Lantaarnaansteker,
Stadsnieuws.
Kiesbaren voor
den Seuaal.
In den Gemeenteraad.
Is hel waar
Een goed liberaal abon
neert zich aan DE WEER
GALM
maatschappijom een mensch waar
dig lot, te bezorgen aan de kleine bur
gers en werkmanskinderen, die ransel
en geweer moeten opnemen, immers
om alles op goeden voet te honden wat
noodig is ten einde onze onafhanke
lijkheid tegenover den vreemde, als
ook ten einde orde en rn>t binnen onze
grenzen te verzekeren
De kat,holiekeu redeneeren op de
zelfde wijze en in denzelfden zin,
maar zij komen er niet rond mede
vooruit. Op dit stuk hebben zij ten al
len tijde het kiezerskorps misleid en be
drogen, steeds eene dubbelzinnige
richting, volgend.
Reeds ten tijde van het Malonbe-
wind (1870-1878), speeldeD de klen-
kalen aldus comedie.
In zijne fameuze redevoering te Sl-
Niklaas zegde Malou dat de uitgaven
voor het leger tot hun hoogste punt
gekomen waren. Verre van er nog
iets te laten bij komen - voegde hij
er bij zal de katholieke partij er
zich op toeleggen de militaire uitgaven
te verminderen, want de last voor de
burgers is te groot geworden.
Zich gereed makende in 1884, om
het bestuur van 't land te overrompe
len, brengen de katholieken dezelfde
beloften voor, ten einde de kiezers-be
lastingschuldigen mede te slepen en ze
tegen het liberaal ministerie op te
reien.
De katholieke kandidaten volksver
tegenwoordigers en senators zenden
hun fameus programma in 'f licht.
Weg met de militaire geldverkwis-
tingen
Geen man, geen paard, geen kanon
meer
Dit btufprogramma wordt aangeno
men door de katholieke strijders van
gansch het land. Het prijkt bij dui
zendtallen in al hunne gazetten en
kiesmanifesten, op al hunne plak
brieven het klinkt uit hunnen mond
.op alle meetings en banketten.
Welk enorm verschil er is tusschen
het woord en de daad, hebben wij on
ze lezers meer dan eens doen opmer
ken. Hoe alle militaire lasten sedert
1884, door de zich opvolgende klerika
le ministerïen, vermeerderd, ja ver
dubbeld werden, hebben wij meer dan
eens met officieele cijfers doen uit
schijnen.
De lijst der burgers, die den leeftijd
van 40 jaar bereikt, hebben en in de
Staatskas ten minste 12,00 fr. recht
streeksere belastingen, met inbegrip
van het patentrecht, ofwel hetzij eige
naar, hetzij vruchtgebruiker zijn van
onroerende goederen in Belgie gelegen
waarvan de kadastrale opbrengst ten
Mengelwerk. 13
DE
LOTGEVALLEN EENER WEES
Uit het Engelsch.
Tiende hoofdstuk.
Geestelijke duisternis.
Hare troostende woorden en liefkozingen
brachten het meisje spoedig tot bedaren,
en toen zij stil was, was Amelia verstandig
genoeg om niet terstond over de oorzaak
harer droefheid te willen spreken en vroig
haar eerst naar andere dingen. Eindelijk
kwam zij echter tot de vraag of zij nu naar
school ging.
Ik ben er geweest, antwoordde
Geertje, eensklaps haar hoofd van Ame
lia's schouder oprichtende maar ik wil er
nooit meer naar toe.
Wat Waarom niet?
Omdat ik een hekel aan die meiden
heb. antwoordde Geertje. Ja, ik haat ze,
die leelijkerts
Spreek zoo niet. Geertje, zegde Ame
lia. Gij moogt niemand haten.
Waaromniet? vroeg Geertje.
Omdat het kwaad is.
Neen, het ia niet kwaad, ik zeg van
neen, riep Geertje uit, en ik haat ze toch,
en dat zal ik altijd Haat gij dan niet
Neen, dal doe ik niet, antwoordde
Amelia.
minste 12.000 Irs bereikt, en dus ver
kiesbaar Zijn tot den Senaat in al de
provinciPn. wordtdoor den Moniteur
afgekondigd.
Deze lijst bevat
West Vlaanderen
166
namen
Oost Vlaanderen
282
Autwerpen
195
Brabant
885
Henegouw
184
Luik
138
Limburg
46
Luxemburg
18
Namen
90
1454
De Raad heeft Zaterdag 19 Sep
tember 11. vergaderd onder het voor
zitterschap van M. Colaert,
Al de leden waren tegenwoordig
behalve de heeren Vandenboogaerde,
Struye, Vandenpeereboom, Bouquet,
en Sobry, die zich hadden doen ver
ontschuldigen.
Het verslag der voorgaande zitting,
geene aanleiding gegeven hebbende
tot eenige opmerking, wordt goed
gekeurd.
M. Boudry, bureeloverste, wordt
aangeduid om het ambt van secre
taris uit te oefenen.
De heer Voorzitter is zeer gelukkig
aan den Raad te mogen aankondigen
dat eerlang eene horloge aan den
buitenkant der Statie zal geplaatst
worden.
M. D'Huvettere, na drie jaren ge
wacht te hebben, bekomt dus volle
voldoening.
Op de dagorde verscheen de kwes
tie der wegenis aan de wijk der
statie.
Het Schepencollege is voornemens
verscheidene veranderingen te bren
gen aan de rechttrekkingen vastge
steld bij koninklijk besluit van den
18 Mei 1905, voor de wijk der Statie.
Men zal de gesneden plans van 4 m.
25 en van 9 m. en van 14 m. 25 en
18 m. wederzijds verminderen aan
de snijpunten der Capronstraat en
der Maloulaan en van de Capron
straat en der Statielaan De oorzaak
ervan moet toegeschreven worden
dat de lijn van den buurtspoorweg
tegenwoordig voorbij de herberg de
Ster gaat om de Capronstraat te ne
men. De uiterlijke gedaante zal er
beter zijn en dan de stad zal er
bouwgrond bij winnen. De plans zul
len neêrgelegd worden ter inzage
van het publiek.
Heeft dan ooit wel iemand uw katje
verdronken Heeft >it iemand uw vader
voor ouden smeerpoets uitgescholden riep
Geertje uit. Als zij dat gedaan hadden,
weet ik wel dat gij ze haten zoudt, even
goed als ik.
Geertje, sprak Amelia met plechtigen
ernst, hebt ge mij laatst niet gezegd, dat
gij een ondeugend kind waart, maar dat ge
verlangend waart om beter te worden, en
dat ge daartoe uw bést wildet doen
Ja, antwoordde Geertje.
Als gij goed wilt worden en zelfs
vergiffenis wenscht te krijgen, moet gij an
deren vergeven.
Geertje zegde niets.
Wenscht gij niet dat God u zal ver
geven en liefhebben
God die in d»n hemel woont, en die de
sterren gemaakt heeft zegde Geertje.
Ja.
Zal hij mij liefhebben en mij eens in
den hemel laten komen
Ja, als gij uw best doet om goed te
zijn en iedereen lief te hebben.
Jufvrouw Amelia, sprak Geertje, dat
kan ik niet doen, en dus, denk ik, kan ik
er ook niet komen.
Juist op dit oogenblik viel er een traan
op Geertjes voorhoofd Zij keek nadenkend
op, zag Amelia eene poos aan, en zegde
toen
- Lieve jufvrouw Amelia, gaat gij
daar heen
Ik doe mijn best om er te komen.
Ik zou toch gaarne met u daar ko
men, sprak Geertje en schudde peinzend
haar hoofdje.
Amelia sprak niet. Zij liet de kleine aan
den invloed harer eigene gedachlen over.
De Raad keurt deze veranderingen
met eenparigheid goed.
Op het voorstel van het College
verleent de Raad bemachtiging
eenen grond te verkoopen, gelegen
in de wijk der statie, op eenen instel
van 12 fr. den vierkanten meter.
M. Vanderghote vestigt de aan
dacht van het College op den slech
ten staat der wegenis in de Lange
Meerschstraat, hij denkt dat men
een deel der gekapte straatsteenen
zou kunnen benuttigen voor- het ver
leggen dezer straat.
M. Fraeys belooft een crediet te
doen inschrijven op de begrooting
van 1910 voor het herleggen dezer
straat.
M. Boone heeft bestatigd dat er in
de Lombardstraat diepe wagensporen
zijn even als in andere straten, dat
komt bijna altijd voort van het leg
gen van het gaz. Het achtbare lid
dringt aan opdat er overgegaan zij
tot het requipeeren dezer straten.
M. Colaert zal bevelen doen geven
aan de Gazcompagnie, om de ver
makingen te doen die haar ten laste
vallen, voor het overige, zal de stad
erin voorzien. Wat de vermakingen
aangaat in den omtrek der statie,
het is aan den Staat dat zulks ten
deele valt de zaak zal kenbaar ge
maakt worden aan het bestuur van
Bruggen en Wegen.
M. D'Huvettere en M. Begerem
vragen de herplaveiing der Carton-
straat. De slechte staat der plaveiïng
dezer straat is meermaals aan het
College kenbaar gemaakt geweest.
Indien er onmogelijkheid is er nieuwe
straatsteenen te leggen, dat men zich
ten minste bediene van gekapte
straatsteenen.
M. Colaert is van een geheel ander
gedacht. Deze straat zou moeten
hergeplaveid worden met nieuwe
straatsteenen en de voorlanden zou
den moeten verbreed worden. De
heer Burgemeester roept de aandacht
van den heer Schepen van openbare
werken op dit punt, tijdens hét op
maken der aanstaande begrooting.
M. D'Huvettere verklaart zich vol
daan.
M. Lemahieu vraagt de vermaking
van eenige lanteerns op den steen
weg van Zonnebeke, en begeert te
weten hoe het ligt met de kwestie
van verlichting der wijk van S' Pie-
ters buiten.
M. Colaert verklaart dat er beve
len gegeven zijn geweest en dat de
werken in 't kort zullen beginnen.
De heer Voorzitter spreekt over het
welgelukken der gegeven feesten
Jufvrouw Amelia, zegde Geertje ein
delijk, zeer zacht fluisterende ik wil er
mijn best toe doen, maar ik geloof niet dat
ik kan.
God zegene u en helpe u. mijn kind
sprak Amelia hare hand op Geertje's
hoofd leggende.
Een kwartier uurs of langer werd er
door geen van beiden een woord gesproken,
en bleef Geertje geheel stil op Amelia's
schoot liggenEindelijk bespeurde de/e aan
de ademhaling van het kind, dat het., uifge
put door al de gemoedsbewegingen die het
had doorgestaan, gerust in slaap 'gevallen
was. Toen jufvrouw Ellis terug kwam,
wees Amelia naar het slapende kind en ver
zocht haar om het op het bed te leggen.
Met groote verwondering deed zij dit, en
zich toen weder naar Amelia koerende,
riep zij uit Op mijn woord, jufvrouw
Amelia/ dat is dezelfde lompe, schreeuwen
de muid, die ons haast allebei den dood had
aangedaan
Amelia glimlachte bij het denkbeeld, dat
een kind van acht jaar eene vrouw zoo
groot en zwaar als jufvrouw Ellis zou kun
nen omverloopen en vertrappen, maar zeg
de niets.
Waarom zat Amelia dien avond lang te
schreien, toen zij zich het tooneel van dien
morg-nd herinnerde. Waarom had zij, op
hare knieën neergebogen, zulk een zwaren
kamp door te staan tegen een leed, dat haar
dreigde te overweldigen Waarom bad zij
zoo ernstig om nieuwe kracht en hulp van
boven Waarom smeekte zij God zoo
vurig om zijnen zegen over dat kleine
kind? Omdat zij in menig jaar van treu
rige duisternis, in menig uur van geduchten
zielestrijd, in menig oogenblik van wanho
pige vertwijfeling, gevoeld had, hoe eene
hartstochtelijkheid gelijk Geertje dien dag
van dit jaar allen zijn prachtig ge
weest, zegt hij. Maar, eenige, als de
Corso-fleurt, hebben het voorziene
cijferovertroffen. Voorandere, gelijk
het turnfeest, was er geen crediet
voorzien geweest.
Het algemeen crediet der feesten
zal dus dienen verhoogd te worden
met 1000 fr., som die zal ingeschre
ven worden op de begrooting van
1910.
De Raad stemt dat crediet.
M. Boone betreurt dat men niet
meer ruchtbaarheid gegeven hebbe
aan den bloemenstoet en dat men
geen beteren datum gekozen hebbe
het welgelukken van dat feest zou
nog grooter geweest zijn.
M. Colaert deelt het gedacht van
M. Boone. In het toekomende zalmen
er aan denken.
Vooraleer de zitting te heffen, be
dankt de heer Burgemeester open
baarlijk de feestcommissie die eene
zoo schoone reeks feesten voorbe
houden heeft en biedt insgeljiks zijne
gelukwenschen voor de schoone ten
toonstelling, ingericht door den Bur-
gersbond, gedurende de Tuindagen,
tentoonstelling die alle* verwachtin
gen overtroffen heeft.
Iedereen weet dat wanneer M.
Alfons Vandenpeereboom den grond
geschonken heeft aan de stad, op-
welken de betalende Meisjesschool
gebouwd is geweest, hij gewild heeft
en er overeengekomen is dat een
deel zou bestemd zijn voor eenen
hof, bijzonderlijk voor de kleine leer
lingen.
Welnu, is het waar, gelijk men
het verzekerd heeft, dat de hof ia
kwestie afgetrokken is geweest van
de school, om hem in genot te geven
aan de huurders van het huis eer
tijds bewoond door de bestuurster,
huis dat reeds van eenen hof voor
zien was
Indien dat waar is, zou er dan
daar een ernstig geval van misbruik
zijn, dat men zich zal verhaasten,
hopen wij, te doen eindigen.
Van stukje tot beetje zou men er
toe geraken de school zelve te ver
huren, waarvan de koer, hetgeen te
betreuren is, reeds ontbloot is ge
weest van de boomen die, geduren
de den zomer eene noodige lommer
verschaften.
had getoond, in een oogenblik harer vreese-
lijke heerschappij, een onheil kon stichten,
in een oogenblik harer vreeselijke heer
schappij, een onheil kon stichten, in staat
om een geheel leven te verwoesten, en met
geduchte letteien een droevigen lijk/ang op
de onschuldige vreugd van een jeugdig hart
te schrijven. Daarom bad zij dien avon 1 den
hemel kracht en hulp af om in haar voor
nemen om dat kind van hare gevaarlijke
zielekwaal te genezen gelukkig ten uitvoer
te brengen.
Elfde hoofdstuk.
Eene bodes
van henielsvrede op aarde.
Den volgende Zondag namiddag vond men
Geertje op een voetbankje voor het vroolijk
brandende houtvuur in Amelia's kamer zit
ten. Hare groote oogen waren op het gelaat
harer vriendin geves.igd, dat eenen onver-
klaarbaren, tooverachtigen invloed op he,t
meisje scheen uit te oefenen met zooveel
oplettendheid bespiedde het kind het spel
der trekken, waarvan het innemende door
menigeen, ouder dan Geertje was gevoeld,
die het echter vruchteloos had gepoogd te
beschrijven. Het was geene schoonheid
ten minste geene schitterende schoonheid
want deze had Amelia nooit bezeten, zelfs
toen haar gelaat, gelijk het eens wa<, door
twee fraai lichtbruine oogea werd verhel
derd ook was het geen gevolg van betoo-
verende levendigheid en aanvalligheid van
manieren, want Amelia's stem en bewegin
gen waren beide zoo zacht en gematigd, dat
zij de verbeelding nooit stormenderhand
konden veroveren. Het aantrekkelijke, dat
zij bezat, was ook geene meewarigheid met
hare blindheid, hoewel zulk een ongeluk
wel geschikt was om het warmste medelij
den uit te lokken en dit ook werkelijk deed.
Wordt Voortgezet
>c
v
OF DE
D
J>