Het Gestolen Kind, De bluf van le Progrès zwanzerij van het Journal Mensfelwerk. Wandalismus. Sterfgeval. uwe broodwinning niet ontnomen om uwe vrijzinnige en onafhankelijke denkwijze, en zijt gij alsdan niet door den nood gepraamd verplicht op den vreemde bestaanmiddelen voor vrouw en kinderen te gaan zoeken Zietdaar de hedendaagsche kriste- lijke liefdadigheid en broederlijk heid, volgens het stelsel der zoo ge naamde katholieken. En Mter Colaert durft onbeschaamd spreken van hunne rechtvaardig heid en gerechtigheid. Heeft hij immers, in eene andere omstandigheid niet uitgeroepen Deze die met ons niet zijn, zijn tegen ons, en wij zullen het hun doen ge voelen Wij en le Progrès hadden, gelijk het meerendeel der gazetten van het land, in een onzer laatste nummers onze waardeeringen kenbaar ge maakt over den uitslag der gemeen- tekiezingen van 20 October 11. Wij hadden bestatigd gelijk la Der niere Heure, la Gazette, la Chronique, la Flandre libérale, le Journal de Liège, la Meuse en andere groote dagbla den, dat de liberale partij vooruit was. Deze waardeeringen hebben het geluk niet gehad het Journal dl Ypres te bevallen. De zwanzer van het godvruchtig orgaan die aan zijne eerste zonde niet is tegen een der tien geboden Gods en die de Patrie van Brügge navolgt, blad dat vermaard is in twintig uren in het ronde voor zijne beweeringen tegenstrijdig met de waarheid, laat zich voorstaan als een zwetser en drijft den spot met le Progrès. Laten wij den zwanzer deze zoete voldoening en komen wij tot de fei ten. Het geloofwaardig Journal haalt eenige namen aan waar zijne vrien den kleine zegepralen bekomen heb ben, maar het verzwijgt de zegepra len der liberalen te Antwerpen, te Luik, te Gent, te Charleroi, te Oos tende, te Mechelen, te Eecloo, te' Jette, te Thienen, te Ronse, te Sotte- gem, te Thuin, te Maeseyck, te Ton geren, enz., enz. Het vergeet insge lijks de zegepralen te melden welke de liberalen behaald hebben te Kno- cke, Heyst, Ploegsteert, Woumen, Merkem, Ghistel, Moscroen, Vin- 8) Tafereelen uit het Rotterdamsche Volksleven. III. De Kermis-Zaterdag-invclit. Het bevreemdde haar wel eenigzins dat Karei voortdurend zeer verstrooid was en gejaagd scheen, dat hij somtijds kwam minder om haar dan om haren vader te be zoeken, doch zijn gewone ernst, de gedach te aan zijne moeder, zijne talrijke bezighe den waren haar eene genoegzame veront schuldiging, terwijl zij niet twijfelde of de aanstaande kermisvreugde, waarvan zij zich veel voorstelde, zou haar helpen, om de sombere gedachten en akelige zwaarmoe digheid te doen verdwijnen. Inmiddels begon Rotterdam langzamer hand de gedaante aan te nemen, waarin het zich jaarlijks omtrent het feest van den H. Laurentius, den patroon der stad, vertoont. Talrijke vreemdelingen verschenen en na men bezit van aangewezen plaatsen op pleinen en markten, in straten en langs grachten, om er hunne houten huizen neder te zetten, waarin zich de Rotterdammers gedurende een tiental dagen zouden kunnen vermaken, verschenen of verschillende be noodigheden voorzien. Op de pleinen verre zen de k dossale ronde of vierkante tenten, onder den naam van paarden-, beesten-, poppen-, goochel-, koordendanser-spel, co- medie enz dia den stedelingen eene rijke verscheidenheid van vermaken beloofden. In de openingen, die zij lieten, plaatsten chem, Dieghem, Soniën, Holeden, Selsaete, Moerbeke, Zaffelaere, enz., enz., enz. Maar het heeft de verwaandheid de groote zegepraal van Leuven te melden, waar de oppositiepartijen 1500 stemmen meer hebben dan de klerikalen het groote succes van Brugge, waar de klerikale lijst met groote moeite de volstrekte meerder heid behaald heeft, de schitterende zegepraal van Doornijk is van 30 tot 40 stemmen geweest, dank aan den list door de vrienden van het Journal gebruikt, list welken alle eerlijke partij zou afkeuren (1) de zegepra len van Laeken en van Schaerbeek, waar de katholieken de kwestie der belastingen geexploiteerd hebben. Het Journal zet zijne zwans eene geheele kolom voort om aan zijne goedzakkige lezers te doen gelooven, die het zeker voor dommerikken neemt, dat de liberale partij achter uit gaat het scheelde weinig of het kondigde de dood aan van (Le afgrij selijke liberalen die te Yper net cijfer van 300 stemmen bereikt hebben en die twee der hunnen hadden doen doorgaan, indien de partij van orde en eerlijkheid, op het laatste uur, geene bedriegelijke knoeierijen uit gevonden had om een groot getal kiezers te misleiden. Om zijnen beuzelpraat te sluiten, schrijft het geloofbaar Journal het succes der liberalen toe aan de bijdrage der revolutionnairen. Ziedaar hoe het Journal de waar heid schrijft. Wat de waardeeringen der Indé- pendance en der Etoile betreft, zij zijn tegengesproken geweest door de meerderheid der liberale dagbladen van het land, hetgeen het omgekocht orgaan der katholieke partij van hier vergeet te doen kennen aan zijne lezers. Wij hebben ze dus niet te over- peizen en wij eindigen met te zeggen aan den zwanzer van het Journal dat hij zijne raadgevingen voor reke ning houde, hij zal ze nog dikwijls noodig hebben. Men weet dat ons stadsbestuur, met een lichten zin en zonder voldoende ij Om zijne zwans een lichaam te geven, spreekt het Journal over de overwinningen van Namen en van Virton, waar de libera len hunne toestanden behouden hebben. Wat de zegepraal van Doornijk betreft, zou het Journal d' Ypres wel kunnen van toon veranderen. De bestendige deputatie is in bezit van eene vraag tot verbreking. (N. d. R.) zich carrousels, in welker scheepjes en op welker paarden of leeuwen Rotterdamsche jeugd naar hartelust zou ronddraaien Lange rijen van broedertjes-, wafel-speelgoed-, galanterie- en andere kramen omringden de houten tempels des genots, vulden de straten of strekten zich langs de grachten uit. De bedrijvigheid, te Rotterdam toch reeds zoo groot, nam met iederen dag toe. Ruwe houten stellaadjes verschenen voor sommi ge herbergen, om een publiek, grooter dan gewoonlijk, plaats te geven. Orgeldraaiers, van Oost- en West toegevloeid, doorkruis ten de straten met hunne nog stomme in strumenten liedjeszangers, straatkunste naars, goochelaars zochten er tijdelijk verblijf en voerden er de toestellen tmen, die zij bij de uitvoering hunner kunsten noodig hadden. Nog voor de kermis geopend werd, vulden sommige kramen reeds de lucht met zoete aangename geuren zoodra de duisternis gevallen was, zag men de blin kende koperen lampen ontsteken, en meer of minder talrijke gezelschappen traden, door een tal van kinderen, dat met open mond de baksters aanstaarde, de kraam binnen, waar hun kleine ronde gebakjes onder den naam van broedertjes werden voorgezet of langwerpige, geruite, met sui ker bestrooide koeken, algemeen bekend onder den naam van wafelen Had de jeugd zich verzadigd aan den geurigen damp, welke uit de broede-tjespan opsteeg, of zich bij ongeluk gebrand aan de vlammen, die van alle zij den van onder de pan naar buiten kwamen, dan toog zich weg om zich te gaan verlustigen tusschen de dwarsbalken der half opgerichte carrousels of in de geraamten der tenten. Een publiek, talrijker dan ooit, vulde na het einde des daags de siraten iederen avond moest men weten wat er dien dag onderzoek, besloten heeft het torent je, staand*- tusschen de jongens gemeente school en de betalende meisjesschool, af te breken, ODder voorwendsel dat het gevaarlijk is het langer in den tegen- woordigen staat te laten. Dit is eene ongehoorde en onherstelbare dwaas heid Sedert eenige dagen zijn ver scheidene werkliedendaaraangebezigd. Het verdwijnen van dit torentje tot hiertoe bewaard en eenig overblijfsel van de abdij van S' Jans op den Berg, zal door alle kunstminnaars en oudheid kundigen gelaakt en hoogst betreurd worden des te meer dat de kosten van afbreken meer zu lien bedragen dan hetgeen men eraan had moeten beste den om het in goeden en stevigen staat te herstellen en nog ontelbare jaren te behouden. Dit is hetgeen men had moeten doen volgens menige bevoegde vakmannen. Dit kon met verstand en zorgvuldigheidzeerwel gedaan worden. GebouweninRenaissancestijl van het derde tijdvak, in het b gin der 17e eeuw, levérde dit torentje een zeker historisch belang op en gaf een gedacht van den eigenaardigen bouwtrant van voorbeen in ons Vlaanderen. Zuer wei nig steden bezitten er nog overblijfsels van in denzelfde vorm en verhoudin- gen. Ook bleef dit ond gedenkstuk niet onaaugemerkt voor de vreemdelingen die onze stad en hare praalgebouwen komen bezoeken. De straat in welke de voormalige abdij van S' Jans gesticht was heeft er haren naam aan ontleent en draagt zij nog heden. Indien het torentje van het in 1794 afgeschafte klooster bouwvallig gewor den is, de schuld er van is toe te schrij- vetiaan ons klerikaal bestuur. Even als met de andere stadsgebouwen het geval is, heeft het verwaarloosd hetzelve ten bekwamen tijde, te onderhouden Al wat er in de zeventien laatste jaren aan gedaan is geweest heeft bestaan in het lappen van het schaliedak en het afnemen van de spil en kruis dia het torentje bekroonde en die men in het oud ijzer heeft geworpen. Laat hat ons zeggen, ons drievuldig schepencollegie is samengesteld uit mannen, die zich meer over politiek dan over stadsbelangen bekreunen deze bezitten overigens weinig of geen kunstgevoel, onderzoeken niets door zich zeiven, stellen een onbepaald ver trouwen in alles wat hutine vet bezol digde bedienden hun wijs maken. Zij begrijpen niet dat de bouwmeesters en toezichters, in het algemeen, aan geen onderhoudswerken houden noch ze voorstellen. Dit brengt aan deze geene winst bij. Indien men hen geloofde, men zou alle oude gebouwen moeten laten vervallen om die, wanneer zij niet meer herstelbaar wezen, van den grond af te herbouwen ten einde alzoo 5 ten honderd op de begrootingen te trekken. aangekomen, voortgezet of voltood was. Men scheen niet tevreden, voor men een juist denkbeeld had van de plaats der onderschei dene tenten, kramen, schommels, wippen enz. et» van hetgeen er te zien, te eten, te drinken zou zijn en morrenden in kwa den luim verwijderde men zich van de geïmproviseerde houten huizen, waarvan de voorwerpen, welke er eerstdaags in zouden schitteren, den koop- of e-tlust opwekken, door een houten schot of gespannen zeil voor de oogen des nieuwsgierigen en kijk- lustigen verborgen werden gehouden. Eindelijk brak de langgewenschte dag aan, die de kermis opende. De dagbladen hadden reeds veel bekend gemaakt van het geen er te zien zou zijn nu kon men zich met eigen oogen overtuigen of het gemelde waarheid bevatte, ten minste zoo men het noodige geld bezat om zich den toegang te vers,-haffen. Ginds, op het Plein, stond het reusachtige, Cirque équestre van Edouard Aolschlager, die door 60 paarden en een groot g6tal der eerste kunstenaars de onge looflijkste toeren zou laten verrichten het werd ingesloten door een beeldenspel, een galerij van wassenbeelden en eenige klei ne spehen. De nieuwe markt bevatte 't kleine paardenspel van Blanus benevenseene tent, waarin wilde dieren zich als schapen door hun temmer lieten behandelen en op zijn wenken vlogen nog een poppenspel van den nooit geëvenaarden, nog minder overtroffen Hamberg. De groote markt had een ernstiger aanzien zij werd gevuld door een paar schouwburgen, een tooverspel en eenige kramen. Aan de Binnenwegsche Poort eindelijk had mende van ou Is ver- maerde Vier Kronen, een anatomisch mu seum, een honden- en apenspel en verder khinere tenten, waarin eene dame met vierkante oogen, een varken met vijf pooten MeD kan zich een gedacht vormen van de waanwijze verblindheid van M. Colaert, wanneer men hem, in het K. Volkshuis, sprekende van de be stierders der werken, hoort verklaren dat het door hunne bezorgdheid «u spaarzaamheid is dat do uitgaven der stadseigendommen verminderd zijn op 15,263 fr. 32 c. in plaats van 16,020 fr., en dat men de vermindering, die men sedert 1903 bemerkt, in het toekomen de nog grooter zal zijn- Moet men daaruit- niet besluiten dat voortaan de onderhoudswerken nog meer zullen verwaarloosd worden dan zii het thans zijn De liberale partij komt droevig getroffen te zijn door het verlies van een zijner ijve rigste mannen. M. Emiel Speybrouck, lid van het Comi- teit der liberale kantonale Associatie van Yper, is 1411 dezer gestorven en zijne be- graafnis heeft Maandag 11. om 9 1/2 ure plaats gehad. M. Emiel Speybrouck was liberaal kandi daat in de gemeentekiezingen van 1895 en 1899. Hij was een eerlijk en werkzaam man, omringd der sympathie van eenieder. Hij sterft slechts aan de oude van 50 jaren. Het muziek der Oud-Pompiers heeft de laatste eer aan onzen afgestorven vriend toegebracht. Wij bieden aan zijne familie onze innigste rouwklachten. De Hjkpleclitiglieden van M. Emiel Speybrouck. De begrafenis van onzen vriend Emiel Speybrouck heeft plaats gehad te midden van een grooten toeloop van volk. Aan het hoofd van den stoet, die de Potijze verlaten heeft om 9 ure, trad onze harmonie der Oud Pompiers vergezeld der leden van het Comiteit. Na hen kwam eene afvaardigingder liberale kantonale Associa tie van Yper voorafgegaan van haar vaan del bekleed met een groot rouwfloers, ten teeken van rouw. Het lijk gedragen door vrienden van den overledene was Vooraf gegaan van dragers van kroonen, waarvan de eene in natuurlijke bloemen werd aange boden door de liberale Associatie, de ande re door de maatschappij de Ware Vrien den der Potijze, waarvan de afgestorve ne voorzitter was. Deze maatschappij was insgelijks vertegenwoordigd door eene sterke afvaardiging vergezeld van haar vaandel. De hoeken van het baarkleed waren ge houden door M. Emiel Iweins, voorzitter van de Liberale kantonale Associatie, M. Theofiel Maleveys, lid derzelfde Associatie, en dan door twee leden der maatschappij de Ware Vrienden der Potijze. een reus, een,dwerg enz. aan de verbaasde Rotterdamers zouden worden voorgesteld terwijl zich eindelijk overal waarzeggers, horoskooptrekkers en goochelaars in kleine vierkante tenten bevonden, die de domme menigte wachtten, om haar voor een of twee stuivers eenige tastbare leugens op den mouw te spelden. Da vier genoemde pleinen waren de brandpunten der kermis, en de straten, die ze aan elkander verbonden, werden, vooral des avonds, opgepropt met wandelaars, die naar een spel gingen, broedertjes gingen eten of zich eenvoudig een paar uren met wandelen zich vergenoegen. Ook Amelie en Karei vertoonden dikwerf onder de wande'aars de jonge, vroolijke maagd, het hart vol levenslust, was geluk kig, als zij aan de zijde van den hoogge- schatten jongeling langs de kermis kon gaan. Met vroolijke nieuwsgierigheid tuurde zij lang en dikwijls op de toiletbenoodighe- den, parfumerieën, linten en bloemen, welke in sommige kramen bevallig geëtaleerd waren, en verliet ze niet zelden, zonder een der prachtige voorwerpen, dat haar door Karei met kieschheid was aangeboden, in bezit te hebben. Een glans van vreugde straalde uit haar oogen, als zij te midden der algemeene vroolijkheid en opgeruimd heid voorttrad, en een der kluchtige voor vallen, die de kermis bijna ieder oogenblik aanbood, plaats greep. Te midden der volksmassa staande voor eene tent, waar hansworsten en poesenmakers door komiek en pantomine het volk naar binnen trachtten I e o,vken, was zij niet gelukkiger. dan wanneer de snakerijen, die ginds op e ïooge balkon of houten terras werden uitgevoerd, den lachlust en de vroolijk- heid van Karei konden opwekken. Ver se ei< ene malen begaven beiden zich, maar EN DE

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1907 | | pagina 2