Het Gestolen Kind, Mengelwerk. 17 De protestaliën van den Burgemeester. Opgelet Alzijdig Onderwijs. onder al de staatsbeheeren die zich sedert dien tot heden opvolgden, is er geen voorbeeld te vinden dat de zelfde persoon de bediening van Schepen der stad en van Voorzitter der Hospicen te gelijk uitoefende. De openbare overheid had immers zulke vereeniging niet toegelaten. Alhoe wel deze door de wet niet uitdrukke- lijk verboden en zulks is niet noo- dig de gezonde reden en het goed beheer kunnen zulks niet goedkeu ren. Maar dusdanige beweegredenen weêrhouden de hedendaagsche kle rikale politiekers niet. Zij vinden er geen bezwaren in. M. Fraeys, om het aanveerden zijner nieuwe bediening die hij niet begeerd heeft, zegt hij, te verschoo- nen en voor welke hij jaarlijks 1300 fr. zal ontvangen, doet gelden dat de hoofdstad der provincie geene beletsel ziet in het gelijktijdig uitoe fenen door denzelfden persoon der twee bedieningen van Schepen en Voorzitter der Hospicen. Een slecht uitvluchtsel voorwaar. Omdat de bestendige Deputatie dit misbruik door de vingers ziet en hare vrienden, allen van dezelfde kliek, laat begaan volgens goeddun ken, het is geen reden, denken wij, dat onze Ypersche klerikalen de on regelmatigheden en onwettelijkhe den die te' Brugge plaats hebben moeten naapen. Al ander staatsbeheer als hetgeen wij dulden, zou niet aarzelen M. Fraeys te verplichten te kiezen tus- schen de bediening van Schepen en deze van Voorzitter der Hospicen Het gemeentebestuur is ten groo- ten deele samengesteld uit jaknik kers, die zich de stadszaken bitter weinig aantrekken of kunnen onder zoeken en alles goedkeuren wat men hun voorhoudt. Er zetelen noch tans eenige mannen, meer geleerd, verstandiger en die over meer tijd beschikken dan M. Fraeys die veel voordeeliger pater Struye hadden kunnen vervangen als Schepen maar het schijnt dat de klerikale kop stukken er niet van gewild hebben. Gelukkiglij k hebben deze negen goedwillige raadsleden gewonnen die op een ordewoord gestemd heb ben voor M. Fraeys. 't Is immers de uitverkorene kandidaat der priesters en die reeds eene dozijn andere be dieningen telt die hij in de onmoge lijkheid is naar behooren uit te oefe nen. Hij acht zich tot alles bekwaam en jaagt nog alle nieuwe postjes na. Moet er dan toch in de klerikale partij schaarschheid van verdienste- Tafereelen uit het Rotterdamsche Volksleven. VI Twee leesten. De heer Van Steenen was sinds geruiraen tijd ziekelijk hij werd herhaalde malen door koortsen aangevallen, die hem ren of meer dagen aan z'jne kamer boeiden. Zoo dra het hem mogelijk was, begaf hij zich naar het kantoor, dochhoe* eel ij ver hij ook voor zijne zaken had, de arbeid vermoeide hem spoedig. En, daar deze toestand eenige weken voortduurde, maakte zich moede loosheid van hem m ester, en begon hij, hoewel nog geen vijftig jaren oud, te geloo ven, dat zijne ziekte misschien wel een einde aan zijne dagen zou kunnen maken. Terwijl hij zoo aan zijn bed of zijne kamer gekluisterd was, begon het denkbeeld bij hem te rijpen, dat hij sinds lang opgevat en zelfs in bedekte bewoordingen aan Karei Van den Oden had medegedeeld. Hij wilde hem namelijk aandeel in zijne zaak geven, tot welk plan hij door verschillende redenen Werd gebracht. Vooreerst zou hij daardoor den braven jongeling beloonen, die door een dengdzamen levenswandel het slechte gedrag zijns vaders had doen vergeten en van af den eersten dag, dat hij op 't kantoor verscheen, zich door een bij zonderen ijver onderscheidde en steeds g. oote gehechtheid jeg-ns zijn patroon en diens zaken aan den dag gelegd ha l Vervolgens zou, wanneer bij zijn plan u'tvoe de, de leiding der zaak lijke mannen bestaan, dat men alzoo op een hoofd zoovele bedieningen moet leggen Ook wanneer onze zeemende bur gemeester den nieuwen Schepen vleiende gelukwenschen toestuurde, zegde hij dat er soms omstandighe den zijn in zake van bestiering en politiek die zulks wettigen. Men moet daaruit besluiten dat M. Fraeys overal en in alles noodig is. De klerikale partij eischte dus, volgens het schijnt, dat men hem nog deze nieuwe bediening oplegde. Wanneer men ziet hoe weinig ver standig de Hospicen onder zijn voor zitterschap beheerd worden, het zal gewis nog M. Fraeys niet wezen die, belast zoo als hij is met andere me nigvuldige en opslorpende bedienin gen, eene nieuwe richting aan cle verschillige openbare diensten van stad zal geven. Deze zullen in den gewonen slenter en op Gods genade blijven voortgaan. - n In de zitting van den Gemeente - raad van den 28 December 11. tijdens de bespreking der begrooting voor het dienstjaar 1908, heeft onze Bur gemeester geprotesteerd tegen de gezegden van een blad der stad, dat eene polemiek gemaakt heeft op de uitgaven welke feesten veroorzaak ten, zeggende dat de Burgemeester deze uitgaven zou overdreven ge vonden hebben. Dat blad, is le Progrès. Voor de stichting onzer lezers, brengen wij het deel van het verslag der zitting van den Gemeenteraad van 22 Juni 1907 wederte voorschijn, dat betrek heeft op deze kwestie der uitgaven Gemeentefeest. De Raad keurt het programma van Tuindag goed, zooals het vastgesteld is geweest door de Commissie der feesten, er den prijskamp voor geiten bijvoegende. Onafhankelijk het krediet van 4.000 fr. gestemd voor het bestendig festival, keurt de Raad het Crediet goed van io.ooo fr. gevraagd voor de feesten van Tuindag. M. Bouquet. De kost der Tuindag- feesten zal niet van 10.000 fr. zijn, maar slechts van 9.625-00 fr. M. Colaert. Het is uit voorzichtig- heidsmaatregelen dat ik 10,000 fr. ge- vraagd heb. M. Fraeys. Met er de kost van den prijskamp voor geiten bij te voegen, zult gij meer dan genoeg hebben. M. Colaert. Ik doe het niet geerne, ik doe het gedwongen. geheel aan Karei kunnen worden toever trouwd en Van Steenen, daardoor van veel zorg bevrijd, gemakkelijker herstellen. Ook zou hij meer genot kunnen hebben van de buitenplaats, die hij te Kralingen had tot nu toe had er hoofdzakelijk zijne echlge- noote in het schoone jaargetijde gebruik van kunnen maken, waardoor het verblijf voor haar veel van zijne bekoorlijkheid had verloren. Als hij haar kon vergezellen, er dagen en weken doorbrengen, dan eerst zouden beiden er gevoegelijke oogenblikken kunnen hebben en wat ook veel waarde voor hem had, door de nieuwe firma Van Steenen en C°, zou, al moest hij zelf ook kinderloos overlijden, zijn naam blijven voortleven. Mevrouw Van Steenen was spoedig voor het (dan gewonnen dikwerf reeds had zij zich beklaagd, dat haar echtgenoot zich aan zooveel beslommeringen overgaf, als waar toe zijne zaken aanleiding gaven, wijl hij rijk genoog was, om zich een onbezorgd en genoegelijk leven te verschaffenn. Ook maakte haar het denkbeeld gelukkig, dat Karei Van den Oden daardoor een aanzien lijken stand in de maatschappij, dien hij verdiend had door zijn edel karakter en zijn uitmuntend gedrag, verwerven zou. Men kan zich de vreugde en blijdschap voorstellen, die Karei bezielden, toen Van Steenen hem zijn besluit mededeelde. Of schoon niet geheel onvoorbereid, kon hij geen woorden vinden om zijn weldoener te danken. Ik weet niet, sprak hij, toen hij van zijne verrassing bekomen was, waarmede ik uwe goedheid beloonen zal niet tevreden met als een vader voor mij te zorgen van af den dag, dat ik op het kan toor verscheen, komt gij mij nu op een standpunt in de maatschappij piaatsen, dat ik door de volhardendste pogingen nimmer Met alles op te tellen, zegt M. Colaert, zullen wij tot eene som van 17,000 fr. komen voor een jaar feesten. De heer Voorzitter die de beurs houdt ziet die groote uitgaven met geen goed De groote uitgaven van 17,000 fr. voor een jaar feesten met geen goed oog zien en ze niet geerne maar gedwongen zien, is dit dezelve goedkeuren Allo, M. Colaert, als eerstemagis- traat der stad, wees ten minste ernstig kom geene uitvluchten ver tellen vóór uwen Gemeenteraad, zes maanden na dat de feiten gebeurd zijn, des te meer dat de ki@sf eesten van 1907 een nog grooier gat in de stadskas gemaakt hebbenaangezien zij meer dan 20,000 fr. hebben gekost. Openhartig gesproken, M. de Burgemeester, gij hebt eene schoone gelegenheid gemist om te zwijgen. Een zonderling nieuws komt ons toe uit Brussel iedereen herinnert zich hier de verzoekschriften die aan den minister van spoorwegen, posten en telegrafen gezonden zijji geweest, wederzijds door den Koophandels kring en de heeren reizigers voor den koophandel, vergaderd in een banket dat aangeboden was aan de heeren Angloo en Baghein, om rechtstreeksche treinen te bekomen van Yper naar Oostende en van Yper naar Brussel, waarvan het nut meermaals bewezen is geweest. Met den nieuwen minister mochten de Yperlingen hopen.; met den ou den, mochten zij er niet aan denken in het algemeen, zijn de Kortrijk- zaans niet genegen voor de belangen der stad Yper, integendeel wij heb ben er het bewijs van gehad met de heeren Vandenpeereboom en Lie- baert deze heeren hebben zich al tijd verhaast de voetstappen der Yperlingen, ofschoon zeer gegrond, spoedig te verwerpen. De nieuwe minister is reeds opge hitst door eenen kasteelheer of eene slotvoogdes om zijne goede inzichten jegens ons te vernietigen. Men eischt van hem het bouwen eener statie te Zillebeke op de lijn van Yper naar Kortrijk Deze gemeente, die reeds eene statie heeft op de lijn van Yper naar Rouselaere en eene op de buurtlijn van Yper naar Meenen, moet al met eens zeer belangrijk geworden zijn om zulken eisch te durven doen. Met de Maatschappij van West- Vlaanderen zou die dwaze vraag ver had kunnen bereiken Gij bewijst mij de groote eer mij op te nemen in eene firma, welke door ieder met de meeste achting wordt genoemd. Ik hoop, mijnheer, dat gij u nimmer over dit edelmoedig besluit zult te beklagen hebben, ik zal alle krachen in spannen, om uw naam geacht en geëerd te doen blijven en, zooveel in mijn vérmogen is, zorgen, dat gij de rust geniet, waarop gij na een zoo werkzaam leven de grootste aanspraak hebt Onmiddellijk werden nu door Van Stee nen noodige besschikkingen gemaakthij ontbood zijne notaris en gaf dezen last de zaak zoo spoedig mogelijk in orde (e bren gen, weldra las men in de dagbladen, dat de heer Karei Van den Oden als deelgenoot in de nieuwe firma Van Steenen en C°. op getreden was. Een groot feest ten huize van den edelmoedigen Van Steenen, die aan zijne ziekte begon te herstellen, besloot het leven van Karei Van den Oden als kantoorbedien de. Het feest was buitengewoon schitterend want Van Steenen scheen zijn gasten te kennen te willen geven, hoe hoog hij zijn nieuwen deelgenoot achtte Een tal van zij ne vrienden verscheen in de rijk gedeco reerde zaal, waar het feestmaal zou gehou den worden. Ook Amelie met hare ouders, zusters en broeder behoorden onder de ge- noodigden. Van Steenen kende de verloofde van Van den Oden reeds sedert geruimen tijd op zijn verlangen had Karei haar aan hem voorgesteld, en de kennismaking had het gevolg, dat Van Steenen haar ver scheidene malen met Karei ten zijnent noo- digde. Thans greep hij de gelegenheid aan om hare famillie te leeren kennen de een voudige timmerman verscheen niet zonder eenigen schroom voor der. rijken koopman, maar spoedig had hij alle bezorgdheid afge legd ten gevolge van de welwillendheid, worpen geweest zijn, zonder den minsten twijfel ten eerste, nooit is de noodzakelijkheid er van bewezen geweest en zal het in langen tijd niet zijn ten tweede, de statie zou moe ten gebouwd worden op de helling, hetgene altijd ongemakkelijk en ge vaarlijk is. Zal de Staat handelbaarder zijn Wij hopen wel van neen. Die zonderlinge eisch zal, na een spoedig gedaan onderzoek, wij heb ben er de innige overtuiging van, voor goed verworpen worden. De duur der reis tusschen Yper en Kor trijk moet niet verlengd worden om te voldoen aan de grillen van eenen kasteelheer, wie hij ook zij, het dunkt ons dat de overtocht lang ge noeg is. Het Ypersch publiek vraagt sedert jaren rechtstreeksche treinen voor Brussel hoe zou het dezelve kun nen bekomen indien het bestuur het getal statiën vermeerderde het spreekt van zelfs dat hoe meer sta tiën er zijn hoe meer de kans van een rechtstreekschen en spoedigen dienst te hebben, vermindert. Het is onze plicht aan de belang hebbenden te toonen wat er ge- smeedt wordt, aan hen de noodige voetstappen te doen als zij niet wil len gefopt worden door een grooten rammelaar van Zillebeke. Dat zij niet vergeten dat, onder een klerikaal bestuur, de kasteelheer almachtig is. De voordracht, door den heer J. Vercoullie, hoogleeraar te Gent, jl. Zondag in het A lzijdig Onderwijs gege ven over het Oude Vlaamsche Liedwas iets oprecht puiks. De zaal der Beurs was wel bezet. Er was veel volk en allen waren uiterst tevreden over hun nen daar doorgebrachten tijd. Ook de heer Vercoullie kont de kunst om zijn onderwerp belangwekkend en aantrek- keiijk te maken. Hij sprak opeenvol gens over de studies en verzamelingen van oude Vlaamsche liederen, die be staan in Holland, üuitschland. Frank rijk en in Vlaamsch België. Hij wees de bronnen aan, waar men die oude liedjes gaat putten Hij sprak over den oorsprong der zangwijzen er in gebruikt en der woorden, die ze samenstellen. Hij sprak dan breedvoe rig over bet grootsche v/erk op dat ge bied voortgebracht door F. Van Duyse en dat het lied beschouwt onder alle oogpunten, een echt reuzenwerk. De heer Vercoullie, een spreker, zooals er weinig zijn, wist dat alles zoo meester lijk te behandelen, dat al de toehoor ders om zoo te zeggen aan zijne lippen waarmede de heer en mevrouw Van Stee nen hem ontvingen en behandelden. Amelie was buiten zich zelve van geluk als zij den blik op Karei of zijne weldoeners wierp, schitterde vreugde in hare heldere, zwarte oogen, terwijl de reinste voldoening hare wangen kleurde. Zij begreep dat de kring, waarin zij thans geleid was, de hare werd dat zij tot den stand behooren van de lieden, waarmede zij kennis maakte dat de rijkdom en pracht, die haar omringden, spoedig haar deel zouden zijn in een woord dat zij eene toekomst te gemoet ging, die iedereen benijdenswaardig moest toeschijnen. Maar dit alles, ofschoon zij er niet ongevoelig voor was, maakte haar slechts daarom gelukkig, wijl zij het ver schuldigd was aan hem, als wij ons van deze vergelijking mogen bedienen, te midden hunner genietingen slechts gelukkig zijn, omdat zij God zeiven bezitten, zoo verheug de Amelie de schitterende positie, waarin z\3 ë'në geplaatst worden, alleen, wijl zij die aan Karei te danken had en met hem daarvan de genoegens smaken zou. O wat steeg op dien feestavond hare achting, hare liefde voor hem, die, de lion van het feest, door allen met den grootsten eerbied, met de meeste welwillendheid werd bejegend Wat maakte het haar gelukkig, dat de jongeling, ofschoon uit nederige af komst en de zoon van een vader, die zijn naam had geschandvlekt, door Van Steenen als zijn innigste vriend beschouwd werd, omdat hij door rustelooze werkzaamheid, onkreukbare trouw en gehechtheid jegens zijn patroon zich altijd had onderscheiden Dit feest werd spoedig door een tweede gevolgd. Korten tijd nadat Karei Van den Oden Van Steens compagnon was geworden, trad hij met Amelie in echt. Wordt Voortgezet.) OOQT.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 2