d'Extension
Universitaire
Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement.
Donderdag, II» November 1909.
Vijfde jaar. Nr 52.
CERCLE D'ÉTUI) ES
Volcans et Tremblements
de Ter re
L'I m périalis m e.
Les (fraudes
découvertes géographiques
contem por a i n es
De klerikale regeerinn
dient in beschuldiging
gesleld te worden.
De klerikalen overhoop
Toestand
der liberale partij
in West-Vlaanderen.
Eendracht maakt Macht. Verschijnende ties iïonderdagsVires aoquirit eundo.
Men schrijft in {dj den Uitgever, Dixinndestraat, nr 53, te Yper. Lie aankondigingen van
ganse!) België en 't buitenland evenals de Notariale eu Heehterlijke aankondigingen mogen
gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege-
naamde artikels uiterlijk tegen Dijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-00.
Voor stad Een jaar, Fr. 3-50.
Men handelt bij overeenkomst.
ET
Y P R E S.
Dimanche 28 Novembre 1909
a 15 heures,
Conférence avec projections
Inmineuses.
sujet
par M. Georges COSYNS,
assistant a i'Université libre de
Bruxell.es.
Dimanche 5 Décembre 1909,
a 15 heitres,
Conférence de
M. Michel HUISMAN,
professeur a la faculté
de philosophies et lettres.
sujet
A dater du 16 Janvier 1910
Cours de M. Ie prof. PERGAMENI
avec projections lumineuses.
Wij roepen gansch de bijzondere
aandacht van onze lezers op de volgen
de verklaring, uitgesproken door het
kabinetshoofd, M. Schollaert, in de ge
denkwaardige zitting van Donderdag 4
November, welke in onze parlementaire
geschiedenis zal geboekt blij ven als het
Waterloo of Sedan van de anti-vader-
landsche militaire taktiek der katholie
ke partij.
Ziehier deze verklaring, letterlijk
volgens het officieel beknopt verslag
M. Schollaert, minister van binnen-
landsche zaken en landbouw. (Aan
dacht.) In den loop dezer beraadsla
ging werd tot de regeering eene be
langrijke vraag gesteld door iemand
van wien wij dit niet verwachtten. Men
vroeg ons Is er iets dat ons de
vreemde mogendheden moet doen
vreezen Ja, er is iets dat onze vrees
wettigt en zoo het voor de regeering
eene kiesche zaak is, op deze vraag te
antwoorden, meen ik toch het te mo
gen doen, natuurlijk met de meeste
voorbehouding, doch met de volstrek-
ste vaderlandsliefde.
Op dit oogenblik boezemt de toe
stand van Europa geene vrees in. Doch
de ervaring leert ons op onze hoede te
zijn, en niet in overdreven veiligheid
te berusten, want in deze laatste jaren
waren wij getuige van meer dan eenen
dreigenden toestand, die de wereld in
beroering bracht.
Bekommerd over een steeds moge
lijk gevaar, hebben groote mogendhe
den hare bewapening en effectieven
vermeerderd. Wij kunnen ze daarin
niet volgen en ons niet wapenen der
wijze dat wij onze onzijdigheid in ge
vaar brengen, doch wij moeten op elk
oogennlik bereid zijn, zelfs op het on
verwachte. En daarom wil de regeering
het leger de noodige getalsterkte en
kracht geven. (Zeer wel 1)
De grondgedachte van het ontwerp
ligt in het programma dat ik te Leuven
sedert zoo lange jaren verdedig. Wij
moeten al het noodige doen, doch niets
meer wij moeten geheel onzen plicht
kwijten, niets dan onzen plicht.
Deze plicht werd ons voorgeschreven
door een parlementair onderzoek,
waarvan de uitslag tot grondvesting
diende aan de wet van 1902. Toen werd
bewezendat ons oorlogseffectief180.000
manschappen moest bedragen, en ons
vredeseffectief 42,800. Van dit stand
punt zijn wij uitgegaan om u dit ont
werp voor te leggen.
In 1002 hebben velen al hunne hoop
gesteund op den vrijwilligersdienst.
Reeds toen koesterde ik, wat mij be
treft, zekere vrees en het is thans be
wezen dat de vrijwilligersdienst niet
alles gegeven heeft wat men ervan ver
wachtte.
De regeering zegde, en zij herhaalt
heden nog, dat de vrij willigersdienst
onontbeerlijk is en zulks des te meer
daar men heden eene grootere verkor
ting van den diensttijd vraagt.
Als ik zeg dat men misschien onge
lijk had op den vrijwilligersdienst te
rekenen om 42,800 man te hebben,
steun ik op de vrees, reeds in 1887 ge
koesterd door den achtbaren heer Beer
naert, den Mentor dezer vergadering,
evenals hij, heb ik gedacht dat de proef
neming in '1902 niet zou gelukken. En
toen ik terug het bewind in handen
kreeg, heb ik in de nalatenschap van
mij u betreurden vriend de Trooz eene
plechtige verbintenis gevonden. Ik heb
gedacht dat liet mijn plicht was die te
volbrengen, ter vervanging en in de
plaats van hem die bezweken was voor
dat hij ze kon verwezenlijken.
De verbintenis wil ik volbrengen en
dat zal ik, welke ook de gevolgen kun
nen wezen voor mij. (Op verscheidene
banken Zeer wel Ik ben eerst en
vooral een eerlijk manen voor mij staat
eene plechtige belofte boven alles.
(Herhaalde goedkeuring.)
Wij zouden deze verklaring mogen
noemen een biecht gevolgd door een
akte van berouw in extremis uitge
sproken.
Zij zal in het land een diepen indruk
verwekken, maar deze indruk zal zeker
niet gunstig zijn aan de ikzuchtige
handelwijze sedert zoovele jaren ge
volgd door de katholieke partij, onder
de bedriegelijke leus Geen man,
geen paard, geen kanon meer waar
in zij haar militair programma had
samengevat.
In 1884, daags voor de kiezingen, het
besef reeds hebbende dat ons leger-
stelsel diende gewijzigd en verbeterd
te worden, aarzelde het liberaal minis
terie niet, eenen eersten en gewichti-
gen stap te doen door het neerleggen
van een ontwerp tot legerhervorming.
Na de opkomst van het katholiek
ministerie, wanneer de plunderingen
en brandstichtingen in 't Walenland de
tusschenkomst van het leger noodza
kelijk maakten, bleef er geen twijfel
meer over omtrent de noodzakelijk
heid om tot eene hervorming over te
gaan, welke niet alleen diep moest in
grijpen op de wijze van aanwerving,
op de getalsterkte, maar ook op de ze
delijke samenstelling van het leger.
Het is alsdan dat de katholieke mi
nister Beernaert de overtuiging uit
sprak dat het dringend noodzakelijk
was, zoowel onder zedelijk en maat
schappelijk oogpunt, als voor de in
wendige veiligheid des lands, den per
soonlijken dienstplicht in te voeren.
De meeste katholieke ministers, die
sedert dien elkaar opvolgden, waren
evengoed als de heer Beernaart van
deze noodzakelijkheid overtuigd en
doordrongen.
Wij weten nu, uit den mond zelf van
het kabinetshoofd, dat er in de laatste
jaren meer dan eens gevaar op oorlog
voorkwam, waarbij ons land alles te
duchten had van een vreemden inval.
Wij weten dat de legersterkte onvol
doende was om dezen inval, waarvan
de noodlottige gevolgen niet te bere
kenen zijn, ten minste voor een zeke
ren tijd te kunnen weerstaan, althans
lang genoeg om op de hulp van andere
mogendheden te mogen rekenen.
Wij weten dat de katholieke minis
ters niets goeds verwachtten van het
als een lapmiddel in 1902 voorgestelde
vrijwilligersstelsei. Wij weten dat de
katholieke partij die genoegzaam
moest ingelicht zijn door hare minis
ters en hare leiders uit louter partij
belang, gedreven door ikzuchtige
kleingeestige berekeningen, zich met
medeplichtigheid van de ministers,
bieef verzetten tegen maatregels welke
dringend noodzakelijk waren om een
ramp, een gevaar te weerstaan dat alle
oogenblikken over ons land kon uit
barsten en het ten verderve storten.
De biecht is afgelegd, de schuld is
bekend de katholieke partij, de minis
ters zeiven zijn te kort gebleven, uit
partij berekening, aan al hunne vader-
iandsche plichten. Zij hebben in den
vollen zin des woords landverraad
gepleegd.
De regeerders die aldus te werk
gaan, die zoo zwak zijn, ter wille van
partijbelangen, jaren lang de waarheid
voor 't land te verbergen en de nood
zakelijkste verdedigingsmiddelen te
verwaarloozen, zulke regeerders zou
den als landverraders voor eenen na-
tionalen krijgsraad moeten gebracht
worden.
Het kiezerskorps zal de taak van
dezen nationalen krijgsraad op zich
nemen. Het is gebleken, uit de ver
klaring van het kabinetshoofd, dat de
klerikale partij gehandeld heeft tegen
de hoogste en heiligste belangen van
het vaderland en dat haar behoud aan
't bewind een bestendig gevaar is voor
het welzijn van het volk, een gevaar
voor de zelfstandigheid, de veiligheid
en de onafhankelijkheid van onzen ge
boortegrond.
Waarom hebben de Belgen het
verplichtend onderwijs niet
Donderdag was eene belangrijke dag
voor de klerikalen.
De zitting der Kamer, waar de lieer
Schollaert bitsig en lievig was, de heer
Heliepufte venijnig tegenover deu
grijzen en onvermoeibaren strijder M.
Woeste, gaf ons den indruk dat de
plaatsvervanging in het leger voor
goed was veroordeeld. M. Woeste,
zich niet kunnende bedwingen, riep
aan het kabinetshoofd toe, dat hij den
val der katholieke partij voorbereidde,
waarop M. Helleputte antwoorde
moest de katholieke partij vallen, dan
ware zij het lang door uwe schuld.
Ho die lustige broeders
Maar dit is nog niet al.
Voor de openbare zitting had de
rechterzijde der Kamer eene vergade
ring gehouden om de legerkwestie te
bespreken. Velen meenden dat in die
vergadering de overeenkomst zou
worden gesloten. Helaas
AANKONDIGINGEN
Aankondigingen 15 c. den drukregel.
Reklamen25 c.
Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id.
M. Beernaert sprak eene redevoering
uit, het stelsel de Mérode goedkeuren
de, een noch mossel noch visch stel
sel, de plaatsvervanging behoudende
in vredetijd, de persoonlijke dienst in
richtende in oorlogstijd. M. Schollaert
antwoordde en zegde dat het ministe
rie zijn projekt staande hield.
Dan nam M. Renkin, minister van
koloniën, het woord.
De legerkwestie moet worden op
gelost, zegt hij. De persoonlijke dienst
plicht is eene vrije kwestie volgens
het kabinetshoofd. In die voorwaarden
aarzel ik geen oogenblik mij er voor
stander van te verklaren. Geene mid
delmatige besluiten meer. Wij zijn te
ver op den weg der legerhervorming.
Wij moeten ons niet bekommeren met
partijbelangendie zaak is eene na
tionale zaak die ver de partijbelangen
overtreft. Er moet eene oplossing wor
den gevonden die eerlijk is, en aan
neembaar voor iedereen.
Die verklaring gaf lucht tot kreten
en ver wij tingen van de leden der rech
terzijde. Eene riep onder andere M.
Renkin toe
Gij wilt u dus met de linkerzijde t'
akkoord stellen om den persoonlijken
dienstplicht in te voeren
Waarom niet, zei de minister, gij
steldet u wei t' akkoord met de linker
zijde om in de sektien het ontwerp der
regeering te verwerpen
De uitslag is Recht naar den per
soonlijken dienstplicht, en wij verheu
gen ons er over omdat het een demo-
kratisch stelsel is van legerhervor
ming.
Maar de andere uitslag zal volgen
De klerikale partij is rot, zij moet val
len. Zij heeft te lang geleefd, en zij is
versleten.
De kiezers zullen er voor zorgen in
Mei aanstaande.
In deze hoop moeten wij leven.
Waarom hebben de Belgen 't al
gemeen zuiver stemrecht niet
Wij ontvangen het volgende schrij
ven
Mijnheer de Uitgever,
Het artikel, in Het Volksbelang van
Zaterdag, 9 Oktober verschenen, geeft
een verkeerd denkbeeld van den we-
zelijken toestand der liberale partij in
het arrondissement Yper. De Kamer
zetel van den heer Noif is niet bedreigd
en loopt ditmaal nog niet het minste
gevaar onze partij mag integendeel
eene schitterende zegepraal vooruit
zien, met minstens duizend stemmen
winst op de laatste verkiezing.
Ziedaar wat feitelijk onbetwistbaar
is voor al wie eenigzins op de hoogte
is van de vrijzinnige beweging in ons
arrondissement, en bijzonderlijk voor
dezen die weten welke genegenheid
onze volksvertegenwoordiger gewon
nen heeft door de ontelbare diensten,
die hij jaar in jaar uit aan de kiezers
bewijst.
Wat nu de propaganda betreft met
het woord, deze is zoo doelmatig niet
als men in uw blad beweert. In onze
Ylaamsche gewesten ligt de beste pro
paganda in het aanhoudend verspreiden
met de post van vrijzinnige dag- en
nieuwsbladen, veel meer dan in het
houden van voordrachten of meetin
gen De ondervinding heeft ons geleerd
dat op deze meetingen weinig of geen
DE WEERGALM
•k