Lantaarnaansteker,
De werklieden
\an t spoor.
Tol wering van de cholera
Mengelwerk. 49
LOTGEVALLEN EENER WEES
Geld, de God
der Wereld
Voor de
postzegelverzamelaars.
Tombola van den
Ouderlingen Bijstand.
't Was de nieuwe katholieke regee
ring, met Jacobs en Malou, die de eer
ste opbrengst van de nieuwe belastin
gen in hunne kas deden vloeien, zij die
zoo luidruchtig beweerd hadden dat
deze belastingen overbodig, nutteloos
en tergend waren.
Waarom gaven zij ze dan niet terug
Waarom verhaastten zij zich niet ze
af te schaffen
De waarhetd is dat dé liberalen, ten
koste van hunne populariteit, de Staats-
Jinantiën hadden gered. En nu durven
de sluwe clerikalen zich dit pluimpje
op den hoed steken
Heeft men ooit grooter valschheid,
grooter schaamteloosheid geweten
Ziehier, overigens, het bewijs, met
cijfers aan katholieke bron ontleend
In 1885 toen de nieuwe belastin
gen werden gestemd bedroeg het te
kort omtrent zestien millioen frank.
In 1885 hebben de clericalen, voor
de eerste maal, de opbrengst van de
belastingen opgestreken en er is rnaar
745 duizend frank meer te kort.
De liberale belastingen komen de
clericale regeering redden.
Ondertusschen verdwijntde handels-
en nijverheidscrisis. Wat heeft het
nieuw ministerie Beernaert daarvoor
gedaan
Hoegenaamd niets
Maar het profiteert ervan. Beernaert
ziet de gewone inkomsten aangroeien
en doet de nieuwe belastingen nog
meer opbrengen. Zoo geraakt men, in
1886, tot een boni of overschot van
twee millioen frank.
Waar zou Beernaert gezeten hebben
zonder de liberale belastingen welke
hij zelf aankloeg in de Kamer als nut
teloos
Voor een te kort van vijftien millioen
in plaats van een boni of overschot van
twee millioen
andere beteekenis meer heeft dan te
genieten, en voor wie alles met den
dood eindigt.
Welnu, wij vinden dat degenen, die
het waarachtig geloof willen verdedi
gen, hier hun eigen portret goed ge
schilderd hebben. Zijn er grooter geld
zakken dan pastoors, paters en non
nen Zit het meeste geld niet bij dege
nen die 't geloof belijden en verkon
den Zijn de kloosters niet schatrijk
Waar zitten de millioenen Doopt de
pastoor voor niet Trouwt hij de men-
schen voor niet Leest hij de mis voor
niet Doet hij een begrafenis voor
niet
Aflaten, vergiffenis van zonde, bede
vaarten, mirakels, akties op den he
mel, brengen die geen op Is 't niet al
geld dat de klok slaat Wie wordt zoo
dik als een ton en heeft een goeden
wijnkelder
Voorwaar, 't portret is goed gelukt
Waarom hebben de Belgen 't al
gemeen zuiver stemrecht niet
De ploegbazen en de bewakers heb
ben aan de Statenkamer een verzoek
schrift gestuurd, vragend dat deheeren
der Kamer het wetsvoorstel zouden
stemmen waarbij de jaarwedde der
staatsagenten die minder dan 1500 frs.
winnen, zou verhoogd worden met 10
p. h. en deze die van 1500 tot 3C00 frs.
winnen met 5 p. h.
Waarom hebben de Belgen het
verplichtend onderwijs niet
liberaal ministerie niet de minste
schuld had. Deze handels- en nijver
heidscrisis begon zich reeds af te tee
kenen in 1876, onder Malou's bestuur.
Terwijl de sluwe Malou, al het moge
lijke, maar niet het rechtzinnigste aan
gewend had om den toestand te ver
bloemen, was de liberale minister van
finantiën, de heer Graux, eerlijk genoeg
om den toestand onbewimpeld aan 't
land voor te leggen.
Er stonden maar twee wegen open
ofwel nieuwe leeningen aangaan en 't
land in de schulden steken, ofwel nieu
we belastingen invoeren, wat het eer
lijkste was.
De liberale ministers verkozen het
laatste.
Onmiddelijk, aangevoerd door de
bisschoppen, gediend door eene eer-
looze pers, begonnen de clericalen den
nijdigsten lasterveidtocht die ooit tegen
eene regeering werd aangegaan.
Millioenen franken werden uit de
klooster- en diocesane kassen aange
wend om eene echte chantage-propa-
gande aan te gaan. Alle dagen, in alle
steden en dorpen, vond men de muren
volgeplakt met lasteraffichen. Hon
derdduizenden strooibriefjes, vlug
schriften en gazetten werden kosteloos
uitgedeeld om de cijnskiezers tegen de
liberale regeering op te jagen. En de
cijnskiezers waren zooveel te meer ge
neigd deze lasterberichten gretig op te
nemen, daar zij juist behoorden tot de
klas die het meest onder de handels-
en nijverheidscrisis geleden had en die
het meest ging getroffen worden door
de ontworpene belastingen.
Zij lieten zich dan ook gewillig door
de clerikalen wijs maken dat het te
kort in de Staatskas niet voortkwam
van eene vermindering der ontvang
sten, maar van overdreven uitgaven
voor schoolpaleizen en voor renderen
de schoolmeesters. Nooit nochtans
gaven de liberalen zooveel uit voor
nuttige schoolgebouwen gelijk er door
hunne clericale opvolgers verkwitst en
verbrast werd voor kloosters en kerk-
paleizen en voor nietsdoende uit den
vreemde overgewaaide broerkens en
nonnen, die de plaatsen zijn komen in
nemen onzer broodeloos gestelde on
derwijzers en onderwijzeressen, meest
allen kinderen van deftige werklieden
en kleine burgers.
En terwijl de katholieken valsche-
lijk de schuld van alles op de school
uitgaven schoven, terwijl zij schaamte
loos genoeg waren zelfs de gevolgen
van de handels-en nijverheidscrisis te
loochenen, dierven zij in hunne gazet
ten en in volle Parlement beweren dat
de voorgestelde belastingen tergend
en nutteloos waren
De belastingen werden gestemd,
maar het liberaal ministerie viel, zon
der er zelf nut te mogen uit trekken,
zonder er eenen centiem te mogen van
opstrijken.
DE
Uit het Engelsch.
Zes en twintigste hoofdstuk.
Nog meet* veranderingen.
Geertrui, sprak mevrouw Jeremy, ik
geloof dat gij toen wel deedt met Amelia te
verlaten, en dat gij nu ook wel doet met
weder naar haar toe te gaan en als het
geheel aan haar te danken is, dat gij zulk
een goed meisje zijt geworden als gij nu
zijt. Zijt gij haar zeker veel vers' hl'uldigd.
Dat ben ik waarlijk, mevrouw. Het
was Amela die mij het eerst het onderscheid
tasschen goed en kwaad leerde kennen...
En daarvan zal zij nu de vruchten
plukken, viel dokter Jeremv er op in Dat
is billijk Maar als gij voornemens z jt de
reis naar Europa mede te doen, zult gij
kat druk geuoeg hebben met u daarvoor ge
reed te maken. Denkt gij dat mijnheer
W*** gewillig zal zijn om u te ontslaan
Ik hoop van ja, anwoordde Geertrui
Het spijt mij dat ik dit aan hem moet vra
gen, en ik ben dezen winter al twee weken
uit de school weggebleven doch daar het
nog maar weinige weken moet duren eer de
zomervaeantie komt, zal hij misschien wel
in staat zijn iemand in mijne plaats te
krijgen Ik za! er hem morgen over spreken.
Waarom hebben de Belgen het
nationaal leger niet
In een blaclje, getiteld Lichten Vrede
en gesticht ter verdediging van het ka
tholiek geloof, lezen wij een artikel dat
wij uit plaatsgebrek niet gansch kun
nen overdrukken, maar waaruit wij de
volgende' zinnen overnemen
Als men den gang der wereld van
nabij beschouwt, blijkt weldra dat een
dubbel god deze wereld beheerscht
Deze die ze schiep, de ware God, wel
ke in 't hart der menschen van 't begin
af zijn wet van gerechtigheid, plicht en
eergevoel veropenbaarde. De andere,
is de geldgod. Hij wordt aanbeden door
dezen voor wie het tegenwoordig geen
Over de mogelijkheden van uitbars
ting der choleraplaag in België, aange
bracht door besmettige reizigers uit
Holland, wordt thans veel geredetwist.
De maatregelen aan de grens, zegt
men, zijn niet van aard om de plaag te
weren. Inderdaad, in dergelijke geval
len moet rekening worden gehouden
met de ervaringen door gekende aart-
se n opgedaan.
Het uitbreken van de plaag te Rot
terdam, aangebracht door een onbeken
den steamer, komende van een be
smette haven uit Rusland, doch op den
welken geen enkel geval werd vastge
steld, bevestigt de théoriün van de ge-
neesheeren Borel en Ghantemesse.
Inderdaad, professor Koch zelf zette
de meening vooruit dat de cholera-bac-
cil door gezonde personen kan ingeno
men worden en uitgedreven met de uit
werpsels, zonder dat die personen er
het minste leed van gevoelen.
Borel bevestigt dat men in de in&P
wanden van gezonde personen uit str,/
ken door de ziekte besmet komende'
de baccilen der kwaal vond, zonder dat
zij er iets van gevoelden. Genezen
choleralijders kunnen gedurende vijftic
dagen de baccilen der kwaal in hun in-
gewand dragen. Zelfs hebben Kolle en
Meynicke debaccil gevonden in 't inge;
wand van personen die sedert vijf
maand hat land door cholera besmet
hadden verlaten.
Men ziet dus dat, tot wering van de
voortplanting der, kwaal geene bareelen
bestand zijn. Op vijf weken tijds reist
men nog al wat land af.
Aan de bijzonderheid is,de plaag te
wijten die in 1902 Egypte teisterde,
waarde cholera werd aangebrachtjdoor
bedevaarders uit Mekka, waarvan geen
enkel onderweg was ziek geweest.
Het zijn dus niet alleen de havens en
grenzen die moeten bewaakt worden
deze bewaking moet zich uitstrekken
over 't gansch rijk en overal moeten er
maatregelen genomen worden om bij
de eerste verschijnselen de zieken af
te zonderen.
Ondanks alle voorzorgen zal de plaag
toch hier of daar bij ons uitbreken,
zooals zij reeds heerscht in Den Haag,
doch die enkele gevallen mogen dé
bevolking niet met vrees en de vare
slaan, want de tijden dat de cholera
plaag eene openbare calamiteit was,
zijn sinds lang voorbij.
Ter gelegenheid der troonbeklim
ming van den jongen keizer van China,
zuilen de Chineezen drie nieuwe post
zegels, van verschillende waarde uitge
ven. Deze postzegels zullen van recht-
hoekigen vorm zijn en den Tempel
des Hemels voorstellen, den tempel
die door geen vreemdeling mag gezien
worden. Deze drie nieuwe postzegels
zullen maar een korten tijd gebruikt
worden, wat hun waarde en zeldzaam
heid vergrooten zal.
Wij bevelen vurig onzen stadsgenooten
de tombola aan ingericht door de Maat
schappij van Onderlingen Bijstand, de
Oud-Leerlingen der Stadsschool vanl
Yper.
Deze machtige uitnemende menschlie-
vende maatschappij is vast besloten den
weg der hervormingen en der heilzame
maatregelen ingetreden om hare werking!
uit te breiden en zich op de hoogte tel
plaatsen der groote gelijkaardige maat-l
schappijen van het land. j
Zeven en twintigste hoofdstuk.
Jaloezij. I
Het landhuis van den heer Graham hadl
een breeden ouderwetschen gang met eenel
deur aan ieder einde, die in het warmel
jaargetijde beide open stonden en een koelenl
luchtstroom doorlieten, welke het ruimel
voorhuis tot de geliefde verzamelplaats derl
familie maakte, vroeg op den dag, wanneeii
de zonneschijn daar nog geen toegang had,l
en het beschaduwde voorplein, dat zachli
naar den weg afhelde, het oog verfrischte er»
verkwikte, Hier haddeu, op eenen fraaier»
morgend in Juni, Isabella Clinton en haar»
nichtje Kitty Ray het zich, elk op harel
eigene manier, gemakkelijk gemaakt. 1
Isabella had een wijden leuningstoel dichtH
bij de deur geschoven, zich daarin aL he>'H
ware genesteld, en staarde, hoewel zij ee»B
borduurwerkje in de hand had, werkeloo*
naar den weg. Zij was een schoon meisje^
rijzigen wel gemaakt, met eene öjne kleurfl
helder blauwe oogen weelderig krulleiirbB
blonde lokken. Het bekoorlijke kind, waarB
naar Geertrui met verrukking had gestaar®
toen het voor het venster naar den oud®1®
True stond te kijken, die de lantaarn voo®
het huis van haren vader aanstak was t°H
eene bekoorlijke jonkvrouw gerijp'B
Hare buitengemeone schoonheid, verhoog®
door alles wat eene sm mkvolle en kostbar®
kleeding nog daaraan kon toebrengen, wen®
algemeen bewonderd en geroemd. B
Vroeg van hare moeder beroofd en eenig®
jaren lang bijna geheel aan de zorg van
dienden overgelaten, had zij de uitwend'o1®
voorrechten, die zij bezat spoedig op mey®
dan hunne rechtte waarddeleeren schattea^B
en hare tante, onder wier opzicht zij na H
verlaten der school was gekomen, was
uig geschikt om haar overmatig gevoel v M
Mevrouw Jeivmy begon nu met Geertrui
over de noodige schikkingen te praten, bood
haar een zolderkamertje aan om hare meu
belen te bergen, stonu haar eene wollen
naaister af, die zij zelve had aangenomen,
en eer zij heenging was er zooveel afge-
sproken, dat Geertrui, indien alles wel
schikte, binnen de acht dagen naar Nieuw-
York zou kannen vertrekken.
De heer W*** onsloeg Geertrui terstond
van hare verbintenis, hoewel het hem, gelijk
hij haar zegde, zeer speet zulk eene bekwa
me onderwijzeres te verliezen en na eeni-
ge dagen van groote drukte, nam zij afscheid
van de schreiende Fanny Bruce, den leven-
digen dokter en zijne goedhartige vrouw,
die haar allen naar de spoorwegstatie ver
gezellen. Zij beloofde aan de Jeremys te
schrijven en zij van hunnen kant namen
op zich, haar do brieven toe te zenden, die
van Willie voor haar mochten aankomen.
In minder dan veertien dagen na haar
vertrek kwam jufvrouw Kills te Boston
terug, en bracht de tijding dan Geertrui ge
zond eri wel te Nieuw-York was aangeko
men. Een brief, eene week later door me
vrouw Jeremy omvangen meldde dat het
gezelschap binnen weinige dagen zou ver
trekken. Z j was derhalvezeer verwonderd,
toen haar een tweede brief ter hand kwam,
ren dag later geschreven dan den dag waar
op de heer Graham met de zijnen zou zijn
vertrokken. Deze brief luidde aldus
Nieuw-York, 29 april.
Waarde mevrouw Jeremy
Daar het gisteren de dag was waarop
wij gedacht hadden naar Europa te 'ver
trekken, zal het u eenigzins verwonderen
te hooren dat wij nog te Nieuw-York zijn,
en nog meer te vernemen, dat onze buiten-
laudsche reis thans onbepaald is uitgesteld.
Een paar dagen geleden is mijnheer Gra
ham door zijne oude kwaal, de jicht aange
tast, en wel zoodanig, dat zijn leven be
dreigd werd. Hoewel vandaag wat beter,
zoodat de dokter hem buiten gevaar ver
klaart blijft hij uog zeer pijnlijk, eo zal het
nog in geene maanden raadzaam voor hem
zijn eene zeereis te ondernemen. Hij ver
langt weder te huis te zijn, en zoodra hij
de reis kan verdragen, zullen wij ons allen
naar het buitengoed bij D*** spoedigeu. Ik
sluit hierin een briefje voor jufvrouw Ellis.
Het bevat verscheidene aanwijzingen, die
Amelia gaarne had dat zij spoedig ontving
en daar wij niet wisten hoe het aan haar te
sturen. Heb ik het u toegezonden, vertrou
wende dat gij wel zult zoo goed zijn
om het te laten bezorgen. Mevrouw Gra
ham en hare nichtjes, die veel van de reis
hadden verwacht, zijn natuurlijk zeer te
leurgesteld door deze geheele verandering
der plannen voor den aanstaandeu zomer.
Het is vooral verdrietig voor jufvrouw Clin
ton, wier vader langer dan een jaar afwe
zig is geweeet, en die hem te Parijs hoopte
te ontmoeten.
Het is onmogelijk dat Amelia of ik
voor ons zelve spijt zouden hebben van liet
springen eener reis, die wij eigenlijk met
vrees te gemoet zagen en indien de ziekte
van mijnheer Graham niet de reden van het
uitstel was, zou het ons moeite kosten ons
niet eeningzins eigenlievend te verheugen
over het uitzicht, om naar onze lieve oude
woning te D*** terug te keeren. Ik zeg vrij
onze woning, want mijnheer Graham en
Amelia willen er geen van beiden hooren,
dat ik hen weder zou verlaten.
Met de vriendelijke groeten voor u zel
ve en mijn vriend, den dokter, blijf ik har
telijk de uwe.
Geertruide Flint.
OF DB
II III11■mummimi in uii immuunhmI