DECARNE De loeDereidseien voor de Handelsfoor STUDIEBEURZEN STAVELE Ziniag vac maandag 27 Februari 1928 om 18 uur. Volgens K. B. van 26-6-1927 moeten de aanvragen van studiebeurzen voor meest- bef i.ifden vóór 1 5 Maart 1928 bij het Arrondissementsfonds te Yper ingediend worden, den aard der gewenschte studiën en de begeerde school aanduidende, en vergezeld van: 1een uittreksel uit de geboorteakt van het schoolkind; 2) een getuigschrift van zijn gewezen schoolhoofd gedurende de 3 laatste jaren 3) een afschrift van hetgezondheidsboekje. 4) bij gebeurlijk geval, zijn schoolboekje. L>ie stukken zijn vrij van zegel. Deze verjaringsfoor belooft een waar sukses te zijn. Zij zal gepaard gaan met eene koloniale en eene landbouwtentoon stelling, ingericht met de welwillende me dehulp van het Ministerie van Koloniën en het Ypersche Stadsbestuur. [3e algemeene tentoonstelling blijft in de lokalen der beroepschool in de Meenen- straat de koloniale tentoonstelling alsook de afdeeling Autos en Velos zullen ge logeerd zijn in de lokalen der Middelbare school in de Mondstraat. De deelnemers laten zich talrijk inschrij ven en het is te vreezen dat de latekomers of de twijfelaars gelijk andere jaren zich zullen moeten vergenoegen met het over schot, 't is te zeggen de minst begunstigde plaatsen. Het Komiteit raadt de deelnemers aan goed de waarde hunner ten toon gestelde goederen aan te geven, daar alles volgens de aangifte der tentoonstellers zal verze kerd worden. Gelijk andere jaren zal een dienst van bewakers zoowel bij dage als bij nachte ingericht worden. fir zullen den Zondag en Maandag van Paschen koncerten gegeven worden op de kiosk der Groote Markt door de Philhar monic van Poperinghe, de Harmonieën v. Ploegsteert en Abeele, en de drie Ypersche muzieken rYpriana, Socialistische harmo nie en Vlaamsche Harmonie. De reklaamaffiche zal binnen enkele dagen verschijnen en zal voorzeker veel bijdragen tot het welgelukken der foor en een talrijk bezoek der vreemdelingen uit lokken. iiork- vit Slcpndrukkprij .-.- TEL: Rousbrugge, 28. O KUNST-AFFICH EN-ETIKETTEN, REKLAAMWERK EN INPAKKINGEN, BROCHUREN, AKT1EN, REGISTERS, PAPIERENZAKKEN, ENZ. Alle teekeningen op aanvraag. Schrijf machten M A P ll.l persrlt \<»<'rliof Deze maatschappij komt ons zonderling vóór. In Oogst 1927 richtte zij een tentoon stelling van hoenders in, waar de prijzen toegekend werden door bevoegde keur- mannen. Zeven maanden zijn reeds vervlo gen, en er is geenszins sprake van de prij zen uit te deelen. Wij vragen ons af met wat recht men dusdanig handelt; en dit te meer daar de Stad Yper er tusschen gekomen is met een milde toelage. Ook is het te verwonderen dat deze maat schappij geene jaarlijksche algemeene ver gadering bijeenroept waar ermoet rekening gegeven worden over uitgaven en inkom sten dit is verplichtend door de wet 't Is aan 't bestuur van eere te doen aan zijn zaken en het reglement na te leven. Gebeurtelijks zullen wij weten aan te dringen en ook een weinigsken in bijzon- derhedentreden'tzal dan misschien alleene gaan. .piihtn trra:t<l Afwezig: De HH. Declercq schepeneen Bonnet raadslid. 1. Lezing van 't verslag der vorige zit ting: zonder opmerkingen goedgekeurd. 2. Wegenis Aankoop en ruiling van grond. Twee eigenaars worden erin betrokken: de eene voor aankoop door onteigening; de tweede voor ruiling en aankoop. Het eerste geval algemeen aangenomen. Het tweede aangenomen met voorbehoud, nl. op voorwaarde dat de aanpalende eige naars instemmen. 3. Stadseigendommen. Verkoop van grond. Hier gaat het om twee perceelen grond gelegen aan het waterkasteel. De H. Mis- siaen heeft in princiep niets tegen dezen verkoop doch wenscht den kooper te ken nen en te weten waartoe de grond zal die nen. Hij wordt hier door deH. Glorie erop gewezen dat toen de H. burgemeester Co- laert zaliger zijn eigendom verkocht, hij ook niet wist aan wie, en noch minder we ten moest dat het voor een socialistisch lo kaal zou dienen! De H. Vannieu\x enhove vraagt zich af wat ervan den grond zal ge worden die er achter ligt. Die verliest na tuurlijk van zijn waarde. De H. Leuridan vindt dat er niet 't minste bezwaar is om te weten wie de kooper is en waartoe de aankoop dienen mag, daar het wel van be lang is voor de stad van dit te weten, maar gaat akkoord met den Voorzitter waar deze zegt dat men wellicht zou kunnen wach ten tot in der eeuwjgheid vooraleer gele genheid te krijgen dezen grond te verkoo- pen in blok. Men gaat ter stemming: Dit punt wordt aangenomen. De HH. Missiaenen Bossaert stemmen tegen. 4. Vleeschhuis. Opzeg van pacht. De H. Gaston Descamps vraagt om ont slagen te worden van de pacht. De H.Voor- zitter uit de vrees dat in geval men daarvan gebruik maakt men mogelijks alle been houwers op den nek zal krijgen om ontsla gen te worden van hun pacht, of ware 't maar enkel om aldus aan goedkooper pacht te raken. Daarbij de pacht duurt slechts 3 jaar. De H. Leuridan vraagt of het niet mogelijk is den betrokken pachter de toelating te geven een liefhebber te zoeken die zijn pacht zou overnemen. Er wordt gestemd De aanvraag van de heer Descamps wordt verworpen. 5. Openbare Onderstand. - Verpach ting van landgoederen. De HeerCapoen vraagt of er wel bewij- zijn dat de betrokkenen van hun pacht hebben afgezien. De Heer Soete merkt hier op dat de heer Em. Poot van Sint Jan die hier afstand zou moeten doen van 24 a. daarvan niets afweet. Dit punt wordt tot de volgende zitting uitgesteld. 6. Openbare Onderstand. - Grond- verwisseling. De Heer Wyffels van Dickebusch wil een strook grond afstaan van 42 a. 80 ca. voor een ander toehoorend aan den Open bare Onderstand van 47 a. 20 ca. Het te veel van 4 a. 40 ca. zou hij koopen aan 35.000 fr. de Ha. De Heer Voorzitter zegt dat het voor beide partijen een zeer voordeelige verwis seling is. Het te veel wordt daarbij rijk be taald. De Heer Missiaen vindt dit ver van rijk betaald antwoordt op de opmerking van de Heer Lemahieu, die beweert den grond te kennen en deze naar waarde door de schatter geschat vindt, dat de schatter wel missen kan en in alle geval de prijs te laag is. Na een vinnige woordenwisseling tusschen de heer Missiaen en de heer Lemahieu, waarin beide malkander willen ervan overtuigen dat ze wel weten wat ze zeggen, en de bewering van den heer Ca- poen, die den prijs geenszins te laag vindt daar veertien dagen geleden een hofstede aan een nog voordeeliger eenheidsprijs verkocht werd, gaat men over ter stemming en wordt dit punt aangenomen. De Heeren Missiaen en Bossaert onthouden zich. 7, 8, 9 en 10 betreffend onderscheidelijk De rekening van de Muziekschool van '27; de rekening van de kerkfabriek St Pieters van '26, de rekening van de brandweer van '27 en de aanbesteding van een twee woonst te Dickebnsch voor 83.400 fr. wer den aangenomen. Toch dient bijzonder opgemerkt dat de antiklerikalen (liberalen en socialisten) tegen de rekening van de kerkfabriek Siht Pieters stemmen. 11. Aanbesteding voor het maken van baden en stoitbaden in de Stadsmeisjes school der St. Jansstraat. De H. Missiaen pretendeert dit persoon lijk op 't orde te hebben doen brengen om dat in de eerste plaats moet gezorgd voor de gezondheid onder het volk. Derhalve moeten ze zichleeren baden. Vroeger(voor een paar maand) ging de gemeenteraad daarmede akkoord, nu moet dit niet op de lange baan geschoven. Hij drukt den wensch uit dat tegen de naaste vergadering het be stek zou klaar zijn om de stortbaden te hebben na 't eerste groot verlof. Algemeen aangenomen. 12. Toewijding der Stad aan het Hei lig Hart. Is alles tot hiertoe in een van de heeren gemeenteraadsleden gewenschte deftigheid afgeloopen kleine wolkjes willen we niet opspeuren, want ook onze stedelijke wetge vende macht heeft zich zelf niet gemaakt en kan daarmee wel menig ietwat onbeta melijk voorkomend relletje vrijgepleit krij gen, zelfbeheersching, is ook niet aan ieder in zelfden graad gegund, dit punt kent hier een verloop dat menigmaal den toe hoorder afgrijzen heeft ingeboezemd, hem wel meer dan eens heeft moeten verstijven door de walgelijkste en tergerste Godslas teringen waarmede het werd doorweven. De heer Bossaert zet de discussie in met de laagmaterieele vraag Gaat de stad daaruit voordeel trekken Er wordt gewikkeld in de zetelsde heer Vandamme vindt dat de stad daar ze ker niet bij verliezen zaldaar zijn oude baasjes die goedsmoedig ja knikken Oh Missiaen echter neemt een reaction- naire houding aan, en... is het een feestje- of een geloofskwestie vraagt hij, als het maar een feestje is, dat het dan verzonden worde naar de feestcommissie vervolgt spreker is het een geloofskwestie dan heeft de stad daarin niets te maken oor- deelen de heeren Missiaen en Bossaert daarin geaccompagneerd door de heeren Glorie en Van Nieuwenhove. De heer Delahaye heeft schoon te zeg gen dat het de wensch is van de Ypersche bevolking, dat de inhuldiging een verhe ven gebaar is dat onbetwistbaar ten goede komen moet aan de ontwikkeling van de godsdienstige gevoelens de roode woord voerder antwoordt hem dat hij eerst bewij zen moet dat dit in 't belang van de stad is, dat de menschen om hun godsdienstige gevoelens te ontwikkelen maar naar de kerk moeten loopen, dat de gemeenteraad daarin niets te zien heeft, en dat hij niet te gen den godsdienst niet is wat de heer Vandamme hem tusschenin verwijt —maar de vrijheid van denkwijze wil eerbiedigen. «Ja ja tatert de heer Bossaert hem na We staan nader bij 't geloof dan U allen» Dat gekraai wordt onthaald op gelach, zelfs zijn roode baas kan een lachrimpel niet terugdringen. De h. Bossaert gloeiend van trots om zijn gezegde, kijkt met een blik van zelfvoldaanheid zoekend om een goedkeuring naar de luisteraars en, be wust van zijn weerdigheid, roerde zich eventjes in zijn zetel. Die handelwijze zal hij wellicht van zijn strijdmakker den heer Missiaen hebben af gekeken, w ant die kan het nog een beetje beter. Maar hier komt het brutale: Nu de H. Voorzitter eropwijst dat we benevens de be kommering om het stoffelijk ook den Zegen Gods over ons moeten betrachten dat Gods hulp ook gewenscht. zelfs noodig is voor de w elvaart der stede, dat w e daarbij slechts zouden doen wat tal van andere steden als o. m. Roeselaere en Wen ik reeds gedaan hebben, vloekt de roode baas: «kkan gerust dien zegen missenis 't schepencol lege zoodanig bewust van zijn onmacht dat de hemel helpen moet? Watge wilt» ver volgt hij «dat is de stad afhankelijk maken van de geestelijke overheid. Kalm,den schijn wekkend als van iemand die zich reeds lang genoeg bij dit kleinzie lig als hatelijkgezwetsheeftverveelddreunt het woord v. de H. Leuridan doordezaal Hij zit daar als de eenig bekwame beplei ter van de Katholieke belangen in den ka tholieken groep.Menheeren, spreekt hij ongeveer, als er iemand wel onverdacht hier het woord in dit geval kan voeren, dan ben ik het wel die geenszins een politieke vriend ben van de voorstellers. Maar die genen die tegen deze openbare geloofsui ting, de inhuldiging van het H. Hart, ko men, misgrijpen zich wanneer ze denken dit te argumenteeren met het slagwoord: «godsdienst iseenprivaatzaak.» Godsdienst ishoegenaamd geen privaatzaak. God heeft recht zoowel op de maatschappij als op de enkelingen. Want God die de natuur der menschen regelt legt in ieder van hen de fundamenten voorde samenleving, de maat schappij. Zoo ook als de enkeling heeft de Maatschappij haarverplichtingen tegen overden Heer. De H. Missiaen en de ande ren oordeelen dus heelemaal verkeerd wan neer ze zeggen dat de stad hierin niets te zeggen heeft. Dat de stad daar wel iets in te zeggen heeft, dat kunnen we leeren uit het voorbeeld der andere steden die ons daarmeê voor zijn en zich dat recht toeken nen omwille van 't maatschappelijke van den godsdienst. Gedurende deze weerlegging zitten onze katholieke conservateurs die anders zooop hun plaats gezette godsdiensthaters zoo graag in koor de partij van hun verdediger uitmaken voor ketterij met bewonde ring te luisteren, innig voldaan, om den strijd die voor lien met een zegepraal wordt thuis gehaald. De H. Glorie echter waagt in zijn gewo ne theatrale trant, zeer gekunsteld waarin noch hart noch overtuiging gloeit, een laatste pijl in de Katholieke richting: zich vasthoudend aan het liberale beginsel: de z. g. vrijheid beweert hij dat men de men schen volledig vrij laten moet in 't uitoefe nen van hun godsdienstige verplichtingen, dat God in 't geheim wil gediend zijn, dat hij God meer aangenaam is (sic) dan die genen die vooraan in de kerk gaan knielen en datwe demenschen nietmoeteuoptrom- melen tot godsdienstige manifestaties. De H. Missiaen verklaart zich akkoord met zijn ietwat meer geraffineerden bond genoot in het breken der wetten van een persoonlijken God, en zal geen deelnemen aan de stemming. Hij herhaalt nog eens on danks de menige godslasteringen waaraan hij zich zondig maakte, dat hij niet tegen den godsdienst is, maar wel tegen diegenen die den godsdienst aan de politiek willen koppelen. Er moet aan politieke agitatie gedaan worden, vervolgt hij, want waarom moet dieinhuldiging nu plaats hebben, gij hebt daar toe vroeger ruimgelegenheidge- noeg gehad Dit laatste praat hij deH. Glo rie na. «Schoenmaker blijf bij je leest» maant de H. Leuridan. Godsdienstige geschiede nis is zeker niet uw lijfvak. Dat de inhuldi ging niet jaren vroeger was is wel hieraan gelegen dat Z. H. de Paus enkel in den laatsten tijd den wensch heeft uitgedrukt, overal, over de gansche wereld, het H. Hart' als Kristus-Koning te zien huldigen. De HH. Glorie en Missiaen vergissen zich dus grootelijks wanneer ze beweren dat het verkiezingsreklaam is. Van ons VI. Natio nalisten kan dit nog't minst gezegd worden. Na de kleingeestige scherts van de heer Glorie: tiacht eerst overeen te komen met den bisschop waarop de heer Leuri dan weervoerde vrij te zijn van politieke opinies, sluit deze karakteriseerde discus sie met den kreet van Missiaen die galmt als de wanhoopskreet van een overwon nene demagogie demagogie demago gie Dit maal oordeelt hij t beter niet naar 't publiek te kijken. .Men stemtde heeren Missiaen en Bos saert nemen er geen deel aan de heeren VanNieuwenhoveenGlorie onthouden zich, de andere stemmen «ja» dus aangenomen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Ypersche bode (1927-1928) | 1928 | | pagina 2