Stadsnieuws. Lantaarnaansteker, MARTHA DE KRANKZINNIGE, Eene Eerloosheid-, Weldadigheidsfeest van 14 Februari. Viaamsch Toooeel. Mengelwerk. 't Is vervelend- Wij verdedigen ons. Christelijke boeren, wal zegt ge daarvan In zijn nummer van Zaterdag 30 Januari, heeft het Journal d'Ypres zijne toevlucht genomen tot zijn bui tengewonen opsteller, om te hekelen tegen le Progrès, welks redactie hij beschuldigt, hare pen gedoopt te hebben in het bloed der ongeluk- kigen van Sicilië en Calabrië, om onaangenaam te zijn aan een hoofd der tegenstrijdige partij De geveinsde verontwaardiging van het Journal d'Ypres verbergt slecht eene eerloosheid Onze lezers weten zeer goed, en iedereen weet het, dat le Progrès, met voor behou dingen te maken nopens de inrichting der voordracht, eerst verschuldigd aan een edelmoedig initiatief, maar krachteloos gemaakt in 't vervolg, nooit gezocht heeft iemand af te keeren zijne jongst te gunnen aan de ongelukkige Sicilianen, hetzij langs den eenen weg, hetzij langs den an deren, hetzij langs verscheidene ver schillende wegen, gelijk sommigen onzer vrienden het gedaan hebben. De inschrijving aan de fameuze voor dracht was zeker het eenige middel niet om de ongelukkigen ter hulp te komen Het artikel van le Progrès heeft dus geene schade berokkend aan niemand en heeft geen een libe raal belet eene almoes te geven vol gens zijne middelen integendeel. Het geheele artikel van het Journal d' Y,pres is dus maar een vuil schimp schrift dat ontploft dat valsch klinkt van het eene einde tot het andere, omdat het gesteund is op eenen leu gen. Het is waarachtig een schoon voorbeeld van christelijke liefdadig heid dat het klerikaal Journal ons daar geeft, met de bedoelingen te ontaarden en te verdraaien van dezen die niet denken gelijk hij, ten pro- poo-ste van een werk van liefdadigheid. Dezeliefdadigheid, de christelijke li -fd !ie zoekt het goede te doen oor et goede, kennen het Joui aal d' Ypt 's en zijne politiekers niet: 1 hofd idighéid die zij hebben moeten is d-, liefdadigheid met g r -■•. ifbaarheid waar de el lenden P i 0 v et--chten zijn maar hetaanliaagstli aar het merk van hunnen winkel alles is En dat het Journal d'Ypres en zij ne politiekers, om ons van zijne uit- drukkingen te blijven bedienen, het niet kwalijk nemen, wij zullen verzet aanteekenen eiken keer dat het er zal op aankomen een werk in te richten dat de algemeenheid der bevolking aanbelangt, gelijk tijdens de feesten der nationale Onafhankelijkheid, en waar de liberalen stelselmatig zullen uitgesloten worden Qns artikel no pens de voordracht heeft geen ander doel. Wij vernemen dat het weldadig heidsfeest, ingericht door het garni zoen van Yper, ten voordeele der ongelukkigen van Siciliëen Calabrië, zich onder de beste voorteekens aan kondigt. De kaarten aan 3 fr. worden als bij tooverij verkocht. Het Comiteit zal zich verplicht zien de eerste plaatsen te doen vergrooten. Al de inwoners der stad, zonder onderscheid van partij, zullen mede werken door hunnen penning om ter hulp te komen van de ongelukkige slachtoffers der aardbeving van Sici lië en Calabrië. Het programma van het feest, dat wij onder de oogen hebben, is aller best samengesteld. Wij mogen nu reeds den goeden uitslag van dit goedwerk verzekeren en wij nemen de gelegenheid waar om het inrichtingscomiteit geluk te wen- schen en te bedanken om zijn loffelijk initiatief. Op aanvraag der Krijgsoverheid en om geen nadeel toe te brengen aan het weldadigheidsfeest, ingericht op 14" dezer, ten voordeele van de slacht offers der aardbevingen in Italië is de vertooning, door De Vlaamsche Ster voor dien dag aangekondigd, verscho ven tot den Maandag 15" Februari 1909, om 8 ure 's avonds zeer stipt. Zij zal bestaan uit tooneelspèl in 3 bedrijven en een voorspel, blijspel met zang in een bedrijf. Het zal een der puikste vertooningen zijn, die kunnen op touw gezet worden en de liefhebbers van goede, degelijk^ Het verslag waaruit ik de inlichting getrokken heb is van 1906, maar de vergelijking die ik er van gedaan heb met de vorige verslagen bewijst dat de toestand niet verandert van jaar tot jaareen verplaatste pastoor is aan stonds vervangen door zijnen opvol ger. bewijst dit niet genoeg de strekkin gen der beschermings comiteiten en is het dan te verwonderen dat zij met achterdocht geslagen zijn Dit feit is des te meer te betreuren dat de beschermingscomiteiten ware rechtgebieden zijn die beschikken over de magere pensioenen welke men de ouderlingen toestaat. Ik vraag dus aan den heer minister en ik eindig daaarmede, welke maat regelen hij denkt te nemen om meer onzijdigheid te verzekeren aan eene instelling die ten dienste moet zijn van allen en niet een werktuig mag zijn in de handen eener politieke partij. (Zeer wellinks en aan de uiterste linkerzij de). Lijst der briefwisselaars-ver slaggevers van het bescher- mingscomiteit van Yper, wetti ge en onzijdige instelling Tabel verschenen in het verslag van- het bestuur voor 1906 1Becelaere, M. Bylo, li. ond.-pastoor 2. Bixschote, M. Laumosnier, past. 3. Boesinghe, M. George, H. past. 4. Brielen, M. Glaeys, II. pastoor. 3. Gomen, M. üelbove, L. ond.-past. 6. Crombeke, M. Vanoverschelde, A. pastoor. 7. Dickebusch, M. Lefebvre, ond.-past. 8. Dranoutre, M. D'hooge, ond.-past. 9. Elverdinghe, M. De Nolf, A. pust. 10. Gheluvelt, M. Gallens, ond.-past. 14. Gheluwe, M. Leien 11. ond.-past. 12. Hollebeke, M. Vandenberghe,pasf. 13. Iloiithem, M. Dumortier P. ond.pas. 14. Ken 1 mei, M. Gornette, G. ond.past. 15. Langhemarck, M. Vandermeersch G. notaris. 16. Locre, M. De Ruytter, H. past. 47. Meessen, M. Vierin, H. ênd.-past. 18. Neder-Waasten, M. Platei L. past. 19. Oostvleteren, M. Lootens, ond.past. 20. Passcliendaele, M. Liefooghe, E. deurwaarder. 21. Ploegsteert, M. Wille, J. ond.past. 22. Poelcapelle, M. Vander Haeghe, pastoor. 23. Poperinghe, M. Dejaegher ond.past. 24. Proven, M. Haeghebaert, notaris. 25. Reninghelst, M. Dermaut, ond.pas. 26. Rousbrugge - Haringhe, M. Peel, notaris. DE LOTGEVALLEN EENER WEES Uit het Engelsch. Zeventiende hoofdstuk. Wie zij» gelukkig Ik ook niet, antwoordde Willie, maar de kans staat als honderd tegen een, dat hierop de plek een blok pakhuizen zal staan, als ik vijf jaren ben weggeweest en er Weder naar kom kijken. Ik wenscht.e wel dat ik anders kon denken, want ik zal nog dikwijls naar het oude huis verlan gen. Maar hoe zal het met uwe moeder en grootvader gaan, als dit huis afgebroken wordt'? Het is niet gemakkelijk te zeggen, Geertje, hoe het met iemand van ons tegen dien tijd gaan zal maar als zij moeten verhuizen, hoop ik in staat te zijn hun een beter huis te bezorgen dan dit is. Gij zult dan niet hier zijn, Wil lie Dat weet ik wel, maar ik zal altijd van u hooreri en wij kunnen er met brieven over spreken en alles beschikken. Het denkbeeld van zulke veranderingen, ver volgde hij, is het eigenlijke wat mij, nu ik vertrekken zal, het meest ontrust. Ik denk dat zij mij zoo zullen missen en noodig 27. S'-Jan, M. Tieberghein, H, pastoor. 28. Viamerlinghe, M. Ollevier, past. 29. Voormezeele, M. Delporte, ond.pas. 30. Waasten, M. Salinghe, A. past. 31. Watou, M. Brutsaert, doktor. 32. Wervick, M. Franchomme, onder voorzitter van het Comiteit. 33. Nieuw-Kerk, M. Plouvier, past. 34. Westoutre, M. Desaegher, ond.pas. 35. Westvleteren, M. Gallens, past. 36. Woesten, M. Top, R. ond.-pastoor. 37. Wulverghem, M. Brabant,priester. 38. Wytschaete, M. Van Eegroo, dok tor, lid van het comiteit. 39. Zandvoorde, M. Mervillie, past. 40. Zilfebeke, M. Pletlinck, ond.-past. 41. Zonnebeke, M. Vanoost, ond.-past. 42. Zuydschote, M. De Keuckelaere, 'pastoor. 't Is toch vervelend voor de klerikale dagbladen en de pastoors, dat de kleri- kalen van Gent voor de socialisten ge stemd hebben bij de vorming van 't schepencollege. Wat zullen die lieden nu zeggen aan wien ze jaren lang allerhande leugens wijs gemaakt hebben aangaande de li beralen, bondgenootender socialisten? Wel, deze lieden zullen klaar zien en ook voor de liberalen stemmen in 't vervolg. Dat zal de klerikalen en de pastoors eene dure les zijn Neen, duizendmaal neen Het libe ralisme heeft den oorlog niet verklaard aan kerk en priesters, gelijk men het aan de menschen wil doen gelooven het liberalisme is de partij der vrijheid die alle rechtzinnige denkwijzen eer biedigt maar, men zal met ons be kennen, dat zij het recht beeft zich te verdedigen daar waar zij gedurig wordt aangevallen en ten onrechte uitgeschol den voor alles wat slecht is. De katholieken hebben zich met.An- seele en de communistische socialis: ten verstaan om zich meester te maken van 't Stadhuis te Gent. Rooden en zwarten verdeelden on der malkaar broederlijk te plaatsen van Schepenen. De katholieke gemeenteraadsleden arm in arm met de roode vijanden van eigendom en huisgezin, hewel, chri.Me- j lijke boeren, wat zegt ge van dat mon sterverbond De katholieke partij stelt den weg open voor de socialistische klasseriver- deelers. 't Is proper hebben. Geertje-, gij zult voor ben zorgen, niet waar Ik sprak Geertrui vol verbazing. Zulk een kind als ik Wat kan ik doen Als ik vijf of tien jaren weg ben ge weest, Geertje, zult gij al dien tij i geen kind zijn gebleven en op eene vrouw kan men zich dikwijls beter verlaten dan op eenen man, vooral op zulk eene goede, brave vrouw als gij worden zult. Ik heb niet vergeten hoe heerlijk gij voor oom True gezorgd hebt, en als ik grootvader of moeder in mijne verbeelding oud en hulpeloos zie. denk ik altijd aan u, en hoop dat gij alsdan bij hen zult zijn immers ik weet dat gij, wanneer ge hij hen zijt, hun tot meer hulp zult zijn dan ik wezen koo. Ik laat huu dus in uwe zorg, Geertje, hoewel ge nu nog maar een kind zijt. Ik dank u, Willie, antwoordde Geer trui, omdat gij gelooft dat ik alles voor hen zal doen wat ik kan. Dat zal ik zekerlijk zoo lang ik leef. Maar, Willie zij kunnen al den tijd, dien gij van ons af zijt gezond en sterk blijven en ik, schoon ik nog zoo jong ben, kan ziek worden en sterven dat weet niemand. Dat is wel waar, sprak Willie treurig, en ik kan zelf ook sterven doch daar moeten wij nu niet aan denken. Ik geloof dat ik nooit moed zou hebben om te gaan, als ik niet hoopte u allen gezond en wei te rug te vinden als ik weder te huis kom. Gij moet mij alle maanden schrijven, want voor mijne moeder zou dat veel moeilijker zijn, en zal u zeker haast alles willen schrijven wat zij te schrijven heeft en of ik mijne brieven aan haar of aan u stuur, zal even eens zijn, weet ge. Eu Geertje, gij moet mij niet vergeten, lieveling gij moet mij toch even lief houden al ben ik weg zult gij dat niet U vergeten, Willie Ik zal altijd aan u denken en u even lief blijven hebban als ooit. Wat zal ik anders te doen hebben Maar gij zult ver weg zijn in een vreemd land, waar alles anders zal wezen, en gij zult niet half zoo veel aan mij denken, dat weet ik wel Als gij dat gelooft, Geertrui, is het omdat gij het niet weet. Gij zult vrien den om u heen hebben, en ik zal alleen zijn iri een vreemd land maar al de dagen van mijn leven zal mijn hart bij u en mijne moeder zijn, en ik zal veel meer hier leven dan daar. Zij werden nu gestoord door de terug komst van den ouden Cooper, en vernieuw den ook naderhand dit gesprek niet maar op den morgend van Williers vertrek toen jufvrouw Sullivan zich in de andere kamer over den net gepakten koffer bukte ea hare trauen poogde te verbergen, en de oude grootvader zijn hoofd nog lager liet hangen dan anders, en de pijp, die hij nog in de hand hield, was uitgegaan zonder dat hij het wist, fluisterde Willie, terwijl Geertrui op een kistje met boeken stond om het dek sel naar beneden te dwingen, zoodat hij het sluiten kon, haar toe Geertrui lief, om mijnentwil pas toch góed 00 onze moeder en grootvader zij zijn bijna even goed de uwe als de mijne. Toen Willie aldus het ouderlijk huis voor de eerste maal verliet, om onder de men schen te kampen en te slooven, gat zijne grootvader, die nog niet gelooven kon dat de knaap in den-den strijd met de fortuin voorspoedig zou zijn, hem nog menige waarschuwingen tegen het koesteren eener I hoop, die nooit verwez3nlijkt zou worden, en herinnnerde hem nogmaals dat hij de wereld niet kende. Jufvrouw Sullivan hield voor haren zoon slechts eene korte afscheidsrede. Vertrou wende op de lessen, die hij van zijne kind scheid af had geleerd, vatte zij haren moe* deriljken raad in weinige woorden samen, en zegde Blijf God liefhebben en vreezen, en stel uwe moeder niet te leur. Wij willen niet stilstaan bij den laatsten avond, dien de jongeling te huis doorbraeh', bij het laatsten morgendztgen, bij het laat ste ontbijt, dat zij allen te zamen (Geertje mede) gebruikten, of bij het laatste afscheid en do laatste omhelzing. Willie ging scheep en de vrome, liefder- lijke vrouw, die haren zoori acht'ien jaren lang met teerderheid en moedertrots had gekoesterd, bleef thans baren geest van zelf verloochening getrouw en stond herazonder' morren af. Niemand wist welk een strijd zij voerde in het verecheurde hart, of van waar de kracht kwam, die haar-staande hield. Niemand zou de eenvoudige weduwe zul-k een geestkracht hebben toegeschreven, e" de buren verwonderden zich zeer, t-oen Zij zagen hoe rustig zij daags voor dat haar zoon uitzeilde, aan hare bezigheden ging/ en hoe zij, toen hij vertrokken was, gesta- tig aan haar werk bleef, en haar uitzicht dezelfde geduldige nederigheid vercoonde-, die haar altijd had gekenmerkt. Tegenwoordig, nu de landverhuizing zulke buitengewone aanlokselen geeft, is er in Nieuw-Engeland bezwaarlijk zulk een onduidend of afgelegen dorpje te vinden, dat het geen moederhart bevat, bloedende over eeue misschien levenslange scheiding van eenen beminden zoon. Onder de zwer velingen hopen, ja gelooven wij dat er me- nioeQ is, die niet door de zucht naar gped, «mmpiiih—Ii hhigivhi mm <xXX>®0<X>o EN OP DE II

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 2