ïeuws. Stadsfinanciën. OE KEMPENAAR,1,' 't Gouvernement van beurzeken toe. Maskers af Dweepzucht. Onze Voorlanden. Schooue daad. of de vervals hers der lijsten ook de vervalschers niet zijn der stemopne mingen, en hoe moeten wij het doen om het bedrog der stemming te belet ten. Sedert twee-en-twintig jaren dat de klerikalen aan het bewind zijn, hoeveel gemeenten zijn er waar de kiesbureelen werken zonder het min ste toezicht en uitslnitelijk samenge steld zijn uit bloedroods klerikalen Deze werken tot meerdere eer en glorie Gods en talrijke bedreiger jen zijn aan hun passief op aarde en aan hun te goed in den hemel. Onze vrienden vergenoegen zich met eeuige dagen slechts vóór de kiezin gen, in eenige gemeenten getuigen te zenden die zich moeten bepalen met te bestutigen of de voorafgaande recht- vormen nagekomen zijn geweest, of het geheim der stemming meer of min verzekerd is, of er geen geteekende briefjes aangeboden zijn geweest, enz. Dat is onvoldoende, want de getuigen moeten eerst grondig de kieswetten kennen om op eene nuttige wijze de optellingen bij te wonen, maar ook, het is allernoodzakelijst dat zij gron dig de kiezerslijst kennen van de om schrijving waar zij moeten handelen. Zij moeten kunnen bestatigen dat een kiezer zich niet komt in de plaats stellen van een anderen, afwezig, ziek, of zelfs overleden,dat men komt stem men voor Pier en niet voor Jaak of Paul. Ik wil al de kunstgrepen niet opsommen welke de niet nauw gezette kie8dravers gebruiken, maar men zou niet te veel kunnen aandringen op den plicht der getuigen de oogen te openen en zeer aandachtig te zijn op al hetge- ne in het bureel en in de kiesgangjes gebeurt. Ik denk dat de plicht der antiminis- terieëlen die, door hunne werkzame en vruchtbare propaganda zooveel boeren voor de democratische her vormingen winnen, die nauw aange sloten zijn bij het clericalisme, is van hen wei te doen verstaan dat zij mees ter zijn van hunne stemmen, dat de stembussen goed zullen bewaakt wor den. De propagandisten en jonge wach ten moeten zich van nu af op weg begeven om tot in de minste dorpen getuigen op te zoeken, die bekwaam zijn om hunne zendig te vervullen op den dag van den grooten strijd,die den dag van groote antiministerieële zege praal moet zijn. Daar waar er geene zekere en be kwame mannen zijn, moeten verkleef de liberalen aangeduid worden en zich onmiddebjk in betrekking stellen met de kiezers om de veranderingen, ver- oordeelingen, overlijdens te kennen, die zich zouden voorgedaan hebben sedert het maken der kiezerslijsten. Wij zeilen voor den gunstigen wind van het liberalisme bij komt ous van Frankrijk, van Engeland, van Hol land, van overal overgewaaid, trekken wij er voordeel uit om onze gedachten te verspreiden, maar vergeten wij niet dat de reactie waakt en dat zij al hare pogingen zal inspannen om ons te be strijden. Wezen wij voorzichtig en waakzaam, zoeken wij overal getuigen die onmisbaar zijn om vertrouwen in te boezemen aan de vreesachtige en aarzelende kiezers en de Z"gepraal onzer gedachten te verz keren. D ar- om, waken wij op de kiesbureelen Zoodra de ramp van Courrières ge kend was, stemde de Fransche Kamer een eerste krediet van vijf honderd duizend frank om da familiën der slachtoffers ter hulp te komen. Zonder een uur te wachten namen twee Frausche ministers den trein om zich ter plaats van de ramp te begeven en MET EIGEN GOGEN te kunnen oordeelen in welke noodwendigheden er eerst en vooral diende voorzien te worden. Zoodra de ramp van de dijkbreuk in Holland gekend was, zond de jonge koningin Wilhelmina een eerste hulp geld van vijftien duizend gulden. Voor de Belgische overstroomden hebben wij van den koning van Belgie tot hiertoe nog niets vernomen. Metgenoegen lubben wij vastgesteld dat onze sympathieke prins Albert geen oogonblik geaarzeld heeft om eene gift van vij f duizend frank te zen den. Maar wat alle gedacht te boven gaat, w wt ie iereen tegen de borst stoot, waar iedereen schande over spreekt, dat is over de iiartelooze onverschilligheid, de walgelijk-! pingerachtigheid welke het ministerie en in 't bijzonder het kabiuetshoofd de bmet de Naeyei aan dwu dag heefc gelegd. Geen enkele Belgische minister heeft zich de moeite gegeven zich ter plaats van de ïamp te begeven. Woensdag wisten zij zelfs nog niet goed wat er Maandag gebeurd was Wanneer de regeering Woensdag twee dagen na de ramp door ver scheidene liberalen ondervraagd word, toonden die godvruchtige ministers ZICH LASTIG, GEBMBETEERD. 't Was alsof zij wilden zeggen wat heb ben wij ons met die miseriën in te la ten. Wij zijti toch aan 't schotelken gebleven wat scheelt ons die over strooming Het kabinetshoofd, minister de Smet de Naeyer zetelde Woensdag in den Senaat en liet dezen uiteengaan, ZON DER EEN WOORD VAN SYMPA THIE of deelneming voor de honder den geruïneerde en in rouw gedo opêi- de Belgen uit te drukken. En in de Kamer, in plaats van het initiatief te nemeu eener sympathieke verklaring, schermden de ministers de Trooz en Liebaert Woensdag, ten einde de ondervragingen met. alleen tot den Donderdag, maar zelfs tot den Vrijdag te kunnen doen uitstellen. De volksvertegenwoordigers van de beproefde arrondissementen muesteD de tanden laten zien, zoo niet zou men ze misschien wel tot de volgende wc;# uitgesteld hebben. Ondertusschen had minister de Sme,t de Naeyer zijn thema gevonden en men weet hoe hij hH Donderdag af haspelde, drie volle dagen na de ramp. De man die, op 't eerste commando van Woeste, de jaarwedde der geeste lijkheid met een half' milüoen opsloeg, had we! eemge woorden van sympa thie op de lippen, maar zocht verder alles op de polder- en op de gemeente besturen en op de private liefdadig heid te werpen. Het gouvernement de milüoenverbrasser voor nutteïooze forten zal maar tnsscheukomen wanneer al de middelen zullen uitge put zijn en niet toereikend zuilen blij ken. De ongelukkige slachtoffers van de overstrooming, de erg beproefde landbouwers, arbeiders neringdoenden en baud daars kunnen er zich in troos ten dat 't gouvernement tot leniging van hunne (diende er DESNOODS een OVERSCHOTJE zal bijleggen 'i Is eenvoudig schan lalig van wege eene regeering die hare pers twintig jaren lang doen atoefen heeft óver mil- lioenenbonis. MM. de Smet de Naeyer, graaf van 't beurzeken toe, do Trooz, baron oordjesbrjtoren Oie, mogen hun matten oprollen. Het volk heeft er genoeg van Het Journal in zijn nr van 4" de zer, denkende waarschijnlijk veel effect te maken op het publiek, roept uit Weet gij hoeveel volgroeide boo- men zijn verkocht geweest in de laatste tien jaren van het liberaal bestier Ik laat u raden 82,887 fr- 27 cs Wij vinden dit cijfer niet juist. Volgensonze opsomming, uit de ver zameling der stads-akten, moet het slechts 81,203 fr. 42 c. wezen. Dit maakt dus gemiddeld 8120 fr. 34 c. per jaar. Hewel is dit zoo buitengewoon veel 't Is weinig, ons dunkens, in ver gelijking met de overgroote sommen waarover onze klerikale Stadhuis bazen jaarlijks beschikken, en voort komende van den verkoop van on roerende goederen. Men zou waarlijk gelooven dat het liberaal bestuur al de stadseigen- dommen van boomen ontbloot had. Het heeft, integendeel, er eene groo te hoeveelheid aan zijne klerikale opvolgers nagelaten aangezien deze er reeds in 1892, voor 10,586 fr. ver- koclitten. Sedert dien, hebben zij meer ande re belangrijke boomvenditièn gehou den. In de begrootingen van 1903, 1904 en 1905, vinden wij er, te samen voor 24,000 fr. voorzien, en die dooi- gans meer dan 8000 fr. per jare hebben opgebracht Onze klerikale meesters bebben dus een ruim gebruik en misbiui 1 gemaakt van deze buitengewone middelen om hunne begrootingen met overschotten te sluiten. In 't begin van dit loopende jaar, hebben zij nog een groot getal boo men doen vellen in de wandelhoven rond de stad, onder welke, jammer lijk genoeg, veel begrepen zijn ge weest die hun vollen wasdom niet hadden bereikt. Burgemeester Co- laert, en zijn medegezel, schepen koopman in alles, hadden dezelve dooreen onmeedoogend geslachtof ferd, oordeelende waarschijnlijk dat zij te veel groen en lommer gaven.' Zij hebben daarenboven de uitbe- houdende boomen op eene ongewone wijze 'doen snoeien en inkorten om brandhout te maken. Gelijk men in het vellen en verdunnen te werk heeft gegaan, het is eene erbarmelij ke schending en verwoesting van boompjes en struiken, die veel vanhet schoon zicht onzer vestingen zal wegnemen. En zeggen dat dit al geschiedt om eenige duizende franken te maken, ten einde de begrootingen van 1906 met een overschot van fr. 9,185-61, te kunnen sluiten, en daarmêe te boffen. Wat aangaat het liberaal bestier, onze klerikale konfrater vraagt aan het Progrès, hoe het komt, dat de begrooting van 1890, in ontvangst voorzien had, eene som van 32,000 fr. voor verkoop van gronden, zon- der dat, onder de uitgaven, dezelf- de som werd ingeschreven als aanleg op rente 't Is waar, voegt het Journal er bij, dat deze verkooping geen plaats heeft gehad, maar, indien deze 32,000 fr. niet ingeschreven waren geweest als ontvangst, hoe had men de begrooting in even- wicht gebracht. Zonderlinge vraag van wege het Journal, daar iedereen weet dat al de overschotten der begrootingen van Mter Colaert op onzekere ont vangsten voor verkoop van'gronden en boomen steunen. Alzoo is het, dat, in zes jaar (van 1901 tot 1906 in begrepen) onze politieke burgemees ter voor 127,000 fr. verkoop van gronden en 31,000 fr. verkoop van boomen, te samen 1 58,000 franken, heeft ingeschreven. Wij vragen, op onze beurt, hoe burgemeester Colaert zonder deze vermoedelijke kredieten, ten bedrage van 158,000 fr. in te schrijven, hij zijne begrootingen in evenwicht had kunnen sluiten Men moet bekennen dat onze kleri kale opperbaas met het geld en goed van de stad, er breed doorgaat, en dat onder voorwendsel van openbare werken waarvan menige niet uitge voerd en andere als verkwistingen mogen aanzien worden. 158,000 f r. in zes jaar 11 zonder te rekenen dat Mter Colaert daarenboven nog, over 50,000 fr. meer beschikt per jaar dan de libera len, als aandeel der stad in het ge meentefonds En het Journal beknibbelt dat het liberaal bestier, in tienjaarvoor fr. 82,887-27 boomen verkocht heeft Waarlijk hij heeft er reden voor Wij vragen aan de heeren Colaert en van Merris, mannen zoogezegd van orde, of zij de aanhitsingen goed keuren welke de Standaardsn het Nieuwsblad aan hunne kalanten sturen tegen de wetten van eene naburige natie 45 Wij vragen hun of het met hunne medeplichtigheid is dat de oproer in gericht is geweest op het beHis grondgebied, tijdens den inventar® van den Abcele Wij vragen hun of zij de buiten sporigheden der klerikale belhame die de bevolking dronken maakt* 11a dezelve misleid te hebben <\0^' alle slach van leugens Wij vragen hun hoe klerikale bur. gemeesters zulke buitensporigheid hebben kunnen dulden, die ons df plomatische moelijkheden met Fran" krijk hadden kunnen berokkenen" wanneer hunne eerste plicht was dé orde te handhaven Allo heeren Colaert en Van Mer ris, hebt den moed van uwe denkwij ze Ziehier wat er gebeurt in een dorn van het arrondissement Brugge. De brievendrager is een bloedverwant van den koster. De pastoor denkt spoedig dat zulks eene goede kans is die men niet mocht verwaarloozen. De koster ging dus zekeren morgend aan den brievendrager vragen wie de abonnenten waren van het vlaamsch blad Noord en Zuid. Men dreigde den brievendrager, niet met de hel maar met zijne bevordering te belet- ten, indien hij aan de bevelen van den gekruinde niet gehoorzaamde. De brievendrager gaf toe en 's anderen daags ging de pastoor van deur tot deur bij de lezers van dat vervloekt blad, ze bedreigende met al de ge volgen zijner heilige gramschap, in dien zij hun abonnement niet opzeg den. Korts vóór de kiezing het diklijvig dossier ten toon spreiden van al die betoogingen der klerikale reactie, ware van aard, meer en meer de noodzakelijkheid te doen uitkomen om zich te ontmaken van eene ver drukkers regeering. Ons stadsbestuur heeft gemeend dat het allernoodzakelijkst was het voorland langs den noordkant der Groote Markt te verbreeden een deel dezer voorlanden is voleind en op de geheele lengte heeft men aca cias geplant. Het mishage onze voorbeeldige bestuurders niet, maar de gedachten zijn zeer verdeeld over dat werk, omdat men vindt dat, vooraleer voor landen te verbreeden die reeds breed genoeg zijn, de stad hadkunnen doen voorlanden leggen in de nieuwe stra ten die er niet van voorzien zijn en die er volstrekt noodig zijn. 'Het nuttige voor het aangename. Aangezien het werk half gedaan is en dat er daarop niet weer te kee- ren is, ware het nochtans noodig de acacias weg te nemen voor eenige huizen die hersteld zijn en welker gevel ons de gebouwen der XVI" eeuw herinneren. Het geheele maakt, gezien van het Nieuwerk, zulk schoon hoekje. Die hoek maakt de bewondering uit van al de speelreizigers even als van het meeste deel der kunstenaars, en het ware waarlijk te betreuren hem verdoken te zien door boomen, welke hunne soort ook zij. Wij vernemen met genoegen dat twee onzer medeburgers, de heeren Arth. S. en Cam. S. het Half-Va5' tenfeest waargenomen hebben o® eene omhaling te doen ten voordee e der slachtoffers der mijnramp va" Courrières. In mijnwerkers verldee hebben zij de bijzondere kof f ij bezocht en eene inzameling gedaa van 106 fr. 89 cent. Wij wenschen hen geluk ovei hu" edelmoedig initiatief en danken, namens de ongelukkige slachto Ie meilleor E''s Ie moins s citer' -"«'gx'cecgoeogtw-u"

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 2