Lantaarnaansteker,
Stadsnieuws.
Een goed liberaal abon
neert zich aan DE WEER
GALM
Een
2,root
Mengelwerk.
LOTGEVALLEN EENER WEES
De oude Ypersche faam.
Tombola van den
Ouderlingen Bijstand.
Door een wielrijder
omgeworpen.
later zoo goed mogelijk, of liever zoo
weinig slecht mogelijk zullen hebben.
Wenschen wij niet allen dat onze
lieve kinderen het later beter, ja, veel
beter zouden hebben dan wij
Daarom, ouders, verzint eer ge be
gint. Denkt er aan dat de keus der
school over het geluk van uwe lieve
lingen zal beslissen. En welke school
zult gij kiezen Wat verwacht gij dat
uwe kinderen op school zullen leerden
Benevens de wetenschappelijke ken
nissen die onze kinderen op school
zullen opdoen, moeten zij daar voorbe
reid worden om al de moeilijkheden
van het later bestaan te overkomen,
zij moeten met die moeilijkheden zelf
bekend gemaakt worden. Zij moeten
gewezen op al wat goed en slecht is,
zij moeten leeren het goede te betrach
ten en het slechte te verafschuwen. Zij
moeten weten welke gevaren hun drei
gen bij eiken stap die zij zullen te doen
hebben, eens dat zij een eigen bestaan
zullen hebben, en dat gij er misschien
niet meer zult zijn om hen te leiden.
En wie zal hen dat al het best wijs ma
ken en inprenten Toch wel meesters
en meesteressen die goed voorbereid
zijn voor de taak die zij op zich geno
men hebben, en die daarenboven alle
gevaren en slechtheden in het leven
kennen, omdat zij die van dichtbij heb
ben kunnen zien, omdat zij het wereld
lijk leven medeleven. Dat kunnen al
leen wereldlijke meesters en meeste
ressen en zulke meesters en meeste
ressen vindt gij in de gemeentescho
len.
Daarom, ouders, gij die uwe kinde
ren zoo lief hebt, gij die bezorgd zijt
voor hunne toekomst, zendt uwe kin
deren naar de officieele gemeentescho
len die onder toezicht staan van Staats-
en gemeentebestuur.
Geestelijke onderwijzers en onder
wijzeressen, zooals broeders en ma-
soeurkens, kunnen met den besten wil
van de wereld aan onze kinderen niet
leeren wat de wereldlijke onderwijzers
leeren, om de goede reden dat zij de
ondervinding van het dagelij ksche leven
missen, zij leven immers buiten de we
reld, binnen vier kloostermuren. Het
is zeker en vast dat de verstandigste
mensch van de wereld aan anderen
niet kan leeren wat hij zelf niet weet,
wat hij zelf niet gezien of ondervonden
heeft.
DAAROM, OUDERS, hetzij nogmaals
herhaald, UWE KINDEREN niet GE
ZONDEN NAAR DE zoogezegde vrije
scholen, maar wel naar de OFFICIEE
LE ONZIJDIGE GEMEENTESCHOLEN.
Waarom hebben de Belgen het
verplichtend onderwijs niet
man.
51
DE
Uit het Engelsch.
Zeven en twintigste hoofdstuk.
Jaloezii.
Ik denk dat die William is, antwoord
de Fanny. Jufvrouw Amelia noemt die vo
geltjes altijd kleine Willie s.
Bella, riep Kitty nu, dat is uw Wil
liam Sullivan.
Welk een gelukkig mensch schijnt hij
te zijn, sprak de heer Bruce op eenen spot-
tenden toon het eigendom van eeneschoo
ne dame en de bijzondere vriend van eene
andere.
Ik weet niet wat gij meent, Kitty,
sprak Bella vinnig. Mijnheer Sullivan is de
jongste compagnon in mijns vaders kantoor,
maar ik heb hem in geene jaren gezien
Behalve in uwe droomen, Bella liet
Kitty hierop volgen. Dat vergeet gij.
Bella keek nu zeer boos.
Droomt gij van mijnheer Sullivan
sprak Fanny, en zag Isabella daarbij strak
aan. Ik zal jufvrouw Geertrui eens gaan
vragen of zij dat ook doet.
Doe dat, zegde Kitty. Ik zal met u
meegaan.
Zij snelden den gang door, openden de
deur der estzagl en deden beiden op hetzelfde
M. Schollaert zal de oorzaak niet zijn
eener ministerieele crisis deze die ge-
looven aan zijn ontslag kennen hem
maar slecht hij is de standvastigheid
zelf en bekreunt zich weinig om het
geschreeuw zijner politieke vijanden.
Hij is overtuigt dat zijn militair onLwerp
zal gestemd worden. Zooniet hij valt
met eer en dan is het de ontbinding.
Zoo luidt de verklaring van een zij
ner vrienden, en uit dewelke men kan
afleiden dat hij thans onbetwistbaar een
groot man is. En inderdaad, in moge
lijkheid, vereenigt hij in zich de vol
harding, onverschrokkenheid, het be
trouwen, en kent hij de mannen zijner
partij op zijn duimpje.
Aan dezen die oogen hebben en niet
zien willen, zullen wij het bewijzen.
Hij legt een ontwerp neer van leger-
hervorming, tegen hetwelk de meer
derheid zijner partij, in de afdeelingèn,
heeft gestemd. Dit ontwerp is dus on
mogelijk, maar het kan mogelijk wor
den. Wat dient er daarvoor gedaan te
worden Bijna niets hetzelfde wijzi
gen. En hoe Zooals men het goedyindt
ai ware het gansch omgekeerd Of wa
re het maar de instelling van den per
soonlijken dienstplicht voor de vrijwil
ligers alleen. Zoo zou het princiep van
den persoonlijken dienstplicht van den
vrij willigersdienst en de plaatsvervan
ging ingevoerd en behouden blijven.
En de rechterzijde zou weer 't akkoord
zijn tot de naaste gelegenheid.
Laat ons thans de standvastigheid
van onzen kabinetsoverste bespreken
in de afdeeling der Kamer geeft men
hem den weerklinkendsten kaakslagen
toch blijft hij aan zijnen ministerzetel
gerijfd. Ter kamer toont hij zich voor
stander van de uitbreiding van de be
perking van het werk voor al de arbei
ders. In het Senaat handelt hij gansch
verkeerd en toen het ontwerp weer ter
Kamer komt volhard hij in zijnen om
mekeer. Zulks getuigt van eenen stand-
vastigen wil en van tegensprekelijke
volharding.
Een man met dergelijke wilskracht
bezield, is de eerste de beste niet.
Wat zijne onverschrokkenheid be
treft, hij geeft er een doorslaande be
wijs door zich op geene wijze te be
kommeren met het gekras der puiden
die eenen nieuwen eersten minister
vragen.
Hij bezit ook het volste betrouwen
natuurlijk, in zich zelf. Maar is het
wel betrouwen of is het 't gevoel van
de weerdigheid van zijn hoog ambt
Hebt gij dan niet gezien dat hij er van
doortrekt als zijn ontwerp niet gestemd
wordt. Wat er van zijn ontwerp over
blijft kan hem niet schelen 't Zal toch
zijn ontwerp zijn en blijven zelfs indien
zijne vrienden er verbeteringen aan
brengen, al ging het zoover dat enkel
oogenblik de vrijpostigste vraag.
Aldus verrast, bloosde Geertrui niet, of
werd niet verlegen, maar antwoordde be
daard Ja somtijds maar wat weet gij
eene van beiden van mijnheer Sullivan
Waarom vraagt gij dat
j O niets, antwoordde Kitty maar er
zijn anderen die van hem weten, en wij
i vragen maar eens rond, om te zien hoeveel
er zijn.
Zij sloot de deur weder en liep in zege
praal naar Bella terug, om deze te zeggen,
dat zij wel zou doen indien zij zoo open
hartig was als Geertrui en haar zwak be
kende dat stond veel beter dan te blozen en
te loochenen.
Maar het was niet raadzaam langer met
Bella te schertsen zij was nu ernstig ver
stoord en gaf zich geene moeite dit te ver
bergen. De heer Bruce begon zich slecht op
zijn gemak te gevoelen en ging spoedig heen,
het aan de twee nichtjes overlatende om de
zaak bij te leggenzoo goed zij konden.
Zoodra hij zich verwijderd had, vouwde
Bella haar werk op en ging met groote sta
tigheid naar boven naar hare kamer, terwijl
Kitty over het gebeurde bleef zitten lachen
en vervolgens de gelegenheid waarnam om
met Fanny Bruce kennis te maken, want
Kitty stelde niet weinig belang in den broe-
en koesterde het gewone maar dikwijls ver
keerde denkbeeld dat zij hare zaak zou be-
voordeelen door zich de zuster tot vriendin
te maken. Misschien werd zij ook eenigzins
tot dpzen stap bewogen door de opmerking
dat Geertrui bij beiden evenzeer in gunst
scheen te staaD.
Zij riep dus Fanny om naast haar te ko
men zitten, sloeg haren arm om haar heen
en begon over Geertrui en de betrekking,
welke tusschen deze en de familie Bruce
van het ontwerp de drie lettergrepen
wetsontwerp overbleven.
Blijft dan zijne kennis van dën gees
testoestand zijner partijgenooten. Nie
mand zal hem die kennis betwisten
valt hij, 'tis de ontbinding, bedreigt
hij. Hij weet heel wel dat de rechterzij
de hoegenaamd van geene ontbinding
weten wil en dat men hem bevallig en
bedeesd een beetje geweld zal aandoen
om hem op zijn besluit te doen weder-
keeren. In het belang der katholieke
partij zal hij toegeven de minister van
oorlog geeft zijn ontslag en de vrede
wordt geteekend tusschen de heeren
Woeste en Schollaert, ten prijze van
de veiligheid van het land.
M. Schollaert zal dan voorts 's lands
zaken beredderen, ten minste tot de
kiezingen van 1910. Vergeet ook niet
dat er gezegd wierd dat hij de laatste
leider was die de waggende klerikale
partij aan het hoofd van 't land kon
houden. Welnu, de laatste leider heeft
getoond wat hij kon zijne heerschap
pij moet dus zoolang duren als 't moge
lijk is aangezien, niemand meer hem in
de katholieke partij kan opvolgen.
't Is zoo simpel als hierboven is ge
zegd maar dit zal de rekening niet
maken van den kiezer in Mei aanstaan
de.
Wij melden met genoegen de nieu
we muzikale zegepraal door onzen
medeburger den heer Albert Van
Egroo behaald.
In den wederlandschen prijskamp
van muziekale samenstellingen, heeft
Albert Van Egroo zich gemeten met
de beste kunstenaars om een muziek
stuk te leveren voor den zang en de
piano, en hij heeft zich de eerste mel
ding zien toekennen. In de algemeene
klasseering komt hij den vijfden op
de reeks.
Van Egroo deelt zijn succes met
den schrijver der woorden die zich
op zijne muziek toepast en deze dich
ter, wiens zedigheid ons verplicht
den naam te verzwijgen, is ook een
kind van Yper. Aan hem ook sturen
wij onze gelukwenschen.
En zeggen dat onze stadsoverheid
onzen jongen componist Van Egroo
onbekwaam vond om het ambt van
Bestuurder der Muziekschool uit te
oefenen en dit spijts de gunstige
stemming van den Bestuurraad der
school.
Het is waar dat Van Egroo een
Yperling is, en dat voortaan de amb-
scheen te bestaan, te praten.
Fanny, die altijd spraakzaam en open
hartig was, deelde haar gewillig de omstan
digheden mede, welke haar zoo sterk aan
eene vriendin hadden gehecht, die verschei-
jaren ouder was dan zij.
En uw broeder, sprak Kitty heeft
haar ook reeds eenigen tijd gekend, niet
waar
Ja dat denk ik ook wel, antwoordde
Fanny los weg.
Houdt hij van haar
Dat weet ik niet, ik zou wel denken
vao ja, ik bagrijp niet hoe hij het zou kun
nen laten.
Wat fluisterde hij u in, toen gij den
stoep opkwaamt
Fanny kon het niet terstond bedenken
maar toen haar het antwoord, dat zij gege
ven had werd herinnerd, antwoordde zij
vlug
O, hij zegde dat ik jufvrouw Geertrui
moest vragen of zij niet weder bij hem
kwam, en zeggen dat het kern doodelijk
verveelde daar naar haar te zitten wachten.
l\itty zette een pruilend lipje en keek
verdrietig.
Ik zou wel eens willen weten, sprak
zij, of jufvrouw Flint gewoon is hier gezel
schap te ontvangen en als eene gelijke be
handeld te worden.
Wel natuurlijk, antwoorde Fanny,
niet zonder daife waarom zou zij niet
Zij is de fatsoenlijkste jonge juffer, die ik
ooit gezien heb, en moeder zegt dat zij zeer
beschaafde manieren heeft, en dat ik een
voorbeeld aan haar te nemen heb.
O jufvrouw Geertrui riep zij, toen
deze, die de aardbeien in den met ijs gevul-
ten en de bedieningen in Yper mo
ten vervuld worden door Brug^6"
gen, en dit dank aan onzen gemee""
teraad die geheel en gansch de be"
velen van zekere overheden toe?
wijd is.
Wij bevelen vurig onzen stadsgenoote
de tombola aan ingericht door de Maat*
schappij van Onderlingen Bijstand, V
Oud-Leerlingen der Stadsschool V(ln
Yper.
Deze machtige uitnemende menschlie-
vende maatschappij is vast besloten den
weg der hervormingen en der heilzame
maatregelen ingetreden om hare werking-
uit te breiden en zich op de hoogte te
plaatsen der groote gelijkaardige' maat
schappijen van het land.
In 1905 stichf zij eene bijzondere afdeeling
met onderscheiden kapitaal niet oud-leer.
lingen, bestemd voor de personen die het
geluk niet gehad hebben de gemeente
knechtjesschool te verkeeren. Alzoo kwa
men zich 12u leden bij de 550 leden der
oude afdeeling voegen.
In 1905 wordt het comiteit der oude af
deeling bewogen over het lot zijner leden
bijna allen arme werkers het wil hunne
zedelijke gesteltenis opbeuren, hun na een
gansche leven van arbeid de schande bespa
ren uitsluitelijk ten laste te vallen, hetzij
van hunne kinderen, hetzij van de liefda-
digheidsbesturen het zocht het middel
om den werkman onafhankelijk te maken
al het budjet der burgerlijke godshuizen en
van het bureel van weldadigheid te ontlas
ten. En bij middel van een jaarlijksch boni
dat het kan verwezenlijken dank aan de
mildheid zijner hooggeachte begiftigers,
doet het comiteit eene jaarlijksche storting
van drie franks per hoofd aan de pensioen
kas onder de waarborg van den Staat om
een ouderdomspensioen teverzekeren aan
de leden.
Eindelijk de aangekondigde tombola
heeft voor doel om het gebrek aan te vullen
der hulpmiddelen van de nieuwe afdeeling
met eene aanmoedigingskas te stichten
voor stortingen op pensioen boekjes.
De prijzen aan het publiek aangeboden
bestaan uit stadsloten met premie eener
nominale waarde van 1,500 fr.
De loterijbriefjes zijn te koop aan den
prijs van 10 centiemen bij den Voorzitter,
M. Arthur Stoffel, en bij de andere leden
van het comiteit.
Aan de Meensche poort werd het
zoontje Richard door een wielrijder
omgeworpen en erg gewond aan het
hoofd. Twee gebroeders woedend daar
over hebben den wielrijder zoo erg
mishandeld dat deze eene aanklacht
heeft ingediend.
den koelbak had gezet, zich achter in den
langen gang liet zien zijt ge nu gereed
Ja, Fanny, op het oogenblik, ant
woordde Geertrui.
Waarvoor gereed vroeg Kitty.
Om te gaan lezen, antwoordde Fanny.
Zij zal voor jufvrouw Amelia het slot tan
den Hamlet lezen gisteren heeft zij de drie
eerste bedrijven in de kamer gekomen om er
naar te luisteren gelezen, en jufvrouw Ame
lia laat mij. Als ik dat stuk zelf lees' begrijp
ik bet niet maar als jufvrouw Geertrui het
voorleest, is alles heel duidelijk. Zij kan
zoo heerlijk lezen, en ik ben van daag opzet'
te ijk naar bier gnkoraen om het slot van
het stuk le hooren.
Toen Kitty's laatste gezellin haar verla
ten had, strekte zij zich op de sofa, die w
het voorhais stond, uit en viel in slaap ^'3
werd gewekt door hare tante, die kort voor
het diner uit de stad terugkwam, en toenzi)
haar in haar morgen jasje vorid liggen sla
pen, haar bij den arm schudde, en met ee"e
stem, die zij met alle mogelijke moeiteninl
anders dan schel on gemeen kon maken-
toeriep Kitty Kay, wakker en ga u klee'
den voor het dirier Ik heb Bella daar voor
het venster zien staan, zoo keurig als men
zich kan verbeelden. Ik wenschte dat g'J
maar half zooveel moeite deed als zij e®*er
goed uit te zien.
Kitty geeuwde en ua nog zoo 'aD,jj
gedraald te hebben als zij verkoos, volgs
zij eindelijk de aanmaning van
Graham. Kitty was schrander genoeg
wanneer zij haar nichtje Bella rede» tot o
genoegen had gegeven, zich te houden *s
zij volstrekt niet wist dat deze boos op
was en Bella, boewei zij zich ^ik*1!^
eenigzins stuursch toonde, had te vee
hoefte san Kitty's gezelschap om di'
te blijven. Wordt Voorti
OF DE