Volksgezind weekblad der Vrijzinnige Vereeniging van Yper en het Arrondissement. Ëm Donderdag, 8" Hei 1915. [Vegende jaar. Vr 20. Eendracht maakt Macht. Verschijnende des Sïonderdays. Vires acquirit eundo. INSCHRIJVINGSPRIJS Voor den buiten Een jaar, Fr. :*-00. Voor stad Een jaar, Fr. £-50 Men handelt bij overeenkomst. AANKONDIGINGEN Aankondigingen 45 c. den drukregel. Reklamen25 c. Rechterlijke aankondigingen 1 fr. id. Klerikale koppigheid. Klerikale spar leling. Een enkel woordje zou de al^e- meene werkstaking hebben kunnen vermijden zegt Brusselaar in de Volkstribuun van 26 April. Het woordje is laat gekomen en dat kost millioenen aan het land. Wat er ook van zij, nu hebben Kamerleden moe ten toegeven en de kommissie aan vaarden, die eerst en vooral gedaan zal maken met de provinciale- en gemeentekiesknoeierijenHet zijn dezelfde Kamerleden, welke in 1911 van geene gelijkmaking der kieswet ten wilden hooren. Die dompers zijn het geweest 1) die het kartel op gemeentelijk gebied mogelijk maak ten en zoo hunne eigene vrienden van de stadhuizen der grootè ge meenten verjoegen en te Brugge, te Kortrijk, te Aalst, enz. tegenstrevers hebben doen kiezen in gemeentera den, die lange jaren onvervalscht klerikaal en behoudsgezind waren 2) die de krisis van heden hebben uitgelokt door hunne koppigheid. En nogmaals hebben zij een tegenover- gestelden uitslag bewerkt. Dank aan hen is de herziening eene zekerheid geworden. Ten langste in 1916 zullen wij al- gemeene verkiezingen voorde Grond wetgevende vergadering hebben. Aanstaande jaar zullen de meeste katholieken, die aan herstemming zijn onderworpen, reeds verklaringen voor het algemeen stemrecht afleg gen. Dat de Kamer nu officieel de kom missie heeft geschapen, waar men zal pratenis een voordeel van be- teekenis. Wij weten immers dat het werk van Kamerkommissiën door onmiddellijke daden wordt gevolgd. Zoo werd in 1909 eene kommissie benoemd om den toestand te onder zoeken, in het leven geroepen doof de krijgswet van 1902. Hetzelfde jaar reeds onderteeken- de Koning Leopold II de nieuwe wet een man per gezin. Daarom zijn wij overtuigd dat het A. S. nu voor goed in aantocht is. Een lid der rechter zijde die ook deze meening deelt, en verheugd was omdat de staking den tegenstand der laatste Irokeezen had gebroken, zegde ons dat zijne partij niet met ledige handen voor den kiezer wil komen en dat de regeering eerst zou zorgen o *n, na de legerwet^ de Vlaamsche wet voor het leger, de schoolwet, de sociale verzekeringen, de nieuwe belastingen, de wet op de goedkoope woningen te doen aanne men. Hij rekende erop dat dit nu ge makkelijker zou gaan naarmate het volk zekerder jcan den vervaldag zou zijn. Overigens is de meerderheid van de rechterzijde voor de onver mijdelijke hervorming gewonnen. Woensdag «as dit nog het geval niet, en dit verklaart het schipperen van den heer de Broqueville Toen wilden zijne eigene vrienden voor hem wedden 1 tegen 1. Sinds dien is de heer Woeste overgehaald geweest. Men heeft hem doen inzien dat hij persoonlijke tegenstrevers in de hand werkte. Dat is voldoende geweest om den ouden Staatsminis ter van meening te doen veranderen. Het was beter laat dan nooit. De dertig onverzoenlijke klerikalen heb ben dan moeten zwijgen, ofschoon zij nog op het laatste oogenblik ge poogd hebben, de beteekenis der dagorde Masson-Liebaert te ver zwakken. De Minister voorzitter, die, dank aan den heer Woeste, ein delijk kon bevelen, heeft namelijk IToyois verzocht, niet aan te dringen, daar hij niet voor den havendam wilde stranden... Het was zeer merkwaardig dat bekende (conservatieven als Harmi- gnie van Luik, Davignon en Borboux van Charleroi, Gendebien van Thuin, in één woord, al degenen, die de staking beleefden, voor eene minne lijke schikking werden gewonnen. De katholieke afvaardiging van Gent, was haar ook genegen terwille van de tentoonstelling en den toe stand der plaatselijke nijverheid. Onder de onverzoenlijken telde men de vertegen woordigers van Tongeren-Maeseyck, die daarnevens hoopten, de leger wet met den heer de Broqueville te zien vallen, de meeste vertegenwoordigers van Oost- en West-Vlaanderen, enz. De heer Hoyois was een der kapiteinen van de bende. Er moet ook gezegd worden dat er bedrijvig onderhandeld was ge weest tusschen den kabinetsoverste en de liberalen Masson, Delvaux, Jourez, Monville, Braun, Meche- lynck en Van Marcke. Daaruit kunnen wij opmaken dat er niet weinig verzocht en gebeden moet geweest zijn om tot den ge- wenschten uitslag te geraken. Het zal den heer Woeste wel bitter ge vallen zijn, de wapens te moeten neerleggen en zelf mede de dagorde Masson te moeten stemmen hebben. Nu, einde goed, alles goed maar de nederlaag, die zij ondergaan heb ben tegenover de scherpzinnigheid onzer vrianden, vooral van M. Mas son, kunnen de klerikalen niet weg cijferen en ze zal hun nog wel lang hard op de maag blijven liggen. UI m De /aak De Duck. De dood van den heer Paul Janson brengt weer eens in herinnering het proces De Buck dat. nu een vijftigtal jaren geleden, in ons land en zelfs daarbuiten een hevige opschudding verwekte. Wij gaan hier in enkele regelen de geschiedenis van dit berucht rechtsgeding weergeven. Benoit De Buck, zoon van een Antwerpsche familie, had in zijne jeugd een zeer avontuurlijk leven geleid. Aan iedereen vertelde hij dat de schuld van zijn onregelmatig ge drag en zijn tegenspoed te wijten was aan zekere invloeden door de Orde der Jesuieten tegen hem uitge oefend. Jn 1864 werd hij voor het assisenhof van Brabant gebracht on der beschuldiging een brief van doodsbedreigingen te hebben gericht tot den kloosteroverste Bossaert, een van de leden van het genootschap, dat hij als zijn vervolgers aanduidde. De beschuldigde verhaalde dat een rijke oom, Willem De Boey ge naamd, en te Antwerpen gehuis vest, in de grootste godsvrucht leefde. Hij had slechts als erfgena men enkele zijverwanten. Zijn groot fortuin was dus een heerlijke prooi voor het Jesuietenorde, dat twee zijner behendigste leden afvaardigde om De Boey te bewaken. Hun eerste werk was natuurlijk den rijkaard van zijne familie af te zonderen, bij De Boey, alle edelmoedig gevoel voor zijne bloedverwanten uit te dooven en hem zachtjes aan voor te bereiden om zijn geld en goederen aan hun klooster te vermaken. De list gelukte en toen De Boey het tijdelijke met het eeuwige ver wisselde, bleek het dat zekere advo- kaat Valentyns, een strooien man der Jesuieten, tot algemeenen erfge naam was aangesteld. Die triomf voor de orde der Je suieten had echter een schaduwzijde. Benoit De Buck was een man die zich niet spoedig uit het veld liet slaan. De beschuldigde beweerde dat de Jesuieten tegen hem heel de ge schiedenis der doodsbedreigingen hadden voorgebracht om hem zoodra mogelijk uit den weg te ruimen en dus elk verzet tegen den door hen gepleegden erfenisroof te ontwijken. De beraadslagingen voor het as sisenhof van Brabant stelden hem in 't gelijk en Benoit De Buck werd vrijgesproken. Hadden voor den beschuldigde ge pleit de advokaten Paul Janson, Robert en De Linge. Na afloop van het proces gaven de verdedigers aan Benoit De Buok den raad in zijn naam en in dien van zijne medeerfgenamen het beroofde erf deel op te eischen. Zoo gebeurde. Het proces duurde vier jaar en de onderzoeken brachten aan 't licht, dat al de sluwe kuiperijen door de Jesuieten aan den dag gelegd om de familie te onterven en De Boey er toe te bewegen zijn goederen op onrecht streeksere wijze aan het klooster achter te laten. Het proces eindigde met een over eenkomst. De Buck verkreeg 600 duizend frank, wat echter maar een klein deel was van de ingepalmde fortuin, welke op 5 a 6 millioen ge schat werd. De debatten van dit ophefmakend proces, dat jaren lang de algemeene aandacht gaande hield, wierpen een helder licht over al de behendige trukken waarvan de Jesuieten zich gewoonlijk bedienen om aan het lijdensbed van rijke kwezelaars en kwezels den Heer te dienen. De Boey kon, zoolang als de Jesuieten over hem waakten, geen enkel familielid ontvangen. Men zonderde den zieke totaal af. En wanneer zijn neef, Be noit De Buck, ten huize van zijn oom kwam aandringen om hem eens te mogen zien, stopten de Jesuieten hem geld in de hand, op voorwaarde dat hij zich zou verwijderen. Aan De Boey werd wijsgemaakt dat zijn neef reeds lang overleden was en hij zich in zijn testament om hem dus niet hoefde te bekreunen. De pleidooien van den heer Paul Janson in deze beruchte zaak maak ten zoowel bij het publiek als in de rechterlijke wereld een ingrijpend indruk. De jonge advokaat, die nau welijks zijn loopbaan begon, open baarde zich als een schitterende re- denaar en juris-konsul. Van stonde af verwierf hij als anti-klerikaal en als verdediger der verongelijkten een welgemeende populariteit, bij zonder bij de liberale en strijdende jonkheid. Later werden de debatten van het proces De Buck en de pleitredenen der advokaten in een lijvig boekdeel uitgegeven, dat voor de nakome lingschap een blijvend dokument is van de inpalmingszucht en de listen van de beruchte Jesuietenorde. Het proces De Buck bewijst dat Eugène Sue in zijnen beroemden roman Le Juif errant niets over dreven heeft bij zijne afschildering van de loensche Jesuietenstre'ken en de erfdeelnajagingen, vereenzelvigd in den persoon van Rodin. (ïïfi tïïiïïfi iïïi fi él [trof Uilniflen vpii schalkislhons. De rechterzijde en de onthullimjen van den heer Buyl. De onthullingen over de buitenge wone uitgiften van schatkistbons, door volksvertegenwoordiger Buyl in ons blad gedaan en waarover in de gansche oppositiepers is gesproken, hebben, zooals te voorzien was, groote opschud ding verwekt in de klerikale rangen, waar men niet lijden kan dat het finan cieel beleid der Regeering beknibbeld wordt. De ondervraging over den geldelij- ken toestand van ons land, door de heeren Franck en Mechelynck aange kondigd, houdt natuurlijk verband met deze onthullingen en zal trouwens in 't bijzonder loopen over bewuste uit giften van schatkistbons. Toen het stellen van deze interpel latie in de Kamer werd aangevraagd, heett de rechterzijde getracht zich door vermetelheid te redden en geschreeuwd dat deze interpellatie zoo spoedig mo gelijk moest plaats hebben. Zij dacht, blijkbaar daardoor schrik aan te ja gen aan de stellers der interpellatie en deze te nopen hunne vraag om uitleg ging in te trekken. Het opzet mocht echter niet slagen en de'heer Franck deed de blalfende hondjes van rechts aanstonds terug in hun hok kruipen, door te antwoorden dat hij bereid was zijne interpellatie reeds Dinsdag' O April te ontwikkelen. Teekenend was echter het zonder linge optreden van den heer Levie, mi nister van Geldwezen. Antwoordend op de vraag om interpellatie, begon hij aanstonds uit te varen tegen den heer Buyl, omdat deze de cijfers der uitgif ten van schatkistbons in de bladen had openbaar gemaakt. De rechterzijde, natuurlijk, brak daarop trouw in toe juichingen los. Bij de liberale partij ging aanstonds protest op behalve de heer Buyl zelf, lieten ook de heeren Franck, Meche lynck en Masson dadelijk hooren dat de heer Buyl daardoor gebruik had ge maakt van een onbetwistbaar recht, wat door de beide linkerzijden een stemming werd beaamd. Deze uitgiften van schatkistbons zijn inderdaad niet geheim zij verschijnen in het Staatsblad wat is er dan aan gelegen daaraan nog meer openbaar heid te verschaffen door er over in de dagbladpers te spreken De waarheid is dat de rechterzijde en de Regeering het potje der uitgiften van schatkistbons zooveel mogelijk Weergalm \len schrijft in bij den Uilgever, Dixtnudeslraat, nr 53, te Yper. - De aankondigingen van ganscli België en 'l buitenland evenals de Notariale en Rechterlijke aankondigingen mogen gezonden worden ten bureele van dit blad. Men wordt vriendelijk verzocht alle lioege- naantde artikels uiterlijk tegen Dijnsthig middag vrij en onderteekend 10.' ie zenden. o

HISTORISCHE KRANTEN

De Weergalm (1904-1914) | 1913 | | pagina 1