Stadsnieuws. Vorige houding der liberalen. Noodige uitlegging. liet artikel 510 of de vrijheid van werken. de verwerping der kiesbervorming en wij zijn er gelukkig om. We mogen dus met fierheid zeggen dat de liberale Kamerleden getrouw blijven aan hun programma en geene enkele om standigheid laten voorbijgaan zonder het te bewijzen. De socialistische dagbladen hebben nogal gerucht gemaakt, omdat eenige libérale volksvertegenv/oordigers, en waaronder de heer Nolf, geweigerd hebben het algemeen stemrecht te stemmen volgens het voorstel der so cialisten, door den heer Vandervelde, tijdens de bespreking van liet adres, uiteengedaan, 't is te zeggen het alge meen stemrecht aan 21 jaren en zonder onderscheid van geslacht, 't is te zeggen stemrecht voor mannen en vrouwen, het geen voor ons, liberalen, en zelfs voor de socialisten, eene verplettering zonder weerga zou teweegbrengen. En daarover hebben de socialisten verraad geroe pen Wij zullen ons bepalen met op die belachelijke beschuldiging te antwoor den dat, voor ons deel, wij enkel de liberale afgevaardigden heelemaal kun nen goedkeuren, die hunne stem wei gerden aan het voorstel Vandervelde, omdat wij, met de overgroote meer derheid der antiklerikalen, het kies recht der vrouwen verwerpenom- omdat wij het algemeen stemrecht maar aannemen aan 25 jaar en nog op voor- waarne dat het onafscheidelijk vereenigd zij met de volledige evenredige verte genwoordiging, 't is te zeggen met het invoeren van controol tot in de minste gemeenten omdat wij ten slotte ons aangesloten hebben bij het dubbel stemrecht van den huisvader aan 35 jaar, zonder onderscheiding van fortuin of rang, hetgeen rijke en armen op ge lijken voet zet, voorstel dat het voor deel gehad heeft de eenheid onder de li beralen te doen ontstaan. Wij verklaren daarenboven dat het de plicht is van onze volksvertegen woordigers hunne stemmingen overeen te brengen met het programma der partij en der vereenigingen, waarvan zij de gekozenen zijn 't is juist dat, wat de heer Nolf nu gedaan heeft. Hij is getrouw gebleven aan het programma van zijne vereenigingen aan dehouding die hij immergenomen heeft als hij uit spraak te doen had over het algemeen stemrecht volgens het voorstel der socialisten dat heeft niet belet dat hij gekozen en herkozen werd en niemand maakte er hem ooit de minste grief van, buiten de klerikalen in omzendbrieven 's avonds voor elke kiezing zoogezegd namens de socialistische partij rondge strooid en die echte vervalschingen daarstelden Waarom op heden die aanvallen te gen den heer Nolf en de andere liberale volksvertegenwoordigers, die in den zelfden zin als hij gestemd hebben Hebben de socialisten die in de Ka mer tegen de evenredige vertegen woordiging stemden anders gehandeld? Hebben zij ook het programma hun ner vereenigingen niet ingezien? Hebben zij zich bekommerd met de wenschen der liberalen en socialisten uit de Vlaanderen Neen, niet waar En meent men misschien dat de antiklerikalen der Vlaanderen met een goed oog aanzagen dat 3 socialisten tegen de toepassing der evenredige vertegenwoordiging in alle kiezingen stemden en dat 20 socialisten zich onthielden in diezelfde stemming Hebben wij dan verraad geroepen Wij hebben beter werk te doen dan twist te zoeken met volksvertegen woor- digers der oppositiepartijen. Wij laten dat werk voor de klerikalen. Wij zijn overigens niet gerechtigd de wet aan de socialistische volksvertegenwoordj- gers voor te schrijven wij willen ook vrij blijven in onze handelwijze. Wij hebben altijd onze algeheele onafhankelijkheid gehad en wij zullen ze ook behouden. tmm, In het vorig artikel hebben wij ons gevoelen doen kennen nopens de stemming uitgebracht door de libe rale afgevaardigden, die dachten het voorstel Vandervelde te moeten verwerpen, dat het stemrecht toe kende volgens de opvatting der so cialisten aan alle Belgen, 21 jaren oud en zonder onderscheid van ge slacht. Wij hebben gezegd dat die liberalen wel gedaan hadden en wij voegden er bij dat de heer Nolf, na- mentlijk, niet anders kon handelen, zonder het programma te verraden van de Vereeniging, die hem afvaar digde en zonder den wil van zijne kiezers te miskennen, die, met hem naar de Kamers te zenden, vertrou wen hadden in zijne aankleving aan het liberaal programma en aan geen ander. Wij voegden er nog bij dat de heer Nolf, door de stemming, die hij uit bracht, zich enkel geschikt had vol gens de houding, die hij steeds aan nam als hij uitspraak te doen had over de zaak van het algemeen stemrecht, en die houding heeft hem nooit het minste verwijt berok kend, wat bewijst dat zij keurig en van alle beknibbeling vrij was. Men had kunnen spreken van ver raad indien M. Nolf en zijne vrienden nu anders gestemd hadden, als zij het vroeger deden. Daarom zullen wij in dit artikel de voorgaanden herinneren, vermits eenigen ze schijnen te vergeten. De zaak kwam eene eerste maal voor de Kamer den g Mei 1906 (zie de Kamerverslagen van dien dag). De Kamer moest uitspraak doen over een voorstel van den heer Vander velde, dat het algemeen stemrecht verleende aan 21 jaren Heel de linkerzijde stemde er tegen en de heer Janson gaf de beweegredenen op der stemming van de liberale afgevaardigden in de volgende be woordingen De heer Janson. Het programma der liberale linkerzijde is genoegzaam gekend, opdat het noodig zij het op nieuw voor te lezen. Het is de uitslag .van eene rechtzinnige overeenkomst, die juist voor doel heeft de zegepraal van het algemeen stemrecht voor de provincie en de gemeente te bewer ken in de voorwaarden en onder de waarborgen, die het aahduidt. Van dan af wil de oprechtheid der leden van de linkerzijde dat zij bij de aange- nomene schikkingen blijven en de liberale linkerzijde bekrachtigt, overi gens, door de stemming der dagorde, hare aankleving aan het grondbegin sel der gelijkheid van de burgers voor het kiesrecht in alle graden. Bijgevolg al ons programma behouden kunnen wij geen voorstel stemmen, dat de zaak, die wij verdedigen, bederven zou met haar van kostbare aanklevingen te berooven. De kwestie werd een jaar later eene tweede maal ter Kamer gesteld in de zitting van 5 Juli 1907 (zie de Kamerverslagen van dien dag. De heer Vandervelde stelde voor den kiesouderdom op 21 jaren te ver vroegen. Heel de liberale linkerzijde stemde er tegen, behalve vijf leden, die zich onthielden. In diezelfde zit ting stelde de heer Mechelynck daar tegenover voor het algemeen kies recht te verleenen aan 25 jaren en heel de linkerzijde stemde er voor. Ziedaar de voorgaanden Welnu, waar is de misdaad van hoog ver raad, waarvan de socialisten zekere liberale volksvertegenwoordigers be schuldigen Zij verwijten hun het voorstel Vandervelde verworpen te hebben, tijdens de bespreking van het Adres, juist alsof zij, met het te doen, hun verleden en hun program ma verloochend hadden. Het zal wel voldoende zijn de re denen van onthouding, door de lei ders der linkerzijde opgegeven, on der de oogen te brengen om het nietige der socialistische beschuldi gingen te doen uitschijnen Ziehier, inderdaad, hoe de stem mingen der onthouders van de lin kerzijde gewettigd werden De heer L. Huysmans. Mijnheeren, ik heb mij onthouden, omdat, over eenkomstig de verklaring der linker zijden van de maand April 1906, ik aanhanger ben van het dubbel stem recht, toe te kennen voor de gemeente aan den huisvader, oud 35 jaren. Dat stelsel strijdt niet met de^pblitieke gelijkheid, door de bijvoegselsde heeren Janson en Neujean namens de liberale linkerzijde gevergd. Ahderzijds kan het geene aanleiding geven tot crelijk welk bedrog, door de hoedanig heid van huisvader, alsook den ouder dom ambtelijk vastgesteld zijn. De heer Janson. Mijnheeren.u moet u niet zeggen dat ik aanklever ben van het algemeen stemrecht dat ik sinds zoo lang verdedigd heb. Maai links is een programma aangenomen, dat voor de gemeente aanneemt dat eene dubbele stem verleend wordt aan de huisvaders. Anderzijds, om de een parigheid der linkerzijde te verkrijgen werd de ouderdom van 25 jaar aan vaard. Daarom moest ik mij onthouden om ons programma te eerbiedigen. Die verklaringen zijn klaar en rechtzinnig zij zijn in alle punten overeenstemmend met diegene, wel ke in 1906 en 1907 afgelegd werden. Waartoe rijmt dan al het lawijt, dat men heden maken wil Voegen wij er bij, om te eindigen, dat de liberale Vereeniging van Yper zich maar bij het algemeen stem recht aan 25 jaar aangesloten heeft, op de uitdrukkelijke voorwaarde, dat het door de evenredige vertegen woordiging gematigd zij. Zij wil het algemeen stemrecht niet scheiden van de evenredige vertegenwoordi ging, zooals een groot getal socia listen niet willen hooren van de evenredige vertegen woordiging, als men ze van alle wijziging aan de voorwaarden van kiesrecht afzondert, (3 onder hen, inderdaad, hebben te gen het voorstel gestemd, strekkende om ze op alle kiezingen toe te passen en 20 onthielden zich). Om die reden alleen had de heer Nolf voor plicht het voorstel Van dervelde te verwerpen. Na dat alles meenen wij dat de zaak begrepen is en wij zijn over tuigd, dat zij, die van verraad ge sproken hebben, erkennen zullen dat zij zich misgrepen hebben. De heer Nolf, gelijk overigens al zijne liberale mede Kamerleden, heeft het socialistisch voorstel ver worpen, dat strekt om het artikel 310 van het strafwetboek af te schaffen. Vandaar eene nieuwe beschuldiging van verraad tot onzen afgevaardig de gericht door de socialistische drukperss van ons arrondissement, die den heer Nolf verwijt aan zijne kiesverbintenissen te kort te blijven, juist gelijk de vrienden van den heer Woeste, van meer achteruitkruipend te zijn dan de heer Janssens, Alge- meene Procureur bij het Verbre kingshof, enz., enz. De socialistische schriften eindigen met de beslissing van de Jury van Rouaan aan te ran den, die Durand, den schrijver van een werkliedensyndikaat, ter dood veroordeelde, om zoogezegd, zeg gen zij, in eene geheime vergadering de dood van Dongé te hebben doen besluiten eenen werkman, die niet bij een sijndikaat aangesloten was, en wier eenige misdaad hierin be stond dat hij zijne vrijheid van te werken opeischte (Men weet dat de Voorzitter der Republiek de straf van Durand veranderd heeft in zeven jaar opsluiting). Ons antwoord zal kort zijn. oor wat dat aangaat, niet meer dan onder oogpunt van kiesrecht, heeft de heer Nolf de verbintenis aangegaan in de Kamer het pro gramma der socialisten teverwezent- 1 ijken en wij dagen onze socialistische ambtgenooten uit te zeggen, waar en wanneer de heer Nolf beloofde de j afschaffing van het artikel 310 te stemmen, waarvan er nooit sprake was tijdens de verschillende kiesstrij den, die in 't arrondissement plaats hadden, Het is dus zeer onrechtvaar- dighjk dat men in dit geval spreekt van kiesverbintenissen, die niet zou den gehouden geweest zijn, want, wat er de socialisten ook over denken de liberalen zijn niet van gedacht dat de kiesbeloften later niet meertel]en moeten Zij laten die schoone be schouwing aan de klerikalen. Rn het is juist, omdat zij meenen dat de eer lijkheid in de politiek zoowel als in alle andere aangelegenheden de bo venhand moet hebben, dat zij ook niet verstaan kunnen dat hunne afge- vaardigden hunne kiezers zonden mogen bedriegen met zich als libera len te doen kiezen om dan in de Ka mer het liberaal programma te ver loochenen ten voordeele van dat der socialisten. Dat gezegd zijnde komen wij tot de stemming uitgebracht door de Ij. berale lin kerzijde ter gelegenheid van het voorstel door de socialisten ge daan om eenvoudiglijk het artikel 310 af te schaffen. De liberale linkerzijde heeft tegen over het afschaffingsvoorstel een her- zieningsvoorstel gesteld van dat arti kel 310. Dat voorstel was geteekend door de heeren Janson en Neujean, de twee voorzitters der liberale lin kerzijde. Welnu, ziehier hoe de heer Janson dat voorstel gewettigd en vol- ledigd heeft De heer Janson. Ons bijvoegsel, dat de herziening vraagt van artikel310 van 't strafwetboek, is gewettigd ge weest door rechterlijke uitspraken, talrijk genoeg, die schijnen den geest der wet miskend en eene wezenlijke ongelijkheid tusschen bazen en arbei ders geschapen te hebben. Wij mee nen, 't is de denkwijze der leden van de linkerzijde in wier naam ik de eer heb te spreken, dat het noodig is dat artikel 310 van 't, strafwetboek te her zien en die kwestie te onderwerpen aan een ernstig en grondig onderzoek. Het schijnt ons nuttig de middelen op te zoeken om de zoo betreurenswaar dige geschillen tusschen werk en kapi taal anders te beslechten dan door de werkstaking en de werkhuizensiuiting. Het is omdat, nevens de werkstaking, die een recht voor den arbeider is, de werkhuizensiuiting opgerelst, veel meer te duchten is, gezien de over groote kapitalen, waarover de nijve raars beschikken, 't Is daarom dat wij ons afvragen als er geen krachtdadiger middel van overeenkomst bestaat voor de kwesties van werkloon en voor de andere moeilijkheden, die tusschen werklieden en bazen kunnen ontstaan. Het kan in niemands gedacht komen van daden te billijken, die, tijdens de werkstaking een misdadigen aard ver- toonen zooals smaad en bedreigingen, slagen en gewelddaden. Ziedaar het karakter van ons bijvoegsel en zooals het is, schijnt het mij dat het door heel de Kamer kan gestemd worden. De gansche linkerzijde heeft zich dus tegen de afschaffing van het artikel 310, maar voor de herziening er van verklaard. En de heer L. Huysmans heeft de beteekenis van die stemming nader verklaard zeg gende. Ik kan het bijvoegsel van den heer Vandervelde en anderen niet stemmen, dat strekt tot de eenvoudige afschaffing van 't artikel 310 van 't strafwetboek maar ik zal datgene stemmen, namens de liberale linkerzijde, door de heeren Janson en Neujenn aangeboden. Ik voeg er bij dat in mijnen geest, evenals in den geest van eengrootgetal leden der linkerzijde, die stemming de beteekenis niet. heeft dat. het noodig is de noodige beschermingsmiddelen óm de vrijheid van arbeid te verzekeren af te schaffen. Voegen wij er bij dat de heer Ray mond Janssens, algemeen procureur bij het Verbrekingshof van Belgie in zijne pleitrede zich ook uitgedrukt heeft tegen de afschaffing van 't arti kel 310 en voor zijne herziening En het is zoo lang niet geleden dat de heer Vandervelde het hoofd der socialisten zelf dezelfde stelling ver dedigde. De heer Carton de YViart heeft het hem herinnerd. De heer V andervelde heeft het niet ontkend. De heer Carton de Wiart riep uitde heer Vandervelde heeft dezelfde stel ling als gij in 1889 verdedigd. De heer Destrée. Welke vooruit zetting De heer Carton de Wiart. De heer Vandervelde vroeg dan de afschaffing niet, maar wel de herziening.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1911 | | pagina 2