Stadsnieuws.
Slechte gazetten.
Plotselinge ontwaking.
Het geval
van 11. Vanderghote.
Een nieuwe Schouwburg
te Yper.
1. Stadsfinanciën: rekening 1905.
Deze rekening is onderzocht geweest
in atdeelingen, zij heeft geene aanlei
ding gegeven tot eemge opmerking.
Ziehier den korten inhoud er van
De gewone ontvangsten beloopen tot
fr. 372,809 48
De gewone uitgaven
tot 326,300-37
Overschot, fr. 46,109-11
De buitengewone ont
vangsten, beloopen tot fr. 137,210-28
De buitengewone uit
gaven tot fr. 73,185 66
Overschot fr. 14,024-62
Overschot der gewone
ontvangsten fr. 46,109 11
Overschot der buitenge
wone ontvangsten 64,04-62
Algemeen overschot fr. 1,101,133 73
Goedgekeurd.
2. Bibliotheek begrooting 1907.
Het Schepencollege heeft van M.
Bossaert, den voorzitter der Biblio
theek het verslag ontvangen aangaan
de de beweging der openbare en volks
bibliotheken in 1905. Volgens dat ver
slag, blijft de openbare Bibliotheek
zeer bezocht te worden. Onafhankelijk
der geraadpleegde boeken en gewroch
ten ter plaats, zijn 2419 gewrochten
uitgeleend geweest ten huize aan 1068
leeners
Voor wat de Volksbibliotheek aan
gaat, zij is bezocht geweest door 218
mannen en door 52 vrouwen die 3177
volumen in mededeeling ontvangen
hebben. Er is dus verhooging van 700
boekdeelen bij 1905.
De ontvangsten en uitgaven der be
grooting voor 1907 zijn gelijk tot de
som van 1,514-84.
Eenpariglijk aangenomen.
Er is eene polemiek ontstaan in de
lokale weekbladen nopens den dienst
der bibliotheek en het verlof verleend
aan den bibliothekaris. Wat men er
ook van zegge, de dienst lijdt niet door
de afwezigheid van den bibliothekaris.
Maar het blad dat gezegd heeft dat de
bevoegde overheid de voorzitter der
bibliotheek was, heeft zich vergist.
Er is overeengekomen geweest tus-
schen M. Bossaert en den Burgemees
ter dat de verloven zouden toegestaan
worden door den burgemeester zelf.
Maar dit jaar heeft de bibliothekaris
hem niets gevraagd. Hij is sedert reeds
veertien dagen afwezig.
Aan eik dus zijne verantwoordelijk
heid en zijne bevoegdheid.
Het is zeer moeielijk een verlof te
geven aan iemand die het niet
vraagt. (1)
De begrootingen der lagere, bewaar
scholen en scholen van huishoudende
worden tot eene naaste zitting verscho
ven.
Er dient onderzocht te worden welke
de onderwijzers en onderwijzeressen
zijn die moeten verhoogd worden.
6. Klas van huishoudkunde der
vrije Mariaschool rekening 1905-
1906 en begrooting 1906-1907.
Wat de rekening aangaat, de inkom
sten en uitgaven beloopen tot de som
van 1,940 fr.
Goedgekeurd.
Voor de begrooting zijn het dezelfde
cijfers.
De toelaag der stad is van 570 fr.
M. Bouquet vraagt om de toelaag der
stad te brengen op 750 franks, gezien
de diensten welke deze school aan de
werkende klas biedt.
M. Fraeys ondersteunt de vraag van
M. Bouquet.
De Raad stemt eenpariglijkdeze ver
hooging. Bij gevolg zal de toelaag der
stad 750 fr. zijn. (2)
(1) Niet waar dat liet Journal d'Ypres, eene
schoone gelegenheid geruist heeft om te zwij
gen, aangezien het gelogenstraft is door zijn
eigen meester. (N. d. R.)
(2) Onze achtbaren trekken al af wat zij kun
nen van de credieten verleend aan de offieieè'le
scholen en verhaasten zich onophoudelijk hulp
gelden te verleenen aan de vrije scholen.
Indien zij konden al de officieële scholen af
schaffen gelijk zij het stadscollege afgeschaft
hebben, zij zouden geen oogenblik aarzelen
(N. d R.)
7. Buurtspoorwegen intercom
munale maatschappij.
Op het voorstel van het College
neemt de Raad het grondbeginsel van
intercommunale maatschappij aan
voor de uitbating der lijn Yper-Belie.
Er is beslist geweest dat de afdeeling
Poperinghe-Reninghelst zal voortgaan
naar Kemmel. De stad Popennghe zal
verbonden worden tot Waasten.
Waasten zal niet weigeren,
M. Sobry. Deze lijn zou kunnen
rechtstreeksch zijn tusschen Belle en
Lichtervelde. met langs Poelcapelle,
Hooglede en Gits te gaan.
M. Golaert. Het College is van uwe
meening. Daze kwestie zal kunnen on
derzocht worden. Voor het oogenblik
ware het verkieslijk niet aan te dringen
om de onderbreking der werken te
vermijden.
M. D' Iluvettere deelt die zienswijze
niet, hij zou willen dat de lijn voort
gaat naar het Noorden der provincie.
M. Fraeys deukt de tolk te zijn der
openbare meening met te klagen ovèr
het uurwijzer der lijn van Diksmuide
Het is aller noodzakelijkst dat er po
gingen gedaan worden bij de belang
hebbende maatschappij om dit uurwij
zer in overeenkomst te stellen met dat
der andere treinen.
MGolaert denkt niet dat met voet
stappen te doen, deze zouden gelukken,,
omdat de stad Yper niet tusschengeko-
men is in het leggen der lijn van Diks
muide. Water vanzij, om het achtbare
Raadslid te voldoen zal het College
moeite doen bij de belanghebbende
maatschappij
M. Fraeys vestigt de aandacht van
het College op de weinige breedte der
brug op de vaart der Lei naar de Yper-
lée, Veurnesche steenweg De staat de
zer brug maakt een waar gevaar uit en
hare verbreeding dringt zich op.
M. Golaert antwoordt dat de kwestie
der verbreeding dezer brug ter studie
is.
M. Bouquet vraagt wanneer de Water
kasteelstraat met het gas zal verlicht
worden
Hij vestigt de aandacht op de klach
ten nopens het gebrek aan verlichting.
M. Golaert. De onderrichtingen
zijn gegeven met het zicht der kanali-
seering dezer straat.
Wat die aangehaalde klachten aan
gaat, wij hebben onze maatregelen ge
nomen, de bestuurder is geroepen ge
weest in zitting van het College om
hem de dingen kenbaar te maken die
te wenschen laten, desnoods zullen wij
strenge maatregelen nemer).
M Bouquet. De petrollampen op
den weg van Meenen waren Maandag
avond niet ontsteken.
MGolaert. Dat zal kenkaar ge
maakt worden in het politie verslag.
M. Sobry zou willen dat de weg gele
gen voor het huis van Peirsegaele, niet
verre van de statie, hersteld worde.
Het College zal de zaak onderzoeken.
De openbare zitting wordt ten 6 ure
30 geheven.
De Gemeenteraad in geheime zitting
vergaderd, stelt aan de Regeering vóór
als luitenant van het pompierskorps,
M Maurits Vergracht, onder-luitenant,
en als onder-luitenant, M. Ernest
Seys, nijveraar.
Nieuwjaar nadert, dus begint men
te spreken over de hernieuwing der
abonnementen aan de gazetten.
De zwarte kiesdravers beginnen des
Zondags in de leege- en hoogemissen
te donderen legen de slechte gazetten.
Dit wil zeggen tegen de politieke ga
zetten die niet kunnen van hunnen
kant zijn.
Zij maken aan de eenvoudige men-
schen wijs, dat alwie zich aan die
gazetten abonneert verdoemd is, zoo
wel als deze die de heilige schriftuur
of den Bijbel lezen.
Waarom donderen ze legen de po
litieke gazelten
Omdat zij weten, dat de menschen
welke diegazetten lezen oordeelkracht
verkrijgen, en zoo lichlgeloovig niet
meer zijn. Zij redeneeren en daarmee
begrijpen zij dot de hedendaagsche
pastoors geene discipels van den ne-
derigen zoon Gods meer zijn, maar
menschen die van hun kleed mis
bruik maken om gemakkelijker de
menschen te kunnen uitbuilen, te
dwingen en als er zijn die zich verzet
ten en niet dansen gelijk ze fluiten, ze
te broodrooven.
Zij begrijpen ook dat die pastoors
die altijd de nederigheid, den vasten
en de vrijwillige armoede aan hunne
nederige parochianen aanprijzen, de
hooveerdigheid, de fijne brokskens en
het geld boven alles bef hebben.
Zij begrijpen ook dat de pastoors
hunne plichten te buiten gaan, met
zich met de politiek te bemoeien 1"
als staatsambtenaar en 2' als minis
ter van een God van vrede en liefde.
Waarom is het verboden den Bij
bel te lezen
Omdat de menschen daarin te
klaar en duidelijk zouden zien tot
wat doel God den mensch heeft ge
schapen, en ook hoe schandalig"en
zedeloos sommige koningen en pries
ters leefden
Het is ook om die reden dat de pas
toors tegen het verplichtend onder
wijs zijn, de menschen zouden im
mers te slim worden en dan zouden
zij zich zoo gemakkelijk niet meer la
ten uitstroppen.
Om die vuige lasteraars en volks
bedriegers tot" hunne plicht te bren
gen ware het te wenschen dat de vrij
zinnige pers een comiteit vormde,
ten einde al de priesters te doen ver
volgen, die onze gazetten op den
preekstoel aanranden.
Het Journal dYpres bevond zich,
tot groote wanhoop zijner ontelbare
lezers, sedert lange maanden in eenen
doodslaap gedompeld, aan zijnen on-
gelukkigen uitgever geen ander hulp
middel latende dan de schaar.
Er was slechts een niet beleedi-
gend artikel noodig, waarin wij de
herinnering der groep Yperlingen
opgeroepen hebben om den liefelijken
opsteller van het Journal te ontwa
ken, hem zijne razende pen te doen
hersnijden en in zijne kolommen eenen
hoop zinsneden te schrijven, door-
zaaid met booze bedoelingen aan het
adres van den waardigen voorzitter
dezer groep, die ze waarschijnlijk
voor rekening zal laten van zijnen
gasachtigen verzender.
Vreest het onbehendig Journal
nochtans niet dat de groep Yperlin
gen zijne kolommen overstroome
met verpletterende snedige antwoor
den, die deze herinneren welke hein
in zulke slechte houding stelden, ge
durende de gasperiode
Waarlijk het zou ons niet mishagen
dien strijd te zien herbeginnen waar
uit het Journal gansch gekneusd ge
komen is.
Wat ons aangaat, benuttigen wij
de ontwaking van den slaperigen op
steller om hem eenige antwoorden te
vragen die wij zoolang te vergeefs
afgewacht hebben
Is de grrroote fabriek wel overeen
komend met de voorschriften van het
lastenkohier
Heeft het gas de geregelde hoeda
nigheden, de drukking, en de hevig
heid Is de voorraad voldoende
Worden de werken uitgevoerd
volgens de voorschriften voor wat de
openingdergrachten, het dammen en
de herstelling der plaveiing aangaat?
Is het waar dat de jonge bestuur
der voor het Schepencollege is geroe
pen geweest, dat hem eene strenge
vermaning gegeven heeft en dat men
hem bedreigd heeft hem te straffen
Is het waar dat de jonge bestuurd-
der pruilt, denkt te vertrekken, en
zou vervangen worden door een nog
jongeren bestuurder, Bruggeling ge
lijk zijn kozijn
Door welk toeval bezitten al de
t.®chniciens de begaafdheid al de vol
doeningen te geven aan onzen duur
baren burgemeester, wanneer deze
zich wantrouwend heeft getoond ten
opzichte van den technicien der groep
Yperlingen
Is de toestand van M. Vanderghote
in de fabriek der concessionnarissen
van de verlichting niet onvereeniv-
baar met zijne bediening van gemeen
teraadslid
Maar blijven wij daarbij, vermoei
en wij niet te zeer den pas ontwaak
ten konfrater. Als wij te eischend
zijn zullen wij misschien niets beko
men.
Het is gelijk, het geweten van M.
Vanderghote is onderworpen aan
eene zeer harde beproeving.
Eerlijk man zijn en twee meesters
moeten dienen wier belangen tegen
strijdig zijn, is een bijzondere toe
stand die waard is de aandacht d«r
zielkundigen te treffen.
M. Vanderghote is gemeenteraads
lid en terzelfde tijde factotum in de
fabriek De Brouwer.
Het gemeenteraadslid heeft den
eed afgelegd en de rechtschapenheid
verplicht hem overigens voor de ge
meente belangen te zorgen.
De eerlijke bediende heeft voor
gewetensplicht voor de belangen
zijns meesters te zorgen.
M. de bediende Vanderghote weet
dat zijn baas de lasten niet vervult
van zijn contrakt met de stad de
stad is beschadigd.
De Raadsheer Vanderghote heeft
voor plicht tusschen te komen den
nalatigen, feilbaren of onbekwamen
baas tot de orde te roepen en straffen
op te leggen.
De baas van M. Vanderghote ver
waarloost of weigert de verwoeste
en bedorvene bestrating in goeden
staat te stellen.
De Raadsheer Vanderghote be-
statigt dat het met 't geld der stad
is dat dit werk gedeeltelijk gedaan
wordt.
De Raadsheer Vanderghote duldt
dus de verkwisting der stadsgelden
ten voordeele van den baas van den
bediende Vanderghote.
De heer bediende Vanderghote
weet dat een tal lanteerns te laat
ontsteken,, te vroeg uitgedoofd wor
den of in het geheel niet branden,
volgens de opgelegde tabel.
De heer bediende Vanderghote
weet zeer wel dat de drukking ont
breekt, dat het meerendeel der
Auer netten versleten zijn.
De Raadsheer Vanderghote weet
dat er schreeuwende misbruiken zijn
en zijn geweten van eerlijken open
baren mandaathouder moet in op
stand komen.
Wij verwijten M. Vanderghote
geenszins een beteren toestand aan
vaard te hebben, met in den dienst
te treden der Brugsche nij veraars,
welke hij door zijne stemmen in onze
stad geroepen heeft, maar het is
onze plicht te doen uitschijnen dat
de onafhankelijkheid en de vrijheid
hem ontbreken om, zooals het be
hoort, zijn mandaat van gemeente
raadslid te vervullen.
Er is ernstig spraak van ons te
begiftigen met eene nieuwe Schouw
burgzaal in hetzelfde gebouw zou
men verscheidene diensten huisves
ten, die er beter hunne plaiats zouden
vinden dan op hunne huidige plaats
zooals den dienst der lijkstatie, het
pompierskorps en de politie.
Wij bekennen volgaarne dat de
Schouwburgzaal die wij heden be
zitten te wenschem laat, bijzonder
lijk voor de vlaamsche vertooningen
die altijd zooveel volk aantrekken,
het gebeurt niet .zelden volk te moe
ten weigeren in de vertooningen on
zer dappere Vlaamsche Ster.
Wij hekelen dus het gedacht niet
ons met eenen nieuwen Schouwburg
te begiftigen.
Maar hetgene waartegen wij
staan, 't is dat er kan spraak zijn;
—i-