Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement.
Donderdag, 22n Augusti 1907.
5 cenliemen.
Derdejaar. lVr 41.
In den Senaat.
Eendracht maakt Macht.
Verschijnende des Hon der days
Vires acquirit eundo.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Voor DEN buiten: Een jaar, Fr. 3-00.
Voor stad Een jaar, Fr. 3-50.
Men handelt bij ovebeenkomst.
Men schrijft in bij den Uitgever, bixmudestraat, n1 53, te Yper. De aankondigingen van
gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen
gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege-
naamde artikels uiterlijk tegen Dijnsdag middag vrijen onderteekend toe te zenden.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 15 c. den drukregel.
Reklamen 25 c.
Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id.
Overneming der spoorwegen
van West-VIaanderen.
Zooals wij het in ons laatste num
mer aangekondigd hebben, geven
wij' hieronder de redevoering uitge
sproken in den Senaat door den heer
Senator Delannoy, nopens de over
neming der Spoorwegen van West-
VIaanderen
Bespreking van het wetsontwerp be
trekkelijk DEN AFKOOP DER VERGUN
NINGEN VAN WEGGELD VERLEEND AAN
de Compagnie der spoorwegen van
West-Vlaanderen.
De algemeene bespreking wordt geopend.
De heer Voorzitter. Het woord is aan
M. Delannoy.
M. Delannoy. Na bedillingen, mag
men ook, wanneer de gelegenheid zich aan
biedt, gelukwenschen verleenen aan den
achtbaren minister van financiën.
Het is hij, inderdaad, die de overneming
der spoorwegen van West-VIaanderen ver
handeld heeft, en ik bedank er hem vuriglijk
voor, in den naam der bevolkingen dezer
streek.
Het is tijd dat deze belangrijke bevolking
behoorlijk bediend zij, zoowel onder opzicht
van het gemak als onder opzicht der ge
meenschappen. Doen wij geene klachten
meer over het materieel dezer Compagnie,
noch over de ontoereikenheid der Statiën,
maar merken wij slechts aan dat indien-de
gemeenschappen van Brussel naar Vlaande
ren goed zijn, deze van Vlaanderen naar
Brussel gebrekkig zijn.
Het is alzoo dat men Yper moet verlaten
ten 5 ure 4 m. 's morgens om te Brussel
ten 8 ure 10 m. aan te komen, met eenen
stilstand te doen van 41 minuten te Kort-
rijk.
Het tweede vertrek uit Yper moet ge
daan worden ten 7 ure 53 m. om ten 11 ure
te Brussel aan te komen, met eenen stil
stand van drie-en-twintig minuten te Kort-
rijk.
Het vierde vertrek uit Yper moet gedaan
worden ten 10 ure 55 m. om te Brussel aan
te komen ten 2 ure 8 m. met eenen stil
stand van 38 minuten te Kortrijk.
Het vertrek uit Yper van 4 ure 59 m.
brengt de reizigers ten 8 ure 30 m. met een
stilstand te doen van 48 minuten te Kort
rijk.
Deze onregelmatigheden aan den achtba
ren minister van Spoorwegen door tus-
schenkomst van M. Liebaert, zal voldoende
zijn, denk ik opdat er in het kort-een einde
aan gesteld zij.
Overgaande tot den toestand der ambte
naren der Compagnie, zou ik twee punten
willen te kennen geven dieeenegroote aan
gelegenheid hebben.
Eerst zou het behooren dat de borgtoch
ten, gegeven door zekere agenten, hen we
dergeven worden, des te meer dat dezen die
recht hebben op deze wedergaaf zeer zeld
zaam zijn.
Het geldt oud-ambtenaren die eene borg
tocht gestort hebben voor hun rekenplichtig
beheer aan de Compagnie der Kolenbekken
en vroeger. Deze maatschappij is failliet
verklaard geweest in 1877 en de Staat nam
de volgende lijnen over in 1878 Brugge-
Blankenberghe, Thóurout-Oostende, Ko
men- Armentiers, Ingelmunster-Anseghem,
het noorden van Gent en de Koolbekken.
Tijdens deze verschillige overnemingen
heeft de Staat de borgtochten wedergeven,
na proces het is ongelukkig het te moeten
zeggen.
Wat Vlaanderen betreft, zij stemde in
deze wedergaaf niet toe, onder voorwendsel
dat zij een proces van wedereisching deed
voor haar materieel.
in Proces gewonnen, er was geen spraak
7-e?j\van deze wedergaaf, en wel onvoor-
-ichtig zou de agent geweest zijn die het
tr t Ur van Vlaanderenzou hebben durven
0 seeren. Het oogenblik is gekomen recht
te laten wedervaren aan die eenige oude
dienaars en ik hoop dat de regeering haren
plicht zal doen.
Een tweede belangrijk punt is dit betrek
kelijk de verzekerings- en pensioenkas, in
gesteld in den schoot dezer Compagnie.
Het eerste ad lineam van het artikel 4
zegt dit
De kas heeft voor doel aan ieder zijner
deelnemers of zijner rechthebbenden, onder
de bepalingen besproken in de hierna vol
gende artikelen, een erfgoed te verschaffen
gelijk aan vijfmaal het bedrag der laatste
jaarwedde die de deelnemer genoten heeft,
er onder begrepen de waarde der huisves
ting indien hij gehuisvest is ten koste der
maatschappij.
Het erfgoed is dus samengesteld uit vijf
maal 300 franks indien de aangenomene ge
huisvest is op de kosten der maatsehappij.
Bij gevolg, een deelnemer aan de verze
keringskas, gehuisvest ten koste der maat
schappij en die eene jaarwedde geniet van
700 fr. zal als erfgoed vijfmaal 3,700 fr. of
18,500, plus 5 maal 300 fr. voor zijne huis
vesting hebben, hetzij 1,500 fr., te zamen
20,000 fr.
Welnu, dat erfgoed zal ontoereikend zijn
op den normalen ouderdom van het op pen
sioen stellen, bepaald op 65 jaren bij den
belgischen Staat. Bij de Vlaanderen, indien
men gezond was tot 70 jaar en zelfs meer,
en in dat geval trok men de volle jaarwedde,
voorts de regelende aftrekkingen onder
gaande voor de verzekeringskas. (Zie art.
7, litt. A
Dat is juist, aangezien de statieoverste
van Meenen gepensionneerd is geweest op
70 jarigen ouderdom en deze van Yper bij
de 71 jaar nog in dienst is.
De pensioen ouderdom alzoo uitgesteld
zijnde van vijf jaren en meer, kan de aange
nomene de toekomst met zekerheid zien.
Inderdaad, aan 70 jaren kan men zich zei
ven ontdragen met een voorbehoud van
20,000 fr. het is hetzelfde niet met dat
voorbehoud op 65 jarigen ouderdom. Inder
daad, dat erfgoed geplaatst aan 3 t. h. ver
zekert maar een inkomen van 600 fr. het
geen zeer weinig is.
Wat denkt de Staat te doen om dat ver
schil van ouderdom voor het op pensioen
zetten gelijk te stellen Er is daar een ver
schil van 5 maal 4.000 fr. waarvan men zou
kunnen genieten bij West-VIaanderen en
niet genieten bij den Staat.
Dat is een voornaam punt voor eenige
oude ambtenaren van Vlaanderen, aange
nomen bij de verzekeringskas met geheel
erfgoed en half erfgoed.
En ziehier, volgens mij, eene formuul die
van aard ware die zeer eerbiedwaardige be
langen te vereenigen. Aan de ambtenaren
die 55 tot 60 jaar oud zijn en die veertig ja
ren dienst tellen, zouden de twee derden
der jaarwedde van werkzaamheid toegestaan
worden, in de overgangsperiode van 65 tot
70 jaren.
Aan de ambtenaren van 50 tot 55 jaren,
met 35 jaren dienst, de helft der jaarwedde
van werkzaamheid. En aan de ambtenaren
van 45 tot 50 jaar, met dertig jaren dienst,
het derde der jaarwedde van werkzaam
heid.
Ik onderwerp deze oplossing aan den
achtbaren minister van financiën en ik hoop
dat hij dezelve met de grootste welwillend
heid zal gelieven te onderzoeken.
Blijven nog eenige voordeelen waarvan
het personeel van Vlaanderen genoot, die
het billijk ware te waarborgen in de mate
der mogelijkheid.
Er is namelijk de vaste verblijving en het
behoud der dienst-coupons voor de vrouwen
en kinderen op de overgenomen lijnen.
De eenparigheid die verworven is ge
weest aan het ontwerp van overneming in
de andere wetgevende Kamer, zal het hier
ook wel zijn. Zij moet eene groote voldoe
ning verschaffen aan den achtbaren minis
ter die ze verhandeld heeft en ik hoop dat
deze zich grootmoedig zal willen toonen
jegens het overgenomen personneel dat niet
kan benadeeld worden in zijne duurbaarste
belangen!
M. y. Vandenpeerebooni, verslaggever.
Mijnheeren, uwe Commissies, van finan
ciën en van spoorwegen hebben mij de eer
gedaan mij als verslaggever aan te wijzen
van Het belangrijk wetsontwerp dat zulke
schitp/rende uitslagen zal geven voor onze
bevolkingen van West-VIaanderen. Om
mijne zeer levendige dankbaarheid uit te
drukken, had ik eene zeer schoone redevoe
ring gemaakt, maar terwijl ik ze schaafde
en herschaafde, heb ik mij gezegd Onze
politieke mannen zijn van twee zeer ernsti
ge zichten aangetast. Zij sterven er niet allen
van, maar allen zijn er van getroffen. Wij
schrijven te veel en wij spreken te veel. Om
mij van de eerste ziekte te genezen, heb ik
dat klein verslag geschreven dat, ik hoop
het, geene moeite zal gekost hebben aan
mijne collega's van den Senaat. Om mij
van de tweede, de gevaarlijkste te genezen,
verklaar ik aan het woord te verzaken.
{Gelach.)
M. G. Vercruysse. Mijnheeren, men
zou zich al de klachten en de wenschen
moeten herinneren die uitgedrukt zijn ge
weest gedurende een groot getal jaren zoo
wel in de drukpers als in den schoot der be
raadslagende vergaderingen, in den provin
cialen Raad even als in de gemeenteraden,
om de belangrijkheid der overneming van
het net van West-VIaanderen op hare juiste
waarde te schatten. Het is eene voorname
gebeurtenis voor de bedrijvigheid van
den koophandel dezer provincie en het is
billijk dat een harer lastdragers den minis
ter, eertijds van spoorwegen thans van finan
cien bedanke voor het initiatief dat hij ge
nomen heeft voor het verstand, de aanhou
dendheid en de kieschheid waarmede hij de
verhandelingen geleid heeft. Er is eene wa
re geestdrift ontstaan in de bevolking van
West-VIaanderen en ik ben hier maar een
zwakke naklank der vreugdegeroepen die
de overneming onthaald hebben. Reeds
vroeger had de achtbare minister gelukt de
moeilijkheden te verminderen die zich aan
boden, de hindernissen die uit die verschil
lige netten sproten hij had vergunningen
bekomen van de oude maatschappij van
West-VIaanderen maar heden heeft het top
punt van dat alles bereikt met de beslissen
de overneming door den Staat te verzeke
ren.
Ik bedank er hem over, en ik hoop dat
deze grootsche daad gelukkige gevolgen zal
hebben voor Frankrijk. Voortaan zal dit
net niet meer gelijk een eilandje van het
overige van Belgie gescheiden zijn, onder
het opzicht der gemeenschappen. Maar de
dienst zal nauw verbonden zijn aan het al
gemeen net van den Staat en zoodanig ver
bonden dat hij voor het vervoer der reizigers
en voor het vervoer der koopwaren de groot
ste gemakkelijkheden zal aanbieden. {Zeer
Wel rechts.)
M. Liebaert, minister van financien.
Mijnheeren, ik zoude warme aanbevelingen
van den achtbaren verslaggever van dat
wetsontwerp willen volgen
M. Vandenpeereboom, verslaggever.
De praktieke aanbevelingen.
M. Liebaert, minister van financien.
Wijze, omdat zij praktiek zijn. En ik zou
mij bijna kunnen onthouden het woord te
voeren in deze bespreking, indien ik er niet
toe gedwongen ware door eenen plicht van
dankbaarheid zoowel jegens de linkere als
jegens de rechterzijde.
Ik bedank den achtbaren heer Delannoy
voor de beminnelijke woorden die hij mij wel
heeft willen toesturen. Ik bedank ook uit
ganscher harte mijn achtbaren vriend M.
Georges Vercruysse voor de gelukwen-
schingen waarvan hij zich de tolk gemaakt
heeft. Sedert lang wenschte ik dat ontwerp
te verwezenlijken en ik hoop dat de bevol
kingen van West-VIaanderen er het groot
ste nut zullen uit trekken. {Zeer wel op
verschillige banken.)
Indien nog veel te doen blijft, dat wil
niet zeggen dat er niets is gedaan geweest.
De bestuurraad der maatschappij van West-
VIaanderen had begr&pen dat het uur geko
men was om toegevingen te verwezenlijken
van daar hare vraag van leening die hij ge
daan had over twee jaren. Hij had overigens
de gelukkige ingeving gehad het bestuur
van het net toe te vertrouwen aan eenen
man waarvan iedereen de werkzaamheid, het
verstand en de dienstwilligheid heeft kun
nen waardeeren. Maar er zijn dingen die
men niet moet verwachten van eene maat
schappij en die men haar zelfs niet mag
vragen het is van hare eigen belang op te
offeren, in andere woorden, het belang
har<jr aandeelhouders aan het openbaar be
lang. Het is door de bevestiging dezer waar
heid van gezond verstand dat het krachtig
verslag van den achtbaren heer Jules Van-
denpeereboom aanvatigt.
In de handen van den Staat, zal het net
van West-VIaanderen dus opvolgende ver
anderingen ondergaan en zal hernieuwd
worden zoowel onder bet oogpunt der instel
lingen als van den dienst.
Het werk zal lang maar aanhoudend zijn.
De uurtabellen waarin de achtbare heer
Delannoy zich bekommert zullen klaarblij
kelijk moeten hermaakt worden want als
men begrijpt dat er kunnen afscheidingen
in de uurtabellen hebben kunnen zijn op
het vereeningspunt van twee verschillige
exploitatien zooals dit zich voordeed te Kor
trijk, het #are niet te begrijpen dat er lange
en verdrietige onderbrekingen zijn in een
vereenigden dienst. Er is te voorzien ten an
derendat Kortrijk geene wisselstatie zal blij
ven voor al de treinen en dat eenige van de
zen zullen voortgaan van Brussel langs
Kortrijk rechtstreeks op eenige statiën van
het overgenomen net.
De achtbare heer Delannoy, de kwestie
van het personneel behandelende, heeft er
van gesproken alsof wij nog met de Maat
schappij te verhandelen hadden en heeft
mij gevraagd met haar overeen te komen
Maar er is geene overeenkomst te maken.
Het contrakt is geteekend, het is bij het
wetsontwerp gevoegd. De verhandelingen
zijn moeten geheim gehouden worden, en
iedereen begrijpt het maar wanneer de
kwestien, waarop de achtbare Senator ge
zinspeeld heeft, onstaan zijn, alles was ge
ëindigd, want het publiek is tevens verwit
tigd geweest van mijn inzicht het net over
te nemen en van het voltrokken feit der
overneming. Alles was bepaald geëindigd
en gesloten, op voorwaarde van goedkeuring
door de wetgeving.
M. Delannoy. Dan verlaat ik de Com
pagnie om maar alleen den Belgische Staat
meer voor mij te houden, dat deze.mildda
dig zij zooals ik het vraag.
M. Liebaert, minister van financien.
Ik ging spreken van hetgeen de Staat doen
kan.
Er is eerst verblijf. Ik heb het in de Ka
mer gezegd, de Staat zal de welwillende
gevoelens volgen die wij gebruiken in
het departement der spoorwegen jegens de
agenten van den Staat. Het behoud van
hun verblijf moet de regel zijn, ten einde
zooveel mogelijk te vermijden de belangen
der gezinnen te stooren. De bestendigheid
van verblijf is voor het grootste getal eene
gewichtige zaak men dient er de grootste
zorg voor te nemen. Er kan nochtans een
dienstbelang van tucht zijn om eenen agent
te verplaatsen, en het Bestuur móet meester
blijven, het voornaamste is dat men niet
verplaatst uit gril en zonder met welwillend
heid de vragen van behoud ter plaats
te onderzoeken. Mijn achtbare voorzaat
en ik hebben altijd vaderlijk gehandeld ten
opzichte onzer onderhoorigen, en mijnacht-
bare opvolger is gezield met dezelfde ge
voelens. (Zeer wel.)
Er zijn alsdan de briefjes van verkeer
waarvan de familien der agenten genieten.
De trouw gevolgde regel sedert de groote
overnemingen in 1898 op het initiatief van
M. Vandenpeereboom, is geweest van voor
de overgenomen agenten de voordeelen te
behouden die zij genoten of hun eene gelijk
waardige vergelding te geven. Zulks zal nog
de regel zijn voor de overgenomen agenten
van West-VIaanderen, namelijk in hetgeen
de familiebriefjes aangaat.
Wat de borgtocht betreft van zeker agen
ten overgenomen van de koolkommen, ik
heb er mij niet mede bezighouden geduren
de de onderhandelingen, voor de goede re
den dat ik hun geval niet kende en dat niets
mijne aandacht er op gevestigd had. Er zijn
eenige bedienden vijf of zes, naar het
schijnt-- die nog in dienst zijn en die in 1877
slachtoffers zijn geweest der failliet van de
koolbekken. Deze maatschappij exploiteerde
op dat tijdstip het net van Vlaanderen voor
de rekening der Compagnie van West-VIaan
deren. Onder deze laatsten waren er die eene
borgtocht gestort hadden in klinkende
munte, en met het verschil van dezen die
titels gegeven hadden werden zij enkel als
schuldeischers aanzien en betaald ih failliet-
munt.
RCALM
1 Zi' zei, namelijk, aan hare ambtenaren
aat ons dat proces winnen en dan zullen
WlJ u de borgtochten wedergeven.