ïeuws. Eene Martelares. Mengelwerk. (,2 De oferneenlekieziii^en. Na 25 jaren s landsbestuur. De minnarïjljes van onzen Burgemeester. hoofde eene som vau 134,301 tr. 93 c. afgetrokken te worden van de uitga ven van uitbating. Het cijfer kan geene aanleiding ge ven tot bespreking. Er zijn uitgaven die niet zouden moeten afgetrokken geweest zijn, maar de Staat heeft ver beterd wat de bewerking te schadelijk zou hebben kunnen aanbieden voor hem met van zijnen kant de uitgaven door de kompagnie in rekening ge bracht te ve-rhoogen tot bet beloop eener som van 104,914 fr. 40 c. Het is ten gevolge dezer bewerkin gen waarvan de uitvoerige beschrij ving zich in het verslag bevindt dat h6t cijfer van 2,071,200 fr. vastgesteld is geweest en wat mij betreft ik neem het aan. Wat de tweede voorwaarde der over neming aangaat, zij betreft het mate riaal en de bezorging vau voorraad. De afstand heeft aanleiding gegeven tot eene optelling. Voor de bezorgingen van voorraad is de prijs vastgesteld geweest door de afgevaardigden der beide partijen en, m geval van misverstand door deskun digen. Voor het materiaal, het is overgeno men aan 38,355 t. h. van zijne waarde van inkoop. Zeker is het materiaal, ten minste voor een gedeelte, niet schitterend, maar in zijn geheel is het zeker hoo- ger dan dat welk de Staat op de onder geschikte lijnen bracht. Van een anderen kant, dat men denke dat de kompagnie niet weinig oude locomotieven van den Staat af gekocht heeft dat deze ze nu over neemt aan 38,356 p. h. van den prijs dien hij dezelve verkocht heeft, men mag niet zeggen dat, in het geheel, de Staat eene slechte zaak doet. Ik aanvaard dus, voor wat mij aan gaat de voorwaarden der overneming, des te meer dat er volgt uit het onder zoek der balansen, dat d6 middelmati ge aangroei der uit te deeleu winsten sedert 1896, omtrent 50,000 fr. per jaar is, hetzij 1 fr. verhooging per aan deel en per jaar, dit niettegenstaande de sommen elk jaar besteed aan de reserve, aan het voorzienigingfonds en aan de kosten van bestuur, die gedeel telijk zullen verdwijnen. Het is daarenboven noodig te over wegen gelijk het overigens de achtbare heer Standaert, zeer wel doet uitschij nen in zijn verslag, dat de Staat geene actie had om de kompagnie te verplich ten andere voorwaarden te aanvaarden. Er is in de lastenkohieren der overge nomen vergunningen geen beding van terugkoop, behalve voor deze vaü Meenen naar Roeselare, die maar eeni- ge kilometers bevat Deze omstandig heid heeft zijn gewicht, aaDgezien zij onder oogpunt der onderhandelingen zij den Staat in eenen toestand van on dergeschiktheid plaatste, tegenover de kompagnie, en het is zeer billijk er re kening van te houden. De toestemming der kompagnie was onvermijdelijk om tot de overneming te komen van het net en ik denk, voor X. Duizend franken, vóór acht dagen, ik reken op u. Wie was die man Zeker een minnaar, zegde de geveins de Pauvret. Anders, waartoe goed zich te verbergen Wanneer men te Romaryn wist dat de boerin gespreken had, vond men lieden ge lijk Landais, den wagenmaker, en Boudier, een landbouwer, die beweerden ook den ge- heimzinnigen man te hebben gezien, waar van Clotilde sprak. Van zijnen kant, vertelde Riquelet, de paardenkoopman, dat hij getuige was ge weest van een tooneel op de hoeve, waar hij gegaan was om te handelen over eene zaak eenige dagen vóór de dood van Durant. Ik had de week te voren den pachter op het jaarfeest van Rumigny gezien, zegde Riquelet Hij was vroolijk gelijk een merle, en 's avonds had hij zich bedronken het geen hem nooit gebeurde. Hij was dron ken als eenen lijster in den wijngaard. Ziehier wat er uit deze vertelling sproot Op de hoeve gekomen, op het oogenblik dat Riquelet de trappen der stoep beklom, was de deur opengegaan en had doorgang gegeven aan een grooten kloiken jongeling wat mij betreft dat de Staat dezelve niet zou bekomen hebben indien de kompagnie niet eemg voordeel gevon den had in de zaakdie haar voorgesteld was. Geheel de kwestie is te weten of dat voordeel overdreven is. Welnu uit 't onderzoek dat ik gedaan heb volgt dit niet genoeg er uit om een ontwerp te verwerpen welks stemming ongeduldig verwacht is. Zeker zal de Staat aan het net der Vlaanderen gewichtige uitgaven te doen hebben voor de herstelling der sporen, regeling van het materiaal, enz, maar hij kan op eene merkelijke verhooging van handel rekenen. Vervolg liürna.) Nu de gemeentekiezmgen naderen, vinden wij het geraadzaam de aan dacht onzer lezers te vestigen op het verschil dal er gaat bestaan lusschen onze liberale en de klerikale propa ganda, tusschen den kiesstrijd der vrijzinnigen en deze der Uoomschen, tusschen onze en hunne bladen. Gelijk gij allen weet zullen onze tegenstrevers den strijd voeren met alle slach van loensche middelen, lage knepen, leugens, bedrog 'en omkoo- perij. Waar bedreigingen en schrikaan jaging niet zullen helpen, zullen zij hunnen toevlucht nemen lot loonaf- Irek, afdanking of broodrooverij daarbij zullen sommige geestelijken een handje toesteken in het steunen van dit hatelijk werk. Welke gedragslijn zullen wij libera len daar tegenover aannemen Over geld beschikken wij niet in onze rangen zijn geen zwarte kassen en nestelen geen erfdeelroovers noch scherrewegs, wij hebben geene kiés- agenten zooals de onafzeltelijke poli tiekers. Wij hebben dus niet anders dan onze tong, onze pen en de waar heid voor ons. Wij verdedigen onze princiepen, wij behartigen de opvoeding en 't on derwijs der kinderen, omdat wij we len,. dat knappe en verstandige jon gens eens mannen met eer en plicht zullen worden. Wij bezitten ook nog onze gazet ten. 't Is juist hierin dat onze lezers het grootste onderscheid zullen bestati- gen, dat buitengewoon verbazend zal zijn wie in kiezmgtijd de klerikale bladen leest kan niet nalaten er voor te walgen. Als men die bladen leest die door alle klerikalen ondersteund en onder houden en door geestelijken aanbevo len worden, week in week aan in den modder zich wroeten, hunne kolom men met laster en leugens vullen, deeer- baarste personen bezwadderen, en ze in hun privaat leven op de gemeenste van twintig tot vijf-en-twintig jaren, met breede schouders en een zacht en regelma tig wezen. Goeden dag, mijnheer Josillet. Zijt gij het Riquelet, vroeg de jonge man, wiens oogen schenen roodgeweend te zijn. Wat wilt gij Uw oom heeft twee paarden gekocht op het jaarfeest van Rumigny. Hij had be loofd ze vandaag te betalen. Het is elf hon derd vijftig franks die hij mij verschuldigd is. M. Durant is ziek....- Ernstig Hij zal misschien den nacht niet meer doorzien En Josillet, zichomkeerende, veegde zijne oogen af met do handen, die door het wer ken zwart geworden waren. Zij hadden zich verwijderd en bevonden zich in 't midden der binnenplaats. Gij weet, jongen, zei Riquelet, ik heb mijne paarden verkocht zonder contrakf. Welke is, zcgt gij, de overeengeko men prijs De koopman draaide en keerde zij ne zwar te laken klak in de hand, speelde met het riemtje zijner zweep, en zegde Het is dertien honderd vijftig franks, gij hebt wel gehoord. Bedriegt gij u niet Op mijn woord, neen Welnu, zei Josillet met een treurigen glimlach, ik zal ze u doen brengen. wijze aanranden, en dal alles mol den naam van God of den Zaligmaker op de lippen, zou men dan met wal-,en Onze pers daarentegen zal gematigd en deftig zijn zooals altijd. Wij zu en slrnden'voor princiepen wij zullen onze politieke tegenstrevers bevech ten maar hun intiem leven met rust laten. Wij zullen noch schelden noch lasteren, en ons ook niet als laffe ke rels noch plouten gedragen. Wij zul len, een paard een paard en eene kat eene kat noemen. Zij zijn zoo ontpartiidig Ztehior de benoemingen in T notari aat gedaan van 1884 tot 1907 in onze verschillige provinciën. Het geelt 't getal notarissen des lands volgens hun ne politieke opimën aangeteekend Antwerpen. 129 Notarissen. Olericaleu 107 Liberalen 19 Twijfelachtig 3 Brabant. 175 Notarissen. (Jle.ricalen 119 ■Liberalen 50 Twijfelachtig 4 Henegauwen. 455 Notarissen. Clericalen 95 Liberalen 50 Twijfelachtigen 10 Oost-Vlaanderen. 487 Notarissen. Clericalen 147 Liberalen 33 Twijfelachtigen 7 West-Vlaanderen. 447 Notarissen. Clericalen 115 Liberalen 26 Twijfelachtig 6 Luik. 128 Notarissen. Clericalen 77 Liberalen 51 Luxemburg- 60 Notarissen. Clericalen 35 Liberalen 24 Twijfelachtig 1 Namen. 74 Notarissen. Clericalen 45 Liberalen 27 Twijfelachtig 2 Limburg. 50 Notarissen. Clericalen 35 Liberalen 13 Twijfelachtig 2 Herhaling. Indien wij de opneming doen van dit zwarte boek, vinden wij in België, na 23 jaren clericale regeering op 1,103 notarissen Clericalen 775 Liberalen 293 Zonder gekende kleur 35 Op dit getal werden benoemd voor 1884, 313 titularissen 200 volgden hun vader op er zijn dus, sedert de clericalen aan 's lands roer kwamen, 590 benoemingen gedaan, die zich ver- deelen als volgt Du koopman verwijderde zich met een zwaren stap. Hij murmelde in zijn grove taal Ze zijn rijk genoeg om tweehonderd fr.'meer te betalen. Wanneer er een weinig van hun geld in de handen der armen zou vallen, zou dat het koren beletten te rijpen Eensklaps, van den kant der hoeveneer- galmde een schelle kreet, een soort van ge brul, Riquelet draaide het hoofd om Een man, half naakt, op de beenen wan kelende gelijk in eene stuiptrekking, zeer mager, met verwarden baard, bevond zich op de stoep en spartelde tegen Josillet. Oom, zegde de jonge man met snikken in de stem, kom binnen, ik smeek u, keer weder naar uw bed,.. Waar gaat gij Wat wilt gij En met teederheid, groote voorzichtigheid gebruikende, omarmde hij den ongelukkigen man en belemmerde aldus zijne bewegin gen. Hij is uit mijne armen ontsnapt... mijn uod slamelde Anna met een hart- verscheurenden snik, heb medelijden met hem, mijn God red hem Josillet droeg den zieke weg, alsof hij met een kind zou gedaan hebben. Ik heb dorst, mijne keel brandt, ik heb vuur in mijne ingewanden, reutelde de arme man. zich tegen de borst wringende van den kloeken jongen. De deur viel toe achter de drie personen van dat somber drama en de stilte heerschte Clericalen 529 Liberalen 43 Twijfelachtigen 18 Wij achten alle commentariën over bodig. De Grondwet zegt immers Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. De paitijbenoemingen, die wij hier boven aanhalen, bewijzen dat de cleri cale partij volop ongrondwettelijk te werk gaat. Wat in't notariaat is gebeurd, is eveu zoo in de benoemingen der rechters onzer rechtbanken wat onlangs een senator in volle Senaat deed zeggen dat welhaast de Belgen geen vertrou wen meer zouden hebben 111 de Justi tie des Lands. De verkwezeling van de besturen wordt een groot gevaar voor 't land Er zijn van die verstanden wiens spoedige en heimelijke neigingen malkaar opvolgen en malkander niet gelijken, wiens wispelturigheid uit loopt op eene soort van algemeene volksliefde! De haat en de afkeer nemen het kleed aan der vriendschap en spreken de taal der belangloos heid. Meester Colaert, gelijk een draad popje, dat zijne aansporing ontvangt van de aandoeningen van het oogen blik, in eene trillende aanspraak van lyrismus, gericht tot den Bestuurder van het gemeentemuziek van Ro- baais, drukt zijne hartelijke sympa thie uit voor Frankrijk [Journal de Roubaix, 22 Juli). Gelijk de lieden die niemand beminnen, zal onze Burgemeester eindigen met iedereen, zelfs Frankrijk, te beminnen Op eene hatelijke wijze de lichtge- loovigheid onzer buitenlieden uitba tende, schudde hij' eertijds voor hen in de meetingen, die bestendige be- leedigingen waren aan de waarheid en aan de politieke eerlijkheid, het schrikbeeld van den burgeroorlog hij vuurde bij onze kiezers den haat aan van Frankrijk en van de Fran- schen, vertoonde deze als overgele verd aan de ongodsdienstige oorlo gen en gene aan dwingelanden en broeder moorders. Heden is eensklaps eene plotse linge verandering ontstaan in de ge voelens van onzen gemeentèlijken caméléon hij aanbidt wat hij ge brand heeftFrankrijk dat hij be schimpt heeft, wordt de uitverkoo- rene zijns harten. «Leve Frankrijk dus leve Frankrijk met zijne instel lingen, leve het vaderland der nieuwe gedachten, leven de Franschen met hunne strekkingen en hunne verlan gens opnieuw in deze hoeve, boven dewelke de dood zweefde. Het was alzoo dat de geruchten allengs; aangegroeid waren rond de dood van Du rant. Lie inlichtingen, waar of valsch, sta- pelden zich opeen Het geraas werd heviger,. Eene beschuldiging ontstond, eerst vrees achtig, dan dreigender, die onder den sluier der naamloosheid toekwam op het parket der hoofdplaats. Het onderzoek begon. Landais, Riquelet, Clotilde Pauvret en Hyacinthe Leduc wer den onderhoord door den procureur der re publiek. Eindelijk had de oude geneesheer Sevigny eene eerste samenkomst in het ka binet van den heer procureur te X. met; doctor Matheus. Mijn waarde heer, had de procureur tot Sevigny gezegd, het openbaar gerucht waarmede het gerecht dikwijls moet afre kenen, heeft zich verontrust in de dood vam Durant. Het woord vergiftiging is uitgespro ken geweest. De kenmerken, gegroepeerd door het beknopt onderzoek dat wij gedaan hebben, moeten opgehelderd worden. De ontgraving van het lijk zal plaats hebben, de lijkschouwing is bevolen. Het is dus noo dig, om de opzoekingen van M. Matheus te vergemakkelijken, 'dat gij hem de opmerkin gen mededeelt, welke gij gedaan hebt gedu rende de ziekte. Bij deze onverwachte verklaring scheen het aangezicht van den braven man schielijk veranderd en verouderd. Men zou gezegd hebben dat tien jaren lij den hetzelve verwoest hadden. VERVOLG.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1907 | | pagina 2