s
A. Dechièv
Instituutvan Jumet-Heignebij Charleroi
HET WILDE MEISJE.
État-Civil d'Ypres.
a
II
5 s
Gontes sur l'Histoire
de Belgique,
In onze
katholieke scholen.
Voor hel copieeren van
muziek en al andere hand
schriften, zich te wen
den bij Arthur MUYLLE
Boomgaardstraat19,
Yper.
volgen der vrije mededinging heeft
zien pogeu weg te goochelen ten voor
bede van eenen klerikaal, maakt men
ons eene daad bekend derzelfde fami
lie die zich voorgedaan heeft te Yper
waar, me' d0r 'laa8^ vooraleer het be
staande contrakt geëeindigd was, de
concessie van het gas vergund werd
aan denzelfden klerikaal, zonder dat
men aan eene groep Yperlingen, die
55e trachtte te bekomen, den noódigen
tijd gunde om te stujden.
Het is meer dan tijd dat men gedaan
make met zulke handelwijze en dat het
stelsel van aanbesteding oprecht dienst
doe door de inwilling der uitstellen die
noodzakelijk zijn voor al de mjveraars
die bekwaam zijn mede te dingen. Het
geldt er én hel belang der nijverheid,
én het belang der openbare besturen,
het is te zeggen der lastenbetalers, die
bijna altijd schade aangedaan worden
wanneer het spel der vrije mededin
ging tegen gekant is door de zeer scha
delijke politiek van het begunstigings
stelsel.
Eene nieuwstijding waarover het
Journal d'Ypres ongetwijfeld uitleg
gingen zal geven, is de werkstaking
der katholieke onderwijzers der S'
Aloysius' school. Die heeren hebben
zich bij Monseigneur begeven om
hunne klachten .te doen.
Zij hebben genoeg van hunnen
overste M. Laga en het schijnt dat
zij er zich willen van ontmaken.
Waarom Het Journal d' Ypres zal
het ons zeker wel zeggen.
TWEEDE DEEL
IV.
De Proef.
Beide bereikten de roode kamer. De
nacht was bijna gavallen en een dienstbode
had de waskaarsen van eenen kroonkande-
Jaar ontsteken. Bij dit licht zag het Bosch
meisje zich in den spiegel en ontwaarde op
het witte schaapvel, dat hem dekte, eene
bloedvlek die hot vergeten had inden water
kom af te wasschen. Het scheen bedroefd
wanneer het dit. bemerkte de herinnering
van hetgene gebeurd was kwam haar te
binnen, zij stelde door gebaren het tooneel
der jacht en den aanval dos reeboks vóór
met eene treffmde waarheid dan, zich het
aangezichten de verwijtingen van Antoni
nus herinnerende, begon zij schielijk te
weenen.
Da krankzinnige liefkoosde, stilde haar,
heur de zoetste de taederste namen toestu
rende, heur schoon zwart haar effen strij
kende, haar koeken en vruchten aanbieden
de. Men zou gezegd hebben dat, zij haar kind
had wedergewonnen en dat zij nu dubbel
aa 1 haren schat hield Ook, wanneer zij
zag dat de vermoeidheid het wilde Meisje
overmeesterde, schikte zij in eenen hoek der
kamer twee beerenvellen, die Mevr. d'Epi-
noy daar had doen brengen zij leidde bet
kind naar die legerstede, beschouwde het
eeue wijl, dan hernam zij zachtjes eene ge
heimzinnige alleenspraak.
Korts nadien kwamen Marszeil. Mevr.
d'Epinoy en Antoninus binnen.
De matroos scheen zeer bewogen De
krankzinnige stond op het gevoelen van
't verledene, dat haar soms overmeesterde,
kwam genoeg weder om aan de jonge
vrouw en haren broeder eene groetenis te
doen die alleen bekwaam zou zijn ge
weest om het geheim harer opvoeding te
ontsluieren. Stefana sprak haar met goed
heid aaD, en de krankzinnige antwoordde
met eene soort van logiek, want al wat zij
deed of zei had betrek op het kind dat zij
scheen verloren te hebben
't Is wel dat fluisterde de matroos,
't is wel dat Donder en bliksem alhoe
wel het meer dan tien jaren geleden is,
herinner ik mij het nog alsof het gisteren
gebeurd ware. Zulke dingen vergeet men
niet, mijn officie''. Menscheneters in het
land van Diemen ontmoeten, waar mijn jon
ge kapitein Gaspard Tavaneo overleed, dat
schijnt heel natuurlijk maar menschene
ters op de kusten van Frankrijk ontmoeten,
dat is vernederend voor 't vaderland
De krankzinne stond op en, Marszeil na
derende, legde zij hare hand p zijnen
schouder.
Gaspard Tavanec herhaalde zij g1]
hebt gezegd Gaspard Tavanec Ik l10*3
dien naam in mijne droomen gehoord
Nadien heb ik zoovele streken doorloopen
en zoovele verschillige namen gehoord
Zij trok hare hand weg, maar verwijder
de zich niet.
Het had den matroos eerst toegeschenen
dat de hoop eenen dienst te bewijzen aan
eene vrouw die hij niet vergeten had, haar
te redden misschien, de gemakkelijkste zaak
der wereld was. Maar de goede man, die
eene soort van scheepswelsprekendheid be
zat en wier vertellingen gedurende de wacht
het vermaak der matroozen uitmaakte,
vond niets meer van zijne natuurlijke vro
lijkheid terug, van het oogenblik dat hij
zijn verhaal niet kon doorzaaien met de uit
roepingen donder en bliksemdie de eenige
zinteekens zijner rede schenen te Z'jn. Hij
moest nogtans beginnen de krankzinnige
beschouwde hem met eene zonderlinge
duurzaamheid en hare lippen herhaalden den
naam van Gaspard Tavanec, alsof hij haar
een belangrijk geheim moest leveren.
Ik zegde u dan, hernam Marszeil, dat
ik over tien jaren op een koopvaardijschip
vaarde, dat den besten der menschen, een
bevoegden matroos voor kapitein had, Gas
pard Tavanec, welken ik nog beween, of
schoon ik de eer heb onder uwe bevelen te
dienen, mij 11 heer de burggraaf, op een schip
zijner Majesteit Ld wijk XV.. Het is uit
droefheid mijnen kapitein verloren te heb
ben, om mijne woede op iemand te wreken,
dat ik dienst nam aanboord der Bellonaom
de Engelschen af te ranselen en te trachten
te vergeten... Maar ik wil u nb't spreken
van de gevechten, die mijnheer de burggraaf
beter kent dan ik, aangezien hij er des ko-
nings ridderorden bij gewonnen heeft, maar
slechts van eene onzer schipbreuken.
Op het woord van schipbreuk sidderde
de bede'ares.
Dat woord, waarop Mar zeil met opzet
stil bleef, herinnerdehaar een akelig tooneel,
want haar aangezicht drukte een bitteren
angst uit, en het was met de handen op
hare borst gewrongen dat zij het vervolg des
matroozen verhaal afwachtte.
We'aan mijn dappere? zei de
burggr taf, den zeeman ter hulp komende.
Ik moet u eerst zeggen, mevrouw,
vervolgde Marszeil, dat ik mij alsdan in het
land der paarlen hovond, eene streek waar
de vogelen spreken en waar de oesters ver
stand genoeg hebben om de menschen rijk
te maken.
l)e bedelares betastte beurtelings haren
hals en haren voorarm, alsof zij er de afwe
zige halssnoeren en armbanden zocht.
Het was in de golf van Panama, her
nam de matroos, wien het gebaar der krank
zinnige niet ontsnapt was eene golf ver
vuld met haaien en wangedrochten, donder
en bliksem tot groote spijt der arme ne
gers. De kapitein Tavanec moest er eene
nieuwe lading nemen, en een brief van zij
nen oom aan den eigenaar van eene der
rijkste plantaadjes bestellen. Om hem zelf
te dragen deed hij eene sloep in zee steken,
en wij vaarden naar de kust van Islas del
Rey.
Ditmaal naderde de bedelares twee stap
pen van den matroos en wrong hare smalle
hand op de achterleuning van Marszeil's
stoei.
Het Islas del Rey vroeg zij
het komt mij voor alsof het de naam van 't
paradijs was Het' Islas del Rey er
zijn name.i die vol blijdschap en vreugde
schijnen Zij roepen tafereelen van bloemen,
vogelen en kinderen p bijzonderlijk van
kinderen.... Het had zwart haar, mijn
kind.... zijne oogen waren blauw als saf-
fiers.. Ik weet niet waar het gegaan is,
ik zoek het altijd, altijd
Welnu zegde Stefana zachtjes tot Mars
zeil, gij landet te Islas del Rey aan
Om den brief te herstellen, Donderen
bliksem Gij moest gezien hebben welke
gastvrijheid ons de fransche graaf aanbood,
bij wien mijn kapitein aanlandde die edel
man had zijn land verlaten om ginds op
nieuw fortuin te maken.... De tijdingen die
mijn kapitein hem uit Parijs medebracht
j waren zeker zeer gewichtig, want het ver-
j trek der gravin werd aanstonds besloten,
en men kwam overeen dat de schoone jon
ge vrouw aan boord van ons schip zou ko
menIk moet u zeggen dat de vrouw
van dien edelman zoo schoon was dat niets
een gedacht er van geven kon.... En goed
Een engel van goedheid men zocht hare
goedheid men zocht hare vleugelen onder
heur haar, en ik zie haar steeds in wit na
teldoek gekleed, in eene mantilla gehuld
volgens de spaansche mode, en haar kind op
hare knieën wiegendeMen zou zich voor
dat kind laten dooden hebben.... het ware
afbeeldsel zijner moeder. Het had eenen
glimlach, die u verplicht had de sterren te
gaan losmaken om het te behagen Aan
boord volbracht ik al zijne begeerten. Het
was altijd a Marszeil, een liedje langs
hier Marszeil, eene vertelling langs
daar b en ik zong het lied, en ik verhaal
de de legende. Het lachte echter niet altijd,
het liefje, en wanneer het zag lijden, wig-
gelden tranen in zijne blauwe oogen, tra
nen die honderdmaal kostbaarder waren
dan de paarlen zijns vaders. Zijne zwarten
beminden, eerbiedigdon het. Wanneer men
vernam dat het ging Vertrekken, was het
eene algemeene droefheid. De ziel der kolo
nie vertrokMaar het was noodig, en de
graaf had gewichtige redenen zeker, om
zich van zijne vrouw en zijn kind te schei
den.
Zijne vrouw, zijn kind herhaalde
de bedelares met zachte stem als eenen
ducht.
Marszeil, zegde Mevr. d'Epinoy, de
ongelukkige verbleekt nog.
Eh ik zie het wel., mevrouw de gra
vin, en ik zou mij gansch mijn leven ver
wijten de smart eener ongelukkige te ver-
grooten, indien ik niet hoopte het verdriet
te vergoeden dat ik haar zal aandoen.
Vervolg, Marszeil, vervolg sprak
Antoninus.
De matroos scheen de krankzinnige te
vergeten, en hernam alsof hij zich aan de
kracht zijner herinneringen overleverde
De schoone overvaart zegde hij. Het
schip stevende als een zeekalf. De schoone
zon glinsterde in het water, de negerin der
gravin speelde de spaansche cither mans-
dn vrouwpertonen omringden eerbiediglijk
de jonge vrouw, wanneer zij op het dek
verscheen zij had haar hof aan boord ge
lijk in de plantaadje der koningen Eilan
den Caramba gelijk het volk van de
streek zegde, er bevond zich op het schip
een schoone jongeling, wiens liefelijk ge
zicht ik mij in 't geheel niet herinnerde. In
dien men zijn verleden onderzocht had, ik
geloof dat men gemakkelijk op zijne reke
ning genoeg zou gevonden hebben om hem
te doen hangen maar hij had de kans het
wilde meisje te redden, mevrouw beloofde
hem de bescherming van haren echtgenoot,
en beproef dan eene^moeder mistrouwen in
te boezemen tegen dezen die komt haar kind
weder te geven Nu, hij stond mij niet
aan, die kerel Hij had hit uitzicht van
eenen gelukzoeker, en men zou gezegd heb
ben dat hij alle ambachten beproefd had,
het ambacht van eerlijk man uitgezonderd,
het langdurigste maar het zekerste van al
lenToch, men verveelde zich niet, de
kust naderde, of liever wij naderden de
kust de wachten seinden land en wij gin
gen den voet op den vasten grond zetten,
behoudens den eerbied dien ik het gezel
schap verschuldigd benEensklaps, een
uitschot van wind, dan een omslag in het
scheepwerkDe baren rijzen alszinneloo-
zen, de wind huilt onstuimig, het zeil
vliegt weg, de raast valt, het schip wordt
lek en wij zijn allen in gevaar
(Vervolgt).
Declarations du lr au 8 Mars 1907.
Naissances
Lantonnois, Andre, rue d'Elverdiighe.
Jolyt, Félicien, rueS1 Jacques. Kerrinekx,
Marcelle, Zaalfhof. Baratto, Robert,
me des Trèfles. Depuydt, Maurice,
chaussée de Dickebusch -- Gadeyne, Ger-
maine, rue des Boudeurs. Litiere, Vic
tor, chaussée deZnrinebeke. Slembrouck,
Josephine, chaussée de Bruges. Castel,
Agnès, chaussée de Menin. Banckaert,
Marie Kaifvaart. Verschoore, Marie,
rue du Canon. Verbiest, Marguerite, rue
du Quai. Breydel, Elisabeth, rue de la
Station
Décès
Pelgrim, Pierre, 77 ans, bottier, époux
de Houssin, Barbe, rue de Dixmude.
Verbeke, Louis, 80 ans, sans profession,
veuf de Beelprez, Marie, rue de Lille.
Buyse, Pierre, 64 ans, ouvrier agricole,
époux de Baekelandt, Virginie, Marchë au
Bétail. Deleye, Auguste, 1 mois, rue de
la Station. Drieux, Emilie, 77 ans, sans
profession, célibataire, rue Wenninck.
Delen, Fidéle, 71 ans, ouvrier agricole,
époux de Acquet, Clémence, rue Longue de
Tnourout. Bostyn. Marin, 6 jours,
chaussée de Dixmude. Riquiere, Charles,
58 ans, sans profession, époux de Roussel,
Julie, rue des Boudeurs. Dumelie, Antoi
nette, 77 ans, sans profession, célibataire,
rue de Menin. Vandenbruwane, Marie,
70 ans, sans profession, veuve de Marke.y,
Florimond, rue de Liile.
W
0
U
-0
XX
u
cö
W
2 t-
s
S
2 P
s
S 2
■n
z
H
z
Mimi que ei Biecouvrement.
Achat ei Menie
de Conds publics
change de coupons.
Con vers ion et Conscription
a tous emprunts Beiges et étrangers.
iiclivrance sur tons pays
de lettresdecrédit, traites et chèques.
Avances de fonds. Dépót de fonds.
Comptes- courants de Dépöts de fonds
avec carnet de chèques.
15. rucdc Menin. 15 3
Y Pit ES f
I liaison fondcc en 1
1873
AVIS IMPORTANT.
Vérifieation des tirages de titres
remboursables.
Les liste8 qui me sont présentées
doivent être dressées par ordre numé-
rique.
Le bureau est ouvert de 9 a 12 hTea matin.
AU BUREA.U DU JOURNAL
ouvrage couronné a l'Exposition de
Liège 1905,
par Marguerite COPPIN.
l*rix 2 ir.
On se charge au bureau du journal de
l'impression des cartes de visite et de
tous genres de travaux d'impression tant
en lithographic qu'en typographic.
(GESTICHT VAN DEN Dr. L. D0GN1AUX, SPECIALIST.)
Breuken, Aderbreuk, Waterbreuk radikale genezing zonder breukbanden, voor
het leven, in 10 tot 15 dagen, door bijzondere volstrekt persoonlijke behandelin
gen, die sedert 13 jaar hunne bewijzen hebben geleverd Elk jaar 850 tot 900 ge
nezingen.
Vraag referenties. Talrijke kanditaten voor openbare bedieningen (Belgische
Staatsspoorwegen, enz.) zijn aangenomen, na in deze kliniek te zijn behandeld ge
weest.
Misvormdheid der ledematen Genu valgum genu varum, slomp-en platvoeten,
enz. Albums van honderden genezingen, bevestigd door pliotografies,kunuen in 't in
stituut geiaadpleegd worden.
Vrouwenziekten afzakkingen, afwijkingen, enz. Volstrekte geheimhouding.
Kliniek van eersten rang in opzicht van gezondheid en gemakken, groote lokalen, vol
maakte bewerktuiging, bijzondere gezonde ligging, park van twee hectaren.
Docter DOGNIAUX woont nabij zijn gesticht, waar hij ontvangt op Maandag en
Woensdag, van 1 tot 3 uren. Telefoon 473.
(46e VERVOLG
ra =2
-o
bi c
-o
C/2
G O?
G s-
a bh
- x
a.
02 G
TJ
33
«3 o.
*02
■«-j /2
<12
«5
O"
c/2 £-
12 O
G
«3
cr =2
r-<
X o
7=
X o
CU -
35
gg^OOJOO®
ooooooo®
oaooooo®00
taiooooor-o-s
C/2
C/2
tZ W
o
c
bi
■M
CC
Cd
cn Q
Cd
'Ji
cz
000000®
o o o o o o
o o
a
Ss 's
te
e
43 O a
aü c E e
O^O.ÏÏSs 3
i.03>O-«)O«W
C&. 'jc a. b. c. ca o
:or
K5
OS