A. Dechièvre
HET WILDE MEISJE.
État-Civil d'Ypres.
Sterfgeval.
Groot proces.
I Maisou fondée en
Voor uw schrijfwerk en
het afschrift van muziek
wendt u tot CAMILLE
CHRISTIAEN, Cassel
straat, 5, Yper.
tigbeid al dezen vervolgen die op eene
gchandalige wijze op het geweten der
onnoozele kiezers gewogen hebben.
Genoeg met die fagadewetten indien
de Regeering wetten noodig oordeelt
voorde kiezingen goed te maken, aan
de magistratuur ze toe te passen.
Gij hebt gelijk, Jules, maar, on
gelukkig, dan ware alles met onze
regeering gedaan.
Koninklijke Maatschappij der Vrije
Kruisboogschutters
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins
Albert heeft gewaardigd aan de Konink-
lijke Maatschappij der Vrije Kruis
boogschutters de Hooge Bescherming
te verleenen, vroeger aan dien kring
toegestaan door zijn doorluchtigen en
betreurden vader, Monseigneur den
Graaf van Vlaanderen.
Levendig getroffen door dien blijk
van hooge welwillendheid, hebben de
leden van de K. M. d. V. K. aan Zijne
K. H. Prins Albert hunne levendige
dankbetuigingen alsook de eerbiedvol
le uitdrukking van hunne verkleefste
gevoelens jegens zijne Koninklijken
Persoon en jegens zijn doorluchtig
stamhuis toegestuurd.
De liberale partij heeft Zaterdag een
gevoelig verlies ondergaan door de dood
van den Heer Seraphin Dedeystere,
brouwer te Yper.
De Heer Dedeystere was lid van het
bestuur onzer liberale associatie, ver
scheidene jaren bekleedde hij het
onder-voorzitterschap der Jonge Wacht
en al de liberale maatschappijen telden
hem onder hunne ieverigste leden.
Tweemaal preikte zijnen naam op
de lijst der liberale kandidaten voor
de gemeentekiezingen.
Hij was den vriend van iedereen en
met de onvermoeibaarheid die hem
kenschetste had hij zich onder de nij-
veraars der stad tot eenen verheven
steun weten te verheffen.
De begrafenis heeft den Woensdag
lSn plaats gehad.
Wij bieden aan de achtbare familie
Dedeystere de uitdrukking onzer deel
neming.
Het Nieuwsblad jubelt over de vrij-
Bpraak van zeker jongeling, die Woens
dag laatst moest verschijnen voor de
rechtbank, beschuldigd van liberale
plakbrieven geschonden te hebben.
Het Nieuwsblad meldt dat de getui
gen niet verschenen hebben. Naar wij
vernemen is het niet te verwonderen
daar zij niet vermaand zijn geweest.
Daar het Nieuwsblad zoo goed inge
licht schijnt te zijn zal het ons zeker
ook wel kunnen den reden geven dezer
verbetenheid.
ELIXIR D'ANVERS stilt maag-
en buikpijn.
IV.
(13d« VERVOLG.)
De Itamp.
Waartoe zou het dienen in die duisterheid
de booten in zee te steken
Zou men genoeg zien om er in te stappen
Eindelijk langs welken kant zouden de
booten zich wenden
Terwijl de kapitein zich die schrikkelijke
vragen voorstelde, kwam Laurens Cabarou
bij hem
Zijn wij verloren vroeg hij hem.
Men is nooit verloren zoolang men
ademt.
Hoopt gij het schip te redden
Ik zal er ten minste den laatsten op
blijven.
Het is teveel heldhaftigheid.
Ik zal slechts mijnen plicht kwijten.
Een mirakel is nog mogelijk.
Zeker, en een mirakel zou ons redden.
zal die ongelijke en ruwe kustdan niet
0ene haven, eene kreek hebben Zullen wij
'n dezen nacht noch eene ster noch eenen
baak zien Heilige Anna van Auray, wijl
b u is die men in Bretanje aanroept, ik be
loof het model van mijn schip op uw altaar te
plaatsen en ik zal het er blootsvoets dra
gen
Met het scheepsvolk, kapitein, behou
dens den eerbied dien ik u schuldig ben.
-• Ja, Marszeil, ik aanveerd in uwen
naam en in den naam uwer gezellen.
Eene uitroeping ontsnapte eensklaps Gas
pard's lippen.
Het mirakel het mirakel riep hij
uit zich tot Laurens keerende.
De jongeling wendde zijne blikken naar
denzelfden kant als Tavanec en ontwaardde
als hij een zwevend licht, dat eene roodach
tige klaarheid in het midden van den nacht
wierp.
Een baak het is een baak herhaal
de hij
Behoudens uwe eer, kapitein, sprak
Marszei', die baak ziet er mij zonderling uit
Was de toeziener in slaap gevallen of ont
brak er olie aan zijne lantaarn Sedert
verscheidene uren ondervragen wij de zee
en de lucht, en wij ontwaren hem slechts
op dit oogenblik.
Vraagt men den uitleg der wonderen
riep Gaspard uit, de goedheid Gods verleent
ze aan ons geloof, aan onze liefde, en dit is
alles. Het raakt mij weinig dat de toeziener
niet opgelet of dat de olie ontbroken hebbe..
De Ster der zee antwoordde mij, ik zegen
haar en ik roep haar dank toe uit al de
krachten mijner ziel. Ik aarzelde zoo even
de vaartuigen te doen in zee steken. Nu wil
ik geen oogenblik meer vertoeven. Ga, Mars
zeil de sloep en de booten
Ik ga, kapitein, ik ga, antwoordde de
matroos maar ik houd staan wat ik ge
zegd heb, het is een zonderlinge baak.
Gaat gij naar uwe kajuit niet vroeg
de kapitein aan Laurens.
Waarom Ik bezit geen ander fortuin
dan mijn leven ik zal het redden indien
ik kan, en er zijn oogenblikken op welke ik
denk dat ik mij in de zee zou werpen met
niet meer leed dan ik er gevoel op het zicht
van dit stuk zeildoek dat op de golven drijft.
Ik zal evenwel trachten aan de ramp te
ontsnappen en ik zal, gelijk de anderen, in
den boot stappen indien hij kantelt.,..
Het gebaar van Laurens voleindde zijn
gedacht.
Maar zich Mev. de Flessigny herinneren
de, besloot hij naar beneden te gaan om
haar te verwittigen.
De kapitein begaf zich naar den smallen
trap die naar de kajuiten leidde, trad in de
zaal, en, met eene ernstige stem, kondigde
hij aan dat desloepen gingen in zee gesteken
worden.
Ik noodig u uit tot de grootste bedaard
heid, zeide hij de overhaasting zou onver
mijdelijke ongelukken veroorzaken. Zoolang
ik de meester aan boord zal zijn, eisch ik
dat men mijne bevelen eerbiedige.
Flaviana droeg hare dochter in hare ar
men, een groote mantel omhulde het kind
en beschermde het tegen de koude des
nachts.
Kom, mevrouw, kom zei Laurens.
De gravin ijlde naar den trap, dien zij
eerst zou beklommen hebben, indien zij zich
niet plotselings herrinerd had dat zij het
sandelhouten koffertje vergat.
Neem Dolorès mede, zeide zij, ik
achterhaal u.
Laurens beklom spoedig den trap, het
meisjein zijne armen tegen zijne borst ge
drukt houdende, en, terwijl Marszeil de rei
zigers in de sloep afwachtte om hen te hel
pen erin te stappen, bereikte Laurens het
vaartuig, dank aan de lantaarns die men op
het dek aansteken had, en zette zich op het
achterste terwijl de reizigers naar denzelf
den kant ijlden.
Het schip was zoodanig in het water ge
zonken dat zijne boordplanken weinig hoo-
ger waren dan de sloep. Indien een gevaar
lijke en onbezonnen spoed, indien een
schrik, waartegen de raadgevingen en zelfs
de bevelen van Gaspard Tavanec nutteloos
bleven, de wanorde onder de reizigers niet
gebracht had, zouhet, mogelijk geweest zijn
hen in de verschillige vaartuigen te verdee-
len maar de sloep de eerste gereed zijnde,
drong iedereen ernaartoe, en wanneer Mev.
de Flessigny, het sandelhouten kistje in
handen houdende, tot Laurens en hare
dochter wilde naderen, hoorde zij Maarszeil
met eene trillende stem zeggen
Geen schelpsel meer in de sloep of
wij zinken.
Mev. de Flessigny viel op hare knieën, en,
zich met. de eene hand aan de boordplanken
der geduchte vastklemmende, reikte zij met
de andere het sandelhouten kistje over.
Laurens riep zij, mijnheer Laurens,
zijt gij daar
Ongehinderd met uwe dochter.
God zij gedankt neem dit koffer
tje.,.. haren bruidschatIndien ik sterf...
Zij voleindde niet, de sloep verwijderde
zich eensklaps van het schip en verdween
in den nacht de tweede boot vulde zich
aan in wanorde, eene zware golf spoelde
over het dek en Mev. de Flessigny ver
dween in den afgrond.
Maar Marszeil had het gezien bij het
licht eener lantaarn hij duikelde, en ter
wijl de kapitein het vertrek van den der
den boot toezag, vatte de matroos Mev. de
Flessigny en hield haar boven het water.
Hij poogde het naaste der vaartuigen te
bereiken maar, in die schrikkelijke oogen
blikken verdwijnt de menschlievendheid
vóór de zelfzucht men kon eene plaats
weigeren voor hen of voor haar die hij ge
zworen had 'te redden. Hij berekende
zijne kansen van geluk, voelde een wrak bij
hem glijden, steunde er zich op en peilde
den gezicheinder met het oog.
De roode schijn danste voort gelijk een
dwaallichtje,
Zwemmen wij altijd voort dacht
Marszeil, dan zullen wij zien.
De moedige matroos bleef Mev. de Flessi
gny boven het water houden.
Gedurende dien tijd omarmde Gaspard
Tavanec den eenigen nog rechstaanden
mast en bad in stilte. Hij hoorde den storm
aan zijne ooren huilen. Hij gevoelde het
dek onder zijne voeten schommelen, maar
terzelfder tijd zag hij het licht dat de kust
aanwees en het vertrouwen kwam in hem
weder.
Ik zal hier sterven, dacht hij, ik moet
den reeders rekening over mijn schip en
mijne lading geven. Mijn waarde oom, de
abt Regis, zou mij aanraden te handelen
zooals ik doe.
Buiten de klaarheid die de schipbreuke
lingen voor het ongestadig licht eener baak
namen, scheen de kust vol duisternissen
Op den top der rots die boven het strand
hing deed de Steenuil den kop der kleine
zwarte koei op en neder gaan, en somtijds
liet zich haar oorkwetsend gelach als het
gesis eener slang hooren.
Moed mannen riep zij te midden van
het gekletter der winden en der baren gij
zult brandewijn zuipen, en gij zult ons zil
ver- en goudstukken geven om in onze kof
fers te werpen.... Moed de Kermar's zul
len niet altijd de kust bewonen, en wanneer
de overste des huisgezins zijne ziel aan den
duivel zal wedergegeven hebben en den erf
genamen zijn geheim zal hebben toever
trouwd, zullen wij vertrekken naar de ste
den, en wij zullen op onze beurt rijk zijn
als heeren en groote Dames En de glin-
terende keien die wij in de rotsen verbergen
zullen in halssnoeren aan onzen hals en in
ringen aan onze vingeren schitteren Moed
moed bij de hel de sloep nadert indien
ik ze niet zie, ik kan ze hooren, en de rie
men doorklieven het water met eene wan
hopende pogingBooten volgen het eerste
vaartuig zij zullen allen te zanten aanko
men, en de knapen zijn beneden de bootha-
ken in de hand, met het mes tusschen de
tanden.... Buig den kop, zwarte, en loei
niet gelijk eene verloren koei Weldra zult
gij zooveel gras eten als gij wilt, en gij
zult tot over den buik in het strooisel wen
telen, want gij zult uwe rust, gewonnen
hebben gelijk de anderen.... Hef nu den
kop op De lantaarn springt, de boot drijft
af, de roeiers naderen Land aan land
aan het is de buit, het is de prooi wat de
zee verwerpt ishetgoedderstrandvisschers
Wordt voortgezet.)
BALSAM, zuivere kinawijn,
verwekt eetlust.
Bianque et BSecoueremenl.
Achat el lente
de Fonds publics
Échanye tie coupons.
Conversion et SSouscription
a tons emprunts Belgas et étrangers.
BBélivrance sur tous pays
de lettres de crédit,traites et chèques.
Avances de fonds. Depót de fonds
Comptes-courants de Dépots de fonds
avec carnet de chèques.
15, rut; dc Mciiin. 15
YPRE§
1873.
Déclarations du 1 au 8 Juin 1906.
Naissances
Braem, Gabrielle, chausséede Zonnebeke
Verleure, Emile, rue des Plats. Beele, Zoë,
chaussée de Dixmude. Roosebeke, Albert,
chaussée de Lille. Moerman, Gaspard,
chaussée de Zonnebeke.
Manages
Versaevel, Alois, garcon de magasin, et Van-
defhevden, Emma, sans profession, tous deux
k Ypres. Florissoone, Isidore, domeslique,
et Vansevenant, Irma, buandière, tous deux a
Ypres. Micbiel, Alphonse, macon, et Hof,
Philomène, dentellière, tous deux a Ypres.
Delahaye, Prosper, conducteur de chevaux, et
Monié, Marthe, sans profession, tous deux a
Ypres. Mollez, Jules, menuisier, a Comines
(Francejet Gouwy,Valérie,buandière, a Ypres.
Domicent, Vic'or, ébéinste, et Belettre,
Julie, tailleuse, tous deux a Ypres. Doolae-
ghe, Théophile, peintre, et Decroix, Pauline,
dentellière, tous deux a Ypres. Van Exera,
Jules, terrassier, a Zillebeke, et Degryse, Ma
rie, dentellière k Ypres.L'heureux, Auguste,
chaudronnier, k Tourcoing, et Heydant, Mar
guerite, couturière, a Ypres. Lelong, Va-
lère, forgeron, et Willemyns, Léontine, sans
profession, tous deux k Ypres. Notredame,
René, gargon boulanger, et Bartier, Thérèse,
couturière, veuve de Clement, J alien, tous
deux a Ypres. Beun, Julien, marchand de
volailles, a Pollinchove, et Bossaert, Stéphanie,
servante, a Ypres. De Groote, Julien, chef
de Station, k Eecloo, et Vermeulen, Camilla,
sans profession, k Ypres.
Dècès
Lahaye, Alphonse, 53 ans, bottier, célibatai-
re, rue de Menin. Pluym, Emma, 25 ans,
dentellière, épousede Dubaele, Jéröme, rueG.
de Steurs. Messiaen, Louis, 64 ans, Jardi-
nier, époux de Hemeryck, Virginie, rue de
l'Ecuelle. Vancappel, Henri, 5 ans, rue du
Lombard. Cnockaert, Marie, 70 ans, den
tellière, veuve de Glissou, Ferdinand, et Pan-
nekoucke, Louis, rue Basse. - Hennion, Ro
salie, 77 ans, sans profession, veuve de Van-
thomme, Pierre, rue de Lille. Nyssen,
Amand, 61 ans, magon, époux de Gesquiere,
Marie, rue des Veuves Coutrez, Félicie, 45
ans, célibataire, rue De Haerne. Cornil,
Romanie, 22 ans, sans profession, célibataire,
chaussée de Poperinghe.
Burgerstand van Poperinghe.
Geboorten.
Malesys Gustave, Casselstr. Verfaillie Ma
rie, Casselstraat. Gackiere Julienne, Tien-
gebodenstraat. Coevoet Ivonne, GrooU
Markt. Herman Godelieve, wijk D.
Loncke Emma, wijk C. Techel Bertha, Kan
straat.
Huwelijken.
Raphaél Vaast, beheerder eener brouwerij
en Maria Rouseré, zonder beroep.
René Malbrancke, iandwerker, en Silvie Hal-
lynck, werkster.
Sterfgevallen.
Gouttenier Rachel, 22 jaar, ongehuwd,
kantwerkster, Hontstraat.
Druant Alois, 72 jaar, werkman, weduwaar
van Rosalie Leplat en echtgenoot van Leonie
Dumon, Boeschepestraat.
Huyghe Maurice, 3 1/2 jaar, wijk F.
Polley Barbara, 81 jaar, zonder beroep,
weduwe van Benoit Bottez, Valkenberg.
Deroo Nestor, 9 1/2 jaar, Komstraat.
Huwelij hsafkondiging en
René Glorie, zwingelaar en Angèle Janssens,
naaister.
Julien Vanhoet, postbeambte en Ida Tem
perman, zonder beroep.
Henri Kino, landbouwer en Julia Polley
landbouwster.
Henri Verdonck, landbouwer en Elisabeth
Meerseman, zonder beroep.
AVIS IMPORTANT.
Vérification des tirages de titres
remboursables.
Les listes qui me sont présentées
doivent être dressées par ordre numé-
rique.
Le bureau est ouvert de 9 d 42 k'"inalm.
SD
Om
s
CS
a
a.
(O
Z
Cl
-s
Cl
5
fc
a-O
s «- -
co
CM
c
r
25
ct>
O)
N
CS
■5
'm
4
jg
O
O
O t_
O 05
bO JJ
co O.
-G 05
<55
O
-50 G
O g
O
oaoaoooooao
OG^«^OOOOC<I
O SO O O O O O O
o r- -jo o o o
QOWOOOOO^
O O O O O O
O O O O O O
2Q CO
Cl er) o O
HCC23Wfia-<CQW