Lantaarnaansteker,
Stadsnieuws.
Mengelwerk. 132
Lijst der Apothekers
M. E. G4IMA1MT.
mm\
Wervick.
nauwkeurigheid te vragen, zegde
de heer Vander velde, en in deze
zaak is de achtbare heer Woeste wel
de laatste persoon, bij wien ik om
raad zou gaan. Hij, die zich in deze
Kamer, reeds in 1884, van gestolen
brief bediend heeft.
Eerst dacht de groene eminence
ervan af te komen met onverschillig
weg te zeggen Ja, ja dat is eene
oude geschiedenis, en zijne vrien
den aan de rechterzijde, die seffens
voelden dat hij in de klem zat, be
gonnen dan lawijd te maken maar
de socialistiche leider had hem vast
en liet hem niet los. Als Woeste nog
een heelen tijd lang gesproken had en
reeds hoopte dat zijn tegenspreker
aan die oude geschiedenis niet meer
zou denken, vroeg deze het woord
en las dan een gedeelte voor uit eene
redevoering van den toenmaligen
minister Rolin-Jacquemyns, waarin
gezegd wordt dat de heer Woeste
zich van een gestolen dokument bediend
had in de Kamer en zich dus had me
deplichtig gemaakt aan een schandig
misbruik van vertrouwen. De heer
Vandervelde frischte het geheugen
der oude Kamerleden nog wat op
door te zeggen dat, tengevolge van
dittusschengeval, vervolgingen wer
den ingespannen tegen den dief van
het besproken stuk, en hoe de heer
Woeste, toen hij als getuige voor de
rechtbank werd gedaagd, weigerde
te antwoorden, waarvoor hij nog eene
vervolging opliep. Hij had gelijk,
zei de heer Vandervelde met vlijmen
den spot, maar hoe uit te leggen
dat de heer Woeste, die dergelijk in
cident op zijnen kerfstok heeft, zich
belachelijk maakt door mij mijne
houding in deze zaak te willen ver
wijten en mij te vragen van wien ik
de bewijsstukken gekregen heb
En toen mocht de heer Woeste
ook wat zeggen. Waar zou hij zich
zeiven wel gewenscht hebben op dat
oogenblik.
Hij vond dat deze beschuldiging...
niets met de bespreking te stellen
had, en alleen maar werd uitgespro
ken om de aandacht der Kamerleden
af te leiden En dan zegde hij
dat hij toenmaals uitleggingen
heeft gegeven, die aan zijne politieke
vrienden voldoening gaven
Meer wilde hij er niet over zeggen
om niet in de kaart van M. Vander
velde te spelen.
Toen vouwde hij zijn mondwerk
dicht en den heelen verderen duur
der zitting deed hij het niet meer
open.
DE
LOTGEVALLEN EENER WEES
Uit het Engelsch.
TWEEDE DEEL.
Zeventiende Hoofdstuk
Het verloren kind
teruggevonden.
Vooral toen ik u het slachtoffer van
verdriet en ongerustheid zag, verlangde ik
op uw vertrouwen aanspraak te maken en
meer dan eens zou mijn zelfbedwang zijn
bezweken, zonder de vreez, welke de zacht
aardige Amelia mij inboezemde zacht
aardig voor iedereen behalve mij. Ik kon de
gedachte niet dragen, dat ik met mijne be
kentenis zou ophouden de vertrouwde vriend
te zijn en de verafschuwde vader zou wor
den. Ik wil liever mijn kind onder mijne
verwijderde en onherkende hoede houden,
dan haar in mij den gevreesden dwingeland
te leeren zien, die haar aan het huis kon ont
voeren, waaruit hij zelf verdreven was, en
aan de harten ontrukken, die hoewel warm
en liefdevol voor haar, ijs en steen voor hem
waren.
En zoo zweeg ik; en somtijds voor u
zichtbaar, maar meestal voor u verborgen,
dwaalde ik om uw pad, tot op dien schrik-
kelijken dag, toen ik alies vergetende behal
ve uwe veiligheid en die van Amelia, mijn
hart liet spreken en mijn geheim verried.
En nu weet gij alles, mijne dwaasheden
Wetgevende Kamer.
Onze treinverbindingen.
Vraag van den heer NOLF aan den
heer Minister van Spoorwegen op 8
December
Spijts de overname der spoorbanen
van de Maatschappij van West-Vlaan-
deren door den Staat werden de uur
tabellen van het oude net der Maat
schappij geenszins gewijzigd en de
reizigers moeten nog voortdurend
lang blijven wachten in de spoorhallen
gelegen tusschen de lijnen van het
oude net der Maatschappij en de banen
van den Staat, namelijk in de statie
van Kortrijk.
Wanneer dan zal het spoorwegen-
bestuur er toe besluiten een einde aan
dien toestand te stellen, die herhaalde
malen aangeklaagd werd en waarover
de bevolking van West-Vlaanderen
hevige klachten laat hooren.
Waarom richt het bestuur de
rechtstreeksche treinverbindingen tus
schen Haezebrouck en Brussel niet
weder in, zonder treinverandering te
Kortrijk, treinverbindingen, die eer
tijds bestonden en die maar afgeschaft
werden, omdat de treinen der Vlaan
deren van de sluitriemen Westing-
house niet voorzien waren
Antwoord van den minister.
Ik kan enkel mijne vroegere verkla
ringen herhalen.
Onze landgeuooleo
in den vreemde.
Wij vernemen met genoegen dat de
heer Pieter Nolf, gelast met eenen
leergang ter hoogeschool van Luik,
van de Akademie van Wetenschappen,
te Parijs, een Montyonprijs van ge
neeskunde ontvangen heeft voor zijne
werken over de verklontering van het
bloed.
Herinneren wij dat, over eenige
maanden, de Koninklijke Akademie
van Beigie aan den heer Pieter Nolf de
vijfjarige prijs van geneeskunst ver
leende, de hoogste wetenschappelijke
onderscheiding, die in ons land toege
staan wordt.
De heer Pieter Nolf is een oud-leer
ling van ons afgeschaft Koninklijk
Atheneum, waar hij al zijne studiën
deed.
Wij sturen aan den geleerden doktor
onze warmste gelukwenschen.
Ylaamsch Tooneel.
Zondag laatst gaf De Vlaamsche Ster
een prachtig avondfeest. De schouw
burg was deze maal veel te klein. Men
en rampen, mijne zonden en mijn lijden!
Kunt gij mij liefhebben, Geertrui Dat
is al wat ik verlang. Ik zoek u niet aan uw
tegenwoordig verblijf te ontvoeren de
arme Amelia te berooven van een kind, dat
zij misschien even hoog waardeert als ik. De
eenige balsem, dien mijn gewond harteischt,
is de eenvoudige, oprechte bekentenis, dat
gij ten minste wilt beproeven uwen vader
lief te hebben.
Ik heb geene hoop in deze wereld, en
geene, helaas aan de overzijde, behalve in
u. Kondet gij mijn hart thans tegen de
wanden zijner gevangenis voelen kloppen,
dan zoudt gij, gelijk ik doe, begrijpen, dat
het indien het niet tot rust wordt gebracht,
eerlang moest bersten. Wilt gij het tot rust
brengeu door uw medelijden, mijn lief,
dierbaar kind Wilt gij het zaligen door
uwe liefde Zoo ja, kom dan, sla uwe ar
men om mij heen en fluister mij woorden
van vrede toe In het oude zomerhuisje
aan het einde van den tuin, waar ik uw
venster zien kan, zit ik met luisterend oor,
naar uwe voetstappen te wachten.
Achttiende Hoofdstuk.
He Vereenigviiig\
Toen Geertrui, wier oogen dit geschrift
met gretigheid verslonden, de laatste woor
den daarvan bereikt had, sprong zij op.
Een oogenblik later is haar kamertje ledig
en de vloer bestrooid met de losse bladen,
die van haren schoot zijn gevallen. Zij is
den trap afgevlogen, de deur uitgesneld, en
het grasperk achter het huis overspoedende,
nu vochig van den avonddauw, nadert /.ij
het zomerhuisje, waar Arnory, met over el
kander geslagene armen ea een strak geiaat,
bij den anderen ingang naar hare komst
staat te wachten.
Zoo weinig gerucht maakt haar lichte
stond in de opene deuren op banken
en trappen om toch iets te kunnen ge
nieten van die alleszins puike vertoo
ning. En 't was schoon volk ook t
puikste deel onzer bevolking was daar
en men vermaakte er zich dat het ple
zier om zien was.
Eerst speelde men Een Speler, mooi
drama in 3 bedrijven, vol leerrijke,
stichtende zedelessen en aandoenlijke
tafereelen. Het keurig stuk werd opper
best weergegeven. Al de tooneelisten
vertolkten hunne rollen op eene onbe
rispelijke manier en wisten op eene
ongekunstelde wijze hunne personnage
te teekenen. Een heel bijzondere mel
ding nochtans voor de juffers Znlma en
Jeanne Devers en J. Windels, alle drij
voortreffelijke speelsters, en voor de
heeren L. Vancampo, K. Wolff en Fl.
Slosse, die zich zeiven overtroffen
hebben.
Daarop volgde Schrik van de Meisjes,
een koddig blijspel met heel mooien
zang en vol van de kluchtigte toestan
den en de geestigste zetten. Het werd
op eene schitterende wijze weergege
ven door mejuffer J. Devers en de hee
ren J. Tasseel, Fl. Slosse, Alf. Philips
en M. llories, die hebben doen lachen,
maar lachen dat men er van ineen
kromp.
Nooit gaf onze flinke Vlaamsche Ster
eene vertooning, die meer bijval had.
De moeilijksten waren er over ten
zeerste voldaan. Een hartelijk bravo
bravissimo 1 voor die moedige en ta
lentvolle tooneelisten 1 Men vergete
immers niet dat zij alles moeten aanlee-
ren, na hun dagelijksche werkuren en
er dus hunnen ledigen tijd en een deel
van hunne nachtrust hoeven aan op te
offeren en daarom is veel taaien wil,
onwrikbare volharding en onverzade-
lijken leerlust noodig. Zij begrijpen de
kunst uit een verheven standpunt en
weten ze meesterlijk te beoefenen.
Goedheil voor de Sterrelingen
Natus.
Aieuwjaarskaartjes
Jaarlijks worden, hoeft het herin
nerd, rnillioennen zulke kaartjes ver
zonden, wat aan het postwezen verbar
zend veel werk geeft.
Wie wenscht dat zijn kaartjes zoo
snel mogelijk ter bestemming aanko
men, steke ze niet irt de bussen maar
geve ze in de postkantoren af aan de
winketten, en wel in twee pakken,
kruiselings met bindtouw ombonden
het eene bestaande uit de kaartjes
voor de stad of het postkanton, het
andere uit die voor elders.
Hoogst wenscnelijk is het, postze
gels in den rechter bovenhoek van het
adres te plakken.
Het publiek gelieve ook, zoo moge
lijk, rond nieuwjaar de verzending van
prospectussen, prijslijsten, omzend
brieven, enz., te staken.
tred, dat zij zich, nog eer hij van hare te
genwoordigheid bewust is, aan zijne borst
heeft geworpen, en terwijl lang onderdruk
te, maar nu oubedwongen losbrekende aan
doeningen al hare leden doen beven, barst
zij in eenen stroom van tranen uit, alleen
diep en heftig, dat haar vader, die haar in
zijne armen heeft gesloten en zoo vast aan
zijn hart drukt, dat zij het kan voelen klop
pen, hare hartstochtelijke gemoedsbewe
ging poogt te bedaren door, alsof het tot een
klein meisje was haar toe te fluisteren
Stil, stil, mijn kind Gij maakt mij be
angst
Langzamerhand bedaard door zijne tee-
dere liefkozingen, is zij in staat om haar
hoofd op te beureo; hem aan te zien en door
hare tranen te glimlachen. Zoo staan zij
eenen tijd lang, onder een stilzwijgen, dat
meer uitdrukt dan woorden konden doen.
In de plooien van zijnen zwaren mantel
gewikkeld die haar voor de avondlucht be
schermt, en nog in zijne krachtige armen
gesloten, voelt Geertrui dat hunne vereeni-
ging naar den geest niet minder volkomen
is terwijl de balling, die zooveel jaren
heeft roadgezworeo, zonder den streelenden
invloed van eenen vriendelijken glimlachte
ontwaren, door eene teederheid wordt ver
murwd, waarvoor de verhardende eenzaam
heid hem de vatbaarheid niet heett ontno-
men.
Nogmaals eu nogmaals verbergt de maan
zich achter eene wolk, en komt dan weder
I uitkijken om hen nog in dezelfde houding te
j vinden, waarin zij hen het laatst heeft ge
zien. Eindelijk, wanneer zij eene breede
opene plek van het hemelgewelf bereikt, en
helder naar beneden staart, licht Amory bet
hoofd zijner dochter op, strijkt zachtjes de
verwarde lokken van haar voorhoofd, ziet
haar in de glinsterende oogen, en vraagt op
Liberale Wacht.
Onze moedige Liberale Wacht biedt
aan de kinderen harer leden, ter gele
genheid van Kerstdag, Maandag 25
December, om 3 ure 's namiddags, een
prachtig feest aan, waarvan hiernevens
programma
1. OPENINGSTUK voor Symphonie.
2. KOOR voor Kinderen
La Chanson du Pêcheur
3. ALLEENSPRAAK
Droeve Tijden Mej. B. Luyten.
4. ROMANCE
Mijn Vlaanderen Mej. B. Maxy.
5. ALLEENSPRAAK
St Niklaas M. R. Luyten
6. ROMANCE:
't Vergeet mij niet Mej. J. V.
7. KOOR voor Kinderen
Betoogerslied van Algemeen Stemrecht
15 October 1911.
8. ALLEENSPRAAK:
Het Geschenk MejB. Luyten.
9. ROMANCE:
Aan de Zee Mej. B. Maxy.
10. CONCERTO voor Clarinette.
M. D. Jolyt.
11. ROMANCE
Valse des Papillons Mej. J. V.
12. MUZIEKSTUK voor Symphonie.
13. SPINNEKOPKEN
Blijspel in één bedrijf door
E. VanGoethem.
Liezeken Mej. B. Roose.
Helena (hare zuster) Mej. 1. Room.
Celestine (vriendin Mej. J. Windels.
14. KOOR voor Kinderen
Union et Patrie
15. KERSTBOOM.
van dienst zijnde
van 's middags tot iO ure 's avonds
ZONDAG 24 DECEMBER 1911
A. DÖXCK,
succ. F. VAN WINDEKENS,
RIJSELSTRAATn° 13, YPER.
(Kerstdag)
MEENENSTRAAT. n"6'. YPER.
CHENILS CAVE.AU
Fürstenberg
Frco.
DOMICILE
Fürstenbers
Wij geven hieronder het programm
van het Groot Avondfeest, ingerich
door de turnersmaatschappij LaLibr
Wervicquoise dat zal plaats liebbei
Zondag 24 December 1911, om 5 ur
juist, in de feestzaal Ons Huis
eenen toon vol aandoening Gij zult mi
dan liefhebben
O dat doe ik, dat doe ik reeds roep
Geertrui uit, en vergezelt hare verklarini
met kussen.
Zijn tot nog toe onbewogen gelaat ont
spant zich op het hooren dezer vurige betui
ging. Hij laat zijn hoofd op haren schoude
rusten, en de forsche man weent.
Niet lang echter. Hare zelfbeheerschin,
terug krijgende bij het gezicht der ontroe
ring die hom overstelpt, plaatst Geertru
hare hand in de zijne, en wekt hem uit zijn
bedwelming, door den vasten en beslissen
den toon, waarop zij fluistert
Kom
Waarheen roept hij uit, verwonder
opziende. Naar Amelia
Hij schudt treurig zijn hoofd, treed hui
verig terug, en antwoordt Ik kan niet.
Maar zij wacht naar u oök zij zie
schreiend, verlangend en biddend naar i
uit.
Amelia Gij weet niet wat gi
zegt, mijn kind
Waarlijk, vader gij zijt het, die 1
vergist. Amelia haat u niet dat heeft zi
nooit gedaan Zij heeft u lang voor dood ge
houden maar uwe stem, hoewel slecht
eene enkele maal gehoord, heeft haar bijn*
van haar bijna verstand beroofd, zoo l'e
heeft zij u nog. Kom, en zij zal het u zeg
gen, beter dan ik het kan doen, welk ramp
zalig misverstand u beiden ongelukkig bee
gemaakt.
Wordt Voortgezet
OF DE
ANDERLECHT:T»I:628*
l^f^ANCS
AMDERLECHTTél'. 6284