Lantaarnaansteker,
Voordracht van
ill. BuyI te Luik
Gewijde Sas Ier.
'I is altoos voor 't geld.
Mengelwerk. 29
LOTGEVALLEN EENER WEES
MAGkLAPPËIt.
Va is alles wal.
Dezer dagen hield de heer Buyl te
Luik eene voordracht, die te recht eene
zekere opschudding verwekte.
De onvermoeibare volksvertegen
woordiger van Dixmude-Veurne-
Oostende vergeleek er met cijfers en
statistieken den stofïelijken en zedelij
ken toestand der walen, en Vlamingen
in hun gemeenschappelijk vaderland
en hij kwam tot de bedroevende uit
slagen voor Vlaamsch Belgie.
De vergelijking is verpletterend ten
nadeele der Vlaamsche gewesten.
Ziehier eenige der aangehaalde sta
tistieken
In Belgie bestaan twintig athenea
(twaalf in het Walenland, 1 te Brussel
en enkel zeven in het Vlaamsche land).
De toestand is dezelfde voor de
middelbare scholen. We tellen er 65
in het Walenland en slechts 47 in de
Vlaamsche gewesten, waaronder de 17
scholen van Brussel en voorsteden.
Het lager onderwijs verkeerd in
eenen nog slechteren toestand.
Het Vlaamsche land, met inbegrip
van liet arrondissement Brussel, telt
2151 gemeentescholen, dus 1 school
op 2936 inwoners de Walen hebben
3472 scholen, of 1 voor 822 inwoners.
Het hooger onderwijs laat ook veel
te wenschen over. Zoo de provincie
Antwerpen 485 studenten op 100,000
inwoners, West-Vlaanderen 410, Oost-
Vlaanderen 542 en Limburg 635.
De Waalsche gewesten staan nog
maals hooger. Henegouw telt 633 stu
denten per 100,000 inwoners, Luxem
burg 731, Namen 735 en Luik 1069.
Ongelukkig is het ook gesteld met
het beroepsonderwijs in Vlaanderen.
Er zijn slechts 16 beroepscholen in het
Vlaamsche land met 4799 leerlingen,
tegen 55 in het Walenland met 15,221
leerlingen. In die cijfers komen de 15
scholen van Brussel met hare 3147
leerlingen niet voor.
Konden lezen en schrijven Oost-
Vlaanderen 60.61 t. h., West-Viaande-
ren 61.10, Henegouw 66.92, Limburg
68.09, Antwerpen 68.39, Brabant 70.43,
Luik 71.10, Namen 78.50 en Luxem
burg 80.32.
Die onwetendheid staat ook in ver
band met het getal misdaden. In 1905
werden in het Vlaamsche land 44 op
10.000 inwoners tot correctioneele
straffen verwezen en in het Walenland
33.
Zelfde toestand voor het getal onwet
tige geboorten. In 1903 telde men 5538
onwettige geboorten in het Vlaamsche
land en 4124 in het Walenland
3387 van die Waalsche kinderen
werden erkend en slechts 725 van de
Vlaamsche.
Het getal officieele armen is dubbel
zoo groot als in het Walenland.
Verschrikkelijk is ook de kinder
sterfte 205 per duizend in het Vlaam
sche land en 116 per duizend in het
Walenland.
Dit alles is aangrijpend in de hoogste
mate en van aard om de gemoederen
der Belgische burgers diep te schok
ken.
Wij hebben in onze brievenbus het
nummer 3 gevonden van 'Licht en Vrede
het eigen gazetje van den bisschop van
Brugge.
't Staat erin, dat het sedert eenigen
tijd gratis ten huize van ai de inwoners
van Yper wordt besteld.
Wat er in dit gazetje verteld wordt is
echte krankzinnigen praat, waarvoor
zelf de minst geleerde werkman mede
lijdend de -schouders ophaalt en die
aan den godsdienst, de geestelijkheid en
de clericale politiek veel meer kwaad
doet dan goed.
Licht en Vrede bevat in zijn laatste
nummer tegen de herbergiers den
snoodsten aanval die wij ooit onder de
oogen te lezen kregen.
De herbergiers worden in dit gazetje
afgeschilderd als af troggelaars, volks
verleiders, opstokers, zedenbedervers,
kortom 't zijn volgens Licht en Vrede
de herbergiers die rechtstreeks de
schuld dragen van al het kwaad dat er
onder de kappe des Hemels gebeurt.
Ziehier, om een voorbeeld te geven,
welken naam volgens Licht en Vrede de
herbergiers verdienen
In de Godslastering. In 't Zon-
dagwerk. In den eersten Misstap.
In de dulle Zinnen. In 't Krakeel.
In de Moord. In de Ruitenbree-
kerij. In de Verzeeuwdheid. In
den Her tekeer. In de Nierziekte.
In 't Bedrog. In den Diefstal.
In 't Gevang. In de Wanhoop.
In de Zelfmoord.
Ziedaar, herbergiers van Yper en van
het arrondissement, wat er te lezen
staat in een bladje dat zich titelt Licht
en Vrede en dat uitgegeven wordt met
de medewerking en onder de bescher
ming der hooge geestelijkheid.
Wij zullen het nummer 3 van Licht
en Vrede in de schuiflade van onze
schrijftafel leggen om het toekomende
jaar, in Meimaand, eens te voorschijn
te halen, ter intentie der Herbergiers-
Kiezers van het arrondissement.
Hoe dikwijls hebben de klerikale
gazetjes die overeenkomst met de so
cialisten niet afgeschilderd als iets
vernederends, iets verachterlijks, en
DE
Uit het Engelsch.
Negentiende hoodstuk
De ziekeuoppasster.
Maar toch smaken deze bewoners van eene
streek, die men nog tot de buitenwijken der
stad kan rekenen, de genoegens van het
ware landleven niet.
Zij hebben geene ongebaande boschengee
ne bruisende beken, geene golvende koren
velden, geene onafzienbare weilanden. Van
elke hoogte heeft men het uitzicht op de
nabijgelegene stad, welker gebrom men
nabij kan hooren en elke om het uur afrij
dende omnibus of spoortrein brengt u zeiven
of uw buurman naar de woelige markt of
van daar terug
Evenwel kunnen zij die stilte e i afzon
dering zoeken, deze bijna nergens zekerder
vinden, dan in zulk een verblijf, halfop het
land en half in de stad en menige familien
begeeft zich zomer aan zomer naar het zelf
de afgelegen hoekje, en Keft daar. door
geen bezoekofgebabbel gehinderd, met eene
vrijheid en onafhankelijkheid, die eene vol-
slagone onmogelijkheid wezen zou, waar
iemands bekenden gedudg bij hem komen
aanloopen. of in. een echt landelijk dorp,
Waar men eiken nieuw aankomende be
spiedt, bezoekt en de babbeldt.
Het buitengoed van den heer Graham was
van middelbaren rang, weinig beschikt om
bijzondere aandacht te trekken. De tuin was
zeker fraai en prijkte met een welig hees-
terplantsoen, zomerhuisjes en met wijngaar
den begroeide prieëlen maar een hooge
steenen muur verborg hem voor het gezicht
van voorbijgangers, en het huis, ver van
den weg achteraf staande, was tamelijk
ouderwetsch en had niets dat het oog
trok
Behalve dat hij liefhebberij voor den tuin
bouw had, was de heer Graham iemand die
geheel in de stad te huis behoorde en Ame
lia, ongeschikt voor het verkeer in talrijke
kringen, kreeg weinig gezelschap, behalve
eenige buren die stijve bezoeken kwamen
afleggen, en eenige bijzondere vrienden, ge
lijk de predikant Arnold en nog eenige ge
meenzame bekenden, die dikwijls tegen den
avond uit de stad kwamen rijden om Amelia
te zien en zich op fruit te vergasten.
De zomer ging zeer genoeglijk voorbij
en Geertrui, die nu bestendig Amelia's om
gang genoot en zich streelen mocht met de
bewustheid dat zij zich bij deze onwaardeer
bare vriendin op verschillende wijzen nuttig
en noodzakelijk maakte, vond eiken dag
nieuwe redenen tot blijdschap en tevreden
heid, toen al hare vreugde haar eensklaps
V) erd benomen
Amelia kreeg eene gevaarlijke koortsziek
te, en toen Geertrui voor de eerstemaal de
ziekekamer wilde binnengaan, om de plich
ten daarvan te helpen waarnemen werd zij
door jufvrouw Ellis, die zich zelve tot eeni
ge oppasster had aangesteld, met. ruwheid
afgewezen. Hoe het arme meisje ook smeek
te om naar binnen gelaten te worden, die
huishoudster bleef bij de verklaring, dat de
ziekte besmettelijk was, en dat jufvrouw
nochtans zien wij maar al te dikwijls
dat de zoogenaamde katholieken, wan
neer hun hoogmoed er door kan ge,
streeld worden, niet aarzelen een ver
bond te sluiten met de volgens hen-
grootste vijanden van geloof en gods
dienst.
in 1906 wanneer in sommige arron
dissementen de liberalen zich met de
socialisten vereenigden om in de kie
zing de verloren stemmen op de anti
klerikale partij bijeen te houden, spuw
den de klerikalèn vuur en vlam, om
dat deze vereeniging eene schande
was. Maar wanneer zij, pastoorkliek,
met de hulp der socialisten aan een
postje kunnen geraken, dan verbinden
zij zich met de vernietigers van troon
en altaar.
Dit getuigt nogmaals de kiezing van
het nieuw schepenkollege van Gént,
waar katholieken en socialisten ver
broederden om het stadsbestuur ten
onder te krijgen. Maar hierbij wasook
iets te winnen zoo doende kon men
eenen schepensjerp bemeesteren, en
dan zijn alle .middelen goed dan mag
men zijne princiepen met de voeten
trappen, dan mag men samengaan, ja
zelfs diegenen ondersteunen die, vol
gens de verklaring van alle klerikale
bladen, het vaderland, de maatschap
pij en de kerk pogen te ondermijnen.
Alle deftige me use beu keuren de
handelwijze van zulke kerels af, die
hunne princiepen verloochenen voor
eenplaatske. Endergelijke kerels vindt
men in menigte in de partij, die er
zich op beroemt, de ware leer van
Christus te volgen.
Neen, zij zijn oprechte Judassen,
die hunnen God verkoopen om hunne
heerschzucht te voldoen. En tot zulke
akelige comediela-ten die verraders zich
verleiden zij verachten de socialisten
en liberalen, maar deze haat verandert
in oprechte vriendschap, wanneer zij
door toedoen van deze gewetenlooze
schurken (volgens onze klerikale
schrij velaars) maar aan het kqmmeken
kunnen geraken.
De schildwachten. Gezien de talrij
ke aanrandingen waarvan in de laatste
tijden da schildwachten het slachtoffer
waren, heeft de regeering een besluit
genomen waarbij elke soldaat, opwacht
staande, de bajonet op 't geweer zal
dragen.
Gewapende gemeentelijke brandweer
Bij koninklijk besluit van 18 Maart
wordt het nieuw organisch regiment
van het gemeentelijk gewapend brand
weerkorps van Poperinghe goedge
keurd.
Zijn benoemd Kapitein-comman
dant de onderluitenant Goevoet.
Amelia haar daar niet wilde hebben, dat zij
als zij zek was, niemand bij zich wilde
hebben dan hare oude oppasster.
Vier dagen lang zwierf Geertrui ontroost
baar door het huis. Opden vijfden morgend
na hare verbanning uit de ziekekamer, zag
zij vrouw Prime, de "keukenmeid, naar
boven gaan en haar eenige fraaie rozen op
dringende, die zij pas geplukt had, bad zij
haar deze aan Amelia te geven en te vragen,
of zij niet naar haar mocht komen zien.
Zij bleef in de keuken maar vrouw Pri
me's terugkomst wachten, hopende nu ten
minste eene boodschap van de zieke te zul
len krijgen. Maar toen de keukenmeid we
der beneden kwam, had zij de bloemen nog
in de hand, en ze op de tafel nederwerpende,
gaf de goedhartige vrouw aldus lucht aan
haar gevoel
Nu, de menschen zeggen dat knappe
keukenmeiden en ziekenoppassters altijd zoo
barsch als beereu zijn. Het zou mij niet
mooi staan te zeggen, of het zoo met keu
kenmeiden is, maar wat oppassters betreft,
twijfel ik er in het geheel niet aan Ik zou
u maar niet raden daar te komen, jufvrouw
Geertrui ik durf er u niet voorzeggen, dat
ze u niet zou aanvallen.
Wilde jufvrouw Amelia de bloemen
niet aannemen vroeg Geertrui zeer be
droefd.
-- Wel, zij mocht er niets over te zeggen
hebben. Gij weet wel, zij kon niet zien wat
zij waren, en jufvrouw Ellis gooide ze
buiten de deur en zegde, dat ik even goed
vergif in eene kamer mocht brengen waar
de koorts in was. als die rozen. Ik beproefde
om tegen jufvrouw Amelia te spreken, maar
jufvrouw EI 1 is maakte zulk een gi-st-st, dat
ik dacht dat zij wilde gaan slapen, en
maakte dat ik wegkwam. Zij is altijd
Tweede kapitein M. üevos.
LuitenantM. Decraene.
Onderluitenant MM. Blanckaert
Dierick. ten
De krijgskommissie. Ai de mede-
deelingen te sturen aan de Krijgscom
missie, mogen postvrij ter post j-Je_
steld worden.
Zij dienen gericht tot den voorzitter
der Krijgscomrnissie, in het Paleis der
Natie, te Brussel.
Mijnheer wilt ge mij zakdoeken latep
zien, gemerkt met de letter R
Heel gaarne, jufvrouw. Uw naam
is zeker Rosalie
Neen.
Dan Rachel
Ook niet.
Raphaëlla dan
Neen, mijnheer, ik heet R...nes.
tine
De eètlust komt al slapen 'tis
hetgeen wij meer en meer kunnen
bestatigen in onze goede kleine stad,
waar alles zonder achterdenken ge
daan wordt.
Nauwelijks is de herstelling der
Halle en van S' Maartens kerk beslo
ten, iets dat wij ten volle goedkeu
ren, ofschoon de herstelling in haar
zelve, zooals zij gedaan wordt, ons
maar weinig tegenlacht daar zij niet
genoegzaam gewettigd is, of nieuwe
aanmatigingen doen zich gelden van
wege de parochie S' Jacobs.
Zij ook vindt dat de toren en mis
schien geheel de kerk noodig hebben
hersteld worden hét zijn van die
grillen en willen die veel geld kos
ten, zonder groote noodzakelijkheid.
De parochie van S' Nicolaus, die
zich aanmerkelijk uitbreidt, zal wel
dra vinden dat de kerk niet meer in
verhouding is met hare bevolking en
dat de huidige gevel niet overeen
stemt met deze der drie andere ker
ken. Zij zal waarschijnlijk iets moe
ten hebben vari zuivere vernieuwing,
iets dat min théatraal is het zou ons
niet verwónderen zekeren dag eene
vraag te zien oprijzen van wege de
parochie van S' Pieters, een gansch
nieuwe herstelling eischende, die
getrouwiger aan den romanscben
bouwtrant beantwoordt.
zoo uit haar humeur als er iemand ziek
is
Geertrui wandelde in den tuin. Zij had
niet anders te doen dan met angst aan Ame
lia te denken, die zij vreesde zeer ziek te
ztj 11
Haar werk en hare boeken waren in
Amelia's kamer gebleven, waar zij gewoon
lijk bewaard werden.
De bibliotheek had haar onderhoud kun
nen verschaffen, maar deze waS gesloten.
Aldus was de tuin het eenige dat haar
overschoot, en daar sleet zij verder den ge-
heelen morgend, en niet alleen dien mor
gend, maar ook nog vele andere want
Amelia bleef verergeren, en veertien dagen
verliepen zonder dat Geertrui haar zag,
of iets van haren toestand vernam, dan wat
jufvrouw Elhs nu en dan tot den heer Gra
ham daarvan zegde, die echter, daar hij
dagelijks den dokter sprak en zijne dochter
dikwij ls zelf bezocht, die omstandige berich
ten niet noodig had, naar welke Geertrui
zoo vurig verlangde.
Een paar malen waagde zij het jufvrouw
Ellis iets te vragen, die echter geen an
der antwoord gaf dan Plaag mij niet
met vragen. Wat verstand hebt gij van
ziekte
Op eenen namiddag zat Geertrui eens
in een zomerhuisje aan het einde van den
tuin. Haar eigen stukje grond, met eenen
rand van geurige reseda en vervena was
dicht bij, en zij was druk bezig met versch-
tullende zaden, die zij geplukt had, in pa
piertjes te wouwen en de namen daarop te
schrijven, toen zij schrikte van eenen voet
stap in de nabijheid, en onkijkende dokter
Jeremy zag, die zijn bezoek bij Amelia
had gedaan en nu het gebouwtje binnen
trad.
OF DE
mMmmMaamKmmmsarmBSÊËW
Ik