Aan de Kiezers Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Donderdag, 17 September 1908. BELANGRIJK BERICHT. Senaat. Eendracht maakt Macht. er Schijnende de® Monde. i'dat/S, Vires acquirit eundo. Men schrijft in bij den Uitgever, üixinudestraat, nr 83, te Yper. De aankondigingen van gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde artikels uiterlijk tegen Uijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zended. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten: Een jaar, Fr. 3-00. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50. Men handelt bij overeenkomst. De nieuwe kiezerslijsten zijn verschenen en zijn neergelegd van heden af tot den 31 Januari 19U9, ter inzage der belanghebben den in het gemeentesecretariaat en in het politiebureel van iedere stad. Deze lijsten zijn insgelijks neergelegd ten bureele der liberale Associatie en kunnen alle dagen geraadpleegd worden. Wij manen al onze vrienden vuriglijk aan zich te verzekeren of zij op de kiezers lijsten ingeschreven zijn en zulks voor het getal stemmen waaraan zij recht hebben. Het is hunne plicht de reclamaties te stu ren naar het Secretariat hunner gemeente vóór den 31 October aanstaande tegen kwi tantie van een bewijsstuk, of wel hunne re clamaties in te diennen bij het Comiteit der liberale Associatie, vóór den 15 October toekomende. Het bureel is open in de Seminariestraat van 8 tot 10 ure 's morgens en van 4 tot 6 ure 's namiddags. Des Zondags van 9 tot 11 ure 's morgens. Dat zij het doen zonder vertoeven om het werk der nazieners te vergemakkelijken. Wij geven hieronder, volgens het Beknopt verslag van den Senaat, de schoone redevoering uitgesproken door den heer Delannoy., senator van Brussel, onzen medeburger van Waasten, in de zitting van 3 Sep tember 11., tijdens de algemeene be spreking over den Congo M. Delannoy. lk ben van dezen die denkeu dat de huidige kwestie niet, politiek is. Men begrijpt van toen af dat de partijen zich verdeelen en dat de bestaande geschillen niet dienen aangestipt te worden. Maar in alle rechtzinnigheid moetik de houding bekend maken, welke ik in deze zaal aangenomen heb ten voor- deele van den Congo, tijdens de bespre king van het wetsontwerp, betrekke lijk de voorschotten door Belgie ge daan aan dan Gongostaat in 1901 Ik stemde dat wetsontwerp in gezel schap van geheel de linkerzijde uitge nomen mijne beste vrienden, de hee- reti Hanrez, de Selys Longchamps en Devos. De progressisten namen geen deel aan deze stemming, maar hunne tus- schenkomst in de debatten, en name lijk deze van den achtbaren heer Hou- zeau de behaie, waszeer veel beteekend. Evenals ik, verklaarde hij zich zeer besloten voorstauder der overname van den Congo door den Staat. De houding alsdan door eenige poli- 'tieke vrienden en mij aangenomen, toont dat in onze partij wij malkaar 'kunnen bestrijden, ten ware het eene ikwestie van princiep goide. Ik waar deer noch het feit noch zijne gevolgen, iik bestatig het. De onzinnige mensch is deze die nooit verandert, lk beken zeer oprecht dat ik, met in 1901 de aanhechting van den Congo aau Belgie op te heme len, ik op dat tijdstip onbewust was met den juisten toestand der congo- leesche kwestie. lk was dan ingenomen, gelijk ik het heden ben, met eene economische uit zetting ik maakte mij eene begooche ling van het gene onder dat opzicht, het bezit eener groote kolome zou kunnen opbrengen. Veie geesten waren met dat, gedacht ingenomen, op het tijdstip dat ik her inner en ik geloof zelfs dat deze welke ke de liberale democratie wil aanzien als zijnen voortreffebjksten hoofdman, ik heb den achtbaren heer Paul Jansoti genoemd, voorkwam m bet getal van dezen die de overname van den Congo door de hoofdstad verdedigden. Ik was dus in uitmundend fgezel- schap. Maar, hoeveel lessen, hoeveel gebeurtenissen, hoeveel openbaringen sedert dien De commissie van onderzoek, vanjjden eenen kant, de E. 1'. Vermeersch en de rechter Lefrancq van den anderen kant, maken ons zulke groote misbruiken kenbaar, dal wij allen zonder onder scheid de grootste ontroering er van gevoelen. lk neem aan, gelijk de achtbare heer Reukin, dat er in die vertellingen en in deze bestatigingen eene zekere over drijving is, maar de misbruiken be staan en zij zijn des te ernstiger dat zij toegelaten hebben den Congo mot eeni ge vrucht uit te baten. Nevens die openbaringen hoeveel lessen en gebeurtenissen sedert 1901 Het is Spanje, die, zijne kolonie ver liezende het verlies van Cuba. zijnen economischen toeëYaadziet verbeteren, aangezien zij n commerciaalcijfer over gaat van 1,200 millioenen maar 1,800 millioenen. Het is Frankrijk die niet ophoudt handgemeen te zijn met de grootste moeilijkheden niet alleen in Ma'roc, maar ook in het zuid ücaneesche waar men tegenwoordig eene nieuwe slach terij verwacht j: Gisteren te Tonkin, he den in Algiers, morgeu in den Maroc, het is altijd de oorlog, zonder de on telbare millioeuen te. rekenen die voor immer verloren zijn en welke de fran- sche bevolking moet betalen onder de gedaante van lastenverhooging welker terugdrij ving onvermijdelijk het dag loon aan raakt en den nij verheidsbloei der Republiek tegenhoudt. Het is Duitschland die nog den oor log niet geëindigd heeft der Herreros. Het is Hollaud, dia eeuwig handge meen is met de inboorlingen harer ko lomen. Het is eindelijk Engeland, die eens Transvaal innam welk een der droe vigste en der bloedigste bladzijden der geschiedenis blijven zal Wat meer is, ofschoon zeer fier over mijne onafhankelijkheid tegenover het gezag gelijk tegenover mijne lastge vers, aauzie ik het als mijn plicht reke ning te houden van het gevoelen der natie. Welnu deze heeft zich klaarlijk uitgedrukt in de laatste kieziugen. En na de zaak bestudeerd te hebben, kennis genomen te hebben van al de onbekende documenten in 1901 na zeer aandachtig de debatten der Kamer gevolgd te hebben moet ik verklaren op mijne ziel en geweten, dat mijne aan hechtiogs vertrouwen van eertijds zoo- damg aan 't wankelen gegaan is dat ik mi] zelf niet zou kunnen vergenoegen met de onthouding. Ik voeg er bij dat de houding van mannen zooals de heeren Warocqué en Boë in de Kamer, de heeren Piret en Verbeke hier zelve wier naam aan het hoofd der belgische nijverheid komt, niet weinig bijgedragen heeft om mijn geweten te verlichten. En wat te zeggen van de houding van ouzen achibareu heer Dupont, een man die te gelijk den Senaat en het land vereert. Wat de verslaggevers aangaat, zoowel van de Kamer als van den Senaat, beiden hemelen de overna me op zonder geestdrift. En de Congo ia hij geheel gelijk in 1901 Alles schijnt er vergund en ze ker,; artikelen van uitvoer, zooals het ivoor, schijnen er reeds met meer te bestaan. Ik verzoek u te gelooven dat met alzoo te spreken ik niet gehoorzaam aan de blooheid noch aan de vrees, ik voorzie voor Belgie internationale moeilijkheden, zoodanig dat hun ge volg voor uitslag het verhes zelve onzer nationaliteit zou kunnen hebben. In deze voorwaardén, aarzel ik niet te zeggen dat ik zeer wel de winsten zie welke eemgen uit de exploitatie der kolonie zullen trekken, maar dat ik zeer innig do onherstelbare misreke ningen vrees welke ons eene vergroo ting van grondgebied kunnen bereiden. Belgie komt voor op den vijfden rang onder de handel- en nijverheids volke ren. De cijfers die het op doze eeretabel plaatsen zouden dezelfde blijven in dien men deze afschafte die onzen han del met den Congo betreffen. Deze zijn dus weinig gepast om te durven beves tigen dat de geest van initiatief onzer handelaars en onzer nij veraars maar bestaan heeft dank aan den Onafhan- kelijken Gongostaat. De waarheid is, zooals het mijn vriend Lambiotte voortreffelijk zegt De bloei van Belgie is vooral ver schuldigd aan de werkzaamheid, aan de spaarzaamheid, aan het verstand, aan den ondernemingsgeest, aan de stoutheid zijner werklieden, zijner handelaars, zijner nij veraars, aau de ontdekkingen zijner geleerden, aan zijne betrekkelijk liberale wetgeving sedert meer dan vijftig jaren. Maar, zegt men, indien de Congo nog maar weinige uitslagen geeft, wacht de toekomst af. Weihoe ziedaar een onmetelijk grondgebied, waar men zich heeft kunnen overleveren aau degeweldigste en de minst menschelijke uitbating, waar mits den gedwongen arbeid tot de uiterste overmaat gedreven, en dat na vijf-en twintig jaren, aan Belgie de magere uitslagen brengt die men weet. Weihoe zeg ik, wanneer een regee- ringsvorm van betrekkelijke vrijheid zal voigen op den ouden regeerings- vorm, verworpen door de geheele be schaafde wereld, gij durft schitterende, zsifsfantastische uitslagen voorzeggen. Maar waar haait gij het bewijs van hetgeen gij voorhoudt Indien gij wezentlijk eene vet zachte regeeringsvorm toepast, dank aan de stemming eener grondwet die nog tal rijke onbeperkte machtigingen, mij niet toelatende dezelve onder voorbe houd te aanvaarden indien, tengevol ge der overname dezer kolonie, gij er toegebracht zij t vijf-en-twintig millioe nen negers te beschaven, ze te bescher men eneengrondgebiad in terichten van 235 millioenen hectaren, denkt gij dan dat het tegenwoordig budjet voldoen de zal zijn Zult gij geen koloniaal leger, een oorlogs zeewezen moeten maken, eene menigte ambtenaren moeten onder houden die allen na eenige jaren dienst, zullen moeten gepensionneerd zijn en zullen ten laste blijven der ko lonie in pr inciep, maar in feite ten laste van Belgie En dan zal men dat schouwspel bij wonen dat het vaderland d6n moed niet, heeft zijne eigen verdediging in te richten uit louter kiesbelang, en dat zij m den militairen kolk zijne tal rij ke millioenen eu eene hoeveelheid zijner kinderen zal werpen. Hoe zullen de mogendheden die onze nationaliteit waarborgen en die, sedert bijna tachtig jaren ons toegelaten AANKONDIGINGEN Aankondigingen '15 c. den drukregel. Reklamen 25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. hebben kolossale sommen te besparen, de uitgave waardeeren onzer zoo zelf zuchtige verspaarde kapitalen, met het inzicht dezelve met succes concurren tie te doen Want het is wel daar, niet waar, het doel dat de voorstanders der huishoud kundige uitzetting najagen Trachten noodzakelijkheden te scheppen, daar waar zij niet bestaan pogen markten in te richten waar men zich kan ver rijken. Om aldus te handelen, is het noodig dat Belgie eigenaar zij der lan den waar het tracht de hoedanigheid van zijne zoo wel werkers als nijver- achtige bevolking op prijs te stellen Wij hebben het succes dat wij allen gelukkig zijn toe te juichen en wij pogen allen niet alleen te behouden maar ook uiteen te zetten, het is om dat wij ons hebben kunnen zwichten van de economische eu beschermende gedachteu Wat ons toegelaten heeft het goedkoop leven te behouden en, bijgevolg voordeel te trekken uit zeer gematigde daglooneD, te gematigde volgens mij. Maar den dag op welken wij de on vermijdelijke verpletterde lasten zul len hebben eener kolonie, den dag op welken de kwestie van nationale eer op het spel zijnde, wij het nut of de nutteloosheid eener kolonie onder ons niet meer zullen te bespreken hebben, maar al onze krachten zullen moeten vereenigen om de gemeene zaak te bewaren, die dag zal deze zijn van ods verval. Ware het niet beter al onze midde len te besteden aan eene werktdijker vertegenwoordiging onzer belangen in den vreemde De Kamers zijn eensge zind om aan den minister van buiten- landsche zaken wegen en middelen te verleenen om onze handelsvertegen woordiging te verzekeren en ze op de hoogte te stellen der tegenwoordige noodwendigheden lk vrees zeer dat de aankoop van den Congo voor uitwerksel hebbe den vooruitgang tegen te houden welke de openbare denkwijze verwacht in zake van uitzetting der consuls van beroep, zelfs van handels geattacheerden. M. de Nimal, secretaris der vereeniging van de smedersbazen, voert in dien zin eenen tocht die al onze aandacht verdient. Terugkeerende op de bijzondere kwestie van den Congo, hooren wij dikwijls zeggen dat Belgie eene kolo nie noodig heeft om den overvloed zijner bevolking te doen verdwijnen. De bewijsreden is niet ernstig, aan gezien dat naar de getuigenis van den achtbaren heer Renkin en deze van den achtbaren heer de Lantsheere, verslag gever der Kamer, dergelijke hoop schijnt zich niet te moeten verwezen lijken, ten minste in eene zeer waar deerbare toekomst. Wat don achtbaren heer t'Kind de Roodenbeke, verslaggever van den Senaat, betreft, hij wijst zelfs de be wijsreden niet aan in het ruim verslag dat bij ons opgediend heeft tot staving der overname. Dat de Congo in den huidigen staat blijve bestaan, kan hij niet dienen voor dezen van ons die zich er zouden willen gaan vestigen Moet zijne vlag noodzakelijk deze van Belgie zijn, aangezien de handelsvrijheid 8r opper machtig moet heerschen De regeering eu de koloniale partij, deze uitsluitehjk financieel en vol ver langen zich te verrijken, zeggen ons de overname van den Congo door Belgie is eene goede zaak. Eene goede zaak Het is gemakke lijk om zeggen, maar ik zon willen dat men het mij bewijze. BE WEERGALM

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1908 | | pagina 1