Stadsnieuws.
De Vader der slad.
Eene verkwisting van
2.000 franken.
De verwaarloosheid
onzer meesters.
De Stand en het Leger.
scheidiDg van goed zonder eenige
moeielijkheid
Maar eik bekomezijn rechtvrijheid
voor de Kerk in alle geestelijke zaken,
en onafhankelijkheid voor de Wereld
lijke Macht op het stoffelijk gebied, en
't zal vrede zijn.
En nu ter zake
Voor de laatste Kamerkiezingin Bel
gië, was onze Kath. Regeering, onze
Bewaarderspartij, verloren en was ze
ker, naar den dieperik te gaan.
Het Volk was moê, was beu, tot wal-
gens toe, van de heerschappij van de
oude rijke Bewaarders, die meer dan
20 jaren lang den Godsdienst hadden
misbruikt, om ons Christen Volk te
verstompen, en oudertusschen den
openbaren rijkdom naar naar hunne
eigene zakken af te leiden, en dan, op
den hoop toe, nog to spotten met hun
domme kiesvee
Zij moesten weg er moest verande
ring komen, en zij hing in de lucht
men hijgde naar vrijheid, men eischte
meer volksverlichting, men vroeg eer
lijke broodwinning voor 't arbeidende
Volk, in een woord, het moest een
waarheid worden, dat wij allen men-
schen zijn en broeders ondereen, dat
het arbeiderszweet zijn brood weerdig
is, en dat België, inderdaad, voor iede
reen, een Vaderland is.
En dat gevoelde, dat wist de Be
waarderspartij
Maar dat zou geen waar zijn
Met den Godsdienst waren zij weinig
bekommerd maar de Regeering moe
ten verlaten, met de meesterschap over
de vette plaatsen en bedieningen, met
de vrije verpooteling van jaarlijks
meer dan 1,000 miljoenen, uit dat
aardschparadijs verdreven worden
Dat kon niet zijn, dat zou niet zijn
kost wat kost
De kopstukken kwamen bijeen, er
werd beraadslaagd, stil, in 't geheim,
sluw en slim beraamd en... 't was ge
vonden.
De Fransche Kamers, zooals men
weet, hadden de scheiding gestemd
van Kerk en Staat. De Kerk verloor,
zooals gezegd is, de Staats]aarweddsn
eenen anderen kant de Kerken en
Kerkgoederen, en daarbij, de Geeste
lijkheid herwon hare vrijheid, koste
lijker pand, volgens menig geleerd
Kerkvoogd,dan de rijkste jaarwedden.
Maar de Staat, vooraleer de Kerk
goederen ter beschikking te laten der
Geestelijkheid, wilde er eerst de be
schrijving van makenzooals hier in
België, volgens de wet, de Kerkgoede
ren regelmatig beschreven worden, en
de Katholieke Bewaarders hadden van
die goederenbeschrijving gebruik ge
maakt, om, niet uit liefde tot den
Godsdienst, maar voor hunnen politie-
ken winkel, de eenvoudige geloovigen,
tegen de Regeering en de Volkspar
tijen op te hitsen, en hier en daar wat
geroepen getier te verwekken.
Welke schoone gelegenheid voor
onze Bewaarders
Men zou schrijven en wrijven, roe
pen en tieren van Kerkvervolging, van
Combismus in Frankrijk men zou
onze onnoozele christene buitenlieden
doen gelooven, dat ze daar bezig wa
ren met de Kerken te bestormen en te
vernielen, met de Priesters te vermoor
den of te verbannen, met de Paters aan
de boomen te hangen, en de Klooster
zusters te mishandelen en te onteeren,
en onze geloovige buitenkiezers zou
den verschrikt zijn, al de geldverkwis-
tingen, den dwang en de ongerechtig
heden van de Katholieke Bewaarders
vergeten, en, blinde kiesvee, voorde
Katholieken stemmen.
't Plan werd uitgevoerd, met eene
wonderbare stiptheid, met eene onge
hoorde drift, m6t eene verbazende
schaamteloosheid. Maanden en maan
den lang werd er in 't land van niets
anders meer gehoord, dan van Com
bismus en van de aanstaande Kerkver
volging in België. De gazetten stonden
er vol van in de meetings werd er van
niets anders gesproken het donderde
ervan in de predikstoelen schriften
en prenten met de afschuwelijkste
tooneelen werden bij vrachten en wa
gens onder 't Volk gesmeten in één
woord, 't was al moord en brand,
gloed en bloed dat men hoorde en zag
Eu inderdaad, de Bewaarders, listige
bazen die ze zijn, en weten dat ze al
tijd rekenen mogen op de onwetend
heid van hun volk, hadden dezen keer
ook, het goed beraamd en aangeleid.
De Katholieke buitenkiezers, geioovig,
maar veel onwetend, en meest allen
vreesachtig van aard, zijn naar de
stembus gegaan, met den gruw in de
ziel, den schrik op het lijf, en hebben
de oogen toegenepen, blindelings ge
stemd voor de rijke bewaarders, hunne
aloude verdrukkers
En nu, mijne droevige ondervinding,
bittere teleurstelling, en waarom ik
een waren afkeer heb gekregen van de
politiek der katholieke Bewaarders.
Zij wat ge zijtzoekt de Waarheid,
wilt het Recht, en zijt man van over
tuiging, alles goed, maar 't Volk be
driegen en misleiden, dat nooit, al
moest het 't bestaan en 't leven kosten
van onze eigene geliefde Volkspartij
En wat is nu de geschiedenis ge
weest in Frankrijk, de ware geschie
denis, van die Kerkbestorming, en van
dat vermoorden van Pastoors, Pa.te.rs
en Nonnen
Niets
Ik heb de gelegenheid gehad die
zaak te onderzoeken, in 't hert van
Frankrijk zelf, tot Parijs, grondig te
onderzoeken, te hooren en te zien, te
vragen en te ondervragen, en enkel en
alleen de zuivere loutere waarheid
willen weten, en eindelijk stond ik
verstomd en als van de hand Gods ge
slagen
Niets
't Was Zondag, Ik ging ter kerke en
nog andere kerken af. Ik was daar ja
ren vroeger nog geweest en den gods
dienstzin van 't Fransche volk kunnen
nagaan en beoordeelen.
Dezelfde kerken, even groot, prach
tig en schitterend van rijkdom, zooals
er in ons België geen te vinden zijn.
Volk in de Kerken zooveel als ooit,
eerbiedig en godvruchtig, zooveel en
meer, als in de Hoofdkerken van ons
land.
Den Zondag H. Sacramentsdag ging
plechtig de processie rond de Magda-
lenakerk, aan de groote Boulevards, en
't Volk knielde of stond recht, eerbie
dig met ontdekten hoofde of ging stil
voorbij,en geen enkel woord, het min
ste teeken niet van beleediging, werd
aan, wat wij meer dan eens in
zien gebeuren.
Ik vond ook ter kerk in de Goddelij
ke Diensten, de kinders der Katholieke
Scholen, van den eenen kant de jongens
met de Broeders der Christelike Lee
ring, en den anderen kant, de meisjes
met de juffrouwen onder 't Bestuur
van Kloosterzusters.
Ik heb langs de baan honderden
Geestelijken, Paters en Nonnen tegen
gekomen en nooit heb ik een enkel,
een enkel woord weten miszeggen.
En de vermaarde Kerkvernieling en
beeldstormerij Ik ging vragen in de
gebuurte en... men wist van niets. Nog
meer, ik ging in da kerk zelf, bij een
kerkbediende, en die stond heel ver
baasd en verslagen dat ik zulke vraag
stelde Wat men hier aan de Kerk
heeft gedaan Niets was al dat
ik vernam
Ik had er genoeg van.
Altijd niets
Gij zult geene getuigenis der valsch-
heid geven
Priester FONTEYNE.
Zondag 19 Augusti 11. had de
prijsdeeling plaats aan de leerlingen
der gemeenteschool voor knechtjes,
onzer stad. De Burgemeester, M.
Colaert, zat deze plechtigheid voor.
Bittere spotTerwijl hij aan de be
kroonden zijne gelukwenschen en
zijne schoonste glimlachen stuurde,
moest hij zich herinneren dat hij aan
die jongelingen de beste der beloo
ningen kwam te weigeren de toela
ting gevraagd ten voordeele der be
kroonde leerlingen onzer stadsschool,
een uitstapje te mogen doen, voor
hetwelk het Comiteit van den School
penning een hulpgeld van 250 fr.
aangeboden had.
Ziedaar hoe M. Colaert handelt, op
het oogenblik dat al de pogingen der
volksvrienden strekken om hun lot te
verbeteren, om hen te onderwijzen
en om hen te verzedelijken Welnu,
iedereen weet dat niets leerzamer en
aantrekkelijker is voor de jeugd dan
die schooluitstapjes onder de leiding
van verkleefde leeraars. Onze Bur
gemeester alleen schijnt het niet te
weten, of liever, wil die vermaken
niet voor de kinderen des volks.
Herleest het programma der tuin
dagfeesten, en gij zult zien wat hij
verkiest hun te geven. De reeks be
gint met den prijskamp van vinken-
gezang, wreed vermaak aangezien
men die arme vogels van het gezicht
berooft om hun gezang welluidender
te maken, of om hun een grooter ge
tal trillen te doen herhalen tot dat
hunne stem uitgeput is. (Merken wij
aan dat overal elders dat wreed ver
maak verboden is, evenals de hanen
gevechten).
Dan nog afgewisselde spelen op
het Zaalhof, voor het meeste deel
verstompende en die eindigen met
slemppartijen, en soms met twisten
en gevechten.
Ziedaar waartoe eenige der hulp
gelden dienen die zoo mildelijk door
M. Colaert verleend worden, en hij
weigert kortaf zijne ondersteuning
voor eene goede en nuttige zaak zoo
als een schooluitstapje.
Een Yperling.
In de laatste zitting van den Ge
meenteraad is door M. Colaert een
crediet van 2.000 fr. gevraagd ge
weest om den waterput te vullen en
te ontsmetten van den gewezen hof
der statie, met de belofte dat zulks
voldoende zal zijn, en dit spijts de
protestatien vanM. Vandenboogaer-
de, schepen der openbare werken,
die dat crediet als ontoereikend oor
deelt.
Wie van de twee heeft gelijk
Vandenboogaerde, die, vooral een
rechtzinnig mensch is hij wil de ge
wone middelen van onzen burge
meester niet gebruiken om de open
bare meening te foppen hij maakt
geene omwegen om de waarheid te
zeggen.
Indien de stad de dwaasheid niet
bedreven had in dat diep en zuiver
water vuilnissen te storten, die eene
ware pest veroorzaken, het is klaar
dat de put zou gevuld zijn geweest
met veel min kosten.
Voor de ontsmetting alleen zullen
de uitgaven boven de twee duizend
fr. zijn.
Men vraagt zich af wie het dom
bevel gegeven heeft dat water te be
zoedelen Het is geheel eenvoudig
dwaasheid
Ziedaar eene vraag die zou moeten
gesteld zijn geweest in de laatste zit
ting van den Gemeenteraad Maar
geen een Raadslid heeft dien moed
gehad Wij zijn overtuigd dat indien
het College over dat punt ondervraagd
ware geweest, M. Vandenboogaerde,
indien hij het bevel gegeven had
vuilnissen in dat water te werpen, de
openhartigheid zou gehad hebben het
te bekennen. Wat M. Colaert betreft,
hij zou gezegd hebben, gelijk altijd,
7 en is ikke niet. Ten anderen hij heeft
den moed zijne dwaasheden op den
rug vaneen ander te leggen die han
delwijze is gemakkelijk maar niet
moedig.
Ziedaar nochtans eene kwestie die
vraagt om opgehelderd te worden.
Ons geld zien verkwisten om de gek
heden te herstellen door het eene of
ander lid van het Schepencollegie
bedreven, men moet het bekennen, is
niet pleizierig voor de lastenbetalers
des te meer dat zij reeds sedert zoo-
lang'de uitvoering verwachten van
zooveele werken die besloten zijn en
waarvan de credieten gestemd zijn
geweest.
Is de stadskas zoo goed gesteld om
zich zulke verkwistingen toe te laten
Wij twijfelen er sterk aan, spijts al de
bevestigingen van M. Colaert.
Wij hebben altijd beweerd en w'
beweren van langs om meer dat h '1
beheer der stad in de handen is Va
onbezonnenen en onbekwamen. n
Het publiek, dat altijd wat zoro-e.
loos geweest is, zal nochtans eindigen
met te bekennen dat wij de waarholh
gezegd hebben
Onze stadhuisbazen zijn bezig met
duizende fr. te verkwisten ten gevol
ge hunner zorgeloosheid.
Het hier bovenstaande artikel be
wijst het op eene afdoende wijze.
Het is meer dan tijd een einde aan
deze verkwistingen te stellen
En zeggen dat de Vader der Stad
zich verzet tegeji eene uitgave van
omtrent 100 fr. om drinkbaar watei
te geven aan de bewoners van het
Hoornwerk.
't Is proper
Op het programma van Tuin
dag verscheen, onder andere, eene
schieting naar de chineesche schijf,
In plaats van eene onzer openbare
plaatsen voor dat spel aan te duiden
heeft MColaert niets beter gevonden
om eeenen klerikalen brouwer te be
hagen, dan de mast, die voor dat spel
noodig is, te doen planten in het
smalste deel der Lombaardstraat,
voor eene kleine herberg, waar ziel
juist een depot bevindt van ijzerei
balkjes, dat onze wonder-bare politie
gedoogtsedert eenige jaren, in tegen-
strijdigheidmet de gemeenteverorde
ningen.
Zoowel dat gedurende den gan-
schen duur der schieting, het verkeer
in gezegde straat verbroken is ge
weest.
scheidene artikels aan den schoonen
uitslag, in de Nationale Schieting
behaald door het 4e linieregiment,
in garnizoen te Brugge.
De afvaardiging van datRegimetn
komt inderdaad den in prijs te beha
len in den Nationalen Wedstrijd.
Wij voegen ons gaarne bij onzen
confrater van Brugge om het4e linie
regiment geluk te wenschen.
Onze lezers hebben in de dagbla
den de algemeene uitslagen van de
zen grooten Wedstrijd tusschen de
verschillende regimenten des lands
gelezen, die te Brussel komt te ein
digen.
Uit dien strijd waar 1500 der beste
geweeren van het leger in het wors
telperk getreden zijn, blijkt dat de
overhand gebleven is aan de eenige
regimenten in garnizoen in steden
die voorzien zijn van eenen stand.
Het bataillon van het 3e linie, in
garnizoen te Yper, heeft geen een
merkwaardigen uitslag bekomen en
dat is maar al te goed te verstaan,
gebrek aan vervoering. Wij weten
nochtans dat het bataillon van Ype'
uitmuntende schutters bevat. Maan
gelijk deze der Burgerwacht zijiU
in eenen staat van minderheid gestf
tegenover hunne medekampers, r
het voordeel der bestendige oefent
hebben.
Eens te meer is het aan den vad#'
landslievenden Poperinghenaar^ bur'
gemeester van Yper dat het 3e hn'e
zijne nederlaag te danken heeft.
Ook zijn wij deze dagen in een m'-
litairen kring niet verwonderd ge
weest de onverschilligheid van °n*
wonderbaar gemeentebestuur
eene juiste strengheid te hooren be'
oordeelen.
Wat kan de volmaaktheid van
leger en der burgerwacht onz
groot-meester schelen Hij ^aC
fijn mede. N\
Politiek maken en zich aan hei
wind vastklampen ziedaar zijne el s,
Te bemerken dat onze Burgem
ter ter zelf der tijde volksverte»
woordiger is en dat hij jaarhj
en fcOüiogOO, uiwnr «ij l/v/i-xlvykvi
F——
gp.ör»rnb"on njF. nranrorqn Innr-.-,. I
in TJelg ië
...IJ. VUII HOI;
ooG^Doo