A. Dechièvre
HET WILDE MEISJE.
De Stand.
Diefstal.
Een leït
dat niet gemeen is.
BERICHT.
de begrootingvan het Inwendige een
crediet stemt bestemd om de steden
rijkelijk te ondersteunen die hunnen
plicht verstaan Stands in te richten.
Welnu, tot hiertoe heeft hij zich de
moeite niet gegeven het deel te vra
gen dat toekomt aan de stad die hij
bestuurt.
Het artikelde Stand en het Leger
was geschreven wanneer het verslag
der laatste zitting van den Gemeen
teraad ons onder het oog gevallen is.
Wij zien er dat de achtbare Raads
heer D'Huvettere, de geniepige
mensch, zich vermaakt heeft met aan
jy[. den Burgemeester eene nieuwe
belofte van spoedige inrichting van
eenen Stand te eischen.
En met eene onwankelbare koud
bloedigheid en zijn gewonen toon
van rechtzinnigheid, heeft de heer
Burgemeester eens te meerbe
loofd.
De Stand heeft de Burgemeester
gezeid zal begrepen worden in de
reeks werken die zullen worden uit
gevoerd bij middel der leening waar
in het ontwerp dat eerstdaags aan
den Raad zal onderworpen worden.
Het geldt dus nieuwe middelen te
vinden voor de uitvoering van een
werk waarvan het crediet in de be
grootingen sedert tal van jaren voor
komt.
De huidige werkeloosheid heeft
dus voor voorwendsel het gebrek
aan geld. Indien die leening gedaan
wordt zal het werk logisch kunnen
uitgevoerd worden.
Welnu, neen Na het voorwend
sel van het geld, zal eene lange reeks
andere voorwendsels komen keus
van den grond, opmaking der plans,
opening van onderzoeken, vragen
van toelating, tusschenkomst der
verscheidene departementen, beraad
slaging van den Raad, enz, enz.
men wachthet geld om "de "zaak
te bestudeeren
Wij hebben in andere artikelen
bewezen dat de geldkwestie in 't ge
val volstrekt bijgevoegd is, aange
zien de grond gansch aangeduid voor
het inrichten van den stand aan de
stad toebehoort en dat de kost der
aardewerken bij na geheel betaald zal
zijn bij middel der hulpgelden van
de Regeering.
Neen, wat ontbreekt het is het geld
niet, maar den goeden wil
Zondag, 26 dezer, van 10 1/2 tot
2 1/2 ure, zijn er dieven binnenge
drongen in den hof van M. L.... ge
legen langs de Kasteelgrachten heb
ben er vier kiekens gestolen. Een
vijfde kieken dat zij waarschijnlijk
medegenomen hadden, is, rond 6 ure
's avonds, gekwetst teruggekomen.
Om hunnen diefstal te begaan, heb
ben zij de staken waaraan het ijzer-
draad vastgemaakt is, gebroken en
het ijzerdraad opheffende zijn zij er
onder in het kiekenkot binnenge
drongen.
De stoutheid van die kwaaddoeners
heeft geene palen meer, wanneer men
ziet dat zij bij klaren dag hunne
euveldaden durven begaan.
De politie, na onderzoek, heeft een
proces verbaal van dien diefstal op
gemaakt.
Men schrijft ons uit Waasten dat
het Stadsbestuur het diploma en het
eereteeken van het Nijverheidskruis
der 2" klas komt te ontvangen om be-
handigd te worden aan MejSophie
Mortreu, die gedurende eenen ter
mijn van 29 jaren, in dienst geweest
is van M. Delannoy-Behague van
Waasten en die nu in dienst blijft
van zijnen zoon, dem achtbaren sena
tor van Brussel, M. Emiel Delannoy.
Men weet dat dit kruis verkregen
wordt voor 25 jaren onafgebroken
dienst in dezelfde familie.
Onze gelukwenschen aan deze voor
beeldige en verkleefde dienstmeid.
Deze welverdiende en ongemeene
onderscheiding verheugt, wij zijn er
van overtuigd den waarden en uit
stekenden meester, even veel als de
moedige dienstmeid die er het voor
werp van is.
BALSAM, zuivere kinawijn,
verwekt eetlust.
NATIONALE TOMBOLA
Bond, der Belgische Blinden.
De trekking der tweede en laatste
reeks blijft vastgesteld op Maandag
3 September.
Het komiteit doet eenen laateten op
roep aan al de liefdadige personen die
verlangen mede te werken tot de ver
betering van het lot der ongelukkige
slachtoffers der blindheid.
Men kan biljetten bekomen, ten
prijze van 25 centiemen, bij Mr F.
STEPPE, Voorzitter van het komiteit
Peperstraat, 19, te Gent, en in den Maat-
schappelijken zetel van den bond,
Groote Markt24, Brussel.
[Medegedeeld.)
Ministerie van Spoorwegen,
Posterijen en Telegrafen.
Beheer van Staatsspoorwegen.
Aanwerving van het technisch
personeel.
I. Vergelijkende examens worden afge
nomen in December 1906, voor drie plaat
sen van ingenieur te begeven bij Trekdienst
en Materieel, en in Januari 1907, voor drie
plaatsen van ingenieur te begeven bij den
li:' Wiè"aand^'"e'xarfrens wn ueeine-
men moet
1° In de maand December 1906, ten hoog
ste 29 jaar oud zijn
2° Gediplomeerd zijn als burgerlijk mijn-
ingenier of als ingenieur van burgerlijke
bouwwerken.
Ill Elke vraag tot deelneming moet wor
den gestuurd naar den heer Minister van Spoor
wegen Posterijen en Telegrafen (1) en ten laatste
den 31" October aanstaande bij het Departe
ment inkomen.
De aanvrager geeft daarin op
1° Hoe oud hij is fjaar, maand en dag der
geboorte! en, zoo hij bij het leger is geweest,
hoe lang hij werkelijk gediend heeft;
2° Of hij verlangt deel te nemen aan de exa
mens zoowel voor Wegen Werken fart. 9, letter
A van het programma der vakken! als voor
Trekdienst en Materieel (ibid., letter B), of voor
een enkelen, door hem te bepalen dienst
3° Over welke taal, Vlaamsche, Hoogduitsche
of Engelsche, hij verlangt ondervraagd te wor
den op het bijzonder examen, vermeld in art 9,
letter A en B, van het programma der vakken.
4° Hij voegt bij zijne vraag het diploma, be
doeld bijl II, 2°, of een behoorlijk gewaarmerkt
afschrift daarvan.
IV. Tot het aantal te begeven bedieningen
worden candidaten aangenomen als stage
doener, mits zij, bij hunne benoeming
1° Belg zijn
2° Van onbesproken gedrag zijn
3° Vrij zijn van alle krankheid, lichaamsge
brek of gebrek van gestel en ten minste lm55
groot
4° Des gevorderd, voldaan hebben aan de
wetten op de militie eu op de burgerwacht.
AJszij bij het leger dienen of gediend hebben,
moeten zij, daarenboven, bij het Departement
van Oorlog gunstig aangeschreven staan
5° Des gevorderd, bewijzen dat hun diplo
ma bekrachtigd werd overeenkomstig de wet
van 10° April 1890 op de begeving van acade
mische graden.
V. De jaarwedde van de aanneembaar
verklaarde candidaten, gedurende de stage,
bedraagt 2400 frank, benevens vergoeding,
wanneer zij voor den dienst moeten reizen.
ELIXIR D'ANVERS stilt maag-
en buikpijn.
De plicht van alle libeeaal
is van zich te ahonueeren
aan De Weergalm.
Btanque et Bgecour renten!
Achat et Ven te
de Blonds publics
change de coupons.
Conversion et Souscript ion
a tons emprunts Beiges et étrangers.
BBétivrance sur tous pays
de lettres de crédit, traites et chèques.
Avances de fonds. Depót de fonds.
Comptes-courants de Depóts de fonds
avec carnet de chèques.
15, riiii <lc Mciiin, 15 S
I» R E "J
I liaison fondoe en i
1873.
flj Wie nog dient, sture zijne aanvraag,
langs hiërarcliieken weg, tiaar het Departement
van Oorlog.
AVIS IMPORTANT.
Verification des tirages de titres
remboursable3.
Les listes qui me sont présentées
doivent être dressées par ordre numé-
rique.
Le bureau est ouvert de 9 d 12 hresmatin.
EERSTE DEEL.
II.
De Blinde.
Het kind wachtte zich wel aan zijne moe
der te zeggen welke tooverkracht hem tot
het gesprek van den ridder de Verseilles
aanlokte de nederige vrouw, verheugd om
dat haar zoon de gezel der jacht en der
wandelingen van den oud-officier was ge
worden, raadde het gevaar van die betrek
kingen niet. Zij moedigde Laurens aan die
aangroeiende vriendschap te onderhouden,
en de jongen vertoefde niet eerst aan zijne
moeder en dan aan Maucroix te zeggen dat
hij nimmer in het Seminarie zou treden.
Wat zult gij doen vroeg Marianne
verschrikt.
Ik zal reizen.
In welk land.
uverai 1
Dat is wijd en verre
Herinner u dat ik wil rijk worden.
Vergeet gij dat ik alleen ben, dat ik
oud wordt
Marianne weende, bad het kind veinsde
bewogen te zijn, maar op zijne beurt werd
hij droefgeestig, en op de angstige vragen
zijner moeder vergenoegde hij zich met te
antwoorden
Waarover beklaagt gij u ik blijf.
Gij slachtoffert u.
Uwe voldoening beloont mij.
En mag ik weten of gij hartzeer hebt
Wij moeten nochtans malkander ver
staan, zegde Laurens op zekeren dag tot
Marianne wanneer ik u gesproken heb
van het dorp te verlaten, de groote steden
te bezoeken en dè verafgelegene kusten te
doorloopen. hebt gij mij geantwoord dat
mijne afwezigheid u zou dooden, en voor u
verzaak ik aan mijnen duurbaarsten
droom.... Waarom bekommert gij u nu
wanneer gij mij met het hoofd vol ziet Is
het niet genoeg dat ik mij naar uwen wil
schikke.
Neen, indien gij lijdt.
Een van ons beiden moet ongelukkig
zijn. Het is billijk dat ik het zij.
Neen neen de opoffering is de rol
der moeders; gij moogt vertrekken, Lau
rens, ik wederhoud u niet meer.
Gij zult mij beweenen.
God alleen zal het weten.
Gij zult mij om mijne verlatenheid
vervloeken.
Kniel u neer. zeide Marianne op
plechtigen toon.
Laurens boog zich, en de weduwestrekte
hare hand uit over het hoofd haars zoons.
Heer zegde zij, dat mijne tranen hem
tot zegening gerekend worden dat mijne
gebeden hem een gestadig geluk verschaf
fen Bewaar hem eerlijk man, en bovenal
christen mensch.
Zij hield een oogenblik stil, de tranen
verstikten haar.
Ik zegen u, hernam zij, voor deze
I wereld en voor de andere doe mij slechts
eene belofte.
Dewelke, moeder
Hoe verre gij van Frankrijk moget
i verwijderd zijn, zweer mij terug te komen
den dag dat de ziekte of de ouderdom mij zoo
I wreedelijk overvallen dat ik den dood ver
wachten moet.... Ik wil u wederzien vóór
aleer mijne ziel aan God terug te geven.
Ik zweer bij uwen eersten roep weder
te keeren.
Uwe wenschen worden dus volbracht,
mijn kind Van heden af zijt gij vrij. Waar
denkt gij te gaan
Eerst naar Parijs, om eene vurige
nieuwsgierigheid te voldoen, dan naar Ame
rika om uwe fortuin te maken. De ridder
der Verseilles zal mij aanbevelingsbrieven
geven en inlichtingen verschaffen.
Acht dagen later ontving Marianne tien
duizend ponden bij haren notaris haar
schoonste stuk land was verkocht.
Laurens ontving die som met eene groote
dankbaarheid, maar de blijdschap die hij
betuigde bedroefde de moeder meer dan zij
haar verheugde.
Twee maanden later was de jongen te
Parijs, van waar hij geestdriftige brieven
naar zijne moeder schreef. De goede priester
las die brieven al zuchtende. De weduwe had
er slechts den laatsten regel van onthouden,
dezen waarin haar zoon haar eenen kus
zond.
Tegen de verwachting der goede vrouw,
verliet Laurens Parijs om zich naar Haver
te begeven. Hij kwam naar het dorp niet om
zijne moeder te omhelzen.
De weduwe gevoelde haar kruis meer op
hare schouders drukken, maar zij was
christene, zij onderwierp zich.
Een jaar nadien schreef Laurens eenen
brief uit Venezuela gedagteekend. Zijne za
ken, die eerst voorspoedig waren, kwamen
eene moeielijke wending te nemen. Een
trouwelooze handelsgenoot had het gemeen
schappelijke kapitaal verkwisthij vroeg
eenige hulp aan zijne moeder, er bijvoegen
de dat zij tweemaal zou dienst bewijzen
met hem niet te laten wachten.
Twee vaa Mariane's stukken land werden
onmiddelijk te koop gesteld, en de verloren
zoon ontving 3,000 fr. te Venezuela.
Zijne brieven bleven voortdurend zeld
zaam. De grond zijner bliefwisseling bleef
altijd dezelfde, de vorm alleen veranderde.
Hij doorliep Amerika in alle richtingen en
was nu mijnwerker en dan duiker. Twintig
maal meende hij de fortuin te vatten, twin
tigmaal liet zijne verijdelde hoop hem meer
ontmoedigd en onzekerder. Hij bevond zich
bijna zonder brood na zijne armen tot aan
zijne ellebogen gedompeld te hebben in het
goudstof dat door de baren der rivieren bes-
van hem meester. Hij vroeg zich af wat de
hefboom van den gedroomden rijkdom zou
zijn. Helaas Marianne kon niets meer voor
den ondankbaren. Op eiken brief antwoord
de zij met eenig geld te zenden. Hare lan
den werden de eene na de andere verkocht
zij staakte slechts hare edelmoedige on
voorzichtigheid wanneer haar nog slechtshet
kleine tuintje overbleef waar zij hare bieën
kweekte, en de hut dia van langs om slech
ter werd.
Door vele weenen ward zij blind, door
vele lijden gevoelde zij verscheidene malen
de kloppingen van haar hart stilstaan. Eene
kramp kon haar wegrukken. Zij herinnerde
zich den eed van Laurens en riep hem tot
haar terug.
De verkwister zag voor de honderdstemaal
zijne eerzuchtige droomen verijdeld, toen
de wanhopeude kreet zijner moeder hem
toekwam. Hij was rechzinnig in zijne aan
doening.
Zjj alleen heeft mij bemind peinsde
hij; zij alleen heeft zich geslachtofferd Ik
ben eene ondankbare.
Hij scheepte in aan boord der Geduchte,
na Marianne over zijne aanstaande komst
verwittigd te hebben.
De blijdschap gaf de blinde als het ware
eene nieuwe jeugd weder. Josie kreeg bevel
het arme huis op te schikken. Men bereidde
er de kamer des afwezigen zij had zorg
gehad de meubelen te bewaren die weleer
de slaapplaats des jongelings versierden,
toen zij bijna rijk was. Men hoorde Ma
rianne een wiegelied neuriën, ter gedachte
nis van den tijd op welken zij haren zoon
wiegde.
De blinde, op Josie geleund, begaf zich
naar de pastorij en vroeg aan de oude dienst
meid dat zij haar zou binnen leiden.
Hij komt weder ■zeide zij, mijhneer
de pastoor, mijn zoon komt weder
Goede Marianne, tracht dat hij u bij-
blij ve na zoovele veldslagen verloren te
hebben moet hij meer dan een likteeken
hebben behouden.
God zal mij helpen, antwoordde de
blinde, en gij zult bidden.
Maar drie weken waren nog niet verloo-
pen sedert Marianna die tijding aan den
eerw. priester gebracht had, of deze vernam
de ramp der Geduchte.
De kapitein Gaspard, op wonderbare
wijze aan de dood ontsnapt, had aan den
abt Régis, zijnen bloedverwant, een zeer
VAN DEN
«=>0 C3s^Oo-c=»
-Sr
Ni
Os
(23e VERVOLG.)
fvxsld TT-wioDo -ror-naooidhoid maakt© zich