Lantaarnaansteker,
Koningschieling.
Mengelwerk. 9
LOTGEVALLEN EENER WEES.
Het Concert van 28 Juni.
Maatschappij
der Oud-Pompiers.
Boetstraffelijke rechtbank
werken verricht of die een begin van
uitvoering ontvangen hebben gelijk
het Journal ons zou willen doen ge-
looven
Alles bestaat tot hiertoe in het
herkappen van oude kasseisteenen
voor het vermaken der S' Jacobs-
straat, het leggen van nieuwe voor
landen in twee straten, en het maken
eener riool aan de Meenenpoort, een
dringend werk dat sedert menige
jaren de bewoners der wijk de
Bascule gevraagd hebben en het
slordig opstikken van eenige straten.
Alhoewel onze klerikale beheer
raad over aanzienelijke geldmidde
len beschikt, die het vorig bestuur
niet had, zijn de stadsgebouwen en
de wegenis in een erbarmelijken
staat van verval, bij gebrek aan on
derhoud.
Indien onze stad, vroeger .zoo
levendig, thans nog in geene duistere
woestenij vervormd is, zooals onze
geestige konfrater het ons doet zeg
gen, 't is dank waarschijnelijk aan
de gasmaatschappij De Brouwer,
Fraeys en Cie die overal haar licht
verspreidt en ons doet klaar zien
maar zulks belet niet dat zij onder
de versmachtende klerikale heer
schappij, van langs om meer ver
valt.
Elke echte Yperling, gelijk wij
zijn, moet zonder lachen maar met
spijt bestatigen, dat, terwijl overal
de bevolking gestadig aangroeit,
deze van onze aloude stad wat
onze Poperinghsche Burgemeester er
ook van denken moge blijft stil
staande en veel eer aan het vermin
deren. Bemiddelde lieden, niet lan
ger willende ooggetuige wezen van
haar verval, zeggen hunne geboorte
stad vaarwel en vestigen elders hun
ne woonplaats.
Hospicen en Disch, waar twee
schoonbroeders het voorzitterschap
bekleeden, deelen bij overvloed den
onderstand ter hunner beschikking
gelaten, volgens hun welbehagen
aan hunne partijgangers op eene
willekeurige wijze en onder politieke
bekommeringen uit. Heeft een ka
tholiek raadslid zelf onlangs niet
gezegd dat dit gedaan wordt zonder
waardeerbare control Wij voegen
er bij dat de onderstandgelden ge
lijk zij hier verleend worden voor
gevolg hebben de luiheid te onder
houden, jonge, kloeke en gezonde
kerels van het werk of het leeren van
een stiel of ambacht af te keeren en
de behoeftigen der omliggende ge
meenten aan te lokken. Ook van al
de steden des lands, staat Yper
tegenwoordig aan het hoofd, voor
wat het getal armen betreft meer
dan een vierde harer bevolking
wordt geholpen.
Wat nog het verval kenmerkt, is,
dat men in al de straten der stad,
zoowel groote als kleine, hui
zen aantreft, dragende een opschrift
berd waarop te lezen staat te koo-
pen of te hiiren zonder liefhebbers
te vinden, zelfs aan verminderde
prijzen.
Ziet daar den droevigen uitslag
van het schoon stelsel van omkoöpe-
rij, uitsluiting, huichelarij en ver
klikking, hier, over achttien jaar,
door de klerikale kliek van vreem
delingen ingevoerd met behulp eener
politieke en alles overheerschende
geestelijkheid
Zaterdag 11. waren de dappere
boogschutters der Koninklijke Gilde
van S' Sebastiaan in feest, zij scho
ten naar den Koning.
De jonge uittredende Majesteit
was M. Leon Vermeulen, waarde
afstammeling van het geslacht hand
boogschutters, dat zich sedert drie
vierden eener eeuw onderscheidt in
het edele sport, beroemd gemaakt
door Willem-Teil.
Ten 4 ure juist neemt de strijd
een aanvang, die belooft levendig te
zijn 24 kandidaten'en van de beste
bevinden zich in het strijdperk.
Eere wien het toekomt, met tragen
en melancholieschen stap, treedt de
jonge koning, op het punt zijn
koningschap te zien zinken, vooruit
en met een zekere hand schiet hij
zijne eerste pijl op eenige centimeters
na van den vogel die zijne lotsbe
stemming draagt.
Volgen alsdan de voorzitter, de
ouderdomsdeken, die eene moedige
poging doen, spijts hunnen ouder
dom en hunner gebrekelij kheden die
zij trachten te overmeesteren om een
zwetsend uitzicht te hebben. Dan
zijn het de jonge schutters welke de
talrijke nieuwe sporten te veel af
houden van de oefening der oude
boogschieting en die bewijzen geven
van eene groote onhandigheid. Maar
er biedt zich een veteraan aan onzer
worstelingen, een gewezen Koning,
die een gansche stellage achter zich
sleept om ter hulp te komen aan
zijne krachten die instorten, zooals
een electrieken gordel, enz.
Eene, twee, drie beurten pijlen
zonder uitslag, nauwelijks een vleu
gel aangeraakt door een der zoo be-
DE
Uit het Engelsch.
Zescle hoofdstuk.
Waar is de Hemel
Waarom hebt gij het dan voorheen
al meer gezien vroeg Geertje.
Niet dat zelfde, maar wel heele troe
pen volmaakt eveneens.
Hebt ge hervatte Geertje. Ik nooit.
Ik vind 't zoo mooi als ik ooit iets gezien
heb. Oom True, hebt ge niet gezegd dat het
voer mij was Waar hebt ge het gekre
gen.
Ik ben er door een toeval aangeko
men. Kort voor dat ik u ontmoette, Willie,
bleef ik op den hoek staan om mijn lantaarn
aan te steken, toen ik een van die vreemde
jongens zag met een heelen boel van die
soort van dingen, en sommige zwarte ook,
allen op eene plank, die hij boven zijn hoofd
droeg. Ik stond mij juist te verwonderen
hoe hij dat alles zoo in balans hield, toen
hij met zijne plank tegen mijnen lantaarn
paal stoote, en klets daar gingen zij alle
maal allemaal naar beneden. Gelukkig
genoeg voor hem, lag er een groote hoop
zachte sneeuw dicht bij het voetpad, en de
meesten vielen daarin en kregen geen letsel.
Eenige vielen op de steenen en braken.
Wel, ik had zoo wat medelijden met het
kereltje want het was Iaat, en ik dacht
dat hij niet veel fortuin met verkoopen
moest gehad hebben, daar hij er nog zoo
veel in handen had.
Op zijn hoofd, meent ge, viel Willie
hierop in
Ja wel, of in de sneeuw, sprak True,
zag het maar zooals ge wilt.
En ik weet wel wat ge toen deed, oom
True, zoo goed alsof ik het gezien had, zegde
Willie hierop ge liet ladder en lantaarn
staan en gingt hem helpen om ze op te ra
pen dat weet ik zeker dat ge voor iede
reen zoudt hebben. Tk hoop, als gij ooit in
nood komt, dat sommigen van de menschen
die gij geholpen hebt, er bij zullen zijn om
u te laten zien dat zij dankbaar zijn.
Dat kereltje, Willie, wachtte niet
tot ik in nood kwam hij- toonde terstond
dat hij dankbaar was. Toen alles weder
overeind gezet was, nam hij met eene diepe
buiging zijnen hoed voor mij af, alsof ik de
grootste heer van het land was geweest, en
praatte daarbij een heelen boel, hoewel ik
geen woord van zijne brabbeltaal kon ver
staan, en wilde met geweld dat ik een van
zijne beeldjes zou medenemen. Ik wilde het
niet hebben, want ik had het niet van doen
maar toevallig dacht ik dat Geertje er mis
schien zou van houden.
O, ik zal er veel van houden, zegde
Geertje nu. Ik zal er nog meer van houden
neen niet nog meer, maar haast zooveel
als van mijn katje niet heelemaal evenveel,
want dat leefde, en dit leeft niet maar
haast, O, wat een aardig klein jongetje
Toen True zag dat Geert je om niet anders
dan het beeldje kon denken, ging hij heen
en begon zelf de thee gereed te maken, het
aan de twee kinderen overlatende om elkan
der te onderhouden.
Gij moet oppassen dat gij het niet breekt,
hendige als sympathieke medebroe
ders.
Bij de vierde beurt stelt de jonge
koning zich in positie-met een glim
lach op de lippen, werpt een begee-
rigen blik op den vogel waarvan zijn
koningschap afhangt en zendt met
kracht zijnen pijl naar hem die hem
op den troon moet behouden.
De vogel valt.... Leve de Koning
De waardigheidsbekleeders om
helzen den nieuwen en ouden Ko
ning die in automobiel geleid wordt
naar het prachtig lokaal waar, onder
het oog der voorvaderen, de onder
scheidingsteekenen van het koning
schap hem overhandigd worden, en
waar de eerewijn hem voorgeschon-
ken wordt.
's Avonds vereenigt een avond
maal den Koning en zijn Hof. De
gulheid en de broederlijkheid heer-
schen er. Zijne Majesteit is letterlijk
met bloemen overdekt en er komen
telegrammen toe bij de vleet, waar
van wij maar dit onthouden hebben
Aan den Koning van Sl Sebastiaan,
Betreur het in persoon den jongen Ko
ning niet te kunnen gelukwenschen daar
ik aan mijn voetstuk geschroefd ben.
»Alfons Vandenpeereboom,
gewezen Koning van S' Sebastiaan.
Met de confraters van S1 Sebas
tiaan drukken-wij den wensch uit dat
binnen drie jaren de jonge en dap
pere schutter, Koning voor de tweede
maal, nog eene derde maal den
schipter behale en Keizer uitgeroe
pen zij der aloude Gilde, die zich
zou gelukkig achten in hare annalen
zulk een schitterend wapenfeit te
mogen schrijven.
Het Concert, Zondag 11. gegeven
door het gemeentemuziek van Wat-
trelos, heeft nogal veel volk aange
trokken.
Wij hebben in de voorbehouden
ruimte verscheidene leden bemerkt
der feestcommissie, die het sein der
toejuichingen gaven.
Wij hebben ons aan eene volmaak
ter uitvoering verwacht. Bij stonden
ontbrak den samengang en de solo
voor bugle heeft geheel mislukt.
Voor den prijs dat dit concert ge
kost heeft, verwachtten wij ons aan
iets beter.
Onze Burgemeester heeft den mu-
ziekoverste en zijne muzikanten
geluk gewenscht over de goede uit
voering der muziekstukken van het
programma en heeft de goede be-
Geertje zegde Willie. Wij hebben in den
winkel ook eens zulk een Samuel gehad, en
ik liet hem uit mijne hand op de toonbank
vallen, en toen brak hij in duizend stuk
ken.
Hoe hebt gij het daar genoemd, vroeg
Geertje,
Samuel het zijn allemaal Samuels.
Wat zijn dat Samuels vroeg Geertje.
Wel, dat is de naam van 't kind dat
zij moeten verbeelden.
En waarom denkt gij dat hij zoo op
zijne een knie zit
Willie lachte en sprak Wel weet ge
dat niet
Neen, antwoordde Geertje. Wat doet
hij
Hij bidt, zegde Willie.
En draait hij daarom zijne oogjes om
hoog
Ja, natuurlijk als hij bidt ziet hij
naar den hemel.
Waar naar toe
Naar den hemel.
Geertje keek naar den zolder in dezelfde
richting als het beeldje en toen weder naar
den pleisteren Samuel. Zij scheen geheel in
de war en niet wel te vreden.
Wel Geertje, sprak Willie ik zou
haast denken dat gij niet wist wat bidden
was.
Dat weet ik niet, antwoordde Geertje,
Zeg het mij.
Bid gij dan niet bidt gij nooit tot
God
Neen, ik niet. Wie is god? Waar
is God
Wiliie scheen ontzet over Geertjes onwe
tendheid en antwoordde op eenen eerbiedi-
trekkingen herinnerd die bestaan
tusschen Frankrijk en ons land.
De loftuigingen aan het gemeen
temuziek van Wattrelos toegezwaaid
waren meer of min overdreven,
want, naar de getuigenis van ver
scheidene muzikanten, is de harmo
nie van Wattrelos, waarvan men
zooveel gesproken heeft, op de hoog
te niet geweest van hare taak.
Wat er van zij, de heer Burge
meester heeft zijne rol gespeeld als
volmaakte komediant.
Voor dezen die zich den woeligen
strijd herinneren welken hij tegen
Frankrijk gevoerd heeft, tijdens de
wetgevende kiezingen van 1906,
moeten zij bekennen dat in de poli
tiek M. Colaert de man is die alles
kan en alles durft.
Zondag 12 Juli zal de harmonie de
zer maatschappij zich naar Antwerpen
begeven om deel te nemen aan het be
stendig festival.
Vertrek van Yper, den 12, ten 5 ure
04 m. '8 morgens.
Aankomst te Antwerpen (midden
statie) ten 9 ure 89 m.
Van 12 tot 1 ure, concert gegeven
door de harmonie op de kiosk der
Groene Plaats
PROGRAMMA.
1. Kaiser marsch. Wagner.
2 Samson et Dalilafantaisie.
Saint-Saens.
3. La lettre de Manon. Gillet,
4. Les Maitres chanteursfantaisie.
Wagner.
5 Défilé des petits Soldats de plomb
H. Moerman.
6 Le Pas des Glaneuses, valse.
H. Moerman.
Vertrek uit Antwerpen (middensta
tie) den Maandag 13, ten 4 ure 46
's avonds, aankomst, te Yper, ten 9 ure
38 m.
Onze lezers herinneren zich nog dat
in eene vechtpartij, die plaats had in
den namiddag 7 Juni 11 in de herberg
het Kanonde genaamde Elie Brou-
ckaart die in overtreding was genomen
geweest door den jachtwachter Pieter
Devolder, aan dezen laatste eene mes
steek wilde geven. Na tusschen leven
en dood te zijn geweest, komt Pieter
Devolder, Diasdag der verledene week
het Onze-Vrouw Gasthuis van Yper
te verlaten. De zaak is vóór de boet
straffelijke rechtbank opgeroepen ge
weest, die het volgende vonnis komt
gen toon God is in den hemel, Geertje.
Ik weet niet waar dat is, sprak Geert
je. Ik geloof dat ik er niets van weet.
Dat zou ik ook haast denken, hervatte
Willie. Ik geloof dat de hemel boven in de
lucht is maar de meester in de Zondag
school zegt de hemel is overal waar deugd
en liefde wonen, of zoo Iets, zegde hij.
Zijn de sterren in den hemel vroeg
Geertje.
Dat schijnt wel zoo, niet waar?
antwoordde Willie. Zij zijn in de lucht,
waar ik placht te denken de hemel was.
Ik zou gaarne in den hemel komen,
sprak Geertje.
Misschien zult gij er eens komen, als
gij braaf en goed zijt.
Komen daar dan alleen goede men
schen
Ja.
Dan kan ik er nooit komen, zegde
Geertje zeer droevig.
Waarom niet sprak Wiliie. Zijt gij
dan niet goed
Neen, Ik ben heel slecht..
Wel een wonderlijk kind, zegde Wil
lie. Wat doet u donken dat gij zoo heel
slecht zijt
Och, dat ben ik, antwoordde Geertje,
op een zeer bedroefden toon. Ik ben het
ergste van allen het ergste kind op
de wereld.
Wie heeft u dat gezegd
Iedereen, Nan Grant zegt zoo, en zij
zegt dat iedereen zoo denkt en ik weet het
ook zelf wel.
Is Nan Grant dieknorrige oude vrouw,
bij wien ge gewoond hebt
03? DE
»iiaoo<r"«