Redevoering Volkoge^iiid weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Zevende jaar. Xr 48. Eendracht maakt Macht. Verschijnende des donderdags. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten Een jaar, Fr. 3-00. Voor stad Een jaar, Fr. 3-50 Men handelt bij overeenkomst. uitgesproken in de Kiesvergadering van onze Liberale Vereeniging van Zondag, 8 October, door onzen acht baren volksvertegenwoordiger, M. Nolf. De beteekenis der kiezing. M. Nolf begint met de beteekenis der strijd uit te drukken. Wat vragen wij zegt M. Nolf. Wij vragen 7 zetels op 15, 't is te zeg gen dat wij niet de omwerping van het bestuur vragen, maar enkel van op het ge meente gebied het princiep van E. V. te doen doordringen, princiep dat gij schitterend hebt doen zegepralen voor ons arrondisse ment met de laatse Kamerkiezingen van Mei 1910. Wij vragen u, hetgeen M. Colaert van u verwachtte in 1887, toen hij in ballotteering kwam met M. Parsy wij vragen u hetgeen de katholieken tegenwoordig aanprijzen in de groote steden wij vragen u de onmidde- lijke bekrachtiging van een recht, dat ons zal toegekend zijn morgen, want welk de uit slag zij der aanstaande Wetgevende Kiezin gen moesten zij zelf het klerikaal gouverne ment aan het bewind behouden, het is zeker dat het uur der éénmaking onzer kieswetten voor het land geslagen is, en dat niet één gouvernement het nog langer zal kunnen uit stellen. Toejuichingen.) Hetgeen wij verlangen is rechtvaardig, re delijk en overeenkomstig met de belangen onzer stad. Indien een politiek man u zegde dat het goed bestier van het land eischt dat het parlement uitsluitelijk moet samenge steld zijn uit klerikalen, ge zoudet hem voor den aap houden. 'Hewel hetgeen waar is voor het land, is het ook voor de gemeente. De minderheden, op gemeentegebied, heb ben ook rechten te doen wedervaren, klach ten en bezwaren bekend te maken het be hoort dat zij ook hunne stem kunnen laten hooren. De schoolkwestie. Binst dezen kiesstrijd heeft men u veel van de schoolkwestie en van de vrijheid van den huisvader gesproken. Hoewel de kiezing van 15 October eerstkomende niet voor gevolg hebben kan de richting der schoolpo litiek in onze stad te wijzigen, vermits zoo wel na als voor de kiezing het bestuur der zaken aan onze tegenstrevers bewaard zal blijven, schijnt het mij nochtans niet moge lijk van niet te wijzen op woorden, welke de lippen zouden moeten verbranden van hen, die ze uitspreken. Wij zijn, zeggen onze tegenstrevers, de eenige partijgangers van de vrijheid van den huisvader. Het is daar dë taal, die zij voor de kiezing van 1891 spraken, toen zij de deuren van het stadhuis opengebroken hebben 't is nog de taal, die ze heden voeren. Twintig jaren klerikale overheersching hebben ons genoegzaam overtuigd van de oprechtheid van dergelijke taal. Het is zonder twijfel namens de vrijheid van den huisvader dat onze tegenstrevers reeds in 1893 het stads collegie afgeschaft hebben, om alzoo de ouders te verplichten hetzij hunne kinders naar het bisschoppelijk collegie te zenden, hetzij ze van ai hun twaalfde jaar in de kostschool te plaatsen, iets dat de rijken alleen vermogen maar dat niet in het bereik ligt der beurs van de klei ne burgers en werklieden en om reden Dat men niet zegge dat de afschaffing van ons stadscollegie besloten werd om geldelijke redenen. Valsche vertellingen. Het collegie kostte 26.000 fr. per jaar waarvan 12,500 fr. door den Staat en 13,500 fr. door de stad afgedragen werden. Welnu de heer Ferd. Merghelynck, in zijne hoedanigheid van Voorzitter van den Oud-leerlingen Bond, bood het stadsbestuur aan zich waarborg te stellen voor de betaling van het deel der stad, alzoo elke geldelijke tegenwerping doende vallen, vermits het collegie voortaan aan de stad niets meer kosten zou. Het stads bestuur stapte er over heen en schafte het gesticht af, spijts de onbetwistbare diensten, die het bewees. Het is waarschijnlijk ook om de vrijheid van den huisvader te vermeerderen dat men het schoolgeld in al de scholen der stad, in de lagere school der St Janstraat en in de bewaarscholen opsloeg Het is waarschijnlijk altijd namens de Men schrijft in bij den Uitgever, üixfnudestraat, nr 53, te Yper. - De aankondigingen van panscli België en t buitenland evenals de Nolariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bn roei e van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle hoege- naainde artikels uiterlijk tegen Üijnsdag middag vrij en onderteekend toe te zenden AANKONDIGINGEN Aankondigingen 15 c. den drukregel. Reklamen25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. vrijheid van den huisvader dat men de be waarschool der Hondstraat, de avondscho len voor volwassenen en de hoogere leer gangen der betalende meisjesschool afge schaft heeft Ha! de vrijheid van den huisvader! Welke schoone zaak, maar ook welke leelijke leu gen in den mond der klerikalen De waarheid is dat de klerikalen maar van een onderwijs willen weten, het hunne, en dat niets hun aarzelen doet, als het er op aankomt de officieele scholen te vernietigen of te ontredderen, die zij in hunne hoedanig heid van stadsbestuurders zouden meer moeten ondersteunen dan al de andere, zoo veel te meer daar de wetten, welke die scho len beheeren, wetten zijn door hen gemaakt en door een staatsbestuur van hunne ge zindheid toegepast. 't Is ongetwijfeld nog om de vrijheid van d'en huisvader aan te moedigen dat het stads bestuur weigert eene onderwijzeres te be noemen in de stadsmeisjesschool der St Janstraat, die honderd leerlingen telt, 6000 fr. schoolgeld betalende, terwijl de school aan de stad maar 4000 fr. kost En nochtans deze scholen zijn bijgewoond door honderden kinders der burgerij, der kleine burgerij en der werkende klas. Wie dan bekommert zich in den Raad, met den toestand die hun is gedaan Op dat oogpunt alleen, ware het wensche- lijk dat mandatarissen, meer ingenomen met de vrijheid van den huisvader, in onzen ge meenteraad zetelen, ware het zelfs maar om de rechten te verdedigen van die honderden ouders en kinderen, die weten wat het hun kost, van onder een klerikaal bestuur, van het heilig recht van den familievader gebruik te maken. I>e noodzakelijkheid «lui* 15. V. Maar de Evenredige Vertegenwoordiging moet niet alleen voor gevolg hebben, de minderheden toe te laten hare grieven te kennen te geven, zij is ook eene waarborg voor goed bestuur. Wie dan weet niet dat de misbruiken on- faalbaar zijn, daar waar niet de minste kon trol bestaat. En anderzijds, wie weet niet dat de con trol niet ernstig kan zijn, indien deze die ge roepen zijn te controleeren, de vrienden zijn van degene die gekontroleerd moeten zijn. Ónze armbesturen. Ziet wat er gebeurd is in de Hospicen. Elke Yperling weet dat het bestuur der Hospicen van Yper aan het hoofd staat van een overgroot erfgoed, dénk aan de giften van liberale familiën, namelijk de Merghe lynck's, de Hynderick's, de Vandenpeere- boom's, de Capron's, de Godtschalck's. Men dacht dat den dienst der weldadig heid. hier te Yper, op eenen vasten voet verzekerd was dat niet de minste verras sing van dezen kant te vreezen was. Inderdaad, het vroeger liberaal bestuur sloot de jaarlijksche rekeningen met aan zienlijke overschotten Fr. 66,625-53 in 1885. 98,282-47 in 1886. 124,181-97 in 1887. 153,118-05 in 1888. 161,692-15 in 1889. Maar de klerikalen komen aan het be wind de oude bestuurders der Hospicen worden vervangen door klerikalen en het bestuur ervan valt in hun handen in 1894 en reeds in 1899 is de geldelijke toestand onzer rijke Hospicen zoo erg, dat het Jour nal d' Ypresverplicht uitleg te geven, zelf moet bekennen dat er een TEKORT was, toen geschat op 100,000 franken! Is dat niet ongelooflijk En door wie werd die zakentoestand ter kennis van het publiek gemaakt Door de liberale gazet ten. In den gemeenteraad, waar nochtans controleurs der armbesturen zetelen, zwe gen zij dat ze erbij zweetten En nochtans de geldelijke toestand der armbesturen raakt van bij de gemeentefinancien, ver mits dat, in geval van ongenoegzaamheid van inkomsten der weldadigheid, het de stadskas is die zou moeten bijleggen. Maar kan men redelijker wijze aan vrien den verwijten van hunne vrienden niet te beschuldigen Immers, de wolven eten elkaar niet op. {Gelach). Stadsfinanciën. Is de geldelijke toestand der kas zoo schitterend Vermeerdering der gemeente- Heli uld. Voor wat de schuld betreft, zij bedroeg tijdens den val van het liberaal bestuur fr. 572,000. Volgens de laatst gekende rekeningen, dus deze van 1909, was zij op dit tijdstip van fr' 1,061-000. Het is heel waarschijnlijk dat ze sedert nog opgeklommen is. Daaruit spruit dat in 1909, de gemeente schuld reeds vermeerd was van 489,000 fr. Verkochte eigendommen. Anderzijds, er is vastgesteld, volgens eene opsomming afgeleverd door de Hypo theken, dat het bedrag der eigendommen, door de stad varkocht van 1890 tot 24 Juli 1911, beloopt tot de som van fr. 430.939.33. Nieuwe geldmiddelen. De gemeenteschuld is dus vermeetderd en van een ander kant de onroerende for tuin der stad is verminderd. En dat niet tegenstaande het tegenwoordig bestuur be schikt over veel belangrijker geldmiddelen dan het oud liberaal bestuur. Sedert 1891zijn deontvangsten, voortko mende van het gemeentefonds, veel grooter dan die van het oud bestuur die vermeer dering groeit alle jareaan in 1890, was zij van 114,011-23 fr. en in 1909, laatst ge kend cijfer, is zij van 161,804-02 fr. Anderzijds, beschikt het tegenwoordig bestier over de ontvangsten van het bijzon der fonds, die maar bestaat sedert 1890, en dat fonds brengt jaarlijks 16,552 franken op eene ontvangst waarvan de liberalen maar eenmaal genoten hebben, in 1890. Wal lieeft men met liet geld gedaan M. Colaert, in de redevoering dat hij uit sprak in het Volkshuis, om zijne bestiers- wijze te verrechtvaardigen, heeft de ver meerdering van zijne ontvangsten niet mis kend Hij heeft niet gesproken van de ver koop der stadseigendommen, maar hij heeft zinspeling gemaakt op de achtereenvolgen de leerlingen die hij heeft aangegaan, se dert de aankomst van het tegenwoordig bestuur 850,000 fr. in 1895 en 850,000 fr. in 1906. Wij hebben geleend, heeft hij gezegd 't is waar Hoe zouden wij, zonder dit te doen, de groote werken die uitgevoerd zijn hebben kunnen verwezenlijken het wa terkasteel, de kilometers riolen, door geheel de stad, de herplaveiïng der straten, de her stellingen der Hallen, der St Maartens kerk, St Pieterskerk, St Jacobskerk, der abdij van St Maartens, enz enz. Ik had gemeend dat M. Colaert, zich het fameus verslag van M. Surmont herinne rende, ons zou gesproken hebben der we derleggingen gedaan met de opbrengst van den verkoop der stadsgoederen, verkooping die op 24 Juli laatst, ik heb het al gezegd, de som bereikte van 430,939-33 fr, Is deze som in het rollende fonds van de stad gevallen Zooniet, welke zijn de aankoo.pingen die gedaan zijn geweest Alle kapitaal- waarde, moet aldus gebruikt worden, zeg de M. Surmont, zoo wil het de wet, zooniet zouden de gemeenten meester zijn geheel en al hun goedhebben te verkwisten M. Colaert beperkt zich, met te spreken van de werken die hij heeft doen uitvoeren. Laat ons zien. Ue riolen. Het bestuur heeft kilometers riolen doen aanleggen. Ik ontken het nut van dit werk niet dat volgens een cijfer van M. Colaert zelf zoude 109,673-65 fr. gekost hebben. MaarM. Colaert heeft vergeten te zeg gen dat dit werk gedaan is geweest met de tusschenkomst van Staat en provincie, (iGelach De herplaveiïng der straten. M. Colaert heeft ook nog gesproken van de herplaveiïng der straten hij had ter zei ver tij Ie kunnen spreken van de verbree ding der voorlanden. Maar hier nogeens, heeft M. Colaert vergeten te zeggen dat de bijzonderste straten der stad herleid wer den, niet door de stad, maar door het staats bestuur, en dit namelijk voor de Meenen- straat, Groote Markt, Boterstraat, de Stuersstraat. Rijselstraat. Voor andere stra ten heeft de Staat de steenen geleverd en de stad heeft enkel de daghuren moeten betalen. {Uitroepingen). De herstelling der monumenten. Maar M. Colaert heeft gesteund op de uitgaven, veroorzaakt door de herstelling onzer monumenten. Er valt niet aan te twijfelen dat het grootste deel der leeningen en zelfs der opbrengst van den verkoop der onroerende goederen is opgeëten worden door de zoo gezegde herstellingen. Ik ben het met M. Colaert eens, als hij zegt, dat eene stad aan haar verleden schul dig is. Ik voeg erbij dat een bestuur, dat niet met zorg voor zijne kunstrijkdommen zou zorgen, aan de heiligste zijner plichten zou te kort blijven. Maar, is het afbreken en herbouwen, gelijk ze doen, is dat wel zorgen voor het behoud onzer kunstschatten Want is dat wel herstelling, het werk gedaan aan de kleine kerkdeur van St Maarten, die geheel en al herbouwd is ge weest Is dat ook herstelling, de opbouwing van eene naald op den toren van St Jacobskerk En is dat ook al herstelling, de afbraak van St Maartensklooster, waaraan meri ou bezig is Ik ben ontzet over de beoordeelingen die al deze werken doen ontstaan in de kunst wereld, want die beoordeelingen bestaan. Maar, neem nog aan dat zij niet gegrond zijn, het is toch niet min waar dat het meerendeel dier werken, zoo ook het plaat sen van een tweede carillon op onze Halle toren, niets dan prachtwerken zijn, die be dreigen loodzwaar op de stadsfinanciën te drukken. Vurige toejuichingen De gaskwestie. En het is op 't oogenblik dat men de stad in zulke uitgaven verpand, dat men zonder ernstig onderzoek, kwestien behandeld als de re van de gas, die, hadde zij goed opge lost geweest, schatbare voordeelen had aan de stad gelaten. Laatst nog, gaf een dagblad de winsten der gasregie, van verscheidene steden. Te Leuven, voor 42.000 inwoners, brengt zij 143.500 fr. op aan de stad te Jumet, 26.000 inwoners, 174.409 fr. te Lokeren is zij van 40.000 franken. De gaskwestie heeft genoegzaam de openbare denkwijze ontroerd. Dat het mij toegelaten zij, ter herinnering, dat M. Co laert voor den gemeenteraad zegde Ik heb mij verbonden met M. De Brouwer De zaak was dus reeds afge wezen. Er kon geen spraak meer zijn noch van regie of gedeeltelijke regie, of openbare aanbesteding, aangevraagd door de groep Yperlingen, neen, de stad moest verbon den zijn, voor dertig jaar, aan de goede vriendjes van Brugge alzoo wilde het den burgemeester, en de raad, gelijk altijd en in alles, knikte ja. {Toejuichingen). Het oud bestuur. M. Colaert, in zijne redevoering heeft gedacht te moeten spreken over 't oud libe raal bestuur. Wij aanvaarden volgaarne de vergelijke nis want, tegenover hetgene wij nu besta- tigen, was de stad alsdan in een anderen bloienden toestand. De stadsschuld was veel minder de stad bezat talrijke goederen de financien van stad en armbesturen waren in bloeienden staat. En nochtans de oude regeering deed ook groote werken. Het is zij die ons begiftigde met de overdekte markten der Halle> de Academie, de zwemplaats, de waterleiding; zij deed de kleine kwartieren verbeteren de Yperlee overwelven wij hebben haar de uitbreiding van het rioolnet te danken de kanaliseering van de gas de stichting van een museum, eene bibliotheek, een slachthuis, eene vischmarkt, enz., enz. Zij had ook de kunstfaam onzer stad ter harte aan haar hebben wij d:e prachtige schilde rijen te danken van Pauwels, Guffens en Delbeke. Het oud bestuur was spaarzaam met de stadsgeldenhet deed geene verkwistingen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1911 | | pagina 1