Nieuws- en Aankondigingsblad. WANNEER Opening van het Vlaamsch Huis Yper 2* Jaargang. N' 70. Prijs per nummer 30 centiem Zondag 29 April 1928. Beheer en Opstel: Statiestraat, 39, Yper. VLAMINGEN I>«' Vlamingen van Yper <»n ommeland hebben i*elooml wal ze kunnen! linn prachtig Vlaamsch iinis staal er, in de Shiersslrale nabij Sl YiUaas- kerke; lis al ingericht, de groole feeslzale zal ook onverwijld gebouwd worden. Op Zondag S ll»l ei is het eersten lap, I zal er spannen want heel het laamscb V per en al <le V lamingen van hel omliggende komen een keer kijken en ereeit eerste pin te drinken. Onlhoiid de date! persche Familienamen Abonnementsprijs 16 fr. 00 per jaar. 9 fr. per half jaar. 5 fr. per drie maanden. Buitenland 25 fr. Men abonneert op alle postkamoreu. Aankondigingen bij overeenkomst. Tarief op aanvraag. DE nu Alle nieuws moet tegen den Donderdag ten laatste inge zonden worden. Naamlooze artikels worden niet opgenomen. Verschijnt Wekelijks Postcheckrekening2131.97. (Rud. Claeys.) e s e Hoe komt het dat op Vlaamsch gebied er nog altijd zoovele Katholieken gevonden worden die voortdurend de noodlottigste bewerkers zijn van oneenigheid en twee spalt in de Katholieke gemeenschap, in plaats van het tot plicht te aanzien mede te helpen om de geesten tot bedaren en de driften tot rust te brengen, nu vooral in on ze zoo beroerde tijden? Het antwoord op deze vraag werd hier reeds meer dan eens gegeven, en, hoe jam mer, het moet nog steeds hetzelfde blijven: Kwaadwillige of onbewuste vooringeno menheid tegen al wat Vlaamsch is, en die belet het verheven doel der Vlaamsche be weging in zijn ware daglicht te aanschou wen, namelijk: Streven voor het volle en onverminkt LEVENSRECHT van het Vlaamsche volk. Verleid door hun franschdolle vooroor- deelen, en hun bloedeigen volkstam verra dende, willen zij den hoogst idealistischen kant van de Vlaamsche beweging niet zien, zelfs weigeren zij, al ware 't maar de min ste goedwillige en rechtzinnige poging te doen om toch, als katholieken, eens te ver staan dat de Vlaamsche vaderlandsliefde, alle rechtgeaarde Vlaming ingeboren, niets anders is dan de liefde tot God in Vlaande ren, een deel van Gods schepping, tot God in de Vlaamsche evenmenschen, die ge kwetst zijn in hunne ontwikkeling, daar door zelfs soms lichamelijken nood lijden of minder welvaart genieten. Wees Vlamingdien God Vlaming schiep» luidt het gebod van üezelle, die liet Katho liek ideaal zoo volkomen verstond. Kan de liefde tot zijn volk van den Ka tholiek niet tot een bovennatuurlijke deugd geadeld worden? En is God niet het laat ste woord van iedere edele liefde? Wanneer het zusterken der armen brood bedelt voor hare oudjes, dan bedelt zij voor God. Wanneer de ziekenzuster de wonde verpleegt van een kankerlijder, dient zij God in dien kranke. Wanneer redenaars spre ken tot de scharen, en waarheid verkondi gen, brengen zij God nader tot de wereld, en de wereld dichter bij God. Alles op zijn plaats: Wij moeten God beminnen bovenal, maar ook moeten wij allen den naaste als ons zeiven beminnen om God. Het gebod van de Godsliefde en dit van de menschcnliefde zijn maar één gebod. Zij die roepen God! God! (of Katholi cisme, Kerk, gezag), maar üodswerken niet volbrengen, leven den wil van den Vader niet na, en de barmhartige Samari taan stond dichter God nabij dan de Rabbijnen en de Schriftgeleerden, die al verdrukkende door de wereld gingen met Jehovah's naam op de lippen, maar met den haat, dat duivels- gebroed, in hun hart. Wie rechtvaardigheid zoekt, dient God. Wie op taalgebied en op rasgetrouw natio naal terrein betere toestanden betracht, be zorgt aan zijn evenmenschen een goed. Wie de Vlamingen ook in verstandelijk, ze delijk opzicht schooner maken wil, vereert God in zijn schepselen. Mijn Vlaanderen spreekt zijn eigen taal God gaf elk land de zijneIs het geoor loofd de Godsgave in het slijk te laten bezoedelen Zij die beweren onberispelijke Katholie ken te zijn, en geen aandacht schenken aan het onrecht dat hunne broeders wordt aan gedaan, die er niet naar streven dit onrecht te doen verdwijnen, kunnen geen goede Katholieken zijn, al heeten ze zich ook in- tegralisten, al stredenzij ookonderde mooi ste evangelische leuzen. Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer zal binnengaan in het Rijk der Hemelen, maar wie den wil mijns Vadersvolbrengt.» Gaat van Mij, die ongerechtigheid bedrijft. Onder de menschen op aarde zijn er Vlamingen die het rechten den plicht heb ben al hunne gaven te ontwikkelen,al hun ne talentente vermenigvuldigen. Om uit te spreken wat in hen ligt gaf de Schepper hun een taal. Die taal is het teeken van hun eigen zelf zijn. Zij is een goed dat géén staat het recht heeft te ontnemen. Grooter ondienst kan men het katholicisme niet bewijzen dan het in dienst te stellen van de verdrukking, als argument voor ver drukking aan te wenden. Verdrukking, ongerechtigheid zijn bij uitstek onkatholiek, om het even op welk gebied. Geen tergender blaspheinie kan de verdrukker begaan dan door het Gott mitt uns in de boeien te schrijven. Staatslieden en machthebbers die aan hun volk een goed onthouden waarop dat volk recht heeft, handelen zondig. Aan medeplichtigheid zijn schuldig zij die goedkeuren, niet beletten. Zij kunnen uit- stekend hunne zondagplichten of de wet ten van het vasten naleven en milde aal moezen storten in offerblokken, doch onkatholiek zijn ze waar zij het recht onder de voeten treden. De Vlaamschgezinden die uit geest van rechtvaardigheid, uit liefde voor hun even- mensch, het zedelijk en stoffelijk welzijn van hunne Vlaamsche evenmenschen be trachten, verrichten katholiek werk, dienen God in zijn schepselen, zoowel als de sociale werkers die streven naar rechtvaar dige verbetering van het lot der arbeiders. Zijn er in het Vlaamsche leger ook men schen met klein-menschelijke gebreken, wordt er in het Vlaamsche kamp, soms hard en wat woest geschreeuwd, toch straalt het Vlaamsch Ideaal, met de Katholieke zon doorschenen, in de beste leiders, in zoo menigen piiester, in de edelste jonge mannen en vrouwen. Dit Ideaal is voor hen met het christelijk saam- gesmolten, als lichaam en ziel in den mensch dit ideaal heeft er ontelbaren be hoed van losbandigheid en bederf, ontel baren gebracht tot op de bergtoppen van zelfvolmaking. Velen zijn met Vlaanderen op hun hart tot Christus' Hart gestegen. Ware en zuivere katholieke actie, Vlaam sche katholieke jeugdbeweging, zonder Belgische politieke bijbedoelingen, wan neer rijst voor Vlaanderen de langge- wenschte dag dat de verfranschte blind doek eindelijk van vele oogen vallen zal, en dat alzoo uw ontstaan, in zijn volle ont luiken, en uw bestaan, in zijne volle heer lijkheid, mogelijk worden gemaakt Wanneer wordt de plaats geruimd voor vreugde en vredebarende werkelijkheid, door wat nu nog beangstigende utopie heeten moet Ja. wanneer... wanneer...? Mocht het bij tijds gebeuren, want het is misschien nu reeds later dan sommigen wel denken Koopt bij de handelaars die hun aan kondiging in ons blad plaatsen. Onze Germaansche voorouders hadden maar een enkelen naam, zelfs de voorname lieden, bij voorbeeld de Frankische vorsten: Hlodwig, Khararik, Raganher, Hilprik, Her wig, stelden zich met één naam tevreden. In 1111 staan de Ypersche rechters ins gelijks maar met een enkelen naam bekend het waren Walter, Hilderik, Gerold, Hezelo en'Helmaar. Zeifs in 1170 vergenoegden zich nog Reinerus, Riquardus en Eustacius, Ypersche schepenen met één naam. Dit waren geen familienamen, maar per soonlijke eigennamen, die enkel meegingen van de wieg tot aan het graf. Doch het spreekt van zelfs dat zulke gewoonte een groote verwarring moest veroorzaken in de kennis van personen en familiën. I. Algauw voegde men er nochtans eene bepaling bij de zoon nam den naam zijns vaders niet aan, maar voegde na zijn per soonlijken naam zoon van... Alzoo hadden wij hier te Yper, op een tijdstip dat de ge schriften nog zeldzaam waren Adam, zoon van Theobald (1093), Kembertus, z. v. Jo hannes (1111), Dirolf, z. v. den Kastelein Arnulf, z. v. Erlebald (1116). Zelfs onder de 12 gekende Ypersche schepenen van 1173 vinden wij er nog 4 op die manier vermeld Walter, g. v, Hil- deburg Willem, z. v. Segewale Salomon, z. v. Berten Adam, z. v. Bien. II. Ook van de eerste tijden zien wij hier bij de vooraanstaande personen een plaats naam voegen na hun persoonsnaam. Staan onder andere alhier op die wijze bekend Teobald van Yper (1063) Wil lem van Yper (1148)Eustachius van Yper, (id.) Die bepaling van Yperging nochtans niet over van vader tot zoon, en was bijge- volg geen familienaam, want Fromold Teobald wordt in 1102 aangehaald als Fromold, prefekt van Yper; in 1110 als Fromold, kastelein van Yper, in 1111 als Fromold, wereldlijke proost van Yper, in 1116 als Fromold, kastelein van Yper. Wat Willem van Yper betreft, de kleim zoon van Robrecht den Fries, deze wordt onverschillig Willem van Loo en Willem van Yper genoemd"; en Eustachius van Yper, hetzelfde jaar vermeld met Willem van Yper was mét dezen geenszins verwant. III. Bediening, ambacht of bijnaam wer den geheel dikwijls tot verduidelijking na den persoonsnaam gevoegd. Alzoo vinden wij alhier aangestipt Eil- bode tollenaar (1102); Erlebald de Jonge (1187); Hugelotus Vos (1217); Johannes gezeid Loug/ie (1257) Johannes gezeid Rone (1263). Erlebald de Jonge, villicus (graaflijke- beambte van Yper, was zoon van Erlebald,. insgelijks villicus, en om onderscheid te maken, kreeg de eerste den bijnaam de- Jonge. Hugelotus Vos in 1215 enkel als Huge lotus vermeld, had ongetwijfeld om de een: of de andere reden den bijnaam Vos ver diend. Dat de naam Loughe en Rone de familie naam der twee liooger vermelde Ypersche- baljuws'niet was, wordt genoegzaam bewe zen door het woordje -.gezeid, tusschen den- persoonsnaam en de bepaling geplaatst. IV. Nochtans op het einde der jaren 110O en in 't begin der volgende eeuw vindt men hier te Yper bij de schepenen, die voorname burgers waren, namen die vart vader tot zoon overgingen en diensvolgens echte familienamen waren. Alzoo hadden wij TerricasMedem 196), Johannes Medem (1206), Tirricus Medem (1262)Walter van Scoten (\m), Johanvan Scoten (1317), Lambert van Scoten (1263) Hugo Rugghinvoet( 1173), Michel Rugghin- voet (1198), Willem Rugghinvoet (1254), Michiel Rugghinvoet (1260) en zooook de RaerdonRsde Belle's, de Broederlarn's, de De Vroede's, enz. Men zou diensvolgens mogen verwach ten, dat de oudste stadsrekeningen, name lijk deze van 1267, niets anders dan fami lienamen zouden aangeven en nochtans op de 125 namen van personen die er vermeid staan, omdat ze boeten opliepen voor het schenden der keuren, vinden wij er nog 8 vermeld, die slechts een persoonsnaam dragen Wingard, Tolfin, Henderpil, Tulin, Moderziele, Clauward, Cammerkin en Ma- helin, dat is nagenoeg 1 op 15 vermelde namen. Het volgende jaar geven de stadsreke ningen 590 namen op van Yperlingen, waar onder er nog 15 verschijnen met een per soonsnaam, 't zij 1 op 49 ingeschreven namen, In 1267 ontmoet men er slechts 2 die als nadere bepaling, zich doen kennen als zoon van... Lambinds zoon van Arnulf; Monin, z. v. Duimke, terwijl men er niet min dan 25 aantreft in 1268. Een andere bepaling in denzelfden aard, en die klaarblijkelijk toont dat hier vangeen iamiliename kan sprake zijn, vinden wij in 1267 aangehaald als volgt Petrus, knecht Bertulf, Hannekin (Janneke) knecht van Jan Haec Ridder, knecht van Willem Haec.. Voor 1268 treft men er ook maar 3 aan. 't Vervolgt.

HISTORISCHE KRANTEN

De Ypersche bode (1927-1928) | 1928 | | pagina 1