L. Vrouw van Dadizeele.
Handzaeme.
Woensdag toekomende zal de jaarlijksche
vergadering te Dadizeele plaats hebben,
bestaande uit afgeveerdigden van al de bij
zondere genootschappen van Vincentius
a Paulo van het bisdom.
Dit jaar zal er dien dag een buitengewone
toeloop van bedevaarders plaats hebben, ter
oorzaak van de plechtige processie met het
mirakuleus beeld van Maria, die maar alle
25 jaar eens uitgaat. Ook heeft het bestuur van
de ijzeren-wegen de voorzienigheid gehad van
bijzondere treinen voor dien dag in te richten.
Er zal een trein uit Brugge vertrekken om
6 ure 45 minuten en te Lichtervelde de bede
vaarders medenemen die daar met het convooi
zijn aangekomen dat te Dixmude vertrekt rond
den 5 ure en half. Die bijzondere trein keert
's namiddags naar Brugge terug om 4 ure
24 minuten. Zoo dat de bedevaarders van
Dixmude en omstreken ten 7 ure 's morgens te
Ledeghem-Dadizeele aankomen en ten 6 ure
's avonds reeds kunnen t'huis zijn.
Veurne. Iets liefs is het koperen boekstaantje
der 15e eeuw. Wat in prachtige Renaissance is,
't is de rustaltaar van 't H. Sacrament, in 1614
gemaakt. Een bouwmeester zei mij dat men het
voor hoogaltaar had moeten gebruiken. In den
tegenwoordigen altaar vindt men eene schoone
schilderie van Jordaens (1644), en in de vonte een
rijk gesmeede heframe die het kunstvolle koperen
vontedeksel ophoudt. Benevens al die schoon
heden zijn er nog merkweerdige zerken en
gebeitelde tafereelen.
Nu het Begijnhof. Het bestond reeds in de
13' eeuw. De tegenwoordige kerk wierd toch
maar ingewijd in 1435. Ze is van twee deelen
waar het oudste van het leegste is. Daar vindt men
scboone zerken in van de jaren 1400 en 1500, en
bijzonderlijk merkt men den kasuifel van
St Thomas Becket. Het geweefsel is van de 12°
eeuw en het kruis van de 15®. Ongelukkiglijk heeft
men dit, versmaald. Men toont daar ook eenen
kelk. St Thomas heeft dien ook gebruikt ten
H. Misoffer, zoo zeggen velen, maar anderen
twijfelen daarover uit reden van de vorm die
weinig past op die der 12® eeuw.
De oude kapel der Grijsde Zusters, in de
Eessenstraat, is een gothiek gebouw. Onge
lukkiglijk dient het nu voor magazijn.
Van Diksmuide komen de gildeleden naar
Veurne noenmalen en zijn niet weinig verheugd
den wijdberoemden James Weale bij hen te zien
binnenkomen. Hij komt recht van Engeland om
met zijne gildebroeders het vijf en twintigjarig
bestaan der gilde te vieren. Met den heer Stuart
Knill, alderman van Londen, begroeten alle leden
den aankomenden vriond 'met een luidruchtig
hip, hip, hoerrah
Daarna op toer in Veurne. Veurne is een der
netste, lievelijkste steedjes des lands, dat van
zijnen eeuwenouden luister nog veel wonder
werken bewaart. Schoon en verwisselend
gebouwd, met breede straten, toont het een aantal
huizen die met kunstige gevels staan prijken.
Maar de schoonste groep is toch die van de
Markt, met die in trap gebouwde puntgevels, dien
schoon gekapten steen en die lievelijke brieken
kolonnekes. Het prachtig gothieke huis van
Mevr. Beaumont, het Stadhuis, het Paleis van
justitie vormen er een grootsch vertoog dat be
kroond wordt met den onvergelijkbaren hoog-
uitstekenden koor van Ste Walburgakerk.
Ste Walburgakerk is het pronkjuweel van
Veurne. Hare geschiedenis is eeuwenoud. Men
moet opklimmen tot rond de 7J® eeuw. Toen
bouwde men te Veurne ie eerste kerk die men
O. L. Vrouw toewijdde. Maar de Noordmannen
kwamen ze in 861 verwoesten. Boudewijn met
den IJzeren-arm herbouwde die, schonk er de
relikwiëen aan der HH. Walburga, Willibald en
Winibald, stelde ze onder de aanroeping der
H. Walburga en stelde er Benedijktijnen. Nog
maals wierd ze verwoest in 906 en korts daarna
hersteld. Maar te klein en niet schoon genoeg,
deed ze graaf Boudewyn III in 958 herbouwen.
De romaansche deelen die heden nog te zien
blijven, zijn er overblijfsels van 1° de twee
zijtorens van ongelijke dikte die op onrechte lijn
in den tegenwoordigen beuk staan, op eenen
afstand van 8 meters 50 verbonden zijn met twee
groote volronde bogen, 2° twee deelen muur
het noordwestelijk gedeelte van den kruisbeuk
uitmakende, 3° den grooten boog, leidende van
den kruisbeuk tot den beuk, 4® een gedeelte van
den muur des hoofdbeuks, 5° een gedeelte vaa den
muur van 't oud klooster.
Welk plan die oude kerk kon hebben, is
grootelijks betwist. Wat zeker is, 't is dat zij eene
kruiskerke was die tamelijk groot was daar men
voor eenen beuk elf meters telt al binnen den boog
die loopt van den noordrouur tot aan den noorder
trapgevel van het kruis, en nog den kruisbeuk
moet meetellen.
Ten jare 1230 begonnen de kanonikken eene
grootere en schoonere kerk te bouwen, 't Is het
monument dat nu de glorie maakt van Veurne,
een der schoonste die men vindt. De verdeelingen
zijn zoo goed, da smeet zoo grootsch, de ver
scheidene deelen zoo goed ontworpen en
opgemaakt, de arcs-boutants of steekbogen zoo
breed en rijke dat die kerk, al staat zij maar ten
deele, door alle kenners wordt bewonderd.
Jammer is het dat de kanoniken niet voort konnen
doen. Ze wrochten erjaren aan, maar de oorlogen
deden ze staken en toen men 200 jaar nadien
't werk heraanviog moest men om dezelfde reden
alles laten vallen.
Wie zien wil wat er- van die kerk moest
geworden, stel hem bij den altaar van O. L. Vrouw
van Nood. Daar zal hij den kruisbeuk in den koor
ontwaren en gemakkelijk de verscheidene beuken
kunnen volmaken in zijnen geest.
Wat nu van het gothiek gedeelte der kerk
bestaat, is de koor met sanctuarium, de
absidiale kapellen rondom den koor, de twee
groote zijkapellen en die van 't H. Kruis van
Ste Catharina.
De koor is 23m50 hoog, 10m50 breed en 24m lang
en verdeeld telkens op lengte van 3m50 door zes
bogen rustende op kolommen die llm hooge zijn.
Op de kapiteelen dier kolommen staan de zeven
Hoofdzonden verbeeld, welke figuren voor
voetzuil dienen aan drie smalle pijlers die de
gewelfribben steunen.
De triforium of gaanderij rond den koor wordt
door iedereen bewonderd. Hoe moest die kerke
schoone zijn toen zij prachtig uitgedoscht stond in
hare geschilderde hooge muren. De kerke immers
was geschilderd zoo men het genoeg in den koor,
benevens de sacristij en in de kruiskapel zien kan.
Wat nog te bewonderen valt in die kerke, 't zijn
de sleutelsteenen der voute van den koor, de
voetzuilen der pilaren en de kolonnekes van de
zijkapellen. Hoe stout! Men staat er bij verbaasd
hoe die zoo een gewelfsel dragen kunnen. Ziet
toen naar de zoo rijkgebeeldhouwde sluitsteenen
der H. Kruiskapelle waar de koperen kolonnen
van gestolen wierdon door de vriendelijke sans
culotten van Frankrijk. Voegt daarbij de basis
van den toren en de twee sacristijen.
Wat het nieuwerwetsch gedeelte aangaat, 't be
staat uit het zuiderlijk deel van den kruisbeuk
dat in 1787 gebouwd wierd en niets beteekent.
Mocht het afgebroken en in den trant van den
koor herbouwd worden. Moet men daarvan wan
hopen? Jammer is het dat men daarvoor het
geld niet verspaarde dat men wegsmeet al die
dwaze herstellingen doen aan de buiten
gaanderijen van het dak, de steekbogen en de
vensters, 't Is immers een wandaal die de
schoone brieken gaanderijen, vensterstaven en
versieringen wegnam om ze met onbeduidende
meisenen vormen te vervangen, 't En zal, God zij
gedankt, niet lange staan en toen zal men de oude
vormen kunnen weêr stellen.
Niemand gaat St Walburga bezien zonder den
kostbaren schat van 't H. Kruis te vereeren. Door
Robrecht van Jerusalem geschonken wierd bet,
H. Kruis in eene zilververgulde relikwiekas ge
steld. Ze is van de 16® eeuw, kruisvormig schoon
geciseleerd en langs de kanten met gekrulde
blaren versierd. Ongelukkiglijk is de voet weg. De
Franschen hebben hem ook meè.
In de zelfde kerk vindt men Dog bij'den ingang
een oud Christusbeeld der 16® eeuw, vier trip-
tyquen of openslaande schilderien waarvan oen
der 16® eeuw in Ste Catharina-kapelle, eene die
de krooning van O. L. Vrouw verbeeldt, eene ten
noorden den kruisbeuk die de Geboorte X' ver
beeldt en een vierde die te midden O L Vrouw
toont en op de luiken den deken Nikolaas van
Villenfaigne (j- 1636) en St Nikolaas. daarbij eene
O. L. Vrouw van Van Oost, in de kruiskapel de
Kruisafdoening en bij O. L. Vrouw van Noord-
altaar eene Piëta op gulden grond, en
St Wilhelmus de Communie gevende aan eenen
stervenden soldaat, geschilderd door den Veur-
naar Boucquet.
Eindelijk vindt men in Ste Walburgakerk
prachtige zittens die in Renaissance stijl gebeiteld
zijn ten jare 1629 door Urbaan Taillebert van
IJper, en den schoonen predikstoel met St Jan er
onder die op eene rots zijn Apocalypsis schrijft.
Boven zijn hoofd spreidt een arend de vleugelen
uit, op den voortrant der kuip staat de beeltenis
van God den Vader scepter en wereldbol in de
handen houdende, en de kuip houdt vast aan twee
palmboomen dat met hun gebladerte den hemel
van den stoel ophouden.
Die predikstoel wierd in 1727 door H. Pulincx
van Brugge gebeiteld.
Sint Nikolaais kerk is gedeeltelijk straf oud,
ingezien de gelukzalige Jan van Waasten, bisschop
van Terenburg, de hoek reeds afstond aan eene
nieuw opgekomene abdij van Augustijnen. Ze was
van toen af prochiekerlt. Maar van die kerk
bestaat er slechts het onderste deel van den toren,
't Moet in de 13® eeuw gebouwd zijn, en daar vindt
men een spitsbogig portaal in dat met twee reken
heiligbeelden onder baldakijns versierd is en
boven hetwelke men in den tympan de beeldte-
nissen ziet van den Zaligmaker, der H. Maagd en
van St Jan Baptista. Jammer is het toch dat dit
portaal zóo diep in den grond zit, zoo vervallen en
verwaarloosd wordt zoodat men moeite de
beeldtenissen onderscheiden kan. Zelfs heeft men
in den hoek van het portaal een gebouwken laten
plaatsen dat op geheel andere plaats schikt
gesteld te worden.
Die eerste kerk wierd in 1494 afgebroken en
door de tegenwoordige vervangen. Deze was
gansch in brieken gebouwdnu toch heeft men de
vensterramen en bogen in meloen hersteld wat
jammer is. De kerk die in 1780 gansch misvormd
wierd. heeft drie even wijde, lange, beuken.
Aan de middenbeuk wierd in latere tijden
eene abside gebouwd die men nu zal hermaken
met de herstelling der kerk die. God zij geloofd,
in 't korte zal begonnen worden onder toezicht
van heer O'te van Thielt. Het kruis steekt alleen
met den topgevel buitenwaarts uit. De toren is
schoon gothiek. maar over eenige jaren heeft men
de spitsige schoone maar bouwvallige naaide
moeten afnemen.
In die kerk zijn te zien1° de prachtige
triptyqne der 16® eeuw die de Kruisvinding ver
beeldt, 2° de marteldood der H. Barbara door
L. De Deyster van Brugge, en 3° de oude
remonstrantie der abdij, in trant der 16° eeuw.
In den toren hangt de oude klokke het
Bomtje die lm43 meet aan de middellijn van de
bazis en 1,18 m. hoog is. Op de banden leest meD
in'tlatijn: Ik roep te wapen, geef het noodsein
in geval van brand en wijs de uren aan. In 1379
miek mij ter eere Gods meester Willem van
Harelbeke. f Ik heet Maria Christus overwint f
Christus regeert t Christus gebiedt f O Moeder
Gods, help mij.
Van oude kloosters en kapellen vindt men te
Veurne overblijfsels l°op den koer van 't Hotel
van Commercie, 2° in de schuur van Mm® W' Bril,
3° in 't huis van M. Steylaert.
Op den hoek der Markt en Ooststraat staat er
een prachtig gebouw 1° een dikke toren met
brieken vooie en schutshoeken, hoogklimmende
dak. Daar staken langs de kanten schoone gothieke
vensters in. 't Was het belfort van Veurne dat in
1445 gebouwd wierd. Daarnevens bouwde men
korts daarna het Stadhuis dat allen kenner slaat
om de pracht zijner gothieke en rijkversierde
vensters.Het gebouw heeft veel geleden; de
gaanderij is weg, de ingangpoort toegemetst.
Maar al bachten heeft men gelukkiglijk eene
tweede rijke poort die voor model kan dienen en
vele ornementen blijven bewaard op de zolderin
gen. Daarmee is het dat de heer architect Vinck
de herstelling beraamt en wierden zijne plans door
alle gildeleden hartelijk goedgekeurd.
't Hedendaagsche Stadhuis staat noordwest de
Markt, 't Heeft twee deelen in witte heelbak
en bekroond door lieve puntgevels. Op den
linkeren gevel staat het jaartal 1596 en op den
rechteren 1612. Gansch het gebouw is rijke gekapt.
Buiten staat er een schoon voorportaal. Binnen
zijn er verscheidene rijke zalen die met cordou-
aansch leder behangen zijn en iedereen wordt
geslegen bij het intreden der ontvangstzale met
hare rijkgebeitelde portalen, schoone schouw en
houten snijwerk.
In het Stadhuis vindt men ook die wondere
gedenkteekens van het oude rechtvier koppen
eri twee vuisten met koperen platen waar men het
vonnis op leest van degenen die ze moesten laten
maken.
Eindelijk blijft het Paleis van justicie. 't Was
eerst het landhuis, 't Wierd in 1613 opgericht,
gansch in arduin en klassieken stijl met kolommen
van Ionische en andere van sameriges'eide orde.
Enkel de toren van 1629 is in brieken. Dit gebouw
is grootsch en binnen en buiten. Eene voorplaats
doorgaande komt men aan den trap die vouten
heeft met uitstekende rebben. Boven is er eene
groote zaal waar er een prachtig arduinen schouw
in staat. Twee steunbeelden dragen op wentel-
vormig sieraad den schoorsteenmantel waar men
de wapens op ziet der stad en kastelnij en dit van
Spanje. Twee leeuwen houden ter zijde eenen
wereldbol. In de schouw vindt men gelijk op veel
andere gebouwen, steenen enz. met het merk-
teeken van den beeldhouwer en werkman.
Langs den noordkant vindt men in den muur
scboone arduinen bogen en leuningen die van de
oude vierschaar afkomstig zijn. Verder komt
men in bet tribunaal, groote indrukwekkende zaal
met houten voute, schoone schouw en eene
gothieke schilderij dia het Laatste oordeel ver
beeldt. Langs eene deure met koperen staven
versierd, komt men in de kapel van het landhuis.
Daar bestaat nog het lief gesnedene doxaal.
's Avonds had de gilde eene vergadering in de
ontvangstzaal van het Stadhuis. De heer Burg
meester De Haena wenschte den vreemde kunst
minnaars welkom en deze waren gelukkig hem te
mogen antwoorden hoe zij van Veurne tevreden
waren en de stad bewonderd hadden.
De Vrijdag morgend vertrok men naar
Nieuport. Eerst gingen wij naar het Stadhuis
waar de heer Burgmeester ons den welkom zei en
onder zijn geleide en dit van M. Derudder zagen
wij Nieuport.
't Stadhuis heeft verscheidene schoone schilde
ringen waarvan diegene die St-Antonius legende
vertelt, wonderbaar schoon is. Op den achterkant
staat de stad geschilderd gelijk ze was in 1284. De
slag van Nieuport is ook een prachtig tafereel en
het portret van Philip II wierd door iedereen
bewonderd.
De Halle in trant der 14® eeuw, wierd in 1480
aangevangen. Ze is rechthoekig en op de vier uit
einden staan breede torekens. Aan den noordkant
staat de toren, het belfort, dat een schoon stuk is,
versierd met bogen en gekoppelde vensterramen.
Wat wonderbaar is, 't is het benedendeel dat
tusschen wijde spitsbogen plaatse laat om markt
of winkels te houden Maar wat deerlijk mismaakt
wierd, 't is het binnenwerk, 't Gelijkt aan het' oude
niet meer; kolommen, vensters, vouten, alles is
veranderd en onredelijk vernieuwd. Nochtans
moet men geen wijze kenner zijn eens dat men de
photographie of de teekening van het oude voor
oogen heeft en de tegenwoordige boven en onder-
deelen gaat beschouwen om te kiezen tusschen de
twee. Wat men voor schoon in de studiewerken
aanwees, is weg en op nieuw gedacht uitgewrocht.
Dit en is geene herstelling meer, 't is nieuws.
De Templierstoren is dik en vierkante. Hij
is van de 13® eeuwe en stond eerst te midden
St Laurenskerke die deel miek van 't kasteel der
stad in 1364 door Engelschen vernield.
Te Nieuport vindt men nog andere schoone
dingen het Hospitaal met zijn hooge dak en zijn
schoon toreken, het hotel l'Espérance, en de
oude vierbake die door Gwijde van Dampierre
gebouwd, toch grootelijks vernieuwd wierd en nu
verre van zee staande zonder nut is.
Nieuport-kerk is een waar monument dat
waarseinjnelijk in 1364 na den brand van Nieuport
gebouwd wierd j immer dat die overdikke toren
(van 1631-1673) zoo groot gedeelte er van dekt.
De Bisschop van Therouanea, Milo bouwde de
eerste kerk in 1165 waarvan enkel in 't zuiderlijk
deel iets overblijft; zij is kruisvormig en van drie
beuken bijna van gelijke hoogte en vier bogen.
De middenbeuk heeft een uitspriugende deel met
drie wanden en de zijbeuken eindigen plat.
In 1510 bouwde men eene vierde beuk, maar zij
wierd in 1836 afgebroken. Daar vindt men toch
al buiten nog teekens van.
Buiten ziet men nog een schoon portaal en de
vonte die van den laatsten gothieken trant is.
Binnen, boven de bogen loopt er een gebeitelde
band en in den kruisbeuk is er eene drielobbige
kornies die de berden voute dragen moest. In den
kruisbeuk zijn de pilaren op driehoekigen plan
gebouwd. Daarbij vindt men in die kerke veel
muurschilderinge die ze wonder belangrijk maakt
en ook zerksteenen en koperen platen die schoone
zijn. Wij waren zelfs zoo gelukkig er eenige uit
den vergeethoek te mogen halen. Men ziet toen
schoone doopvont en Renaissance zittens, een
kruis der 14e of 15® eeuw, schoone beelden van
St Adriaan en Ste Anna, het bovenste deel van
den gothieken predikstoel der 16® eeuw, eenen
triptyque tmet O. L. Vrouw van den Rozenkrans,
den Rusttabernakel van 't H. Sacrament, de
prachtige overgroote remonstrancie en de kerk-
ornementen die zoo rijke zijn.
Na Nieuport-stad gezien te hebben gingen de
gildeleden zeewaarts en 's namiddag vertrokken
zij welgezind over hunne reis elk naar huis de
eenen naar Duitschland, de anderen naar Enge
land, anderen nog naar Frankrijk en wij naar
onze heerdstede in ons lieve Belgie en Vlaander-
land. Elkeen wierp zijnen gildebroeder een
vriendelijk tot wederziens. Wij voornamelijk
die de streek bewonen zeiden uit ter herten
wacht niet lange van hier weder te komen.
VEURNE, 6 September 1889. R.
God die zijn behagen schept in Zijne heiligen te
vereeren, heeft hen een vermogen geschonken
van voorsprake; maar aan geen eenen heeft hij
zoo groote macht verleend als aan zijne Moeder
de Allerheiligste Maagd Maria.
Om redens aan ons onbekend, heeft de heilige
Maagd zekere plaatsen uitverkoren om er
bewijzen te geven van hare macht en hare
goedheid. Zoo heeft zij op onze dagen Salette
verkozen en Lourdes, en in vroegere tijden Hal,
Scherpenheuvel enz
In Vlaanderen zijn er verscheidene heilig
dommen van Maria; maar de vermaardste bede
vaartsplaats van 't bisdom van Brugge is
ongetwijfeld Dadizeele.
De oorsprong van den bedevaart is de volgende
Een edelman had twee zwarte ossen verloren.
Hij ging daarover eenen kluizenaar raadplegen die
in de nabijheid woonde.
De H. Maagd verscheen aan dien kluizenaar
en zegde hem waar de edelman in plaats van twee
zwarte, twee witte ossen ging vinden, erbij
voegende dat haar verzoek was dat er te dier
plaatse eene kapel, haar ter eere, gebouwd wierde.
De ossen wierden gevonden en de kapel wierd
gebouwd. Wanneer nu de kapelle gebouwd was,
eenige der bijzonderste inwoners gingen naar
Doornik te wege ten einde Zijne Hoogweerdig-
heid te verzoeken van de kapelle te komen
wijdenmaar ziet aan de palen van de parochie
verscheen hun O. L. Vrouw en zegde hun van op
hunne stappen weder te keeren, en voegde er bij
dat de kapelle door haar gewijd was en dat zij tot
teeken van die wijding rondom de kapel eenen
zijden draad zouden gespannen vinden zonder
begin en zonder einde.
Gelijk de H. Maagd gezeid had, zoo vonden het
de kerkmeesters.
Van dan af begon O. L Vrouw op die plaats be
wijzen te geven van hare macht en hare goedheid.
Er gebeurden eene menigte mirakels welke men
kan lezen in het werkje van E H Gervoson en in
dit van E. H. A. Coulon.
De wonderbare oorsprong der kapelle en de
menig'e mirakelen die er geschiedden, waren
oorzaak dat bedevaarders van allen rang er in
menigte naartoe stroomden.
Zoo wierd Dadizeele bezocht door den
vermaarden bedevaarder van Ameltes De
H. B. Labre.
Het wierd insgelijks bezocht in 1466 door
Z. Hoogw. Willem, bisschop van Doornik, en in
1815 door Z. Hoogw. Maurice de Broglie,
bisschop van Gent en Z. Hoogw. Louis du Bourg,
bisschop van New-Orleans in Amerika.
De abten van Zonnebeke met hunne klooster
lingen en lieten ook niet O. L. Vrouw te komen
vereeren.
De wereldsche grootheid ook kwam hare huld.o
bieden aan de H. Maagd, en zoo is het dat onder
verscheidene anderen aangehaald in boven
gemelde werkskes. ten jare 1497, na den slag van
Guinegate, Maximiliaan van Oostenrijk en Maria
van Burgondie, vergezeld van Jan van Dadizeele,
opperhoofd van het vlaamsche leger, O. L. Vrouw
kwamen bedanken voor de behaalde overwinning.
Het heiligdom van Dadizeele bezit een beeld
van O. L. Vrouw waarvan de oorsprong onbekend
is, en hetwelk men gemeenlijk heet het beeld van
mirakel.
Dat mirakuleus beeld wordt processiewijs
rondgedragen in buitengewone omstandigheden,
b. v. ten tijde van besmettelijke ziekten, gelijk
voprtijds met goeden uitslag de relikwiën van de
H. Rosalie wierden rondgedregen te Palerrna en
het beeld van den H. Rockus te Constanz.
Buiten die ommegangen die op onbepaalde
tijdstippen geschieden, wordt het mirakuleus
beeld processiewijs rondgedregen alle 25 jaar.
Het jaar 1889 is liet, jaar dat die jubelé-processie
moet geschieden.
Geestelijke en wereldlijke overheid, vereenigd
door dezelfde gevoelens va n liefde en van dank
baarheid, hebben elkander de hand gegeven om
deze processie eene grootero plechtigheid bij te
zetten. Inwoners vau Kortrijken van Gheluwe, de
parochiën van Becelaere en van Ledeghem en de
beide parochiën der stad Meenen hebben hunne
welwillende medehulp gegeven
Twee comiteiten, een van mannen en een van
vrouwen, zijn neerstig aan het werk gegaan om
de noodige schikkingen te nemen.
De processie met het mirakuleus beeld zal
tweemaal uitgaan te weten den Zondag 8°
dezer, achter de Vespers, omtrent 2 1/2 uren, en
den Woensdag 11 September achter de hoogmisse,
omtrent 11 uren. Deze tweede uitgang zal vereerd
worden door de tegenwoordigheid van zijne
Doorl. Hoogw. den Bisschop van Brugge.
De gansche stoet der processie zal bestaan uit
3 deelen
Het eerste deel bevat de geschiedenis van den
oorsprong en deze mirakuleuze wijding van Kerk,
daarop volgen de groep der mirakels, geleverd
door Meenende groep der bedevaarders ten
grooten deele ook geleverd door Meenen.
Het tweede deel is de stoet van het miruheleus
beelden bevat onder andere, op eenen wagen,
eenen groep verbeeldende da verheerlijking van
O. L. V. Onbevlekt Ontvangen. Deze groep is
geleverd door inwoners van Gheluwe.
Het derde deel bevat den stoet van het
H. Sahrament.
Het bestier der ijzerwegen heeft de beleefdheid
gehad van voor die twee dagen bijzondere treinen
in te richten.
Congregatiën, sociëteiten enz., kunnen kaarten
bekomen aan verminderde prijzen.
De statie van Ledeghem is op 25 minuten afstand
van Dadizeele kerke.
Geen mensch en mag God of O. L Vrouw wetten
stellen, maar het en is evenwel geen vermetel
betrouwen van te peizen dat op dia dagen de
Heilige Moeder Gods milde zal zijn in het uitdeelen
barer gunsten.
De menschen verhalen nog dat over 25 jaar eene
vrouw die niet gaan en kon, haar met een levendig
betrouwen had doen dragen op eene plaats waar
het mirakuleus beeld moest voorbijgaanhoe
haar groot betrouwen beloond wierd met eene
plotselinge genezing en hoe zjj uit dankbaarheid
belofte deed en onderhield van nooit meer elders
te gaan als naar het heiligdom van hare
Weldoenster.
Moge de Heilige Maagd op nieuw rondgaan al
goed te doen: moge deze plechtigheid voor uit
werksel hebben van iets bij te dragen tot de glorie
van O. L. Vrouw. Moge zij in de herten der
geloovigen de gevoelens vermeerderen van liefde
en van betrouwen ten opzichte van de Heilige
Moeder Gods.
Verleden Zondag had, te Handzaeme, de drie-
maandelijksche proclamatie plaats voor de
katholieke knechten en meisjesscholen.
Die proclamatie was een schoon feestje, iets als