Stadsnieuws. A. Dechièwe Het heeft gesproken HET WILDE MEISJE. Waar er dwang is, is geen vreugde. Een nieuw noorderlicht. Kiesbedrog. Ten propoosle - van begravingen. Vlaamscb Tooneel. Rechterlijke kroniek. Société Royale des Francs Arbalétriers. 1111111 g II1I111 Een goed liiieeaaB abon neert zich aan DE WEER- t Eindelijk heeft het Journal d'Y- pres 'm zijn nummer van Zaterdag, gewaardigd te laten weten aan de katholieken dat Yperlingende groote stoutheid gehad hebben te klagen over het gas. Het Journal neemt aan dat het gas niet gezuiverd is, maar volgens hem heeft dit niet het minste belang. Het godvruchtig Journal spot met dezen die klagen, met dezen die verschrik ken met dezen die zouden willen dat dit misbruik eindigt, en die zoo stout zijn het gas te doen ontleden zij vallen zelfs en vooral den scheikun dige aan die de zending aanvaard heeft de ontleding te doen. Het hei lig blad durft nog op de vingeren van M. Colaert niet kloppen die, na mens de stad, het op zijne beurt heeft doen ontleden Maar dat hij oppasse indien de Burgemeester durft het las- tenkohier opdringen en boeten toe passen. Zoolang men aan de kas der fabriek niet raakt, is het Journal meegaande Het is met genoegen dat wij het antwoord van M. Terlinck lezen en welk wij in het Journal d' Ypres vin den. Het is verplicht geweest het over te nemen in zijn nummer van over acht dagen. Het is snijdend en wel verdiend. Voor het oogenblik doen wij, voor watons aangaat, drie bestatigingen i° Dat de stadsoverheid sedert een jaar het lastenkohier niet durft toepassen 2° Dat het gas De Brouwer niet gezuiverd is 3° Dat de katholieke* pers zich de verdedigster van dat misbruik maakt. Het Journal d' Ypres kan of durft de verdediging der Ypersche belan gen niet in handen nemen. Het neemt ronduit de verdediging van dezen die de Yperlingen uitbuiten. Onze meesters hebben van het gas De Brouwer eene politieke en gods dienstige zaak gemaakt. De eerlijke godvruchtigen zijn er uit ganscher karte naartoe gegaan. Misschien zul len zij eindigen met te zien dat men het op hunne beurs gemunt had en dat de godsdienst en de partij niets in de zaak te zien hadden In alle geval de niet verblinde ka tholieke Yperlingen kunnen bestati- gen dat hun zoogezegd orgaan den spot drijft met hunne stoffelijke be langen Maar zij blijven overtuigd, de on- noozele lieden, dat de godsdienst en de zedeleer hen verplichten de hee- ren Colaert, De Brouwer en Cie te bewonderen in al hunne werken. Voor hen is het de eeuwige zalig heid M. Valcke deed onlangs eene nieuwe kanaliseering leggen buiten de Diksmuidepoort, buizen gebrui kende van 7 c. M. De Brouwer, de groote gasfa- brikant. welken M. Colaert is gaan opvisschen in de Ezelstraat, te Brug ge, kwam onverwachts op om de Yperlingen te vernederen Natuurlijk de nieuwe nijveraar vernietigt van over eenige maanden de buizen Valcke om ze te vervangen door buizen van 15 c. Op dit oogenblik neemt men de buizen uit van 15 c. en men vervangt ze door deze van 7 c. Gevolgen i° Geld weggesmeten Dat is zijne zaak 20 Nieuwe verwoesting der schoo- ne nieuwe bestrating die de Staat komt te leggen Dat moet de zaak uitmaken der Bruggen en Wegen I Maandag laatst, ter gelegenheid van S' Cecilia, had de Stadsharmo- nie een banket in de Blauwe Zaal. Het feest was opgeluisterd door de tegenwoordigheid der heeren Colaert, Struye, Fraeys, Sobry, Bouquet, Dochy, K. Baus, Jules Baus, Calle- waert, enz., enz. Rond 3 1/2 ure na middag, op het oogenblik dat de glazen geheven waren om te drinken op de gezondheid derStadsharmonie, doofde eensklaps het gas uit, de ge- noodigden in de diepste duisternis latende. Onze muzikanten vonden niets beter dan het volkslied van Nich- je's gas aan te heffen. In eenige oogenblikken werd de zaal vervuld met een stinkenden geur. Maar gelukkiglijk M. Jules waak te. Hij liep links en rechts om de bekken toe te draaien en dank aan zijne pogingen verdween allengskons de slechte reuk, De heeren Colaert en Fraeys wa ren ontsteld en dronken een menigte glazen om zich te herstellen. Dit nieuw noorderlicht bracht hunne ver slagenheid ten top. Waarlijk, Nichtje's gas speelt maar slechte streken aan onze stad huismannen. Wij hebben in ons laatste nummer afgekondigd, volgens de Etoile Beige dat de kiezerslijsten te Dottignies den eigendom van een renteboekje toe schreven aan zekeren abt Ooornaert, wanneer hij er geen bezat. De Burge meester van Dottignies heeft aan da Etoile Beige eenen brief van protestatie gestuurd waarin hij verklaart dat het feit valsch is. Het Journal dl Ypres zegepraalt. Het is gemakkelijk orn te zegepralen, want voor een feit van bedrog die zou komen te vallen, maken wij er twaalf andere kenbaar die niet min ernstig zijn onder de hanateekeniug van M. Rens, volksveitegenwoordiger van Aalst Een onzer lezers vraagt ons weiken dienst men zou moeten kunnen betalen om in de kerk begraven te worden of schoon men alle hulp van eenen pries ter geweigerd heeft. Wij erkennen onze onbevoegdheid en wij zenden onzen lezer naar Al. Wien het toekomt Den Maandag 19 dezer had hier te- Yper eene prachtige vertooning plaats. De leden der Maatschappij de Kruis broeders vanKortrijk voerden het drama op getiteld Liefdedrifteen gewrocht van groot gehalte, komende uit de pen van den onwaardeerbaren Nestor de Tière. De Kruisbroeders hebben dit drama op eene meesterlijke wijze gespeeld en hebben al de schoonheden en de fijnheden van het stuk doen uitkomen. De dames Blankenstein, Boneeteke, Mattelaar en Van der Heydeu stonden hen flink ter zijde en hebben niet wei- nig bijgebracht om het stuk volkomen te doen gelukken De heeren spelers waren allen op de hoogte hunner taak en wij sturen hen allen een welge meend proficiat toe. Jammer maar, dat de zaal niet prop- pens vol was. De onverschilligheid der Yperlingen voor het vlaamseh tooneel is waarlijk te groot. Hét franskiljonis me heeft te diepe wortelen geschoten opdat zij zouden gewaardigen de wer ken onzer groote vlaamsche schrijvers te komen aanhooren en de vertolkers dezer schooue gewrochten te komen toejuichen. Eene fransche vertooning moeten zij hebben, al waren de stukken die men er opvoert slechts draken die de los heid der fransche zeden afschetsen en al verstonden zij geen tien woorden van hetgeen er gezegd wordt. Alaar het is fransch, het is schooner, cela a phis de chie alsof onze schoone vlaamsche letterkunde moest onder doen voor de taai van chez-nous. Beklagen wij die verblinde Vlamin gen die zich zei ven straffen door hunne onbezonnenheid en zeggen wij luidop dat zij die zich toeleggen op de vlaam sche tooueelletterkunde en zij die de vlaamsche gewrochten vertolken recht hebben op onze bewondering en op onzen mmgsten dank. Proficiat, Kruisbroeders uw bijval is zoo groot geweest dat velen het be klagen u niet te zijn komen toejui chen. Gij zijt ware tooneelspelers, goede kunstenaars en gij hebt bewezen dat gij de stukken onzer vlaamsche meesters ten volle begrijpt. Nog een gul proficiat en al onzen dank voor uwe schoone vertooning. H. C. Proeft Petit Iteiirre PAREIN Antwerpen: De zaak van den moord van Ghelu velt is Donderdag 11. opgeroepen geweest vóór de boetstraffelijke rechtbank on zer stad. Decroix,boerenwerkman, aangehou den, deed bekentenissen en bekende de dader te zijn van de messteek aan den genaamden Vankerrebrouck, weike de dood veroorzaakt heeft. De betichte had zijn mes getrokken omdat hij zelf gekwetst was geweest in de worsteling en hij had in den hoop gesteken. Da boetstraffelijke rechtbank heeft Decroix veroordeeld tot eene gevang zitting van vijfjaren voor moord en tot driemaal acht dagen om slagen ge bracht te hebben aan andere personen. Daarenboven heeft hij zich vijf tranken boete zien geven voor dronkenschap. Onze lezers heriunerenzich deaftrog- gelarij bedreven ten sterfhuizo van Mevr. de Gravin Iweins du Chastel de la Howardries De aftroggelaar deed hem door een valsch handteeken, het bedrag der begrafeniskosten van ge zegde Gravin overhandigen. Een zekere Huylen, door de boet straffelijke rechtbank van Brussel ver oordeeld tot bijna vijf jaren gevange nisstraf voor soortgelijke feiten, werd verdacht de dader te zijn der aftrogge- larij te Yper gepleegd. Vergeleken met verscheidene getui gen die hem herkenden, loochende hij eerst en eindigde met te bekennen. In hare rechtzitting van 22 Novem ber 11. heeft de boetstraffelijke recht bank Huylen veroordeeld tot eene ge vangzitting van twee jaren en zes maanden. iSftisque ei Mecour cement .1 chat et S ente de Sfmés publics change de coupons. €lonve»'sioneiHousceiption a tons emprunts Beiges et étrangers. Bïéticvancc sue tons pups de lettres de crédittraites et chèques. Avances de fonds. Dépot de fonds Comptes-courants de Dépots de fonds cwec carnet de chèques. 15. b'iip de Menial, 15 3 I» II E H S- -I Malson foBidcc en 1 1873. AVIS IMPORTANT. Vérification des tirages de titres remboursables. Les listes qui me sont présentées doivent être dressées par ordre numé- rique. Le bureau est ouvert de 9 a 12 hr6Svialin. Lundi 26 Nor emir e 1906. Cercle Fixe. Haut total Vandevyver Arthur. Bas total Vandaele Alfred. G/&LIH. TWEEDE DEEL. II. Het Ravijn der Duizend vogels. Zich min zwak gevoelende, beproefde zij van het bed op te staan waarop men haar gelegd had. Wat wilt gij doen? vroeg Ursula. Vertrekken, antwoordde de bedelares. Vertrekken I gij zijt te ziek en te zwak. Om het even Ik moet vertrekken, ziet gij ik ben haastig, zeer haastig.... Waar gaat gij dan arme vrouw. Ik ga bij mijne dochter. Woont zij ver Ja, zeer ver, maar ik heb reeds het grootste deel der reis afgelegd dien weg doe ik nu al weenen.... Ik heb mijne voeten aan de doornen verscheurd en ik heb mijne knien op de steenen gekneusd, maar ik zal er komen, ik ben zeker er te komen.... In den hemel, antwoordde de bedela res. Hebt gij mijne dochter niet gekend Neen!...God heeft haar medegenomen,en ik zal ze hem wedervragenHij heeft reeds engels genoeg daarboven gij verstaat, hij kan mij mijne dochter wedergeven.... Zon der haar kan ik niet meer leven Gij ziet het wel. ik val machteloos langs de we gen.... Ik ben nochtans moedig,maar er zijn zooveel winters vervlogen sinds het kind vertrokken is Blijf, ik smeek er u om, blijf tot mor- ten, zeide Ursula. Dezen avond zult gij ïevrouw de gravin spreken. Mevrouw de gravin herhaalde de bedelares, ik ben hetkent gij mij dan Oh zeg zeg waar is mijn meisje ver borgen Ik vraag het u op mijne knien en met een verscheurd hart Ik weet het niet, antwoordde Ursula,- maar wat ik kan bevestigen, is dat mijne meesteres, door uw ongeluk getroffen,al zal doen wat in hare macht is om het te ver zachten. Het is zoo zoet dienst te bewijzen....' Eertijds heb ik die vreugd gekend.... Het is verre, zeer verre, en mijn hoofd vermoeid zich als ik zoek.-... Ik kan niet meer denken noch mij berinneren.... Mij herinneren wanneer ik de draden terugvind die de ver- loopene tijden aan elkander vastbinden en dat ik beproef ze te volgen, barsten mijn hoofd en mijn hart.... Het verledens het was het lachend kindje, het wichtje dat de hemel mij ontnomen heeft. De bedelares sprak die woorden langzaam bijna stil uit; hare stem scheen van ver re, van zeer verre te komen en zich veel eer tot onzichtbare wezens dan tot de aan wezige personen te wenden. Men zou ge zegd hebben dat trillende en helderklinkende snaren dezer stem gebroken waren, terzelf der tijd dat de vlam van den blik der ongelukkige was uitgedoofd. Ursula beschouwde haar met een diep medelijden. De matroos scheen onder de be* heersching eener ontroering die hij poogde te verbergen. Zijn anstige blik ontleedde elke wezens trek van het gelaat der bedelares hij' scheen te zoeken waar en wanneer hare stem in zijn oor geklonken had. Verzonken in het overzicht der duizend gebeurtenissen waaruit zijn leven, vol afwisselingen, sa mengesteld was, zocht en bleef hij zoeken. ■Eindelijk sprak hij halfluid tot Ursula Ik heb die vrouw ergens gezien. Herinnert gij u haren naam Ik' herinner mij haar wezen op de wijze dat men zou denken een potret te her kennen dat half uitgevaagd is Maar in dien, zooals ik het meen, ik haar weleer ontmoet heb, Was bet in een geheel anderen toestand. De bedelares bewoog zich op haar bed. Ik zou moeten vertrekken, zuchtte zijmaar ik ben te zeer vermoeid Wacht, mijne dochter Seffens ga ik Zij voleindde niet en viel op hare oorkus sens neder. ■•t Dan herhaalde Marszeil met nog meeP verlegenheid Waar heb ik die vrouw gezien Mijn God, herinner mij waar ik haar gezien heb, 1H. Op Jacht. Waarlijk, de edelegasten van het kasteel van Songy hadden verscheidene malen zon derlinge of gevaarlijke tochten bijgewoond. Er was niet één onder hen die zich niet schitterende episoden herinnerde waarvan het verhaal de winteravonden vermaakte, maar welke jacht met windenhonden, wel ke hertenjachten, welke jacht op wilde ver- kens konden zoodiep ontroeren als de tijding- dat men denzelfden dag-nog zich van'bet wilde Meisje ging meestermaken Met een hartzeer dat uit zijn medelijden 5 I-O O} (36e VERVOLG

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1906 | | pagina 3