Lantaar naansteker, ZONDÜiuST POPERINGHE. Gemeenteraad. In de Liberale Wacht. Eene leugenstrafliiig. Mengelwerk. 62 Vlaamsch Tooueel. G E iV E V E lil) RIF 1\ Lijst der Apothekers De Zon- en Feestdagen M. J. DEHOLCK, M. A. DOACK, nooit den gang van een openbaren dienst op. Men vraagt zich dus af door welke zonderlinge ongerijmdheid het stads bestuur zich halsstarrig verplicht om den dienst der stadshorlogie op te schorsen den Witten Donderdag en den Goeden Vrijdag, om zich te vereenigen met den kerkelijken rouw die niets gemeens heeft met de stede- lijke diensten. De handelwijze onzer stadhuisba zen ter gelegenheid van onzen natio- nalen rouw toont op eene afdoende wijze dat het wel den geschikten tijd ware om een einde te maken aan een verouderd en ongerijmd gebruik. In I88O, onder liet lïlie- raal helleer, betaalden wij aan intresten en kortingen, 83.Sü3,413 1 i ank. Inl906, onder de klerïknlen, betaal den wij fr., of SO miljoen 982 duizend 244 frank meer of bijna het dubbel KERSTFEEST. Jl. Zaterdag 25" December, bood de Liberale Wacht, ter gelegenheid van Kerstdag, de kinderen harer le den het jaarlijks Kerstfeest aan. De groote zaal der Oud-Pompiers, waar het feest plaats had, was opge propt, zoo talrijk de menigte was op gekomen. Een muzikaal gedeelte en een blij spel gingen den Kerstboom vooraf. Beide werden zeer goed uitgevoerd en met dappere toej uichingen begroet. Maar het grootste verlangen der kinderen was wel den boom, pracht vol, beladen met lekkernijen en speel goed. Ook deed men eene milde uit- deeling en dien heugelijkendag heeft den kinderen veel vreugde verschaft. Bedanken wij hartelijk, in name dier gelukkigen, al dezen die zich met het inrichten en het welgelukken van dat feest bekommerd hebben. Het Nieuwsbladorgaan der katho lieken van Yper en van het arrondis sement, opgesteld door priesters, had twee achtbare bedienden onzer statie beschuldigd oorzaak te zijn der ver- achtering welke de trein 3619 onder ging die van Yper vertrekt om 5 ure 25 minuten 's morgens. Gezegde bedienden door het god vruchtig orgaan beschuldigd, hebben DE LOTGEVALLEN EENER WEES Uit het Engelsch. TWEEDE DEEL. Tweede Hoofdstuk. Hoogmoed. Indien wij het feit ophalen, 't is omdat het in 't geval den toestand geldt van deze twee bedienden van den Staat en dat het noch liefdadig noch christelijk is lichtzinnig perso nen te beschuldigen, die trachten hunnen dienst te doen met ijver en stiptheid. MM. Colaert en Van Merris, katholieke volksvertegenwoordigers van het arrondissement Yper, hebben gestemd tegen de afschaffing der loting, der plaatsvervanging en de vermindering van diensttijd. Het is op Zondag 33°" Januari 1940, en niet op 96n Januari, zooals het in ons laatste nummer stond, dat de Vlaamsche Ster hare derde vertooning voor het tooneeljaar geeft. Worden opgevoerd drama in drie bedrijven door E. Ver scheuren. SCHRIK MS SOLOiTEN, blijspel met zang in een bedrijf, woor den van P. Kinds, muziek van Braun. Volgens loffelijke gewoonte voorzien wij eene eivolle zaal en eene begeeste rende menigte aan daverende toejui chingen zal het er stellig niet ontbre ken. De vierde vertooning van het winter seizoen zal gegeven worden den 30en Februari 1910. van dienst zijnde van 's middags lui 10 uren s'avouds VOOR 'T JAAR 1910. NIEUWJAARDAG 1 JANUARI 1910. DIXMUDESTRAAT. n" 16. YPER ZONDAG '1 JANUARI, 1910. succ. F VAN WINDEKENS R1JSELSTRAAT13, YPER. Openbare Zitting' Maandag 3? December 1909 De zitting wordt geopend om 10 ure en 20 minuten. Zijn tegenwoordig de heeren Van- denbergheen Devos, SchepenenLebbe Etienne, Dequeecker, Desrnytter, Bouc- quey, Vandenberghe Hector, Lebbe Georges, Vancayzeele, Beck Henri en Lavae, Raadsleden; M. Vandenberghe, gemeente-secretaris. Afwezig de heeren Van Merris en X.... Geen publiek. M. Vandenberghe, schepen, in ver vanging van den heer Burgemeester, zit de zitting voor. Het proces-verbaal der laatste zitting geene aanleiding gevende tot eenige opmerking wordt goedgekeurd. Daaruit blijkt, onder andere, dat in de voorgaande zitting, besloten werd aan Mevrouw Folcke-Vermeire 2,000 franks achterstel te betalen, alsook 400 franks voor het loopende jaar 1909. (1) M. VandenbergheSchepen, maakt den Raadsheeren kenbaar, dat het College aan de Koninklijke Familie eenen brief van rouwbeklag heeft gestuurd, ter gelegenheid van den dood van Z. M. Leopold II, Koning der Belgen. M. Vandenberghe, Secretaris, geeft lezing van gezegden brief alsook van den tekst van een telegram gezonden, Donderdag laatst, aan den nieuwen Koning Albrecht en de Koningin Eli sabeth, en het antwoord van generaal Jungbluth, in naam der nieuwe Vorsten. De Raadsheeren staan recht bij die lezing. M. Georges Lebbe roeptVive le Roi Vive la Reine De zitting wordt voortgezet met ge sloten deuren voor de vier eerste pun ten van het dagorde. Daar men te Poperinghe de dagorde niet aanplakt, weten wij niet waarover die vier punten handelden. Overal elders en namelijk te Yper, is het dagorde aangeplakt waarom doet men te Poperinghe niet hetgeen te Yper gedaan wordt. Zij wordt heropend aan het vijfde punt. 5. Burgerlijke Godshuizenverkooni van een perceel land. Op beraadslaging der Burgerlij Godshuizen, geeft den Raad de toe ting een perceel land te verkoop aan de Woumensche kalsijde gelegd 6. Reglement nopens het vervoeren v aal en mest. M. de Schepen Vandenberghe. Sed< het in voege brengen van het regleme in de laatste zitting aanveerd, zijn o verschillige reclamatiën toegekome Men begeert eene wijziging in de dag alsook in het uur. M. Vancayzeele. Waarom nogee veranderen hetgeen juist uitgevoe wordt M. Georges Lebbe. Oh 1 ja, laata; Poperinghe de eer een buitendorp zijn dat in alles verachterd is Wa neer men van de statie komt kan op alle uur van den dagaalkarteelene mestkarren ontmoeten. Men zou moeten regelen als volgt: van 's morgens tot 7 ure 's avonds is h verboden aal of mest te voeren in ck zomer. Van af 10 ure 's morgens tot ure 's namiddags is zulks insgelijks ve boden in den winter. M. Vandenberghe, Schepen. V moeten toch gevolg geven aan de pr testaties van de openbare menigte. M. Georges Lebbe. Gij zult ei slechten weg intrekken met dit te ve anderen. M. Dequeecker. Men moet wel ve staan dat Poperinghe een zeer gn> geboerte bezitendat men daar rekenit moet van houden. M. Vandenberghe, Schepen. In vervolg zal men alvorens een regleme te stemmen het breedvoeriger bespr ken en overwegen om het niet meer moeten hernemen. Na eene lange bespreking wordt c wijziging aan het reglement gestem met 9 stemmen tegen 2 (de heere Lebbe en Vancayzeele). Men zal voortaande drie eerste dage der week op gestelde uren mogen ai en mest voeren. 7. Politiemaatregelen op de Kiehn- markt. M. Vandenberghe, Schepen, stelt vm, op verzoek van de politie, eene wïf ging toe te brengen aan het artike van het reglement over de markti voor de orde te behouden op de I£ kenmarkt. De koopers kunnen nj bij het pluimgedierte en 'twildgeraki Na eene opmerking van raadshf Dequeecker, wordt de wijziging n eenparigheid aanveerd. 8. Begrootingen van Armbestuur, B gerlijke Godshuizen en stad. OF DE Daar zij Geertrui tegen Amelia had hoo- ren zeggen dat zij den hoed miste, was zij zeer verbaasd toen zij nu zag dat Bella er zich mede had versierd en daar zij achter deze stond, gaf zij Geertrui eenen wenk en duidde door allerlei teekenen en gebaren haar voornemen aan den hoed jufvrouw Clinton van 't hoofd te rukken en hem op de lokken der rechtmatige eigenares te plaatsen. Geertrui had moeite om ernstig te blij ven zij schudde haar hoofd tegen Fanny, hield haar vinger op, wenkte haar om zich stil te houden, en terwijl de diepe luif van den grooten witten hoed, dien zij droeg, haar lachend gezicht verborg, nam zij het meisje bij de hand en snelde met haar voort, het aau bella en haren cavalier overlatende om op hun gemak te volgen. Fanny, zegde zij, gij moet mij niet zoo aan het lachen brengeu als jufvrouw Clinton op ons gelet had, zou zij zeer boos zijn geworden. Zij behoeft uwen hoed ni-et te dragen, luidop op deze beschuldiging geant woord met eene krachtige leui>en- straffing. Ook heeft het orgaan der Boterstraat zich het voor gezegd ge houden. wemaeXi -w zee: Ft ■BB——— VAN IMen weet dat M. Nolf, liberale Volks vertegenwoordiger van het arrondissement Yper, in de Kamer verscheidene vragen aan den bevoegden Minister gesteld heeft no pens deze zaak, die nu opgelost is. (N.d, R.) Flint bij opbod gaan verkoopen. Finuv luisterde een oogenblik met i gezicht dat van verontwaardiging gloeid toen kwam zij met eenen sprong voi waarts. alsof zij zoo uit het bosch kwi loopan. Kitty vatte haar, toen /.ij vour vloog, bij hare jurk en riep Zoo, zijt daar Fanny, waar is Geertrui In hst dennenbosch ant woordde Fi ny en ik ga daar weer heen. Zij heeft n maar gezonden om baren hoed ie halen zon schijnt zoo warm, waar wij zijn. O ja, zegde Belle, haren parijsch hoed. Wees zoo goed om hein haar te gevi met onze complimenten. Neen, dat is de hare niet, sprak Fain Die is van jufvrouw Amelia. Dit is de ha' en daarmede grefjo zij het sti ooien hod ooisel, hetwelk de heeren ring maar oogenblik geleden verzekerd hadden 1 Bella zoo uitmuntend stond, en rukte I haar zonder omstandigheden van het ho» Bella's oogen flikkerden van grams'ha Wat doet gij daar, gij on beschaaf stuk V riep zij uit,. Geef mij dien hoed zij stak de hand er naar uit. Neen, iiat niet antwoordde Fan" Het is Geertruides hoed. Zij heerft er va daag naar gezocht, maar dacht dat hij v( l«gd of gestolen was, en leende daan jufvrouw Amelia's zowerhoed maar zal heel blij zijn dat zij hem terug vindt- ik zal hem haar brengen. ik geloof ha" vervolgde zij, over haren schouder oiuk kende terwijl zij heenliep, ik geloof haa dat jufvrouw Amelia wel zal willen dat f haren hoed draagt om naar huis te ga' als gij er maar goed op past en heul verbuigt. Word f oortgwd antwoordde Fanny, en dat mag zij ook niet. Wel ja, dat mag zij wel, hervatte Geertrui hij staat haar uitmuntend. Ik vind het zeer goed dat zij hem draagt, en gij moet haar niet laten merken dat het de mijne is. Fanny wilde dit echter niet beloven, en tusschenbeiden zag zij Geertrui aan met eenen blik, die duidelijk zegde dat zij eene ondeugendheid in den zin had. De wandeling in het bosch was verruk kelijk, en in het stille genot daarvan had den Geertrui en haar gezellinnetje bijna vergeten dat zij leden van een vroolijk ge zelschap waren, toen zij eensklaps Kitty en den heer Bruce in het gezicht kregen. Zij zaten aan den voet van eenen ouden eik, en Kitty hield zich zeer ernstig bezig u.et eenen krans van eikenbladen te vlechten, dien zij juist om den hoed van haren geleider s ren- gelde, terwijl deze, toen Geertrui hem pas in het oog kreeg, in eene lusteloos onver schillige houding t»gen den boom leunde. Zoodra hij haar echter bemerkte, boog hij zich voorover en ke*k naar Kitty's werk en toen de anderen zoo nabij waren dat zij hem konden hooren, stortte hij eenen vloed van complimenten en dankbetuigingen uit, die hij zorg droeg dat Geertrui's oor be reikten, en welke de Hozende en glimla chende Kitty met zichtbaar genoegen aan hoorde een genoegen dat nog meer ver hoogd werd, toen hij bespeurde dat Geer trui geen vermogen scheen te hebben om zijne aandacht van haar af te trekken, maar hij integendeel hare mededingster, die zich op eenigen afstand neerzette, stil liet zitten en haar zijne kleine vertrouwe lijke beuzelingen in het oor bleef fluisteren, Arme onnoozele Kitty zij hield Item voor oprecht, terwijl hij met valsche woorden haar hart roofde. Jufvrouw Geertrui, sprak Fanny, ik wensehte dat wij aan een dennenbosch kwameu, waar ik deuappels kon oprapen om mandjes en ornementen van te maken. Daar aan dien kant denneboomen in menigte, antwoordde Geertrui met haren vinger wijzende. -- Zouden wij dan niet naar denappels kunnen gaan zoeken hervatte Fanny. Wij kunnen wel terug zijn tegen den tijd dat Bella Clinton hier komt. Geertrui was daartoe gewillig en ging met Fanny heen, nadat beiden eerst hare hoeden aan eenen boomtak hadden gehan gen. Zij bleven eenig-n tijd weg, want Fanny vondt eene menigte denappel.s en verzamelde eenen geheelen hoop daarvan, maar was toen verlegen hoe zij die mede naar huis zou nemen Ik heb iets bedac.it, zegde zij eindelij k Ik zal terugloopen en Benjamins zgkdoek leenen, of als hij mij dien niet geven wil, mijneu eigen hoed nemen, en er dien vol raêe doen Geertrui beloofde op hare terugkomst te wachten en Fanny liep heen. Toen zij bij de plek kwam waar zij Kitty en Benjamin had gelaten, hoorde zij verschaidene stem men en een luid gelach. Bella en de luite nant waren daar gekomen, en zij hadden groote pret met het een of ander. Bella stond met den witten hoed in de hand. Zij had dien geheel uit zijn fatsoen gebogen, om er het voorkomen van eenen lompen oude vrouwen hoed aan te geven, den bol met eenen bos paardenbloemen versierd, en er eenen zakdoek, in plaats van voile, aan vastgespeld. Zeker zag de hoed er aldus zeer belachelijk uit en nu hield zij dien op den punt van des luitenants wandelstok om hoog, eD zou den bruidshoed van jufvrouw

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1909 | | pagina 2