Stadsnieuws.
Société
Francs Arbalétriers
ving van zijn hart. Welke verklaring
heeft ooit vertrouwen en 'genegen
heid genoten, wanneer er in de
woorden geene ziel huivert
Dat was het geval met de beruchte
redevoering van den hoofdminister.
Maar, indien wij hier eens te meer
de verantwoordelijkheid vaststellen
van den heer de Broquevilie, is het
even onbetwistbaar dat zij, die ont
wikkeld genoeg zijn om zijne hou
ding te begrijpen en zijn eigenlijke
meening te doorzien, in de huidige
omstandigheden iüeene voorstanders
kunnen of mogen zijn van de alge-
meene werkstaking.
Behalve eenige moedige en helder
ziende socialisten, hebben de andere
afgevaardigden op het Kongres van
Zondag niet begrepen, dat de dagor
de voor de algemeene werkstaking
thans een roekelooze daad is, waar
van de gevolgen zelfs voor de grond
wetsherziening kunnen nadeelig zijn.
Niemand heeft op het socialistisch
Kongres bewezen, dat de algemeene
werkstaking, zelfs in socialistisch
opzicht, aan den huidigen politieken
toestand'kan aangepast worden.
Die bewijsvoering werd met ge
leverd, omdat zij onmogelijk is.
Wij denken, dat het een plicht is
niet alleen aan de bende Woeste
te zeggen, wat men over hare ge-
meene houding denkt. Ook aan de
meerderheid van het socialistisch
Kongres van Zondag, hebben wij
onbewimpeld onze meening willen
uitdrukken.
Is het laatste woord thans gezegd
Wij zijn integendeel overtuigd,
dat het meer dan ooit een plicht
blijft voor alle goede burgers te
trachten de ramp af te weren, welke
ons land bedreigt.
In de socialistische dagorde zelve
komen er volzinnen voor, waarop
men de woorden zou kunnen toepas
sen, die in een katholiek dagblad
over de verklaringen van den heer
de Broquevilie verschenen zijn
De deur is gesloten, maar zij wordt
niet gegrendeld.
Is dat werkelijk zoo wat van katho
lieke zijde de grondwetsherziening
betreft, dan moet dat ook het geval
zijn met de algemeene werkstaking,
welke de socialisten ondanks* alles
inrichten
De deur mag niet gegrendeld zijn,
waar men in het Belgisch huishou
den den vrede kan verzekeren, door
dien de bedreiging der algemeene
werkstaking nog kan 'opgegeven
worden, zoo de Regeering elke dub
belzinnigheid, elk misverstand wil
uit den weg ruimen met het kies-
rechtvraagstuk in zijn geheel te laten
in studie nemen.
Wij kennen de inzichten niet van
MENGELWERK. (16
Hex
Vl^OJVlE VEllalD.
XIII.
Er zijn boven kamers genoeg, er
zijn er vier, bemerkte de boer, ter
wijl de dikke boerin naar adem hijgend
de trappen opklom.
En er is eene achterkeuken aange
bouwd, vervolgde Muller, waarvan
de schouw tegen het kiekenkot komt,
en daar zullen ze winter en zomer in
koken. Pieter zegt, dat de hoenders
ook 's winters eieren leggen als men
de hokken warm houdt.
Klappen zijn geen oorden, lachte
de boerin ongeloovig, eieren leggen
den ganschen winter
Als zij uitgeblazen had na de ver
moeiende trapopklimming, ging ze
door het bovenvenster kijken, en beter
gestemd riep zij I
Van hier ziet men alle twee de
windmolens draaien men zou zeggen 1
dat de kerktoren van Gerresheim hier
inde buurt staat. Ginder boven het j
mastenbosch ziet men de kerktoren-
spits van Klein-Gerresheim. Men ziet
heinde en ver. Zoo een bovenhuis is
een prettig ding 't is te lastig om de
trappen op te klimmen.
den.heer de Broquevilie, maar ieder
een zal beseffen, dat elke dag, die
verloren gaat, ons nader brengt tot
politieke beroeringen, waarvan de
gevolgen voor ons land niet te bere
kenen zijn.
De bouwziekle.
Het Journal d'Ypres is bezig den
bouwtrant te bespreken, die het best
passen zou voor het gebouw dat het
gemeentebestuur van Yper aan Dicke-
buschvijver schikt op te richten. Dat
die bouwtrant die van bodewijk XV ol
de nieuwerwetsche zij, wij meenen,
wat ons betreft, dat er eene vraag is,
die de Ypersche lastenbetaalders meer
belang zou inboezemen, het is te weten
waar en wanneer die bouwziekte ein
digen zal. Dat men duizenden en
honderd duizenden franken te grabbe
len gooit om onze stad Ie verlraaien
leaner nog eenigszins door, hoewel
de kwestie zeer beknibbelbaar is en
niet nalaat de verstandigen te veront
rusten maar dat men duizenden fran
ken ga verkwisten om Dickebusch te
verfraaien, gaat toch waarlijk wat te
verre.
Op dien voet, wie zegt ons dat men
ons morgen geene geldsommen zal ko
men vragen om Kernmel of eenige an
dere mooie plaatsen onzer omstreken,
en die ontbreken er niet, wat op te
knappen.
Die manier van besturen valt mis
schien wel in den smaak van eenige
bijzonderen, aannemers, bouwmee
sters en stielmannen, maar wij vreezen
sterk dat zij op 't einde van spel den
ondergang van onze gemeente gelden
voor gevolg hebben.
De voordracht
in de Iweinszaal.
Wij hebben dus na de voordracht in
De Concorde onzijdige maatschap
pij, gegeven, een tweede voordracht
gehad, die in de Iweinszaal onder de
bescherming van den bond der lands
verdediging plaats had. 't Is perfekt.
De krijgsoverheid schonk ze haar pa
troonschap, die ook niet geweigerd
zijn zou, meenen wij, moest er morgen
eene voordracht over hetzelfde onder
werp in eenigen liberalen-of social is-
tepkring plaats hebben, op voorwaar
de dat het onderwerp hetzelfde zij en
ook door eenen officier van 't leger
behandeld worde, 't Is op die wijze ten
minste dat wij de zaken verstaan, want
zooniet, hoe dan verrechtveerdigen
dat de voordracht van Maandag in een
klerikaal lokaal plaatsgreep Als de
regel voor allen dezelfde moet zijn, is
er niets op te zeggen, anders zouden
de protestaanteekeningen billijk zijn.
«ïln dat is de achterkeuken, zei
de boerin, als zij het benedenhuis wa
ren doorgegaan.
Het moet tevens voor melk-en
bakhuis dienen, bemerkte de boer,
zie, de ovenmond komt in de open
schouw en de ovenvoute komt in het
hoenderhok dat is alweer voor de
warmte gedaan.
Midler trok eene achterdeur open, en
nu stonden ze voor de afsluiting van
het hoendergebied.
De boerin loerde door de sluiting;
zij zag de groote hoenderfamilie over
liet plein waggelen.
Er zijn er wel duizend, riep ze.
Steek uw hoofd hier eens door,
sprak de boer, en hij opende 'een bo
vendeurken om zijne vrouw te laten
kijken. Vier hanen stelden zich op
hunne hoenderteenen, rekten den hals
uit, staken den kop in de hoogte, klep
perden met de vleugels en begonnen
gelijktijdig te kraaien.
Gertha-moei lachte dat ze schokte.
Zij klapte in de handen en heviger be
gon het ge kraai, terwijl de hennen
rustig de rijst oppeuzelden, die de
boerin hen had toegeworpen.
Lang bleven zij voor het hoender-
gebied vertoeven, en daar er nog
geene stoelen aanwezig waren, zette de
dikke vrouw zich eindelijk op den
jdorpel van het achterhuis neder om
wat te rusten.
Maar waarom heeft de heer Biebuyck,
die zich had kunnen bepalen in zijne
hoedanigheid van lid van den bond dér
landsverdediging te teekenen, gemeend
te moeten uitpakken met zijnen titel
van provincieraadsheer
Wat gemeens heeft de provincie
raad met de krijgskwestie, ten ware de
heer Biebuuyck alzoo hebbe willen
herinneren dat de klerikale mandaten
maar bemeesterd werden door aan de
kiezers te beloven daL de klerikale
partij nooit noch een stuiver, noch
een man, noch een kanon nicer zou
toestaan voor 's lands verdediging in
dat geval heeft de lieer Biebuyck de
spotternij wat verre gedreven, maar
dan was ze gewettigd.
De vraag van den
heer Van .Derris.
Men weet dat het Journal cl'Yyres
en het Journal de Roubaix over eenige
weken victorie riepen en eene reelcs
verbeteringen aankondigden, die eer
lang' op de lijn Kortrijk-Poperinghe
gingen ingevoerd worden en dat dank
aan onze klerikale volksvertegenwoor
digers en Senatoren, die heele zakken
\ol beloften gekregen hadden.
Eilaas liet waren, gelijk altijd, en
kel beloften.
En de heer Van Merris heelt ge
nieend eens te moeten het geheugen
van den minister wat opfrisschen met
hem in de volgende woorden te onder
vragen
«Zou de heer Minister de goedheid
willen hebben mij de redenen te doen
kennen, waarom er geen gevolg gege
ven werd aan de beslissing van Staats-
materieel, met stoom verwarmd en
met gaze of electriciteit verlicht, in de
plaats te stellen van het materieel van
i West-Vlaanderen
En de heer minister heeft er zich bij
bepaald te antwoorden dat luj niet wist
welke beslissing de heer Van Merris
bedoelde (sic), maar hij hoopte dat de
j vervanging van het materieel zou kun-
1 nën gebeuren in den loop van hetwin-
tergetij 1913-1914, wat wij reeds wis
ten door het antwoord gegeven op eene
vraagden 21 Januari laatsteden door
den heer Nolfgestekl en die wij in on
ze kolommen ingelijfd hebben.
Maar het zal niet nutteloos geweest
zijn eens te onderlijnen dat men maar
onder alle voorbehoud geloof hechten
mag aan het goede nieuws door de
ambtelijke bladen der klerikale partij
de wereld ingezonden, vermits onze
klerikale afgevaardigden spreken over
beslissingen, waarvan de minister
niets weet als men ze hem herinnert.
Lijst dei' A politiekers
Villi ilieiist y.ijmle
ZONDAG 30 MA VlU 1913
tll.iw V \VVS\DKkL\S
RIJS LLST RAAT, n° 15YPER
Ik heb u gezegd, zei ze, dat
Pieter al het vertoon maakt om Siska
te krijgen, en dit houd ik vol maar ik
moet er bijvoegen als het allemaal
goud is dat hier blinkt, zal hij Siska
niet willen. Hij zou gek moeten zijn.. »-
Jozef Müller schuddebolde.
1 Moeder, moeder, sprak hij, gij
j beschouwt nog altijd het huwelijk als
eene speculatie. Gij zijt nochtans ook
een beetje uit liefde getrouwd, want gij
waart rijker dan ik. Pieter en Siska
beminnen elkander en de jongen heeft
gezeid, dat hij om Siska te winnen,
die stoute onderneming heeftgewaagd.
Hoe kunt gij denken dat zij, nu hij
gelukt is, zou achteruittrekken. En zie
eens, Siska, op de bruiloft zullen wij
in kennis komen met de familie Rhein-
goldvan Honef. Rheingold is zijn oom
en voogd.
Waarom heeft hij ons nooit van die
familie gesproken bemerkte Ger-
tha.
Hij is geen pocher, hij laat de
menschen praten en toont hun den
duur wie hij is en wat hij kan.
Hoe veel klokken riep Ghertha-
moei nu weer, er zijn er twaalf en
wel honderd kiekens. Wat zal hij daar
geld van maken Neem ze maar, als ze
wat gevet zijn, tot drie franken het
koppel, dat maakt honderd vijftig fran
ken. De kiekenhouder wint meer geld
dan op zijne hofstede.
Maar hij zal veel geld uitgeven aan
LÜh rtiip W aelil.
liet feest door de Liberale Wacht
ingericht en welk Maandag laatst plaats
had, heeft den grootsten bijval beko
men.
Het programma werd heel goed uit-
gevoerd en de medewerkers dapper
toegejuicht.
Onze vurigste gelukwenschen aan de
inrichters van dien aangenamen feest
avond.
Broedermoord Je per.
De moordenaar over de grenzen gevlucht.
Op de Drie Koningenhoek, gelegen
aan den steenweg op Bijssel te Yper
woont.de weduwe Verhaeghe, gebo
ren De I ègo. /ij heeft vijl zonen. De
zoon Romanus, 18 jaar oud, die te
Alhus in Luxemburg werkt, was met
de Paaschdagen naar huis gekomen en
had in gezelschap van zijnen broeder
Gaston, 20 jaar oud, vele herbergen
bezocht 's Avonds keerden ze naar
huis terug om Ie gaan avondmalen.
Daar de moeder eieren op tafel zette,
eisehte de zoon Romanus vleesch. De
moeder verklaarde geen vleesch in
huis te hebben. Daarop werd de jong
ste zoon woedend en greep zijne moe
der bij den schouder. Gaston sprong
recht oin zijne moeder te verdedigen,
doch Romanus haalde een lierenaar
uit den zak en plofte het mes in den
buik van zijnen broeder. Gaston viel
doodelijk gewond ten gronde.
Romanus het bloed ziende vloeien,
wierp zijn wapen ten gronde en wilde
vluchten. De moeder echter sloot de
deuren den lierenaar opnemend sloeg
zij herhaaldelijk met den echt op het
hoofd van den broedennoorder, die
nog al zwaar werd gewond.
Romanus, echter, geluktp er in de
deur te openen en blootsvoets te vluch
ten. Hij verdween in het duister.
Geboren liepen een dokter halen en
D' Van Robaeys kwam de gewonde
verzorgen. Gaston Verhaeghe werd
naar 't hospitaal overgebracht, waar
eene operatie noodzakelijk.werd geoor
deeld. 's Morgens, echter, overleed de
jongeling.
De opsporingen om de broedermoor-
der te ontdekken bleven tot nog toe
vruchteloos. Men denkt dat hij naar
Frankrijk is gevlucht.
Lundi 24 Mars 1918.
Bi.ason Ordtnairk.
Bas total Pinteion Félix.
Moyen total lloflack Emilc.
wNUKtat«n«c«s&«<M
Een goed SiberaaS abon
neert zich aan DE WEER
GALM.
het voeder, ging ze peizend voort,
hij moet alles koopen.
llij kent zijne zaken, verzekerde
oom Jozef.
Oyer eenige maandt n heeft hij
wel vijftig zakken voeder te Dussel-
dorfgekocht, opruimingen en opvaag-
sel van rijst- en graanzolders. De aar
dappelen heeft, hij zelf gewonnen, en
voedsel uit het dierenrijk vinden zij
overvloedig op het einde van het plein
in het moeras pieren en wormen van
alle soort.
De hoenders waren reeds gaan sla
pen en nu opende de boer de afslui
ting. Zij gingen het pl'ein op. In liet
midden lag het grasperk de hoen
ders lusten ook groente en rond het
perk was de grond op gehoogd met
scherp zand en zaagmeeldaar kondén
de vleugeldieren naar hartelust in
krabben en spelen, en het bevorderde
hunne gezondheid. Verderop was het
moeras onaangeroerd gebleven. De
moerasgrond is een schat voor eenen
hoenderkweeker, bemerkte de boe
rin. Waarom hebben wij dien ver-
wenschten akker niet gekocht
Die gezegende akker, verbeterde
de boer. Maar wij hadden er zulke
uilkomst niet- van gekregen, ver
volgde hij. Wie dacht er vroeger aan
eene hoenderkweekerij
Pieter heeft die kennis in de boeken
opgedaan en wij houden ons altijd
aan den ouden slenter. Ook in den