Mn 1 sfflIIIIUIlllllllllllllllllllllllllllB ■llllllffillllimiillllllllllllllllllllllM VOOR VEURriE.,DlXNUD^ i*= Bi™il!ll!llllll|i||||||||hllWB ir uJ. t liOL 3 ‘9 3gB 111! lUi IIIOBillliaifflllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIliie Eerlijk zijn. Zitdagen Geschiedkundige Aanteekeningen. j «Sdh fö IRI lil in if 6 Eerste jaar Nr 4. Zondag 26 Februari 1922. Clercken. v>. I Prijs 15 centiemen; Voor gansch’t jaar 5 fr. Voor God, Taal en Vaderland. Drukker-Uitgever, Jules Vanblaere-Decaestecker, Woumenstraat, Dixniude. ware eerlijkheid tot grondslag kan men een opbouwend christen werk beginnen: met menschen die de ware eerlijkheid zoeken en willen kan men iets verrichten en tot stand brengen. En zulke menschen zullen eene vuurbaak worden en tot richt snoer dienen te midden onzer stoffelijk en zedelijk verwarde tijden, omdat er met hen geen gevaar is, noch voor lichaamlijke verdierlijking, noch voor verdraaing der waarheid, noch voor booze misopvatting van hetgeen waarlijk goed is, oprecht ge lukkig maakt en innig de herten verblijdt. Over eenige dagen had de ter aarde- bestelling plaats van 2 der 34 gesneu velde soldaten onzer parochie. De plechtige lijkdienst werd bijge woond door meer dan 500 parochianen de overheden der gemeente, de rijks wacht, de schoolkinderen en al de oud strijders maakten deel uit van den stoet. Buiten enkele uitzonderingen hadden de inwoners der dorpplaats er aan gehouden de vlaggen in rouwloers te laten hangen. Op het kerkhof werd volgende lijkrede gelezen door den Heer Alleman onder wijzer doen beeldhouwen zooals er geen zulke waren i.i deze zijde ’s bergs ’t is te zeggen langs deze zijde van de kleine bergketen die Vlaamsch en Fransch. Vlaanderen afscheidtdit voor de somme van 400 ponden groote. Dit werk werd voltooid in 1543 en wij vinden in de kerk rekeningen van dit jaar dat de kerkmeesters een paar handschoenen kochten en ten geschenke gaven aan de vrouw van den beeldhou wer, waarschijnelijk om hunne vol doening uit te drukken, ’t gene bewijst dat de kerkmeesters van de 16 eeuw ook hunne wereld kenden Over Jan Bertet heeft men anders niets vernomen. Eene legende die over vijf tig jaar nog bestond in ’t Dixmudsche wilde dat het magistraat vdn Dixmude de oogen van den kunstenaar doen uit branden had om te beletten dat hij elders nog zijne talenten zou gebruikt !icbbc;i De beelden die de menigvuldige nis sen der H ogzaal versierden waren van twee verschillende tijdstippen: eenige onder hen (5 of 6) dagteekenden van rond het tijdstip dat het doxaal gemaakt wierd, dit der H. Barbara namelijk dat de bewondering van al de kunstliefheb bers opwekte. De andere zijn van Jan Bottelgier die De hoogzaal van St Nicolauskerk. Onder de menigvuldige kunststukken waarover de Dixmudelingen fier waren, bekleedt de Hoogzaal anders gezeid het doxaal van St Nicolauskerk ongetwijfeld de eerste plaats. In al de boeken van aardrijkskunde, in de gidsen van Joanne of Baedeker, in de woordenboeken Larousse enz. was het doxaal onafscheidelijk van de melding Dixmude- Onze stad die tegenwoordig zulk een droevige beroemdheid verworven heeft wasvoor den oorlog bijzonderlijk door het doxaal gekend en de vernietiging van dit kunstwerk is op kunstgebied wel een der droevigste gevolgen van den oorlog in onze streek. Nutteloos voor de lezers van de Yzer- bode al de schoonheden van dit won derbaar beeldwerk te beschrijven allen hebben het gekend bewonderd en met fierheid aan de vreemdelingen getoond Herinneren wij alleen de geschied kundige bijzonderheden aan het doxaal verbonden en zeggen wij wat er van het zelve geworden is. Ten Jare 1536 mieken de Kerkmeesters van St Nicolaus akkoord met den beeld houwer Jan Bertet van een doxaal te kijkt naar zijn gebeur, en ziet er de nieu we mode en leert er nog een beetje bij. De voorbeelden komen dikwijls van hooger op: ’t is een gejaag zonder einde naar vermaak, naar grootheid naar geld en goed: de waarheid wordt erbij gesleurd het goede wordt er misvormd, en dikwijls zeer dikwijls is ’t de politiek, de dwaze en zotte politiek die wanbegrippen rond zaaiden gebruikt om tot haar doel te ko men. Socialisten en liberalen vinden het alzoo goed om zelfs de eenvoudigste waar hedenvanonschristen geloof in ’t belache lijke te stellen, ente bespotten, te ver draaien of te bevechten. Men zou zeggen dat ze het niet kunnen lijden dat de men schen eenvoudig en goed willen zijn en blijven, treffelijk en deftig eerlijk en deugdzaam willen leven in heel hunnen wandel en handel En wat is er het gevolg van aldat gedoe? Kommer daarmee meer welstand, meer voldoening, meergeluk en vreugde? Op verrena niet! Onze Lieven Heere zei, en zijn Woord blijft waarheid die het ge vaar bemint zal er in yergaan. De Duit- schers, de overwonnelingen, beminden het gevaar van met vuurwapens te spelen en zij zijn er in vergaan. Wij overwin naars, wij beminnen het gevaar van al te zeggen, tepeizen en te doen, wat strijdig is met eerlijkheid, waarheid, goedheid en wij dreigen ook te vergaan. De samen leving houdt schier niet meer samen en brokkelt van een. De grootste verstanden en deze die op hun geweten de leiding der volkeren voelen drukken bezien vol angst den toestand en zoeken naar genees middels tegen een gebeurlijk catastroof die de beschaving bedreigt. Er zijn mid dels en zelfs vele geneesmiddels want God heeft de volkeren geneesbaar ge maakt: maar die middels moeten trapsge wijze toegepast worden aan iedereen, en door iedereen. Tot grondslag van al die geneesmiddels dientde eerlijkheid de wareen natuurlijke eerlijkheid die eigen moet zijn aan een redelijk schepsel zooals de mensch. Met Wij hier, menschen van het front, wij zeggen dikwijls: wat al verwoesting toch heeft de oorlog veroorzaakt! En waarlijk, het gedurig bezien van al die puinen, heeft ons om zoo te zeggen met dat gedacht doordrongen. Maar daar uit zelf is er een gevaar ontstaan. De stoffelijke schade is zeker eene jammerlijke verwoesting geweest, maar de oorlog heeft nog andere en meer be- klagensweerdige verwoestingen, zedelijke zedelijke teweeg gebracht. En onder deze is het gemis aan eerlijkheid zeker wel eender meeste. En door eerlijkheid versta ik nietenkei rechtveerdigheid, maar alles wat den mensch, als mensch, naar ziel en lichaam veredelt, alles wat betaamt bij een schepsel dat met rede en verstand begaafd Is, alles wat passen moet aan een schepsel dat met recht de koning der scheppinggenaamd wordt. Aan den mensch gaf de Schepper een lichaam dat de rede moet ten dienste staan een verstand dat de waarheid moet zoe ken en aanveerden, een wil die het goede moet betrachten en volbrengen. Dit alles zou heel natuurlijk moeten zijn, zoo na tuurlijk als het zwemmen voor den visch, als het vliegen voor den vogel, als het kijken voor de oogen. Een mensch die door zijne rede het lichaam bestuurt, die door zijn verstand de waarheid zoekt en aanveerdt, diedoorzijn wil hetgoede doet, zulk een mensch is een ware mensch, een vollemensch, een natuurlijk goede mensch een eerlijk mensch. Op hem is het spreek woord toepasselijkdie doet wat hij kan is een eerlijk man! Maar daar heeft deoorlog zijne droevigste verwoestingen te weeggebracht. Heden ten dage, zou men zeggen, is alles an ders geworden ’t is eene nieuwe mo de, eene andere wereld: de mensch leeft niet meer voor hetgeen hem verheffen en veredelen mocht, maar voor al wat hem verdierlijken en ontaarden kan. Elk een Voortaan zullen er te Dixmude, IN DE VREDE, groote markt, regelmatige zitdagen gehouden worden 1° Den eersten Maandag van iedere maand door Mr Struye, provinciale Se nator, van 10 uren voort. 2° Door M' Goetghebuer, volksverte genwoordiger, den tweeden Zondag van iedere maand van na 7 1/2 ure mis tot 10 uren. 3° Door Mr Brusselmans, volksverte- woordiger, den derden Maandag van iedere ma"nd van 10 uren voort. neer op ons wjj belooven DE ÏZERB0DE Naar Frankrijk namen ze den wijk hoe wel stellend ze ook waren, ontbloot van alles. o Het Belgisch leger had soldaten noodig. Allen werden opgeroepen jongeren en ouderen rijken en armen. En zooals in den oproep geen onderscheid werd gemaakt tusschen nederigheid en welstand, zoo ook vinden wij hier op den doodenakker het bewijs dat alle standen van de samenleving het hunne hebben bijgebrachl tot de verdediging en de ver lossing van het Vaderland. We hebben vóór ons de stoffelijke overblijfsels van Soenen Cyriel, Zoon van een zeer welheb bende familie en van Lauwers Alois Zoon van brave, eenvoudige werklieden. Het doet oprecht deugd aan 't hert der toege stroomde menigte dat beiden evenveel als helden herdacht worden. En dient het niet gezegd dat de twee familiën bijna evenzeer beproefd werden Cyriel had zijn oudsten broeder, Achiel, na een langdurige ziekte zien begraven vóór den oorlog. Cyriel moest door zijn heldendood het leven zijner geliefde en bezorgde moeder zien verkorten en ook haren dood veroorzaken. Alois, wiens vader, korten tijd na het uitbreken van den oorlog gestorven was' bleef in het balling schap, in Frankrijk, de eenige steun zijner moeder, weduwe, daar zijn broeder Henri als soldaat bij het Belgisch leger reeds was binnengeroepen. Beiden zijn gevallen korten tijd vóór de ver lossing van ons Vaderland. Alois den 18Septemder 1918 en Cyriel den 29 September 1918. Met den dichter zeg ik voor elk hunner Op ver gelegen bodem, daar lag een doode soldaat, Een ongeteld vergeten waar niemand acht opslaat. Daar reden vele generalenmet eereteekens voorbij, Geen enkle dacht, of die doode een kruisje waardig zij Om velen die daar vielen steeg jammerkreet en [klacht. Aan hem slechts werd door niemand, een woord, [een traan gebracht. Maar in een verre woning, daar zat, in ’t avondrood Een Vader stom te peinzen Mijn arme [jongen... dood Daar zat een moeder te snikken en ’t sneed {door merg en been God weet wat in zijn doodsuur mijn jongen [heeft geleèn I Daar zuchtten broeders, zusters, wezenloos [van smart Al is hij ook gestorven, toch leeft hij in ons hart. En veel paar oogen schreiden vroeg en laat Om d’armen, armen doode, waar niemand [acht op slaat. Maar neen, brave dapperen, nu slaapt ge niet meer op vreemden bodem, nu rust gij op de plaats waar binnen kort het kruis u beschijnen zal; nu zijt ge in ons midden, nu leeft ge met ons en uw gedachtenis gaat bij ons nooit verloren. o Jongelingen, Knapen! Vegeet nooit onze Helden Hun voorbeeld zal u steeds een licht en een macht wezen. Ze waren Clerckenaars zooals gij zijt. Bedroef de familieleden van beide Helden, Rouwmoedige toehoorders. Voor de tweede maal wordt mij de droevige taak opgelegd in naam der gansche bevolking een laatste hulde te brengen aan onze dappere jongens en dit wel ter gelegenheid van de ter aardebe- stelling van Soenen Cyriel soldaat bij het le Regi ment Grenadiers en Lauwers Alois soldaat bij het lc Regiment Artillerie. Einde October 1914 was bijna iedereen op de vlucht te Clercken. De familiën van onze duurbare afgestorvenen waren ook in dit getal hl Ze waren schoolkinderen, gelijk ge nu zijt Ze waren mijn leerlingen, gelijk ge nu zijt; Ze wa ren jongens van uwen ouderdom, jongens, toen zij optraden als verdedigers van het Vaderland. Ze waren manhaftig: Cyriel sneuvelde met al de zijnen, 32 in getal, bij een bevolen aanval te Pas- schendaele. Alois werd ;elijfdeeld door een obus bijeen verde diging te Woumen, Getrouw aan uwen plicht, zult ge u staalsterk maken; ge zult uw Vaderland dienen inden Vrede gelijk beiden zaliger het gediend hebben in den Oorlog. Hoogde Herien! En vergeet nooit welke voorbeelden onze strij ders u gegeven hebben. o Rouwmoedige familieleden van den te vroeg over- ledenzoonen bedroefde bloedverwanten, wij weten het, uwe droefheid is smartelijk, maar we verstaan ook dat ze gewettigd is. Weest nochtans overtuigd dat uw zoon, uw naast- bestaande, slachtoffer van zijn plicht, de hemelsche belooning heeft ontvangen. Moge de tegenwoordigheid van een zoo talrijke menigte, deelnemende aan uwen rouw, een zoete balsem wezen op uwe diepe wonden, Mochtet ge u sterken in de gedachte dat Cyriel en Alois u uit den Hemel bijstaan! Dit ware en dit wezeu een groote troost! En gij, duurbaar afgestorvenen, ziet wij buigen ons diep over uwe lijkeg^ u onze erkentelijke gedachte^»?" e<. Rust in Vrede, dapperen^ We vergeten u nieff

HISTORISCHE KRANTEN

De Yzerbode (1922-1940) | 1922 | | pagina 1