Lantaarnaansteker,
Stadsnieuws.
Mengelwerk. 34
De nalatenschap van den
bouwkundigen
Lodewijk De la Censerie.
Vlaamscli Tooneel.
dus een plicht den algemeenen krijgs
dienst te ondersteunen.
Zoolang het loten en rempla-
ceeren zal behouden worden door
die ontaarde ellendigen en ik gee-
sel hierbij de kleri kalen zoolang
zal men met zeker misprijzen van den
soldaat spreken.
Spreekt bijvoorbeeld van eene her
berg voegt erbij dat ze veel be
zorgd wordt door soldaten, en on-
middelijk zult gij bij uwen aanhoor
der het gedacht doen ontkiemen dat
er moet sprake zijn van eene soort
kroeg. Men heeft overal compas
sie met eenen soldaat, men zal hem
eene pint betalen, desnoods hem ee
nen goeden maaltijd opdisschen, maar
eerbied voor den ootmoedigen verde
digervan's lands onafhankelijkheid
Nooit.
Ehwel, een soldaat moet geen
compassie verwekken, hij moet
geëerbiedigd worden en aanzien heb
ben., en dat zal maar alleen gebeuren
als de rijke zoonen zoowel als de
werkmanskinderen broederlijk aan
dezelfde, grove, houten tafel, dezelf
de gamel zullen binnenspel-en.
En al is 't dat in 't algemeen de
officieren gentlemen zijn, en ik
ze zeer geerne als het tegenoverstel
de van brutaal voorstel, zeg ik toch
zonder vrees van tegengesproken te
worden, dat hunne handelwijze
tegenover den soldaat eerbiedigen
der en innemender zal worden, als
zij zich in 't geval zullen zien, man
nen van hunne waarde, geleerdheid
en rang voor zich te hebben.
En dat alles schijnt mij reeds ge
noeg om uwe aandacht te trekken.
Maar nu dat wij de algemeene re
den onderzocht hebben, om u aan te
sporen ons huidig soldatenregiem te
verfoeien en te veroordeelen, stellen
wij ons tot plicht er de hoofdreden
van aan te stippen.
Belgie is onafhankelijk sedert 1830.
De heerlijke aardrijkskundige lig
ging van ons vaderland, zijnen rijk
dom, zijne verstandige en hoogst
werkzame bevolking, hebben altoos
de hebzucht onzer machtige geburen
wakker gehouden. -- De politieke
gezichteinder schijnt kalm te wezen
men spreekt van geenen oorlog nie
mand dreigt ons wij zijn onzijdig,
en onze onafhankelijkheid staat on
der den waarborg der groote Euro-
peesche mogendheden. Dit alles
is waar
Vergeet nochtans niet dat Engeland
heeft laten weten aan Danemarken
DE
LOTGEVALLEN EENER WEES
Uit het Engelsch.
Acht en twintigste hoofdstuk
De teleurgestelde minnaar.
een klein landje gelijk Belgie
dat zijne onzijdigheid alleen zou in
aanmerking genomen worden op de
ernstige voorwaarde dat ze goed zou
verdedigd zijn.
En heeft hetzelfde Engeland
omtrent onze onzijdigheid niet kortaf
dezelfde taal gevoerd
In 1870, onder den Fransch-Duit-
schen oorlog zei Bismarck aan
zijne legerafdeelingbevelhebbers dat
indien de Franschen omsingeld te
Sedan zich op Belgischen bodem
begaven, zij onmiddelijk door de
Duitschers moesten achtervolgd wor
den en dat er slag geleverd zou wor
den indien de Belgen niet machtig
genoeg waren ze aanstonds te ont
wapenen.
Wettelijk en constitutionneel moet
het huidig regiem ons in tijd van
oorlog 180,000 man onder de wapens
geven, dit getal is nog veel te
weinig maar het is bewezen door
den achtbaren heer Minister van oor
log zelf, dat er 20,000 man te kort
zijn.
Wie komt er dan te kort aan vader
landsliefde De klerikale meer
derheid waaronder de heeren Colaert
en Van Merris
Zooals burgemeester Visart het zoo
wel zegde, wanneer hij den afscheids
groet der stad Brugge uitsprak voor de
lijkbaar van Lodewijk De la Censerie,
mag den dood van den uitstekenden
bouwmeester als een onherstelbare
ramp worden beschouwd.
Voor eenige jaren, wanneer hij een
groot deel van zijne talrijke bezigheden
afstond aan den betreurden Karei De
Wulf, meende de talentvolle kunste
naar te mogen aanspraakmaken op
eene welverdiende rust.
Door aanhoudende studie, wist De
Wulfzich weldra zeer hoog in de kunst
wereld te verhellen, doch hij bezat gee-
ne gezondheid en zijne zwakke schou
ders konden geen weerstand bieden
aan de hem opgelegde taak.
Zoo werd De la Censerie er toe ge
dwongen zich terug aan het werk te
stellen want, zonder daarom het talent
van vele onzer jeugdige bouwmeesters
te willen miskennen, dient er nochtans
gezegd dat niet één van hen genoegza
me kennissen bezat en de noodige stu
diën had opgedaan, om Karei De Wulf
als stadsbouwmeester te vervangen.
Immers, is de wonderbare binnen-
herstelling van O.-L.-Vrouwkerk niet
het levendig en welsprekend bewijs
van De YVulf's hoogere en meesterlijke
bekwaamheid
Het overlijden van De la Censerie is,
voor Brugge, het daarstellen vau een
groot vraagstuk.
Wien zal zijne gewichtige nalaten
schap ten deeie vallen
Aan kandidaten ontbreekt het niet
Men verzekert datM. Heileputte, aan
gedreven door minister Deiheke, par
tijganger is der benoeming van M. Coo-
mans, bouwkundige te Yper, aan
wiens zorgen verscheidene belangrijke
werken, door het afsterven van Karei
De Wuif onvoltooid gebleven, werden
toevertrouwd en met welgelukken zijn
uitgevoerd geworden. Zonder de uitste
kende hoedanigheden te bezitten van
eenen De la Censerie of eenen de Wuif,
is M. Goomans een man van onbetwist
baar talent.
Van 's anderen wege wordt, in de
rangen der hooge geestelijkheid, met
handen en voeten gewrocht ten voor-
deele van M. Depauw, een Oostende-
naar, oud-laureaat der St-Lucasschool,
wiens schoonvader een der stevigste
steunpilaren is van onzen K. K.
M. Fiori Van Acker, die zich op ge
bied van schilderkunst, in alle domei-
nenj wist te onderscheiden, is de
kandidaat van den gemeenteraad, al
hoewel eenige raadsleden zonder hoop
op welgelukken openlijk de partij heb
ben gekozen van graveerder Piet
Ruoux,
MM. Anthone, Verbruggeen De Jans,
oudleerlingeu onzer Academie en ge
wezen prijswinnaars van Rome het
geen gewis een titel uitmaakt hebben
ook overtuigde voorstanders.
Voor wat betreft M. Arthur Verhelle,
insgelijks oud-prijs van Rome en een
der uitstekendste leerlingen van wijlen
De la Censerie, wiens trouwe mede
werker hij was gedurende verscheide
ne jaren, die heeft zijne kandidatuur
niet voorgedragen. M. Verheiie wil te
Brussel blijven, waar hij, in de kunst
wereld, eene voorname plaats heeft
weten te veroveren.
in alle geval is het, van nu af, om
zoo te zeggen zeker dat, om twee ge
lukkigen té kunnen maken, het Bestuur
der Academie en der Nijverheidsschool
zal geplitst worden.
De strijd is begonnen, maar beperkt
zich tusschen dezen die een bouwkun
dige aan het hoofd der Akademie wil
len behouden en genen, die de open
gevallen plaats door een kunstschilder
zouden willen aanvullen.
In dit laatste geval lijdt de benoe
ming van M. Flori Van Acker niet den
minsten twijfel.
M. Ronse, oud-schepen van openba
re werken, die te Brugge op kunstge
bied een woordje te zeggen heeft, is er
toe gekomen zijne zienswijze, aangaan
de M. Van Acker's benoeming, door
gouverneur, burgemeester en schenan
college te doen deelen. ep®n"
Nochtans verzekert men ons uit a
beste bron dat, uit een gevoel va
kieschheid, M. Van Acker, voorfleepr
zou bedanken, moest graveerder Con
man, wien een prachtig kunstverleden
wordt aangerekend, zijner kandidatuur
voordragen.
En indien, naar alle waarschijnlijk
lieid, M. Van Acker benoemd wordt"
zal de nieuwe bestuurder met den hoo-
geren leergang van schilderkunst', om
gezondheidsredenen door M. Edinond
Van Hove verlaten, jWorden gelast.
Echter moest de keus zich vestigen
op een bouwmeester, dan mag M. Goo
mans als de uitgelezene worden be
schouwd.
Zondag laatst opende onze gevierde
Vlaamsche Ster het tooneelseizoen.
Spijts het ongunstig weder was de too-
neelzaal toch eivol. Men zat er opeen-
geperst als haringen in eene ton en 't
was schoon volk Heel het puike deel
onzer bevolking was er samenge
stroomd en de schouwburg leverde
een verrukkelijk uitzicht op. Lieve ge
zichtjes en mooie kleedij langs alle
kanten en op alle rangen. Gansch dig
menigte heeft er genoten en zich ver
maakt dat het deugd aan 't harte deed.
Eerst voerde men De Kruiwagen van
Vader Marten op, drama in 3 bedrijven
naar het fransch bewerkt. Het is een
stuk vol roerende toestanden, eene
aaneenschakeling van schoone en in
grijpende zedelessen, eene echte greep
uit het volksleven, een wezentlijk mees
terstuk. Het werd daarbij op eene
meesterlijke wijze vertolkt.
De juffers Zulina en Jeanne Devers
en Julia Windels, wederzijds in de
rollen van Genoveua, bezorgde moeder,
Amelie, liefdrijke vriendin en Olympia,
danseres, gaven hare rollen met ware
kunst weder. Zij begrepen ten volle de
toestanden, waarin zij voorkwamen en
maalden ze ook men kan niet beter.
Bloemen bij de vleet voor die talent
volle speelsters
De heer K. Deweerdt, in de rol van
Vader Marten, beeft zich zeiven over
troffen en dat wil wel iets zeggen-, niet
waar. Met wat gevoel en hoe natuur
lijk wist hij die lastige en moeilijke rol
te vertolken 't Is een ongeëvenaarde
speler. Dé heeren L. Vancampo en J.
Tasseel, in de rollen van Felicien
en Armand schetsten hunne person-
naadjes op eene uitmuntende wijze. Zij
waren goed rolvast en voelden wat zij
deden en zegden ;zij beleefden wezent
lijk de toestanden, die zij zoo natuurlijk,
Wordt Voortzet-)
OF DE
Nog een uur nadat zij dez n brief had ge
lezen, bleef Geertrui in gepeins verdiept.
Hare gedachten volgen terug naar hare
kindsche dagen bij oom T'iie. die dagen
toen zij en Willie zoo vele aren in vertrou-
welijken omgang hadden gesleien, weinig
droomende vari de lange scheiding, die zoo
spoedig daarop moest volgen. Zij riep al de
latere gebeurtenissen, welke haar in hare
tegenwoordige omstandigheden hadden ge
bracht, weder voorden guest, en werd einde
lijk eerst uit hare mijmering opgewerki
door het rumoer te hoeren, waarmede de
gasten beneden afscheid namen en vertrok
ken.
Mevrouw Bruce en haar zoon bleven
dralen, totdat de rijtuigen van hem die naar
de stad moesten terugk-eren, waren weg
gereden, en toen zij eindelijk op den stoep
vlak omier Geertruides venster afscheid na
men, hooi de dezemevrouw Graham zeggen
Onthoud het, mij nheer Bruce, wij eten
om twee uur. Eu jonge jufvrouw Fanny,
wij hopen u ook te zullen zien. Gij zult
denkelijk toch wel met het gezelschap mede
wandelen
Dit was dus eene afspraak, die den neer
Bruce binnen kort daar ten maaltijd zou
brengen en Geevtruides gedachten keerden
zich nu van het verledene af, om zich met
het tegenwoordige bezig te houden.
De oplettende beleefdheid van den heer
Bruce voor haar was dien dag zeer in het
oogloopend geweest, eri de vleiende gezeg
den, welke hij haar nu en dan had weten
toe te fluisteren, konden evenmin nalaten
hare aandacht te trekken Zoowel die be
leefdheid als die vleierij was ongewenscht
en ongezochtgeen van beide kon iets stree-
lends hebben voor het edelaardige meisje,
dat ver boven edele behaagzucht verheven
was, en welks fierheid zelfs werk gekrenkt
door de geruste vrijpostigheid, waarmede
de heer Bruce haaf uaderde. Als een jo.ige-
geling van zeventien jaar had zij hem voor
traag en ongemanierd gehouden. Haar ge
voel van billijkheid zou echter die herinne
ring hebben uitgewischt, indien het bij de
vernieuwing hunner kennismaking, eenige
jaren later, was gebleken dat zijn karakter
en zijne manieren verandert waren. Dit was
echter liet geval niet. want de uitwe dige
beschaving, die het. verkeer in gezelschap
pen hem had medegedeeld, kon Geertruides
oordeel niet beneveLn en zij ten-erkte
spoedig dat. hij zijni oude karaktertrekken
had behouden, ja dat deze zelfs door de
ijdelheid, die hij muilijk kan verbergen,
nog hinderlijker in hel Oog vielen. Als een
knaap had hij Geertrui onbeschaamd aan
gestaard en met vrijpostige nieuwsgierig
heid naar haren naam gevraagd als een
jeugdige zotskap wilde h;j een minuarijtje
met haar aariknoopen, omdat de tijd hem
verveelde en hij' niets beters te doen wist.
Doch tot zijne verwondering bevond hij dat
het landmeisje (want daarvoor hield hij
haar, dewijl hij haar neFgens anders dan
buiten had gezien) geheel ongevoelig was
voor de vleierijen en beleefdheden, waar
naar menige steedsche schoone had gehaakt,
geheel onverschillig bleef voor zijne bewon
dering, en dat hij, wanneer hij beproefde
met haar te schertsen, doorgaans de neder
laag leed.
Indien hij haar, gelijk hij dikwijls deed,
bij haar werk ouder hare bloemen opzocht,
bevond hij het onmogelijk hare aandacht
vao hare'bezigheid af te trekken, of haar
op te houden wanneer zij daarmede gedaan
had als hij op eene wandeliug naast haar
kwam, en haar met zijne gewone inbeel
ding de eer deed gevoelen, die hij haar
meende te bewijzen, behandelde zij hem
met «cue statigheid, die hem 111 zijne wal
gelijke vleitaal siuitte, of indien hij het
waagde haar rechtstreeksche complimenten
aan te bieden, nam zij die als gekheid op
en antwoordde met een vernuft, hetwelk in
het niet zeer heldere brein van den armen
Beo dikwijls eenen twijfel naliet of hij zich
niet belachelijk had gemaakt en dit ge
schiedde niet omdat Geertrui het gevoel van
iemand die haar zijn hof wilde maken wilde
kwetsen, maar uewijl zij begreep dat hij
verre van oprecht was, en haar eergevoel
niet duldde dat men zulk een spel neet haar
dreef.
Het was iets nieuws voor den beer Bruce
eene jonge dame te vinden die zoo onver
schillig was voor zijne verdiensten en
zijne eerzucht werd daardoor zoo zeer op
gewekt, det hij besloot al het mogelijke te
doen om zich bij Geertrui in gunst te bren
ger., en derhalve elke gelegenheid waarnam
om in haar gezelschap te komen.
Doch terwijl hij poogde haar voor zijne
waardij de oogen te openen, viel hij iu zijne
eigene schrikken want hoewel het hem
mislukte Geertruides belangstelling te doen
ontwaken, kon hij niet ongevoelig blijven
voo'' het innemende, die zij bezat. Zelfs het
tamelijk botte begrip van Benjamin Brace
kon niet nalaten op te merken, hoever zij
boven de meeste meisjes van hare jaren ver
heven was en haar levendig en oorspron
kelijk vernuft vormde zulk een contrast
met de gewone flmwhei der modewereld
dat hij eindelijk geheel daardoor betooverd
werd.
Zijne ernstige volharding begon het voor
werp zijner bewondering reeds te vervelen,
eer zij ïri den herfst de Grahams verliet, en
kort daarop was zij blijde te venemen, dat
hij mei zijne moeder narr Washington was
vertrokken, hetgeen haar geruststelde dat
zij hem in eenige maanden niet zou weer
zien
Het speet den heer Bruce dat hij Geer
trui uit het gezicht, verloor, maar in de losse
vroolijkheid van de zuidelijke steden gelukte
het hem toch zijnen tijd vrij wel naar zij"
genoegen te verspillen. Hij werd weder aa"
haar herinnerd, toen hij het gezelschap der
Grahau-is te Nieuw Orleans ontmoette
om zijn verstand recht te doen moeten WO
zeggen, dat zij doorde vergelijking tusscbe"
haar en de ij dele dochters der mode, welk0
Lij gedurig maakte, hooger dan ooit iu de
schatting rees. Hij aarzelde niet dit op dea
reeds vermelden morgend te leggen, toen hij
haar met eene zichtbare blijdschap had er'
kend en naar huis begeleide en de meerde
re warmte zijner uitdrukkingen en mante'
ren, die thans eenen toon van waarheid
oprechtheid verkregen, welke vroeger da®r
aan had ontbroken, ontrustte Geertrui en
bracht haar tot een ernstig voornemen ota
hem zooveel mogelijk te vermijden.