Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Donderdag, 9" September 1909. Vijfde jaar. \Tr 45. Gemeenteraad van Yper. Gespannen toeslaud. üe Staatstiiiantiëii gered. Eendracht maakt Macht. Verschijnende des Ê)on derdugsVires aequirit eundo. Men schrijft in bij den Uitgever, bixmudestraat, nr 53, te Yper. De aankondigingen van gansch België en 't buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naamde artikels uiterlijk tegen Uijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-ÖO. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50. Men handelt bij overeenkomst. Openbare zitting van den Woensdag 1" September 1909. De openbare zitting, wordt ten 12 ure 5 m. geopend. Zijn tegenwoordigde heeren Colaert, Burgemeester-Voorzitter Fiers, Van- derghote, D'Huvettere, Bouquet, Sobry, Struye, Letnahieu, Biebuyck en Boone, Raadsleden. Afwezig de heeren Fraeys en Van- denboogaerde, Schepenen Iweins en Begeretn, Raadsleden. Instelling van den Gemeente Secretaris. De heer VoorzitterIk verklaar u ingesteld in uw ambt en wensch u geluk over uwe benoeming. Uw titel van advokaat (i) is in rekening gebracht voor uwe benoe ming van den anderen kant, de in lichtingen die wij bekomen hebben over uwe verdiensten zijn van de beste. Gij hebt schitterende examens afgelegd voorde midden jury en wij hopen dat gij met hetzelfde succes het examen zult afleggen in de maand October aanstaanue. Gijzijt het kind uwer werken. Wij ver wachten van u eene volledige toewij ding. De heer Secretaris antwoordt bijna in dezer voege Ik dank u voor de vleiende woor den die gij uitgesproken hebt, en ik wil slechts van dien lof onthouden wat betrek heeft op mijne examens ik hoop wel, zooals gij het komt te zeggen, het examen af te leggen dat ik moet ondergaan in de aanstaande maand October. Slechts binnen eenige dagen zal ik Yperling zijn, maar ik ben het reeds met het hart vooral na het vriendelijk onthaal dat mij gedaan is geweest. Ik ben gelukkig geweest Yper te ontdekken dat ik niet geheel kende en ik acht mij gelukkig in deze stad te mogen wonen die een oud karakter en een rijk historisch ver leden heeft. Na de instelling van den Secreta ris, vraagt M. Colaert of er Raadsle den zijn die begeeren het woord te nemen. M. Bouquet verklaart dat hij de inhuldiging van het nieuw karillon heeft bijgewoond en dat hij bestatigd heeft dat zekere klokken niet juist waren. Hij heeft vernomen dat men voorstelt die klokken te veranderen. Het achtbare lid denkt dat deze zaak zou moeten onderzocht worden door eene Commissie. M. Colaert. Wat M. Bouquet er ook van zegge, dit gebrek is niet te veel bemerkt geweest. M. Denyn, beiaardspeler van Mechelen, een kunstenaar zijnde, heeft zekere klok ken kunnen missen. De heer Voor zitter denkt dat er maar ééne klok is die waarlijk valsch is. (2) Hij is van gedacht eene Commissie te benoe men om een onderzoek in deze zaak te doen. (1) Advokaat, neen doktor in de rechten, ja (N. d. R.) (-) Sommigen beweeren dat er drie klok ken zijn die valsch slaan. (N. d. R.) M. Bouquet. De Commissie ware reeds gevonden deze der mu ziekschool. M. Boone heeft een onderhoud ge had met M. Van Aerschodt, den avond zelve der instelling en deze laatste heeft insgelijks den wanklank eener klok verklaard. Daar het besproken is een vol maakt karillon te leveren, zou er dienen gewacht te worden met de totale betaling der som. M. Colaert. In afwachting is er op rekening betaald geweest. Naar de meening van een Yperschen mu zikant, een uitmuntend man in deze zaak, is er maar eene klok te veran deren. Wij zullen bemerkingen ma ken in dezen zin aan M-. Van Aer schodt, en de betaling zal maar ge daan worden na volledige voldoening ontvangen te hebben. M.D' Huvettere roept de aandacht van het College op den staat van zekere wegen. Het achtbare lid verklaart dat de herstellingen niet gedaan worden zooals zij het behooren te zijn. M. Colaert bekent dat, onder dat betrek, de dienst der werken som tijds te wenschen laat. Hij zal beve len geven aan de politie de gebreken aan te wijzen der wegen. (1) M. Sobry vraagt aan het College of er maatregelen genomen zijn voor het stichten van pesthuizen, in tegen woordigheid van het gevaar der cho lera aangekondigd te Amsterdam en in verscheidene plaatsen die niet ver afgewjjderd zijn. M. Colaert. Onlangs heeft M. Schollaert de aandacht van het ge meentebestuur gevestigd op het nut dat zich voordoet een afgezonderd gasthuis te stichten voor de perso nen die besmettelijke ziekten hebben en eene onsmettingsplaats te stich ten. De Godshuizen zijn van rechts wege gemaand geweest het getal bedden op te geven waarover zij be schikken. In geval van besmettelijke ziekte, zegt M. Colaert, zal ik niet dulden dat de zieken in het gasthuis verblijven en ik zal bevelen dat bin nen de tien uren men een pesthuis bouwe. Sedert jaren hebben wij mets bekomen, ofschoon deze vraag sedert jaren gedaan is geweest. Er moeten volstrekt voorkomende maatregelen genomen worden. De Hospicen hebben ons eene vraag van inlichtingen gestuurd. Zij zouden begeeren de ministerieele on derrichtingen te kennen, de aanzien lijkheid der inrichtingen, de ziekten voor dewelke het gasthuis zou be stemd zijn en in welke plaatsen ge stichten van dezen aard bestonden. Het schijnt ons dat deze vraag naar inlichtingen het air heeft een uitstel lend middel te zijn. Het College heeft geantwoord dat de gewichtigheid der instellingen af hangt van het meer of min groot cijfer der bevolking en dat een laza ret van tien tot twaalf bedden zou voldoende zijn voor onze stad. De ziekten voor dewelke het lazaret zou dienen zouden de cholera, de pest (I) Het orgaan onzer meesters zegde dat onder dat betrek, alles ten beste was in de beste der werelden. (N. d. R en de pokziekte zijn de hersenziek te, de Kraam koorts, de roodvonk (het roojonk), de kroep, en al de ziekten die zouden kunnen besmettelijk zijn. Het meerendeel der steden van Vlaanderen zijn voorzien van zulke instellingen. Deze van Moskroen is de laatste. Al de inlichtingen zijn dus gegeven geweest aan de Hospicen. Het College heeft eene plaats aange wezen achter het kerkhof. Indien men denkt dat deze grond te naar is van het kerkhof, men zou de inrich tingen wat verder kunnen doen. De personen door deze ziekten aange tast, zijn overigens niet meer bewust van de buurschap van het dooden- veld. Men zou desnoods het kunnen verbergen door eene beschutting van groen. Op deze wijze zou de overbrenging naar het kerkhof zoo kort mogelijk zijn. In het geval moeten wij waarbor gen nemen voor het gevaar en in dien de Hospicen aarzelen het noo- dige te doen, ben ik bekwaam maat regelen te nemen van ambtswege. (1) Ten 12 ure 35 m. is de zitting ge heven. 1 De tijden zijn uit toen de clericale gazetten alle dagen zooveel gerucht maakten over de millioenen bonis van de katholieke regeering. Deze bonis bestonden meer op het papier dan in de wezenlijkheid. Zij werden grootendeels verkregen door loen- sche en behendige cijferschikkingen, door een massa nieuwe belastingen en door eene zoo overdreven ver meerdering van de Staatsschuld, dat de trouwe vrienden van de katholie ke regeering er zeiven van afgeschrikt werden. Het is nog zoo lang niet ge leden dat de katholieke oud-minister, De Lantsheere, in den Senaat, en de niet minder katholieke heer Renkin, in een verslag aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, deden uit schijnen hoe het meer dan tijd is deze bovenmatige overdreven vermeerde ring van schulden tegen te houden, want dat ze België regelrecht naar den afgrond zou slepen. Zonder alle dagen nog het refrein der fameuze millioenen-bonis te dur ven aanhalen, profiteeren de katho lieke organen nochtans van de jubel feesten der 25jarige clericale regee ring, om het finantieel beheer der clericale ministers op te hemelen en de onnadenkende burgers wijs te maken dat zij, katholieken, door hunne behendigheid, door hunne voorzichtigheid en door hun wijs be leid, de finantiën van den Staat ge red en een einde gesteld hebben aan den warboel door de laatste liberale regeering nagelaten. De nieuwe geslachten laten zich nog al te veel aan dezen ouden cleri- calen laster beet nemen. En de libe rale drukpers mag geenegelegenheid laten voorbijgaan om hem te weer- leggen en te logenstraffen. Verre van hier eene verdedigende houding aan te nemen, zouden de (1) Eene roomtaart voor de heeren be stuurders der Godshuizen. (N. d. RJ AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen25 c. Rechterlijke aankondigingen I fr. id. liberalen zelfs aanvallend moeten te werk gaan. WYj hebben hoegenaamd geene reden om over het finantieel beheer van het laatste liberaal mi nisterie te moeten zwijgen, verre van er te moeten over blozen. Wanneer de clericalen stoefen dat zij de finantiën van den Staat gered hebben, maken zij zich schuldig aan een kwakzalverachtige en overbluf fende vervaisching. Zeker was de finantieel® toestand des lands onder het laatste liberaal ministerie alles behalve rooskleurig, maar de liberale politiek was er voor niets tusschen. Ten eerste, de toestand was reeds slecht veel slechter dan zij het uit gaven onder het katholiek beheer van Malou. Het deficiet teekende zich reeds af in de jaren 1875-76. Het vererger de door de geldverkwisting van Malou en door het aanvangen van groote werken, welke de volgende liberale regeering wel gedwongen was voort te zetten, en waarvoor de katholieken geen geld achtergelaten hadden. Geen geld, maar wel schul den De heer Mechelynck heeft in de Kamer bewezen en niemand heeft het durven tegenspreken - dat het katholiek ministerie Malou toen het in 1878 afgekegeld werd een gat in de kas liet van meer dan tachtig millioen frank. Ziedaar de eerste moeilijkheid waarmede het liberaal ministerie af te rekenen had. De tweede moeilijkheid was het steeds ergerworden van de onder de Malou-regeering reeds onstane crisis. De ontvangsten van den Staat ver minderden voortdurend, terwijl er geene mogelijkheid was de ge beurtenissen hebben het later bewe zen de uitgaven te besnoeien. De schuld van deze crisis, van deze vermindering van ontvangsten, was hoegenaamd, in geenen deele, aan de liberale regeering van België te wijten zij was algemeen, zij deed zich over de gansche wereld gevoe len, en zij woog in ons land het zwaarst, omdat de katholieken zeiven eenen beroerden en verknoeiden fi- nantieelen toestand hadden achter gelaten. Ziedaar de waarheid welke door al den bluf, al de leugens en al den las ter van de clericale tolken niet kan geloochend of vernietigd worden. II De clericalen stellen zich aan als de redders van de Staatslinantiën. 't Is de Brabanyonne welke zij op commando aanheffen, bij al hunne jubelfeesten, tot herdenking van hunne 25jarige overheersching. Wij hebben gezien, in een voorgaan de artikel, waaraan het te kort in de Staatslinantiën toe te schrijven was, onder het laatste liberaal ministerie. 1° Aan het te kort van meer dan tach tig millioen frank, nagelaten door het katholiek ministerie Malou. 2° Aan de vermindering der ontvang sten, spruitende uit eene algemeene over de gansche wereld heerschende han dels- en nijverheidscrisiswaaraan het DE WEERGALM

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 1