerk en
het afschrift van muziek
wendt u tot CAMILLE
ClilUSTIAEX, Cassel-
straat, 5, Yper.
Messengevecht.
Zondag avond, rond 9 1/2 uren, ver
liet M. Van Damme, herbergier in
4 La Gare Persche zijne herberg om
jjich naar den koer te begeven, toen de
19 jarige Vanperre hem aanviel en erg
,loeg aan hoofd en gelaat.
Van Perre moest vluchten. Hij liep
Daar huis om e6n mes, keerde terug en
stak zekeren Mostel aan 't hoofd.
Toen werd hij aangehouden.
Een lijk in de Lei.
Uit de Lei haalde men het lijk op
eener vrouw, in vergevorderden Btaat
van ontbinding. Het lijk werd naar
het gasthuis van Wervick-België ge
bracht.
De vrouw schijnt 27 jaar oud. Hare
identiteit kon niet bestatigd worden.
Xieuwe Vrederechter.
Er werd gezegd dat hier een vre
derechter zon benoemd worden die
geen Vlaamsch kent.
We vernemen met veel genoegen dat
M. Oalluwaert, advokaat bij het be
roepshof te Gent, veel kans heeft be
noemd te worden.
Deze is Vlaming van geboorte en
kent daaibij de taal der streek, daar
hij uit de Leiestreek is. Fondsenblad).
ELIXIR D'AXVERS stilt
maag:- en buikpijn
INLEIDING.
1.
De Perclvisscherij.
(Vervolg
Op bet tijdstip dat ons verhaal begint,
was de grondlegging des graven de Flessi
gny de eenigste die in Islas del Rey waar
lijk voorspoedig was. Het is niet dat de
edelman bekwamer was dan zijne spaan-
sche tegenstrevers maar deze behielden
veel van de ruwheid, wij zullen zelfs zeg
gen van de wreedheid der Conquistadores,
terwijl de graaf de Flessigny zijne negers
behandelde met eene goedheid die hen vast
aan zijn huis verkleefde.
De zwarten waren door hem beschouwd,
niet als slaven, maar als werklieden die
arbeidden voor eenen loon, waarbij hij
nooit naliet op het einde van elk seizoen
eene ongehoopte belooning te voegen.
Ook kon men de grondlegging des graven
de Flessigny Diet vergelijken met deze die
haar omringden.
In de hutten zijner zwarten getuigde al
les van overvloei, de veelvuldigheid der
voorwerpen bewees der negers ijver en des
meesters genegenheid Vogelen, huisdieren
vervrolijkten en versieden de omtuiningen.
De negerinnen, die men boven de doornha
gen zag verschijnen, waren gekleed met
hemden van blauw en wit katoen de ge
zonde en kloeke kinderen vervulden de
hutten met hun gelach. Nooit, hoorde men
zeggen dat in des graven plantaadje een
visscher eene bloedige kastijding ontvangen
had. Niemand verdiende het.
De nalatigheden waren met berispingen
bestraft, en het was genoeg voor die men
sehen, welke min bedorven dan lichtzinnig
Waren, de ontevredenheid des meesters ver
diend te hebben. In al de naburige grondleg
gingen moesten de toezieners de diefstallen
bestraffen in de plantaadje van M. de Fles
signy ontbrak niet ééne vrucht aan de hoo
rnen, niet ééne bloem aan de tuinbedden.
Meer dan eens vroegen de bewoners der
golf des edelmans geheim, en deze bevredig
de zich met te antwoorden
Het is mij genoeg vertrouwen in hen
hebben, opdat zij van dat vertrouwen
geen misbruik maken, zij bedriegen uomdat
begint met, hen te verdenken.
Maar dit ras is veraderlijk en wreed.
Ik bemin mijne duikers en zij weten
het.
Ik versta dat men ze bezorge als nutti-
89 en voortbrengende dieren.
Ik ben hnn verkleefd als een christen
nen christene broeders ziedaar waarom
mij toegenegen zijn.
Een Spaanjaard zou zich onteerd ach-
i indien hij zulke goedwilligheid vooreenen
slaaf toonde.
Een Franschman rekent het zich altijd
eer menschlievende gevoelens te heb-
Z'j
z'j
ten
tot
ben
Die edele antwoorden verwonderden de
afstammelingen der Conquistadores zonder
hen te overtuigen. Zij schokschouderden
zelfs met eene soort van verachting wanneer
zij dit hoorden 'ééne zaak alleen bleef hen
verontrusten de ontzaggelijke winsten die
de graaf Humbert deFlessignyjaarlijks ver
wezenlijkte. Zij weigerden te gelooven dat
elkeen der slaven die voor des meesters re
kening wrochten en gedurende het gansche
jaargetijde duikelden, don franschen edel
man verknocht was door banden van ver
trouwelijke erkentenis. Graaf Humbert
kende hen allen bij hunnen naam, bezocht
dikwijls hunnehutten,en meer dan eens had
de schoone Flaviana de Flessigny de zwarte
kinderen in hare armen gehouden, waarover
de Spaanjaarden zich maar bekreunden on
der het oogpunt der prijzen die zij op eene
slavenmarkt zouden kunnen krijgen.
Zoolang de perelvangst duurde liet de
graaf Humbert nooit na op het strand tekomen
omtrent den avond. Hij zag de vangst na,
ondervroeg de zwarten die met het toezicht
gelast waren, bekommerde zich in de nood
wendigheden der duikers en mengde voor
eene uur zijn sierlijk leven met het ellendig
leven dier arme lieden.
Dit was voor hen de beste rust. Zij om-
zingden hem met een liefderijken eerbied,
zonder gemeenzaamheid zij spraken hem
aan met eene bevallige achteloosheid en ver
blijdden zich over de schoone vangsten, wel
wetende dat des edelmans rijkdommen over
hen in weldaden nederstortten.
Dien dag deed de graaf de Flessigny zijne
wandeling op de kust langer duren. Een
perelvischer, door oene manta omslingerd,
had slechts zijn leven aan zijne tegenwoor
digheid van geest te danken gehadmet eene
steek zijner navaja had hij het dier, dat
hem omsingelde, in tweën gekliefd, en te
midden der stuiptrekkingen van het wange
drocht was hij er in gelukt de kust te be
reiken. Maar de verstikking die hij onder
de zamensnoering van het monster geleden
had, liet hem zoo zwak dat men bet noodig
oordeelde den geneesheer van M. de Fles
signy te doen roepen om hem te verzorgen.
Deze, den neger niet willende verlaten
vooraleeer hij over zijn lot was gerust ge
steld, bleef op de kust staan en onderhield
zich met een der toezieners der vischerij,
wanneer eene stem uit riep
Een schip in de baai
M. de Flessigny wendde zijne oogen
langs den kant van Panama, en eensklaps
rees hem het bloed tot in zijn hoofd.
Fransche vlag stamelde hij met bewo-
geue stem.
Zijne blikken bleven hardnekkiglijk op
het schip gevestigd, tot dat de aankomst
des geneesheeren en de noodzakelijkheid
van des negers gezin te gaan verstroosten
hem uit zijne beschouwing ontrukten.
Vol gedachten keerde hij naar zijne
plantaadje terug, hij bleef eene wijl staan
vooraleer binnen te treden, alsof hij alle
spoor van vooringenomenheid of zelfs van
mijmering wilde doen verdwijnen, en, met
den glimlach op de lippen, stapte hij in de
zaal waar zijne vrouw hem wachtte.
De gravin Flaviana scheen vier-en-twin-
tig jaren oud. Zij was groot, rijzig en
schoon van gestalte. Hare goedheid stond
op haar aangezicht te lezen en in haren blik
moest somtijds het vuur der begeestering
vonkelen. Zij was schoon, van die volmaak
te schoonheid die uit de zuiverheid der we
zenstrekken spruit en weike de jeugd zooveel
langer doet duren. Haar gelaatskleur scheen
zooveel te witter dat eene massa zwarte
haarvlechten op haar lijf nederstroomden
en haar zoo schoon maakten als die konin
ginnen die vroeger over Frankrijk heersch-
ten.Twee cactusbloemen glinsterden als eene
vlag in heur zwarte haar, dat als een blau
wen weerglans bad.
Zij droeg een wit bijna eenvoudig kleed,
maar een prachtige halssnoer en armbanden
van perelen vergoedden rijkelijk de eenvou
digheid der nedelioek, waaruit haar toilet
was saamengesteld.
Aan hare voeten speelde een bevallig
meisje van vier jaar oud,wier gelijkenismet
hare moeder treffend was. Het kind speelde
met koraaldraden en Mev. de Flessigny be
schouwde hare dochter.
Graaf Humbert naderde met uitgestrekte
armen, hief het kind op dat hij met kussen
overlaadde en deukte gedurende een langen
tijd de hand zijner vrouw. Deze bezag hem
met eene soort van kommer maar hetzij
M. de Flessigny eene geweldige poging deed
om den indruk te verbergen welken het
zicht van het franche schip op hrm verwekt
had, hetzij die ontroering verdwenen was,
hij toonde eene zoo opgeruimde gemoedsge
steldheid, eene zoo mededeelzame teederheid
dat Flaviana haren glimlach terug vond.
Het avondmaal duurde lang, dan deed de
moeder de kleine Dolores in hare armen sla
pen, droeg ze in een bed dat met rozenkleu
rige gordijnen omhangen was, en nam hare
plaats weder in de zaal, waar M. de Flessi
gny zich aan eene droefgeestige mijmering
overgaf.
Voor de tweede maal was Flaviana ge-
tr ffen door de uitdrukking van het gelaat
baars echtgenoots.
Zij naderde langzaam en voorzichtig de
tafel waarop hij geleund was, en hare hand
op des gravenis schouder leggende, vroeg zij
hem
Wat doet u lijden
Humbert scheenuit eenen slaap te komen.
Ik lijd niet antwoordde hij
De gravin zette zich neder en, het hoofd
een weinig gebogen, de vingeren op hare
knieën ineengestrengeld, hernam zij met
eene stem waarvan de kalmte schijnbaarder
dan wezentlijk was
Gij zijt een edel hart, Humbert, en
gij poogt het verborgen verdriet te verheelen
datu ondermijnt. Sedert wij Islas der Rey
bewonen, verwezentlijkt gij wonderen van
verstand en mirakelen van goedheid Gij
vergenoegt u niet met ons gelukkig te ma
ken, mijne dochter en mij, gij hebt ons rijk
gemaakt. Gij, de werkelooze edelman, gij
hebt in uwe dappere liefje de noodige krach
ten gevonden om de heerlijkste grondstel
ling der kust te vormen. Ik was eene jonge
dochter, wier onverguld blazoen de eenige
bruidschat uitmaakte, en gij hebt een ko
ningrijk ontdekt om het mij te geven.
Ik had nog meer willen doen, Flavia
na.
Oh ik weet hoeveel vermogen ik eu
uwe dochter op uwe ziel hebben. Gij hebt u
geheel aan ons toegewijd, zonder voorbe
houd, op eene volstrekte wijze, niet ééne
opoffering scheen u te groot om ons geluk
te verzekeren en, ons vreedzaam en rijk
ziende, hebt gij getracht te vergeten dat gij
eene bloedende wonde in uw hart bewaart
Flaviana Flaviana wat durft gij
zeggen
De waarheid, antwoordde de jonge
vrouw. Het is de eerste maal niet dat ik den
rimpel der droefgeestigheid op uw voorhoofd
zie en dat ik tranen in uwe oogen bemerk.
Nooit hebt gij in mij ne tegenwoordigheid het
masker afgelegd dat u voldaan en gelukkig
doet schijnen maar wanneer gij mij verie
van u waant, wanneer zekei e woorden in
uwe ooren klinken, komen de herinneringen
terug, en die herinneringen zijn bitter.
Mair neen daar is niets van gij
bedriegt u, en de bekommering die gij te
dezen opzichte voedt, is mijne grootste
vooringenomenheid. Wat kan ik betreuren
tussrhen u en mijne dochter Wat ont
breekt mij op dezer aarde,waar ik,gij hebt
het zelf gezegd, een koningrijk heb kunnen
stichten
Uw vader ontbreekt u, en gij betreurt
Frankrijk.
Mijn vader sprak de graaf sidde
rend vergeet gij dat hij zelf de banden ge
broken heeft die ons vereenigden, en dat het
vaderland, waarvan gij spreekt, mij niet
een klein stukje grond meer te geven heeft
Humbert, wij dragen in ons hart de
straf van een dubbelen misslag. Uwe edel
moedigheid belet u mij de uitgestrektheid
ervan te too nen maar ik ben billijk ge
noeg om ze te verstaan, nauwkeurig genoeg
om mij er over te bestraffen.
Wordt voortgezet.)
BALSAM, zuivere kina
wijn, verwekt eetlust.
Declarations du 12 au 19 Janvier 1906.
Naissances
Timmerman, Georges, ehaussée de Pope-
ringhe. Talon, Daniel, rue Jansénius.
Marsmeyer, Roger, rue Gustave de Stuers.
Lussaert, Cyrille, ehaussée de Dickebusch.
Bostyn, Madeleine, rue Wenninck.
Mariage
Lefebvre, Jules, sous-lieutenant au 2e régi
ment de chasseurs a cheval, et Lenoir, Jeanne,
sans profession, tous deux a Ypres.
Décès
Vftjrsavel, Charles, 1 an, rue des Aveugles.
Peirtsegaele, Rosalie, 81 ans, sans profes
sion, célibaiaire, ehaussée de Poperinghe
Plaet, Philippe, 62 ans, ouvrier agricole, veuf
deVereecke, Apolline, rue de Menin. Braye,
Anastasie, 54 ans, sans profession, épouse de
Deryckere, Benoit, ehaussée de Poperinghe.
Etat-Civil de Poperinghe.
du 13 au 19 Janvier 1906.
Naissances
Truwant, Albert, rne Croix-Notre-
Dame. Dumon, Léon, rue de Cassel.
Lampaert, Marcel, section C.
Gouwy, Henri, section D. Cayzeele,
Félicien, section D. Clabau, Maurice,
rue des Pots.
Manages
Peutevinck, Alphonse, écargueur, et
Temperville, Marie, journalière.
Meeuw, Camille, ouvrier agricole, et
Poi8Sonnier, Berthe, sans profession.
Décès
Debruyne, Marcel, 16 jours, Section
H. Vandenbulcke, Cordule, 81 ans,
cultivatrice, section A. Bellen, Ber
the, 3 ans, section K. Lava, Julie,
83 ans, rue de Bruges. Becarren,
Marthe, 5 mois, section A. Delbeke,
Camille, 3 mois, section 1. Deschil-
der, Jules,25ans, cultivateur,sectionC.
OJ
CU
s
O
O
ci
N
in
- a
a. -a
u
a>
a
prijs
0 kil.
laagste prijs
per 100
Verkochte
kwantiteit.
-
o
Tarwe
Rogge
Haver
Erwten
Boonen
Aardappel
Boter
Eiers.
Alost, 20 Janv. Tarwe, per 132 lit 50 c,
fr. 00-00 tot 00-00 masteluin, 00-00 tot
00-00 rogge, 00-00 tot 00-00 havei, 00-00
tot 00-00, Aardappelen, de 100 kilos, 10-00
lot 11-50 boter, 3 kil8-10 tot 8-90 eieren
de 25, 2-75 tot 3-00. Hoppe, le merk, per 50
kil., fr. 45-00 dito 1905, 00-00, 00 andere
merken, tot 25 00 tot 30 00. Vlas, 3 kil.,
0-00 tot 0-00.
Brugge, 20 Janv. Taiwe, 100 kil., fr.
18-00; rogge, 16-50 haver, 19-50; gerst,
17-50 zomergerst, 00-00. Aardappelen, 100
kil., 8- 50 tot 0-00 boter, de kil., 2-75 tot
0-00. Vlas, 1-41.
Kortrijk, 22 Janv. Witte tarwe. 100
kil., 16-25 tot 00-00, roode id. 15-50 tot
00-00, rogge, 13-00 tot 00-00 haver, 100
kil., 16-50 tot 17-00 veldboonen, 00-00 tot
00-00, Geele aardappelen, 100 kil., 10-00 tot
11-00; roode, 10-00 lot 00-0. Boter, 1/2 kil.,
1-50 tot 1-54 eieren, de 25, 2-40 tot 2-50.
Koolzaadolie, 100 kil., fr. 56-00 tot 00-00
zijnzaad id, 50-00 tot 00-00 koolzaad, 00-00
tot 00-00 lijnzaad 00-00 tot 00-00 kool-
zaadkoek, 12-00 tot 12-50 lijnzaadkoek,
20-00 tot 21-00.
Suikenjen fr. 13-25 tot 13-30 pellen,
qO-OO tot 00.
im
Cw
is
im
OOOOOOOQ^
0 20 000a00*r<
S o
bL)"r~'
O c-
O 05
J= O-
ocooooooco
(H O C O
CO
O SO O O O O O O
OI^OOOOOCO
05 115 030000^
•sr* «th O O C£>
©i
O O O O O O t—
O O O O O O CO
GO OO
©f
"»r-<
(SI
G
05
OJ
G
03
s-