YPERSCH LEVEN (vervolg»
l*ro"Tumm:« I konccrt
gegeven op Zondag 10 Juli
te 11 1/2 u. op de Groote Markt
PROGRAMMA:
(■(Hnecnlcrnatl
TEIl KOSTSCIIOLE
lieleden geburen en vrienden in het rijtuig
dat hen om 10 ure naar St Hiloniuskerk
voerde alwaar eene plechtige Hoogmis en
«Te Deum» gezongen werden.
Om 1 ure werd de honderd-jarige, hare
familieleden en andere genoodigden een
noenmaal aangeboden.
Des namiddags om 2 ure 30 doortrok
een prachtige stoet de bijzonderste straten
der stad.
Hij bestond uit 47 verschillige groepen
en negen wagens. Ook bekwam hij veel
bijval. Het oudje gezeten in een rijtuig
lachte en knikte onophoudend naar de
menigte.
Om 5 ure had de opening plaats van het
Fancy-Tair. Daarna muziekgespeel. Des
avonds waren de straten prachtig verlicht
Oyghem. Maandag rond 5 uur,
kwam vrouw Boudewijn Vanhoutte, per
auto met een aantal kinderen door Oyghem,
met bestemming naar de vermaarde bede
vaartplaats te Bavichove. Gekomen aan de
Bavichovestraat, na de zwenking, moet ze
plots het stuur verloren of een defect gehad
hebben aan liet stuur, want ze kon geen
richting meer houden en kwam met een
geweldigen schok terecht tegen den hof
muur der pastorij. Gelukkig bleven de
inzittenden ongedeerd en is er slechts stof
felijke schade aan den auto en den muur.
t»
door de "VLAAMSCHE HARMONIE"
Bestuurder: A. Van Puyveldf..
1. Rubensmarsch, strijdkreet op motieven
van Peter Benoit door Slootmaf.ckers.
2. Mouchette openingsstuk Pr. Franqois.
3. Air et divertissement fantasia voor tuba
solo J. Preckiier.
4. Jongelingsherdenken fantasia
J. Adant.
5. Zomernacht wals X.
6 en 7. Vlaanderen Veremans.
8. De Vlaamsche Leeuw.
Zitting van 4 Juli 1927 om 18 uur.
o
Enkele minuten na 6 ure wordt het pu
bliek binnengelaten. Zijn tegenwoordig:
MM.Sobryen Lemahieu,Schepenen,D'Hu-
(Een bladzijde uit het dagboeksken
mijner zuster.)
o
Verheugd was ik nog, omdat ik zag dat
het u niet ging in die verfranschte wereld;
omdat ge nog doet lijk de vogel schuifelen
lijk of gij gebekt zijt: in 't Vlaamsch;
omdat die fransche moeskens u zoo tegen
steken, omdat ge onze tale en zeden nog
zoo lief hebt, en omdat gij zoo goed gesteld
zijt, ben ik getroost, en 'k twijfel niet,
want Jantje's troost zal u ook opbeuren.
Doch, kijk Walburga, 'k slachte van ons
klein Luitgardeke, .'t zijn traantjes al
lachen. Ja 'k ben droevig 'als ik zie dat men
u tracht te ontaarden! als ik ondervinde
door al wat gij in uwen brief verteld hebt,
dat men u leert wat ge niet behoeft te
weten, en u ontleert wat ge beter en beter
moestet kennen.
Daar staat nu alles wat gij doet levendig
voor mijne oogen, en alles doet mijn harte
bloeden, 't ls wel op een eerste zien, om er
ineê den zot te houden, maar iemand die
vettere, Vandamme, Vanderghote, Laton,
Missiaen, Bonnet en Bossaert, raadsleden,
Versailles secretaris. De Heer V'annieuwen-
hove doet zich verontschuldigen. De Heer
Sobry, voorzitter, geeft het woord aan den
Secretaris, om de lezing te geven van het
verslag der voorgaande zitting van 13e Ju
ni. lntusschen komen de Heeren Capoen
en Leuridan binnen. Na eene kleine wijzi
ging van Mr Missiaen, wordt het verslag
algemeen goedgekeurd.
2 Stadseigendommen te Dickebusch
Jacht recht Verpachting De Heer Ty-
berghein van Tourcoing, pachter sedert
Maart 1920 van het jachrecht op eenen ei
gendom te Dickebusch, aanveerdt de ver
hooging van 2000 fr 's jaars, te rekenen van
1 Juli 1927. Goedgekeurd.
3 Stadsgebouwen Vei zekeringen te
gen brand Verhooging In April 1926
werden de verschillende stadsgebouwen bij
de Kortrijksche Onderlingeverzekerd
voor een totaal bedrag van 2.345.000 F,
mits eene jaarlijksche premie van 718 fr. De
noodzakelijkheid dringt zich op die waar
de te verhoogen tot 6.995.000 fr. De Kor
trijksche Onderlinge» vraagt hier.voor een
jaarlijksche premie van 2127,50 fr. Na eene
woordenwisseling waaraan deelnemen
Missiaen, D' Huvettcre, Laton, Leuridan en
Bonnet, wordt een voorstel aangenomen
om de zaak uit te stellen, en eene nieuwe
inschrijving te openen voor alle brandver
zekeringen, ofwel algeheel, ofwel voor het
bijkomende deel.
4. a) Middeneiland. Openbare Ver-
kooping van gras. Goedkeuring.
b) Eilanden Aanvraag om te mogen
laten visschen.
Op 25 Juni heeft eene openbare verkno
ping plaats gehad van 't gras en nagras op
't middeneiland van de Majoorgracht, voor
1927. Seghers Rodolf bleef kooper voor de
som van 400 frs. De Heer Vandamme
vindt'de koopsom te gering in verhouding
met den prijs van het hooi. Daarentegen
doet de Heer Lemahieu opmerken dat 40<?
frank zeer voldoende is, ingezien de hoe
danigheid van het hooi. M. Capoen sluit
zich aan bij dit gedacht. Zou men niet
beter, vraagt de Heer D'Huvettere, zelf doen
maaien, en konijnen kweeken voorstad?
De verkooping wordt goedgekeurd.
Een schrijven van M. Seghers wordt
door den Voorzitter afgelezen, waarin hij
toelating vraagt om te mogen visschen,
mits betalen van eenen taks, die aan de
stadskas ten goede zou komen. De Heer
Leuridan ziet er geen bezwaar in, op voor
waarde dat eene goede kontrool gebeure.
Na nog eenige opmerkingen van ver
scheidene raadheeren, wordt de zaak uit
gesteld, en bij naaste verpachting zal de
melding «toelating tot visschen» in de
voorwaarden aangebracht worden.
5. Openbare Onderstand. Partij zaai
land. Verdeeling.
Er is spraak een perceel zaailand, onge
veer 28 aren groot, en gelegen te Zuvd-
schoote, toebehoorende aan den Openba
ren Onderstand en aan de Kerkfabriek van
Zuydschoote, gelijkig te verdeelen. Alge
meen aangenomen.
6. Openbare Onderstand. Landgoe
deren. Nieuwe pachten.
Het gaat nu over 219 pachters, dewelke
nu overeengekomen zijn met de Commis
sie van Openbare Onderstand, om van
begin October 1926, nieuwe pachten te
maken. Daar die pachters meestal nog
verscheidene jaren pacht hebben, en daar
de pachtprijzen hoegenaamd niet meer vol
doen aan de huidige pachtwaarde, begeert
de Commissie van Openbaren Onderstand,
de voorkeur te geven aan de huidige pach
ters, liever dan tot eene openbare verpach
ting over te gaan. Daar de Heer Schepen
Lemahieu, persoonlijk in die zaak betrok
ken is, zal hij aan de bespreking geen deel
nemen. De Heer Capoen doet opmerken
dat de nieuwe pachten zeven maal de
waarde 1914 bedragen, insgelijks dagloo-
nen, belastingen enz. Hij voorziet dat de
toestand van de jaren 1878 en 1879 zal
terugkeeren, alswanneer het voor de boe
ren onuithoudbaar geworden was en
velen in 1880 failliet moeten gaan. Zulks
had zeer slechte en nadeelige gevolgen
medegebracht, en voor land en hofstede,
dus voor den verpachter, en voor den
pachter. Hij vindt het redelijk dat voor de
frontstreek, de huidige pachtprijs zou
gebraciit worden op 3 tot 4 maal, en voor
de streek buiten het front gelegen, tot
hoogstens 5 maal de pachtwaarde 1914 als
te Meenen bijvoorbeeld. De Heer Missiaen
merkt op dat de boeren meer dari zeven
maal de waarde 1914 van hunne vruchten
en hunne heele opbrengst maken. Hij
meent dat in de voorgestelde nieuwe pach
ten geene juiste vei houding bestaat, en
vindt eene groote moeilijkheid, om een
klaar oordcel erover te kunnen vellen. Hij
stelt vóór de zaak te verschuiven. De Heer
Leuridan spreekt over de risico's bij de
landbouwers dewelke niet mogen onder
schat worden, en vraagt billijke prijzen.
Ook diene rekening gehouden der ligging
der landen, daar de waarde eener hofstede
hiervan afhangt, en dus zeer verschillend
zijn kan. 1 lij sluit zich <1an bij de gezegdens
van M. Capoen, betreffende de coëfficiën
ten, welke hij zeer billijk en rechtvaardig
oordeelt. Na nog eenige woordenwisse-
l ng tusschende heeren D'Huvettere, Sobry
en Misiaen wordt de zaak uitgesteld.
7 Wijkkcrmisscn Vragen voor toela
ge Voor de feesten aan de Kaai, wordt
150 fr gestemd, Paultjeshoekje en Potyze
krijgen elk 200 fr.
M Missiaen dringt aan, dat de feestcom-
misie zou zorgen voor het toekennen der
toelagen, aangevraagd voor feesten en ker
missen. Mr Vanderghote stelt voor, dat
jaarlijks eene som zou bepaald en in de be
grooting ingeschreven worden, om dan
door de feestcommisie verdeeld te worden,
8 Tuindagfeesten Programma De
voorzitter geeft lezing van het voorgesteld
programma. Het behelst onder meer: hul
debetoon aan de Engelsche gesneuvelden
aan het monument derMeenenpoort, waar
over M. Vandamme uitleg vraagt. M. Leuri
dan meent dat het een schamel punt is op
het programma onzer Tuindagfeesten, en
dat zulk feest ten onpas komt, gezien wij
eenige dagen vroeger, een feest van den-
zelfdenaardzullen hebben. Dit voorstel kan
hij, als antimilitarist, niet bijtreden, daar
zulke feesten hem zeer twijfelachtig toe
schijnen, en meestal de beteekenis in zich
dragen van verheerlijking van oorlogsgru
welen; daarom zal hij ertegen stemmen. De
voorzitter na lezinggegeven te hebben van
eenen brief der Engelsche Commissie, be
trekkelijk de feestelijkheden van 24 Juli
verklaart zich gewonnen voor het inrich
ten van een huldebetoon aan de Engelsche
gesneuvelden, op de eerste Zondag van
Tuindag, en zal het voorstel ter stemming
leggen. M. Leuridan vraagt of wij Engelsche
kolonialen zijn, en vindt den inhoud van
dat schrijven eene bevestiging van 't ge
ne hij vroeger zegde. Mr Missiaen insge
lijks vraagt of de Engelschen hier meester
en baas zijn. Denken wij niet dat Engeland
in den oorlog gestreden heeft in 't belang
van Yper, of van België; Engeland zooals
alle kapitalistische landen, heeft enkel oor
log gevoerd in zijn eigen belang, Wel is
waar, valt het niet te betwijfelen dat Enge
land veel geholpen heeft aan een reuzen
werk, namelijk het duitsch militarisme te
kortvlerken, daarom gevoelen wij mede
lijden voor de 270.000 engelsche gesneu
velden. Nogtans kan ik mij onmogelijk
aansluiten voor een afzonderlijk feest. De
Voorzitter vindt dat reeds tamelijk veel tijd
aan de bespreking van dit punt is besteed,
daarom, (om tijd te winnen) zal hij nog
voortspreken en wijzen op den dank dien
wij aan de bondgenooten schuldig zijn.
Plicht is het, met Tuindag lof en hulde
aan de Engelschen gesneuvelden te bren
gen. Ter stemming. Nauwelijks is de eerste
stem (van M. Lemahieu) uitgebracht, of
eene bijna algemeene en plotselinge opwin
ding overmeestert de raadsleden.
M. Missiaen verwijt aan den Heer Voor
zitter zijn voorstel te hebben over het hoofd
gezien, en het recht niet heeft, ter stemming
te brengen vóór dat de leden hunne ziens
wijze hebben laten kennen. Laat ons de
voorafgaandelijke kwestie stellen, vraagt de
Heer Leuridan. Neen, antwoordt de Voor-
wel nadenkt en verder peist of zijn neuze
lang is, kan daarmee niet lachen integen
deel vcrontweerdigd moet hij zijn over de
verblindheid dier franschdolle damen
't gaat toch te verre ook, van 's nuchtens
tot 's avonds en sparen zij geen moeite om
u «la belle danse» te doen naapen; zij wil
len u met alle geweld in een vreemden
vorm smijten, waarin uw gedacht, uw
gevoelen, ja tot u\x lichaam toe, gebroken
en verbrijzeld worden, om er ten lange
laatsten in eene vreemde gedaante uit te
komen
En omdat ik dit al overwege, ben ik
droevig. Doch Walburga lief, uw schrijven
heeft zoo diepe mijn Vlaamsch herte
getroffen, dat ik geheel anders geschreven
heb, als ik meende en hadde moeten doen:
'k moeste u troosten, en 'k schijne uwe
droefheid te vermeerderenmaar ik moet
mijn verkropt gemoed lucht geven; en
daarbij 'k wilde u op uwe hoede doen zijn,
en u laten zien dat gij u niet moogt laten
misleidendoor den franschen blaai; eene
Vlaamsche dochter is rijke genoeg door
eigen zeden en gebruiken eigen gevoelen
en gedacht, eigen opvoeding, houding en
gedaante.
Maar Walburga, niet dat ik wil doen
ongehoorzaam zijn; zijt in alles ondeida
nig; voor eene dingen moet ge u zwichten:
uw herte niet te laten innemen door
die gekheden. Tracht u te jeunen, voor
zooveel 't u mogelijk is, en zijt weder
geestig, lijk gij beloofd hebt, zijt meest bij
maatjes die ons Vlaamsch genegen zijn:
't zal daar wel leute zijn.
Heb moed 'k zal vader inlichten die alles
wel zal ridderen. In droeve stonden, peis
op vader moeder en mij, dat gedacht zal u
verkwikken, schrijf alles zorgvuldig op,
wat er omgaat, dan zit ge nog dieper in
Jantjes mouwe.
Hand en herte van Jan.
Mijne afreis, I3sten in Allerheiligen
maand. Zes lange weken is 't nu dat ik hier
zitte te wachten, achter vaders komst, en
nog is hij hier niet geweest om mij te
troosten, mij te belooven dat ik hier niet
meer lang zal moeten blijven! En verlan
gen dat ik doe! Niemand is in staat mijne
droefheid le matigen! 'k Peisde bij 't ont
vangen van Jantjes brief dat ik weer ging
kunnen lachen en geestig zijn. Maar anders
is 't uitgevallende wonde van mijn hert
is nog verdiept en verbreed'k ben hier
trouwens bij mijns gelijken niet... Vaders
en moeders lessen hebben te diepe wortel
geschoten, maar toch, 'k voele het maar al
te wel, moest het nog een beetje zoo voort
gaan, al 't Vlaamsch dat ik geleerd hebbe,
zal ik spoedig vergeten hebben. Och kon
Vader maar gauw komen! hij zou het wel
ridderen, hij..., maar wat zal het hem
vreemde doen hier, en hoe zal hij staan
kijken Langs den muur gedrumd, sta ik
dat al misschien voor den hondersten keer
te overpeizen, en daar al met ne keer zie ik
de dame die ons bewaakt mijwaarts komen...
'k make mij weg uit de voeten, om een
onaangenaam woord te ontgaan, als de
dame mij voorkomt en heel vriendelijk:
«Mademoiselle, quelqu'un vous attend au
parloir, veuillez suivre Dame Cunégonde
Mijn hertje klopt geweldig.
(Vervolg en slot.)