4 u mi aniiiiiiiiinmiiiiniiiiiimitiiiHiKrë mil 3 VOOR VEURNE-, Dl rir B; ii 1 Zitdagen Durven LU—1. Onvergefelijke Maanden! SA De Gevaartenjssen Eener Schilderij. V ^0 W i Eerste jaar Nr 8. Zondag 26 Maart 1922’ II gj Voor God, Taal en Vaderland. Drukker-Uitgever, Jules Vanblaere-Decaestecker, Dixmude. Postcheck 72428 het menschelijk op- pp Prijs 15 centiemen; Voor gansch ’t jaar 5 fr. craai waai üi en dat ’t Meeste profijt dat is ’s nuchtens niet eten, ’snoens niet koken, en ’s avonds den overschot stoven. beteugeling zedeloosheid Ji fill lol fl fflFnïg 423^ Voortaan zullen er te Dixmude, IN DE VREDE, groote markt, regelmatige zitdagen gehouden worden 1° Den eersten Maandag van iedere maand door M' Struye, provinciale Se nator, van 10 uren voort. 2° Door Mr Goetghebuer, volksverte genwoordiger, den tweeden Zondag van iedere maand van na 7 1/2 ure mis tot 10 uren. 3° Door Mr Brusselmans, volksverte- woordiger, den derden Maandag van iedere maand van 10 uren voort. i -i De heidenen zegden dat de fortuin de durvers helpt en tegenlacht. Wij Vlamingen hebben een ander en beter woord help u zelven, zoo helpe u God 1 En voor wie zal dat waarheid zijn? Voor de durvers, alleen voor de dur vers. grievende stonden op die kamer daar waar ik met andere familieleden bij het sterfbed gestaan had van mijn ge liefden vader. Daar zag ik de kamer wèar wij bij winteravonde in gemoede- lijken huiskring zoo gelukkige uren ge sleten hadden. In dat huis heb ik den eersten obus zien dringen ’t Was alsof een schicht mijn herte doorboorde. Van de kerk zag ik maar een puin hoop meer, maar voor mijn geest stond zij daar nog met haar prachtige voute ge schonken door een mijner voorouders, en zooveel andere onherstelbare geden- kenisscn Daar kwam vóór mijn oog opdagen de plaats waar ik zat den dag mijner eerste Communie. Dèar zag ik nog voor den geest den predikstoel van waar het woord Gods op den dag des Heeren, binst den vastentijd, de octave van Aller zielen en in menige andere aandoenlijke omstandigheden ons toegesproken werd door Z. E. H. Deken Delrue en andere begaafde predikanten, (wordt voortgezet) geworden in tegenwoor van den burger Jans- Municipale officier van de Stad Dixmude die met mij geteekend heeft, jaar en dag als boven. Napoleon nog eerste Consul zijnde, Er .waren gekwetsten wierd geklaagd en g reutel gorgelde uit menige stervende borst. Mijn lieve jongens hadden dringend hulpe vandoen. Niet geaarzeld dus. Met de vlag van ’t roode kruis opgeheven sping ik boven op den dijk en binst één ure en half doorzocht ik de stukgeschoten stellingen, stervenden bijstaande, lijden den troostende. Ieder jaar, ieder tijd, ieder eeuw heeft zijn eigenaardige kenschappen waarnaar zij gewoonlijk genoemd worden. Zoo zegt men van de 20e eeuw dat het de'eeuwisder democratie. Men zegt ook al van onzen tijd dat het de tijd is van ’t geld en van het vermaak, ’t Zal wel waar zijn vermits het overal geschreven staat en gezien wordt, en dat 'iedereen het zegt en voelt. Maar mij dunkt dat wij nu ook een ander tijd beleven een tijd dien ik maar niet genoemd kan krijgen in hooge letterkundige bewoording. Het volk dat spijts alles toch altijd nog een beetje gezond verstand bewaart en de zaken weet te nemen zooals zij zijn, heeft er een eigenaardig woord op nagehouden. En ’k zal ’t maar zeggen zooals ’t volk het zegt wij leven nu in den tijd der platbroekerij PicttfffarRenj Wtraat geen eervol durven meer is is wel waarlijk onze tijd. En ziet maar rondom U ’t is een woekeren zonder einde van die el lendige plaag in ’t privaat leven, in ’t burgerlijk, godsdienstig, en openbaar leven. En ’t ongeluk is dat het altijd de goede zijn die er door aangetast worden, die altijd maar toegeven, die altijd maar'lijdzaam alles laten zeggen en doen uit vrees voor de andere, omdat men te veel zou roepen en uitschelden als onverdraag- zamen. En ondertusschen zakt men al dieper en dieper naar den diepenrik der be ginselloosheid, ’t is te zeggen in het gebrek aan vaste en durvende overtuiging die zich luidop zou moeten uitspreken waar het past en als het noodig is. Zwijgen is onverbeterlijk zegt men, maar dat is op verre na niet altijd waar, en spreken is dikwijls eene plicht. Op ’t praalgraf van Berten Rodenbach moest er staan alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Kristus maar om dat er zekere heertjes hunne neus op staken heeft men de platbroekerij begaan van te zetten alles voor Vlaanderen Vlaanderen tot in der eeuwigheid. En onder al onze personnagen dikwijls zoo geerne spreken voor het kuddevolk hoevele zijn er die van verre of van bij de kleinste zinspeling zouden durven maken aan een Opper ste Wezen aan een ander en beter leven Zi^ maar ook in het burgerlijk leven, ’t is nu al besparing dat de klokke slaat, en nochtans de verschillige bud getten van ’t land beloopen een mil liard meer dan verleden jaar. Alleman zegt dat er moet gespaard worden, iedereen ziet en voelt waar er kan gespaard worden en toch niemand durft het aan van te zeggenneen, wij stem men zulke schrikkelijke sommen niet meerEn als er sommigen hier eene som durven weigeren, ’t is om er daar nog eene grootere bij te voegen uit belang, uit vrees voor eene kategorie kiezers...., uit platbroekerij Dat is nu ook wel die nieuwe tijd waarover er hier onlangs nog gespro ken wierd. De tijd van willoosheid en la+pn - van ikzucht en niet lurven. -- - Dat is zeker ook al een gevolg van den oorlog, de reactie zooals men dat noemt van die vierjaren lange kracht- inspanning en gejaagdheid om.een ze gevierend einde aan den oorlog te stellen. Maar drie jaar na den wapenstilstand zouden de menschen wel mogen beginnen inzien dat het zoo niet kan blijven duren, dat er in een leven geene ware voldoe ning en in de wereld geen degelijk bestuur mogelijk zijn met durfloosheid en platbroekerij dat alles alzoo ten lan ge laatste uitkomt ten voordeele der boozendienog de eenige durvers zijn en er goed gebruik weten van te maken voor hunne eigene plannen van bederf en anarchie. Er zou dus meer durf moeten komen in ons volk. En als ik zeg durf 't- en is op verre na geen ruitebrekerij, die het werk is van onbezonnen losbollen, dat ik bedoelen wil, maar wel berede neerde wilskracht die de tegenvoeter is van karakterloosheid en altijd werkt voor al wat goed is, voor al wat waar is en eerlijk en oeftig. Meer durf in ons eerlijk zijn, in ons deftig- mensch- zijn. Meer durf in ons christelijk en gods dienstig leven om altijd te toonen wie wij zijn en wat wij gelooven, zonder Ik zag hoe van den overkant, van ’t water de vijandelijke oogen mij toegla- rieden. Had ik durven staan kijken, hoe zou ik mijn lieve geboortestad dan wel heb- xben kunnen zien. Maar neen, hoe zeer ik er ook toe geneigd was toch mocht ik den schijn niet hebben van te willen de vijandelijke stellingen onderzoeken. O spotternij 1 Na mijnen terugkeer hadden de Moffen een bloemruiker boven op den puinhoop van den Bloemmolen gesteken, als teeken van zege. Hoe kookte mijn bloed in mijne aderen! Dikwijls heb ik sedertdien de stad inge keken. Daar vóór mij stond nog altijd mijn vader huis, gebouwd door mijne ouders, dat huis waar ik zulke gelukkige kinderjaren gesleten heb. Ik zager in mijn verbeelding al de plaatsen van. Alle hoeken en kanten langs trap en op zolder in hof en in ka mers waren mij- overbekend daar leefde ik wcêr in verbeelding die zalige uren overgebracht op mijn kinderkamer, die Men mag de vermaarde schilderij van Jordaens DE AANBIDDING DER WIJZEN die den Hoogen Altaar der St Nicolauskerk van Dixmude versier de, als verloren aanschouwen..,, ten waren zij in Duitschland zou berus ten. Maar dit is onwaarschijn lijk. Deze schilderij, eender merkweerdigste van den grooten Vlaamschen Meester heeft eene geschokte' loopbaan gehad en hare geschiedenis is het vertellen weerd. Volgens de Kerkrekeningen werd zij aangekocht in 1643. In de rekenin gen van dit jaar vinden wij over dezen aankoop de volgende aanteekenin- gen Betaald aan Tobias schilder over Jordaens, Dien ons zoo heiligen grond heb ik in brokken zien opensperren, vermen- geld met de gebeenderen onzer dierbare dooden. Hoe schrikkelijk als 't eens aangaat 1 Gedurende die lange maanden hadden wijde wacht, nueens rechts dan links van de stad, maar gelijk van waar lag zij daar voor ons in hare schamele ellende. Op eenen anderen 20” Mei onheil spellende dag werden wij twee uren lang beschoten. Veel was er vernield. '-x—1 en dooden. Er gesteend, de doods- vaar of vrees voor zicht. Meer durf in onze betrekkingen met de menschen wij moeten van niemand benauwd zijn, niet vreezen van belachen of bespot te zijn. Zijn wij dan geen vrije menschen? Meer durf in ons burgersleven om overal in het land orde, werkzaamheid, spaarzaamheid en beteugeling der steeds toenemende zedeloosheid te eischen. Ziedaar een breed veld waar de oud gekende vlaamsche koppigheid goed werk zou kunnen verrichten. De heidenen zegden dat de Rijcpuaarts, schilder tot Antwe jen overAie. levering? van de 1800 ponden pansTsl Utaai. Idem, betaald denzelfden, over zijne moeinisse over ’t procureeren van dezelve schilderij 144 p. p. Idem, betaald Walram Galle, over de leveringe van een raam met harpan- neelen van achter beslegen om de schilderij van den hoogen altaar 30p. p. Ten jare 1794 werd de schilderij van Jordaens in beslag genomen door de ver tegenwoordigers der Fransche Républiek en naar Padjs overgebracht. Over deze wii het volgende te Parijs. VRIJHEID. GELIJKHEID. ’t Jaar 2 der Fransche Republiek den dertigsten fructidor. ik, Pierre Jacques Tinet, lid der Agencie voor handel en bevoorrading gesticht door Arrest van het «Comité de Salut Public» van 24 florial, heb mij begeven naar Dixmude om er te doen afhalen de volgende schilderij In de Parochiale Kerk eene schil derij van Jordaens, verbeeldende de Aanbidding der Wijzen zijnde 11 voet lang en 8 v. 3 D. breed. Deze schilderij is vervoerd geworden in tegenwoor digheid seune, bezocht eenige jaren later Dixmude tij dens zijne omreis in Vlaanderen en werd er verwelkomd door de burgerlijke en geestelijke overheden De eerste Con sul opmerkende dat de klokken aan 't luiden waren en den beiaard aan 't spe len was, wenschte den Pastoor Demas- sière geluk, dat men deze voorwerpen aan de handen der revolutionairen had kunnen onttrekken. Hierop ant- woorde den pastor slimweg ’t Is waar, burger- consul, wij hebben dit geluk gehad, maar wij betreuren van eenen anderen kant het verlies onzer schilderij van Jordaens die ons ont- nomen werd om ze naar het muzeum van Parijs te voeren en wij durven, ho- pen dat door uw machtige tusschen- komst, het gemakkelijk zal zijn dit meesterstuk terug te krij- gen. Napoleon beval aanzijn secretaris H. B. Manet nota van dit verzoek te nemen en eenige maanden later kwam te Dix mude eene schilderij toe van den Fran- schen schilder Jouvenet. Had men de schilderij van Jordaens niet teruggevonden of hielden de be waarders van het Museum van Parijs te veel aan dit meesterstuk om het te laten gaan. De schilderij van Jouvenet die bijna dezelfde afmeetingen had -als—«leze van Jordaens werd op jfétj Abögën 'altaar DEÏ WL 7?- die BODE n te 1 rlo 1 zx. tri vA

HISTORISCHE KRANTEN

De Yzerbode (1922-1940) | 1922 | | pagina 1