Belangrijk Bericht.
Stadsnieuws.
VOORDRACHT
Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement.
Donderdag, 50n «Januari 1908. 5 centiemen. Vierdejaar. Ar 12.
Verschijnende des iMonderdags.
Alzijdig Volksonderwijs.
Het Co mi teil der Libe
rale Associatie verwittigt
al de kiezers die van de
bewarende Associatie eene
aankondiging zouden ont
vangen betreffende de ver
mindering hunner slem-
men of hunne uitschrab-
bing uit de kiezerslijsten,
dat het zich gelast koste
loos hunne kiesrechten te
verdedigen.
De politiek en de priesters
Klerikale wellen.
De liberale vrouw.
Ono vereen bare
bedieningen.
Eendracht maakt Macht.
Vires acquirit eundo.
INSCHRIJVINGSPRIJS:
Voor den buiten: Een jaar, Fr. 3-00.
Voorstad: Een jaar, Fr3-50.
Men handelt bij overeenkomst.
Men schrijft in bij üen Uilgever, bixinudeslraat, n1 53, te Yper". De aankondigingen van
gansch België en 'l buitenland evenals de Notariale en Keehlerlijke aankondigingen mogen
gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege-
naamde artikels uiterlijk tegen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden.
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 15 c den drukregel.
Reklamen 25 c.
Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id.
Zondag; 33 Februari 190S,
om 6 uren 's avonds,
over
De Kleine burgerij en welke middelen
eenigszins haren toestand kunnen verbete
ren
door den heer DE MA ERE,
Toezichtnr van het
Ministerie van Nijverheid en Arbeid.
Vrije ingang voor de vrouwen en de
leden.
Ingang 0.10 voor de mannen.
Wanneer men op don buiten van
politiek spreekt, zal men geen twee vol
zinnen kunnen uitspreken zonder den
naam van den Pastoor of Onderpastoor
te hooren noemen. Dis is toch wel het
klaarste bewijs zeker, dat het die man
nen zijn die zich op onze dorpen heden
daags aan 't hoofd der politiek plaat
sen en er de grootste rol spelen.
Vroeger hielden die heeren zich zoo
openlijk met de wereldsche zaken niet
bezig Dan werden ze ook meer geëer
biedigd en geloofd Doch in deze laatste
jaren hebban zij zich stap voor stap
zoover gewaagd, dat ze op den dag van
heden tot over de ooren er in geraakt
zijn en relige en alles over het hoofd
zien om hun hatelijk werk door te
drijven.
Alle middels zijn thans goed, zelfs
de walgelijkste, om hunne tegenstre
vers te bekampen. Men zou zich soms
inbeelden dat, wanneer men een pries
ter als tegenstrever beeft, men ten
minste met een gematigd en breedzic.h-
tig mensch zal te doen hebben, mits
zijn godsdienst zelf het hem oplegt
a kwaad met goed te loonen de zon
daars te vergeven en broederliefde
onder de meusebon aan te prediken.
Maar, ja wel, ge zijt er zoete mêe.
Juist het tegenovergestelde doet zich
voor. Zoo gij het gedacht van uwen
pastoor met deelt, dan zult gij in hem
een der hatelijkste en kampzuchtigste
tegenstrevers gevonden hebben. Alleen
haat en nijd zal in hem te vinden zijn,
en in plaats van het kwaad met goed
te loonen, zal hij u op alle manieren
zieken, zelfs in uwen handel en wan
del, in uw huiselijk leveu uwe on
schuldige kinderen zullen zelfs aan
z.jnen vreeselijken dwang en vervol
ging niet ontsnappen
Zoo zijn negen-en-negeutig priesters
op honderd die zich met politiek bezig
houden en zijn bijgevolg op denzelfden
leest geschoeid.
Bij de su kkelaars en lichtgeloovigen
gebruiken ze het en vagevuur om hunne
onderhooorigen schrik aan te jagen
geven hun zei ven voor halve goden uit
en trachten zich op die manier door de
verslaafde manschen te doen gelooven.
Alhoewel nochtans het volk den dag
van vandaag daar zijn botten begint
aan te vagen en te verstaan dat al die
bedriegerijen alleenlijk tot dekmantel
dienen om gemakkelijk de heerschap
pij en de dwingelandij onzer heden-
daagsche geestelijken tot stand te
houden
Thans beginnen ze erger en erger te
worden en deinzen ze voor de hatelijk
ste middels met meer achteruit de
broodrooverij en allerhande vervol
gingen die op onze dagen op zoo af
schuwelijke wijze woeden, zijn door de
priesters m gang gestoken. Dat maakt
die mannen natuurlijk nog hatelijker
bij de verlichte en verstandige men-
schen.
Alwie een weinig begrip en eerge
voel heeft keurt die handelwijze af, en
't is do plicht van ons allen, dit mis
plaatst gezag te verijdelen en die on
menschelijke handelwijze uit al onze
krachten te bestrijden.
Het werk vau een waren priester is in
de kerk en in het verspreiden van den
godsdienst. Indien de geestelij ken zich
ergens met wereldsche zaken dienden
bezig te houden, zou dit alleeuiijk
moeten zijn om de armen te helpen, de
hulpeloozen bij te staan, gelijkheid
onder het volk aan te prediken. Doen
zij dat Neen, niet waar Duizend
maal noen Integedeel. 't Is dö pries
ter die tegen alle welstand van anderen
is Dat wil hij alleen voor zijn eigen
zeiven
't Is de priester die tegen een orden
telijk werkmanspensioen is van ten
minste één frank daags, voor alle oude
afgesloofde werklieden, 't Is depriester
die de rechten van den mensch mis
kent en de verdeeldheid onder het
volk aanmoedigt, 't Is de priester die
wil dat men aan de rijken en aan hun
zeiven 4 stemmen geve en aan de ar
men maar 1.
'tls'de priester die maakt dat de
arme duivel alleen naar de kazerne
moet, wijl de rijke zich vrijkoopt.
't Is de priester die belet den geest
van het kind te ontwikkelen, met het
doel het volk zoo dom en onwetend
mogelijk te houden om des te beter te
kunnen overheerschen.
Dat alles doet de priester wanneor
hij zich met politiek bezighoudt. Alles
wat hij dan doet is dus slecht, door
slecht, en het verwondert die mannen
dan dat men die onrechtvaardige en
hatelijke politiek bekampt en hun toe
roept Gij zijt geen priesters meer n
Op het Congres van den Belgischen
Katholieke Volksbond, op Zondag 28
September 1906te Mechelen gehouden,
nam M. Gabriël van Gent, het woord,
en zegde, volgens het Nieuws van den
Dag. van den 24 September
Tot hiertoe heeft de
werkman maar l»i tier
Aveiriig- voordeel ge
trokken uit de voor
lie ui gestemde wetten.
Dit is door een onzer tegenstrevers
gezegd En toch zullen de klerika-
len van ons arrondissement en stad
maar altijd voort boffen met het zoo
gezegd voordeel dat onzewerklie-
(Icii'volgens hen uit bedoelde wetten
g.Viokkea hebben
ICn de lcleine tuirg-eri j
dan
Het berucht onderzoek over haren
toestand en de oorzaken van haren
langzamen ondergang is op eenensisser
afgeloopen
't Is weeral enkel oogenverblinding
geweest
Vele beloven en weinig geven zoo
zal altijd de leus der klerikalen blij
ven
Als wij met de gedachten een veer
tigtal jaren achteruit gaan, dan deed
men als eene zeldzaamheid deze of
gene vrouw opmerken omdat zij libe
raal was Den dag van heden is het
geheel anders. Er is in veertig jaren
vooruitgang gedaan, en nog al redelijk
veel.' Zooveel te beter
Tegenwoordig zijn er talrijke vrou
wen, die met fierheid de liberale ge
dachten aankleven en die er prijs aan
hechten de zienswijze van hunnen man
te deeien Dat komt omdat zij moedig
zijn en kaïakter hebben f En ook,
reebtuit gesproken, waartoe is eene
kwezel, eene pilaarbijtster goed Zij
gaat de -ecreten van hofhuis vertellen
zij spreekt van elkeen kwaad en pronkt
een geheelen dag als zij 's morgens de
mis niet gehoord heeft, iu plaats van
haar huishouden op te passen en een
potje koffie te maken vooraleer de man
naar net werk moet. Een woordje hoo-
gerof lager, en 't is zonde het uoodige
zou zij ontbeeren om kaarsen te koo-
pen en geld in den eenen of anderen
offerblok te steken.
Is de man wat vrijzinnig, dan wordt
hij om zijne politieke gedachten ge
plaagd en gezaagd. Wat al verveling
verschaft zulke vrouw En is er wel
een klaarziende jongeling, die met eene
kwezel zou willen trouwen
Neen Leve de liberale jonge doch
ter en de liberale vrouw
Daar zit leven in en ze zijn geestig,
dat weet ik bij ondervinding. Delibe
rate gedachten van den man doelende,
dus komen beiden beter overeen. Het
gedacht alleen van vrijgezind te zijn
verheft de vrouw, maakt haar grooter
iu hare eigene oogeu en zet haar eene
zekere fierheid bijdie manuen en jon
gelingen gaarne zien.
En dan, op die g dukkige dagen van
stemming, wanneer vrijheid zegepraalt
op slavernij, en licht op duisternis, in
één woord, als de liberalen zegevieren,
o daD zijn man en vrouw verheugd,
smaken hetzelfde geluk en roepen te
zamen Leven de mannen der vrijheid
Weg met de verdrukkers Terwijl in
een ander huisgezin, waar de vrouw,
verkwezeld en vol is van sermoenen en
biechtjes, staat te grijozon, te stampen,
te weenen. Dat moet vroolijk zijn voor
dien vrijzinnigen huisvader, nietwaar?
Mochten de liberale vrouwen steeds
gedurig in getal aangroeien De vrouw
kan zooveel voor de verspreiding der
vrije gezindheid doen Dat zij dus,
gelijk de mijne met woord en daad de
goede 'zaak verdedige dat zij met
moed, zonder overdrijving maar
krachtdadig werke nevens de mannen
dat zij 's Zondags een liberaal blad
leze en, als het past, doe zien welke
helden en blinkers ons beden besturen
in land en dorp En wanneer bij de
aanstaande verkiezingen ue liberalen
zegevieren, zal hare vreugde en haar
geluk des te grooter zijn.
In zitting van n dezer heeft de
gemeenteraad M. E. Fraeys tot eer
sten schepen der stad gekozen.
Dit heerschap heeft, in eene hak
kelende taal, den raad bedankt over
het bewijs van vertrouwen hem ge
geven, en in zijne wijsheid verklaard
dat er niet de minste onovereenbaar-
heid of een beletsel van betamelijk
heid bestonden om, bij voortduring
zijne bediening van voorzitter der
Burgerlijke Godshuizen uit te oefe
nen, voorwendende dat Brugge (zijne
geboortestad) geen bezwaar ziet in
het vereenigen der twee bedieningen
van Schepen en Voorzitter der Hos
picen.
Het mishage of nietaan M. Fraeys,
maar wij zeggen dat vele personen
der beide partijen in zijn gevoelen
niet deelen.
Onder opzicht der belangrijke za-
ken over welke de Hospicen dikwijls
te beslissen hebben en welker be
langen veelal strijdig zijn met die
der stad, kan zijne benoeming me
nigvuldige bezwaren aanbieden.
Men vraagt zich af aan welken
kant M. Fraeys zich zal houden in
geval van geschillen of moeilijkhe
den tusschen de Hospicen en de
stad Zal hij, in zijne hoedanig
heid van Schepen, de belangen van
deze voorstaan tegen het Godshui-
zenbeheer ofwel zal hij als Voorzitter
der Hospicen de zaken van den ar
me verdedigen
De wet van 16 Vendemiaire Ve
jaar (8 October 1796) en deze van 16
Messidor VIIe jaar (4 Juli 1799) zeg-
gen
Art. 1. De gemeentebesturen
hebben het onmiddellijk toezicht der
Burgerlijke Godshuizen die in hun
arrondissement ingericht zijn.
Deze wetten bestaan nog heden.
Alleenlijk heeft onze gemeentewet
dezelve gewijzigd in den zin dat het
duidelijker zegt, onder artikel 91, dat
het Schepencollege het toezicht over
de Hospicen heeft.
M. Fraeys zal dus zijne eigene be
stiering van de Burgerlijke Godshui
zen, op het stadhuis moeten contro
leeren en goedkeuren.
Kan dat wel te samen staan
't Is waar dat het kapitel V over
de onovereenbaarheden (artikelen
48 en 49 der grondwet) geen gewag
maken van het gelijktijdig uitoefe
nen der bedieningen van gemeente
raadslid en hospicenbestierder, maar
er dientin acht genomen te worden
dat, onder het fransch beheer, de
overheden die getrouwelijk de wet
ten des volks naleefden, oordeelden
beide bedieningen onovereenbaar te
zijn.
Om die reden ook is het dat zij de
leden der Hospicen kozen onder de
burgers die geene andere openbare
bediening bekleedden. Dit is zoo
waar dat wanneer een van deze ge
roepen werd om deel te maken van
den stadsraad hij en zijne bedie
ning vervangen werd. Wat meer is,