Lantaarnaansteker,
Mengelwerk. 19
LOTGEVALLEN EENER WEES
Drinkbaar waier.
Onze teeslen afgeschaft.
Maatschappij
On vermoei baren.
bel zullen gedaan worden en de ver
zendingen zullen de eene en de andere
geteekend worden door de twee be
langhebbende partijen.
Als bet agenten geldt behoorende tot
de vlaamsche streek zullen de twee af
schriften in het vlaamsch opgesteld
worden, behalve in het geval dat de
belanghebbende zou vragen dat de
overeenkomst in bet fransch opgesteld
ware.
In het waalsche gewest zullen de
afschriften in het fransch opgesteld
worden, tenzij in het geval dat de be
langhebbende zou verkiezen dat de
overeenkomst in het vlaamsch opge
steld ware.
B. De agenten overgenomen van de
maatschappij der spoorwegen van
West-Vlaanderen, zijn aangenomen
geweest aan de kas der werklieden van
den Staat, ondergaan behalve der ge
wone korting van 3 df 4 t. h. eene bij
gevoegde korting van 2 t. h., bestemd
om de diensten aan gemelde maat
schappij tegeno ver de instelling wettig
te maken.
Die korting van 2 t. h. is niet besten
dig. Zij is maar gedaan in gedurende en
dubbel tijdperk voor de te gelden dien
sten en als de afrekening der rechten
zich komt voor te doen vöör het einde
van dit tijdperk is er niettemin reke
ning van gehouden in de regeling van
het pensioen der belanghebbenden of
der rechthebbenden van de totaliteit
der diensten, zonder dat er eene kor
ting op het pensioen gedaan zij.
Het is alzoo dat sedert de overname
aanzien lij ke pensioenen verleend, zij nge-
weest aan werklieden die gebrekelijk
waren geworden en aan rechthebben
den van overleden werklieden wanneer
deze werklieden nog rpaar aangenomen
waren in bovengemelde kas
Ten anders de Voordeden welke de
belanghebbenden uit hunne aanneming
zuilen trekken zijn veel grooter dan
deze die zij vroeger genooten en ver
goeden hel bijgevoegd olfer dat hun
opgelegd is.
Deze voordeden komen overeen
met orimiddelijk lasten voor de kat
der werklieden en van dan af zou er
geene spraak kunnen zijn deze inste
ling, zelfs tijdelijk van gezegde korting
te berooven.
Ik heb nochtans doen onderzoeken
of men den ouden toestand niet zou
kunnen herstellen onder opzicht der
te doene kortingen en de voordeelen
die zij verschaffen en de belangheb
bende zich zouden voldaan verklaren
over de wijziging.
Dat onderzoek is niet geëindigd.
Zooals ik het verscheidene keeren
uitgelegd heb
1° De werklieden der - verschillige
diensten wier dagloon bij de Compa
gnie der Spoorwegen van West-Vlaan-
deren lager was dan den prijs mini-
DE
Uit het Engelsch.
Vijftiende hoofdstuk
De dienende engel.
Och, Hella, zie toch eens. zegde Kitty,
die over haren schouder omkeek hij heeft
den ouden man en zijn belangwekkend
meisje ingehaald. Kijk, kijk Hij heeft den
ouden man onder den arm genomen, en nu
gaan zij te zamen voort.. Is dat niet al zeer
toevallig
Niet heel bijzonders, antwoordde
Bella, die eenigzins uit haar humeur scheen
te zijn. Het is te denken dat zij elkander
kennen. Kom, haast u wat, of wij zullen
te laat op school komen
Lezer, zijt gij benieuwd wie zij zijn, dat
meisje en die ouden man of hebt ge reeds
geraden dat zij niémand anders zijn dan
Geertje en Trueman Flint True is niet lan
ger de sterke, moedige beschermer van het
zwakke, h.ulpelooze kiemekind Hu ine rol
len zijn omgekeerd. True heefteen aanval
van beroerte gehad. Zijne kracht is ver
dwenen hij kan zelfs niet alleen meer gaan.
Hij zit den geheelen dag in zijnen leuning
stoel of op de oude bank. als hij niet met
Geertje uit wandelen is. De slag kwam
plotseling, trot den nog forschen man, en
liet hem zoo zwak als een kind. En de klei -
mum der dagloonen der spoorwegen
van den Staat, hebben dien prijs ont
vangen
2° In den dienst der wegen en wer
ken hebben 476 agenten op omtrent
700 eene verbetering van toestand be
komen
3° In den dienst der trekking en van
het materiaal, heeft.de overname eene
verbetering te weeggebracht aan 216
der 384 agenten van West-Vlaanderen
4° In den onderzoeksdienst, hebben
70 agenten op 80 bun dagloon zien ver-
hoogen en een maatregel eene verhoo
ging van dagloon verloenende, aan 60
andere werklieden is ter studie.
Wat de bestellers en aangenomene
betreft, eene schadeloosstelling van
eerste uitrusting is verleend geweest
aan dezen Wiens dagloon benedon de
1.200 fr. was. Er waren 47 agenten op
een totaal van 52.
Burgmeester Colaert heeft aan alle
hoeken der straten een bericht doen
plakken bij hetwelk hij de Yperlin-
gen kenbaar maakt dat er hun nog alle
dagen, enkel van 6 tot g ure 's mor
gens en daarenboven den Zaterdag
van 3 tot 4 ure namiddag, water zal
gegeven worden, en verbiedt hetzel
ve te gebruiken voor het kuischen
van voorlanden en straten onder de
straffen bepaald bij de verordening
van 5 Maart 1881.
Hij is dus verplicht, zooals men
ziet, dezen uitersten maatregel te
gebruiken en dat ten gevolge zijner
onvoorzienigheid. Hij had gerekend
dat de Hemel ons regen zou gezon
den hebben om den vijver te vullen
en hij is in zijne verwachting bedro
gen geweest. Hij heeft dus aan
geene voorzorgen gedacht om de
tegenwoordige schaarschheid van
water te voorkomen.
Men moest zich hieraan verwach
ten, en hoe anders ook.
Het schepencollege verkoopt ons
water aan den ijzeren weg en aan
den tram die er eene groote hoeveel
heid gebruiken tot het vullen hun
ner locomotieven.
Van een anderen kant men weet
dat er veel verloren loopt in de vaart
ten gevolge der gebrekkige inrich
ting der toestellen en pompen van
ons kostelijk waterkasteel.
Ook hebben wij meer dan eens
kunnen zien, en nog laatstmaaal
ne vreemde, het meisje, dat in hare zwak
heid, verlatenheid en armoede een vader en
eene moeder tegelijk in hem vond, is nu
alles op de wereld voor hem, zijn taf en
steun, zijn troost en zijn hoop. In de vier
ot vijf jaren, gedurende welke hij de teere
bloem heeft gekweekt, heeft zij kracht ge
kregen voor den tijd wanneer /ij hem zou
moeten steunen en toen de tijd kwam --
en hij kwam maar al te ras was zij ge
reed om aan die roeping te voldoen.
Met de eenvbudigheid van een kind, maar
met de handigheid eener vrouw met den
ijver van een kind, maar met de volharding
eener vrouw arbeidt de getrouwe kleine
oppasster en huishoudster van den morgend
tot deo avond in den dienst van haren
eersten en besten vriend. Altijd bij hem,
altijd gereed om zijne behoeften te bevredi
gen en toch op eene verbazende wijze eene
menigte dingen verrichtende, die hij haar
nooit ziet doen, schijnt zij inderdaad voor
den goeden onden man te zijn, wat hij eens
voorspeld had dat zij worden zou Gods
zichtbare zegen voor zijne laatste jaren, om
de dagen voor zijn sterven te verlichten en
hem zelfs het pad naar het graf te vervroo-
11 j ken
Hoewel True door deze bezoek ng van
alle kracht in zijne leden was beroofi, was
toch gelukkig zijn geest gezond gebleven.
Deze was even helder en kalm als ooit, ter
wijl zijn geloovig hart in nederig vertrou
wen gevestigd bleef op dien God, wiens te
genwoordigheid en liefde hij altijd had
erkend, en op wien hij zich volkomen ver
liet dat hij in staat was zelfs in deze hitte
re beproeving met voikomene berusting te
zeggen Uw wil, niet de mijne, geschie
de
Weinig wisten zij, die zich dag aan dag,
over eenige maanden, dat wanneer
Dickebuschvijver boven peil is ge
klommen men het overtollig toe
vloeiende water in de vijverbeek af
lost en stort in de wateringe en in
het nog overblijvende deel van den
boterplas. Ongelukkiglijk dient dit
water niet tot voorraad om gebruikt
of ten dienste gesteld te worden der
inwoners. Men laat het door den
duiker bestaande bij de tempelpoort
ruischend nederstroomen in den ma
joorgracht waar het in schuimende
kringen zich verspreid en verliest in
de Yperlei nevens de Rijselpoort.
De wallen die onze oude vestingen
omringen en de vijvers hebben, ten
allen tijde, drinkbaar water in over
vloed verschaft aan de inwoners,
zonder dat men er ooit te kort kwam
zelfs in aanhoudende en opvolgende
drooge zomers.
De Brouwers maakten er in voor
heen het vermaard ypersch bruinbier
meê.
Van daar dat onze lustige en vrij
zinnige voorouders zongen
Wat heil is ons het bruin biernat,
Een balsem voor verdriet,
Wien 't meisje een kus geschonken had,
Trof meerder wellust niet.
Van 's morgens als de kim hergloort,
Stap ik de kroeg weêr in,
En als de maan den trans doorboort,
Hervind ik mijn gezin.
Nu zijn langs gansch een kant der
stad, de meest uitgestrekte wallen
gedempt, maar de nog overblijvende
en die met onze overheerlijke wan
delhoven schilderachtige zichten op
leveren welke de vreemdelingen be
wonderen, houden een overgrooten
voorraad water in waarmede de stad
maanden lang zoude kunnen gespijsd
worden.
Alleenlijk behoorde men deze
grachten te ontwazen en hare boor
den in sommige plaatsen te herstel
len ën met gras te omzoomen, dezel
ve te verbinden aan het waterkasteel
waar het water zou gezuiverd wor
den alvorens het door de verdeelings-
buizen aan de inwoners te bedie
nen.
In alle geval zou, ons dunkens,
het schepencollege, zonder uitstel,
de noodige maatregelen en voorzor
gen dienen te nemen, om betering te
brengen aan den tegenwoordigen
toestand waarvan het door zijne zor
geloosheid oorzaak is en waarover
iedereen klaagt.
Wat zegt gij er van, brouwers,
wasschers, en nijveraars die veel
water noodig hebben
als zij den machteloozen grijsaard en zijne
kinderlijke geleidster wederzagen, over het.
geduld en de zelfverloochening van dat lieve
meisje verwonderden weinig wisten zij
van de aandoeningen, die Geertje's liefder
lijk en dankbaar hart bewoonden. Weinig
verbeelden zij zich welk eene blijdschap het,
voor haar was haren beminden vriend te
helpen en te steunen. Weinig wist zij, die
te trots zou zijn geweest om mei den ouden
half lammen man te wandelen, waarin
Geertje's trots bestond.
Zij zou zich verwonderd hebben, indien
men haar gezegd had, dat het hart van .het
meisje, waarmede zij medelijden zou gehad
hebben, indien zij voor iemand medelijden
had overgehad, nooit zulke eene strelende
voldoening had gevoeld, dan wannoer de
bevende oude man op haren arm leunde, en
dat zij zich vereed achtte door het torschen
van dien last.
De uitwendige wereld was niets voor
haar. Zij stoorde zich niet aan de gissingen
Vin ijdele nieuwsgierigen. Zij leefde nu voor
True men had bijna kunnen zoggen dat
zij in hem leefde, zoo" waren alle gedachten
gevestigd op het bevorderen van zijn geluk,
op het verlengen en zegenen zijner da
gen.
Het was nog niet, lang zoo geweest.
Slechts twee maanden voor den morgend
waarvan wij spreken, was True door die
zware bezoeking getroffen. Hij was eenig
zins ongesteld geweest, maar toch steeds in
staat om zijne plichten te vervullen en zijn
werk te verrichten, toen op een morgend in
de maand Juni Geertje eens in zijne kamer
kwam en tot hare verwondering zag dat
hij nog niet was opgestaan, hoewel het
reeds vee! later was dan zijne gewone uur.
Toen zij naar het bed ging en hem aan
sprak bemerkte zij dat hij vreemd aanzag
Dus, volgens de verklaring van
M. Colaert, onzen sympathieken
burgemeester, zal het jaar 1909 een
jaar van spaarzaamheid zijn. Geens
programma meer van Yper's aan
trekkelijkheden, geene feesten meer
gedurende den zomer, volstrekte
stilte.
Ziedaar het schoon resultaat dat
onze meesters bekomen hebben, na
eenige jaren meesterschap.
Hoeveel geld verkwist in verloren
dagloonen, in slecht geleide werken,
uitgevoerd spijts alle gezond ver
stand.
Met dat geld, hadde ons bestuur
gemakkelijk de gelukkige invoering
kunnen voortzetten feesten te geven
gedurende den zomer om de toeris
ten in de stad te lokken en te behou
den, die de merkwaardigheden van
Yper komen bezoeken.
Die feesten, als zij kostten, brach
ten ook iets op en gaven eene zekere
levendigheid aan onze schoone
stad.
Het is een misslag dezelve af te
schaffen.
Indien het bestuur moet besparin
gen doen, dat het tracht 't geld der
lastenbetalers beter te beheeren dat
het tracht de werken te doen uitvoe
ren met meer methode en spaarzaam
heid dat het de werklieden beter
bewake met ze beter te betalen en
meer werk van hun te eischen en
dat het ten meeste mogelijk Pietje
Verdoene vermijde, die een groot
deel onzer middelen opslorpt.
Zondag laatst gaf deze maatschap
pij een puik Concert aan hare leden.
De zaal was tamelijk wel bezet.
De opening voor trompetten, de
algemeene bewegingen, de scherm-
partij tusschen de heeren Max en
Brusselmans, de kluchtzanger M.
Bonneel hebben het eerste deel van
't programma zeer aangenaam ge
maakt.
In het tweede deel hebben
wij schoone bewegingen (massues)
pyramiden en den heer Bonneel kun
nen toejuichen.
Het stukje Gardevil' en Piot werd
zeer goed wedergegeven men moet
wel inzien dat het maar liefhebbers
zijn die dit stukje opvoerden.
en buiten staat was op hare vragen te ant
woorden. Verschrikten verbijsterd liep zij
heen om jufvrouw Suilivan te roepen. Een
dokter werd gehaald, die verklaarde dat de
lijder eene beroerte had gehad, en eenen
tijd lang was er reden om te vreezee dat
deze eerste aanval reeds doodelijk zou zijn.
Hij begon echter weldra te beteren, kreeg
zijne spraak terug, en was binnen een paar
weken genoegzaam herstek! om met Geertje's
hulp over straat te gaan.
De dokter raadde zoovee! zachte li
chaamsbeweging aan als mogelijk was. en
op eiken fraaien morgend, eer de zon te
warm werd, maakte Geertje zich gereed
voor die wandelingen, welke, zonder dat
zij het wist, zooveel opmerkzaamheid had
den getrokken. Gewoonlijk nam zij deze
gelegenheid waar om kleine benoodigheden
voor het huishouden te koopen, opdat zij
niet verplicht zou zijn nogmaals uit te gaan
en True alleen te laten, iets dat zij zooveel
mogelijk vermeed.
Bij de nu bedoelde gelegenheid ging
Willie met hem mede tot aan den winkel
van eetwaren, waar Geertje heen wilde, en
toen True daar op zijn gemak had neerge
zet, begaf hij zich naar het kantoor, ter
wij! Geertje naar de toonbank ging om het
een en ander voor het middagmaal te koo
pen. Zij nam een stukje kalfvleesch, om
soep van te koken en keek ook naar de uit
lokkende zomergroenten, maar keerde zich
met eenen zucht daarvan af. Zij had het
zakje in de hand dat al hun geld bevatte
dit was nu eenige weken in hare bewaring
geweest en zoo licht gewerden, dat zij wel
wist dat zij aan geene groenten behoefde te
denken en zij zuchtte omdat zij zich her
innerde, hoeveel smaak True het vorige
jaar in doperwten had gehad.
Hoeveel is het vleesch vroeg zij den
OF DE