L. Vrouw van Dadizeele. Handzaeme. Woensdag toekomende zal de jaarlijksche vergadering te Dadizeele plaats hebben, bestaande uit afgeveerdigden van al de bij zondere genootschappen van Vincentius a Paulo van het bisdom. Dit jaar zal er dien dag een buitengewone toeloop van bedevaarders plaats hebben, ter oorzaak van de plechtige processie met het mirakuleus beeld van Maria, die maar alle 25 jaar eens uitgaat. Ook heeft het bestuur van de ijzeren-wegen de voorzienigheid gehad van bijzondere treinen voor dien dag in te richten. Er zal een trein uit Brugge vertrekken om 6 ure 45 minuten en te Lichtervelde de bede vaarders medenemen die daar met het convooi zijn aangekomen dat te Dixmude vertrekt rond den 5 ure en half. Die bijzondere trein keert 's namiddags naar Brugge terug om 4 ure 24 minuten. Zoo dat de bedevaarders van Dixmude en omstreken ten 7 ure 's morgens te Ledeghem-Dadizeele aankomen en ten 6 ure 's avonds reeds kunnen t'huis zijn. Veurne. Iets liefs is het koperen boekstaantje der 15e eeuw. Wat in prachtige Renaissance is, 't is de rustaltaar van 't H. Sacrament, in 1614 gemaakt. Een bouwmeester zei mij dat men het voor hoogaltaar had moeten gebruiken. In den tegenwoordigen altaar vindt men eene schoone schilderie van Jordaens (1644), en in de vonte een rijk gesmeede heframe die het kunstvolle koperen vontedeksel ophoudt. Benevens al die schoon heden zijn er nog merkweerdige zerken en gebeitelde tafereelen. Nu het Begijnhof. Het bestond reeds in de 13' eeuw. De tegenwoordige kerk wierd toch maar ingewijd in 1435. Ze is van twee deelen waar het oudste van het leegste is. Daar vindt men scboone zerken in van de jaren 1400 en 1500, en bijzonderlijk merkt men den kasuifel van St Thomas Becket. Het geweefsel is van de 12° eeuw en het kruis van de 15®. Ongelukkiglijk heeft men dit, versmaald. Men toont daar ook eenen kelk. St Thomas heeft dien ook gebruikt ten H. Misoffer, zoo zeggen velen, maar anderen twijfelen daarover uit reden van de vorm die weinig past op die der 12® eeuw. De oude kapel der Grijsde Zusters, in de Eessenstraat, is een gothiek gebouw. Onge lukkiglijk dient het nu voor magazijn. Van Diksmuide komen de gildeleden naar Veurne noenmalen en zijn niet weinig verheugd den wijdberoemden James Weale bij hen te zien binnenkomen. Hij komt recht van Engeland om met zijne gildebroeders het vijf en twintigjarig bestaan der gilde te vieren. Met den heer Stuart Knill, alderman van Londen, begroeten alle leden den aankomenden vriond 'met een luidruchtig hip, hip, hoerrah Daarna op toer in Veurne. Veurne is een der netste, lievelijkste steedjes des lands, dat van zijnen eeuwenouden luister nog veel wonder werken bewaart. Schoon en verwisselend gebouwd, met breede straten, toont het een aantal huizen die met kunstige gevels staan prijken. Maar de schoonste groep is toch die van de Markt, met die in trap gebouwde puntgevels, dien schoon gekapten steen en die lievelijke brieken kolonnekes. Het prachtig gothieke huis van Mevr. Beaumont, het Stadhuis, het Paleis van justitie vormen er een grootsch vertoog dat be kroond wordt met den onvergelijkbaren hoog- uitstekenden koor van Ste Walburgakerk. Ste Walburgakerk is het pronkjuweel van Veurne. Hare geschiedenis is eeuwenoud. Men moet opklimmen tot rond de 7J® eeuw. Toen bouwde men te Veurne ie eerste kerk die men O. L. Vrouw toewijdde. Maar de Noordmannen kwamen ze in 861 verwoesten. Boudewijn met den IJzeren-arm herbouwde die, schonk er de relikwiëen aan der HH. Walburga, Willibald en Winibald, stelde ze onder de aanroeping der H. Walburga en stelde er Benedijktijnen. Nog maals wierd ze verwoest in 906 en korts daarna hersteld. Maar te klein en niet schoon genoeg, deed ze graaf Boudewyn III in 958 herbouwen. De romaansche deelen die heden nog te zien blijven, zijn er overblijfsels van 1° de twee zijtorens van ongelijke dikte die op onrechte lijn in den tegenwoordigen beuk staan, op eenen afstand van 8 meters 50 verbonden zijn met twee groote volronde bogen, 2° twee deelen muur het noordwestelijk gedeelte van den kruisbeuk uitmakende, 3° den grooten boog, leidende van den kruisbeuk tot den beuk, 4® een gedeelte van den muur des hoofdbeuks, 5° een gedeelte vaa den muur van 't oud klooster. Welk plan die oude kerk kon hebben, is grootelijks betwist. Wat zeker is, 't is dat zij eene kruiskerke was die tamelijk groot was daar men voor eenen beuk elf meters telt al binnen den boog die loopt van den noordrouur tot aan den noorder trapgevel van het kruis, en nog den kruisbeuk moet meetellen. Ten jare 1230 begonnen de kanonikken eene grootere en schoonere kerk te bouwen, 't Is het monument dat nu de glorie maakt van Veurne, een der schoonste die men vindt. De verdeelingen zijn zoo goed, da smeet zoo grootsch, de ver scheidene deelen zoo goed ontworpen en opgemaakt, de arcs-boutants of steekbogen zoo breed en rijke dat die kerk, al staat zij maar ten deele, door alle kenners wordt bewonderd. Jammer is het dat de kanoniken niet voort konnen doen. Ze wrochten erjaren aan, maar de oorlogen deden ze staken en toen men 200 jaar nadien 't werk heraanviog moest men om dezelfde reden alles laten vallen. Wie zien wil wat er- van die kerk moest geworden, stel hem bij den altaar van O. L. Vrouw van Nood. Daar zal hij den kruisbeuk in den koor ontwaren en gemakkelijk de verscheidene beuken kunnen volmaken in zijnen geest. Wat nu van het gothiek gedeelte der kerk bestaat, is de koor met sanctuarium, de absidiale kapellen rondom den koor, de twee groote zijkapellen en die van 't H. Kruis van Ste Catharina. De koor is 23m50 hoog, 10m50 breed en 24m lang en verdeeld telkens op lengte van 3m50 door zes bogen rustende op kolommen die llm hooge zijn. Op de kapiteelen dier kolommen staan de zeven Hoofdzonden verbeeld, welke figuren voor voetzuil dienen aan drie smalle pijlers die de gewelfribben steunen. De triforium of gaanderij rond den koor wordt door iedereen bewonderd. Hoe moest die kerke schoone zijn toen zij prachtig uitgedoscht stond in hare geschilderde hooge muren. De kerke immers was geschilderd zoo men het genoeg in den koor, benevens de sacristij en in de kruiskapel zien kan. Wat nog te bewonderen valt in die kerke, 't zijn de sleutelsteenen der voute van den koor, de voetzuilen der pilaren en de kolonnekes van de zijkapellen. Hoe stout! Men staat er bij verbaasd hoe die zoo een gewelfsel dragen kunnen. Ziet toen naar de zoo rijkgebeeldhouwde sluitsteenen der H. Kruiskapelle waar de koperen kolonnen van gestolen wierdon door de vriendelijke sans culotten van Frankrijk. Voegt daarbij de basis van den toren en de twee sacristijen. Wat het nieuwerwetsch gedeelte aangaat, 't be staat uit het zuiderlijk deel van den kruisbeuk dat in 1787 gebouwd wierd en niets beteekent. Mocht het afgebroken en in den trant van den koor herbouwd worden. Moet men daarvan wan hopen? Jammer is het dat men daarvoor het geld niet verspaarde dat men wegsmeet al die dwaze herstellingen doen aan de buiten gaanderijen van het dak, de steekbogen en de vensters, 't Is immers een wandaal die de schoone brieken gaanderijen, vensterstaven en versieringen wegnam om ze met onbeduidende meisenen vormen te vervangen, 't En zal, God zij gedankt, niet lange staan en toen zal men de oude vormen kunnen weêr stellen. Niemand gaat St Walburga bezien zonder den kostbaren schat van 't H. Kruis te vereeren. Door Robrecht van Jerusalem geschonken wierd bet, H. Kruis in eene zilververgulde relikwiekas ge steld. Ze is van de 16® eeuw, kruisvormig schoon geciseleerd en langs de kanten met gekrulde blaren versierd. Ongelukkiglijk is de voet weg. De Franschen hebben hem ook meè. In de zelfde kerk vindt men Dog bij'den ingang een oud Christusbeeld der 16® eeuw, vier trip- tyquen of openslaande schilderien waarvan oen der 16® eeuw in Ste Catharina-kapelle, eene die de krooning van O. L. Vrouw verbeeldt, eene ten noorden den kruisbeuk die de Geboorte X' ver beeldt en een vierde die te midden O L Vrouw toont en op de luiken den deken Nikolaas van Villenfaigne (j- 1636) en St Nikolaas. daarbij eene O. L. Vrouw van Van Oost, in de kruiskapel de Kruisafdoening en bij O. L. Vrouw van Noord- altaar eene Piëta op gulden grond, en St Wilhelmus de Communie gevende aan eenen stervenden soldaat, geschilderd door den Veur- naar Boucquet. Eindelijk vindt men in Ste Walburgakerk prachtige zittens die in Renaissance stijl gebeiteld zijn ten jare 1629 door Urbaan Taillebert van IJper, en den schoonen predikstoel met St Jan er onder die op eene rots zijn Apocalypsis schrijft. Boven zijn hoofd spreidt een arend de vleugelen uit, op den voortrant der kuip staat de beeltenis van God den Vader scepter en wereldbol in de handen houdende, en de kuip houdt vast aan twee palmboomen dat met hun gebladerte den hemel van den stoel ophouden. Die predikstoel wierd in 1727 door H. Pulincx van Brugge gebeiteld. Sint Nikolaais kerk is gedeeltelijk straf oud, ingezien de gelukzalige Jan van Waasten, bisschop van Terenburg, de hoek reeds afstond aan eene nieuw opgekomene abdij van Augustijnen. Ze was van toen af prochiekerlt. Maar van die kerk bestaat er slechts het onderste deel van den toren, 't Moet in de 13® eeuw gebouwd zijn, en daar vindt men een spitsbogig portaal in dat met twee reken heiligbeelden onder baldakijns versierd is en boven hetwelke men in den tympan de beeldte- nissen ziet van den Zaligmaker, der H. Maagd en van St Jan Baptista. Jammer is het toch dat dit portaal zóo diep in den grond zit, zoo vervallen en verwaarloosd wordt zoodat men moeite de beeldtenissen onderscheiden kan. Zelfs heeft men in den hoek van het portaal een gebouwken laten plaatsen dat op geheel andere plaats schikt gesteld te worden. Die eerste kerk wierd in 1494 afgebroken en door de tegenwoordige vervangen. Deze was gansch in brieken gebouwdnu toch heeft men de vensterramen en bogen in meloen hersteld wat jammer is. De kerk die in 1780 gansch misvormd wierd. heeft drie even wijde, lange, beuken. Aan de middenbeuk wierd in latere tijden eene abside gebouwd die men nu zal hermaken met de herstelling der kerk die. God zij geloofd, in 't korte zal begonnen worden onder toezicht van heer O'te van Thielt. Het kruis steekt alleen met den topgevel buitenwaarts uit. De toren is schoon gothiek. maar over eenige jaren heeft men de spitsige schoone maar bouwvallige naaide moeten afnemen. In die kerk zijn te zien1° de prachtige triptyqne der 16® eeuw die de Kruisvinding ver beeldt, 2° de marteldood der H. Barbara door L. De Deyster van Brugge, en 3° de oude remonstrantie der abdij, in trant der 16° eeuw. In den toren hangt de oude klokke het Bomtje die lm43 meet aan de middellijn van de bazis en 1,18 m. hoog is. Op de banden leest meD in'tlatijn: Ik roep te wapen, geef het noodsein in geval van brand en wijs de uren aan. In 1379 miek mij ter eere Gods meester Willem van Harelbeke. f Ik heet Maria Christus overwint f Christus regeert t Christus gebiedt f O Moeder Gods, help mij. Van oude kloosters en kapellen vindt men te Veurne overblijfsels l°op den koer van 't Hotel van Commercie, 2° in de schuur van Mm® W' Bril, 3° in 't huis van M. Steylaert. Op den hoek der Markt en Ooststraat staat er een prachtig gebouw 1° een dikke toren met brieken vooie en schutshoeken, hoogklimmende dak. Daar staken langs de kanten schoone gothieke vensters in. 't Was het belfort van Veurne dat in 1445 gebouwd wierd. Daarnevens bouwde men korts daarna het Stadhuis dat allen kenner slaat om de pracht zijner gothieke en rijkversierde vensters.Het gebouw heeft veel geleden; de gaanderij is weg, de ingangpoort toegemetst. Maar al bachten heeft men gelukkiglijk eene tweede rijke poort die voor model kan dienen en vele ornementen blijven bewaard op de zolderin gen. Daarmee is het dat de heer architect Vinck de herstelling beraamt en wierden zijne plans door alle gildeleden hartelijk goedgekeurd. 't Hedendaagsche Stadhuis staat noordwest de Markt, 't Heeft twee deelen in witte heelbak en bekroond door lieve puntgevels. Op den linkeren gevel staat het jaartal 1596 en op den rechteren 1612. Gansch het gebouw is rijke gekapt. Buiten staat er een schoon voorportaal. Binnen zijn er verscheidene rijke zalen die met cordou- aansch leder behangen zijn en iedereen wordt geslegen bij het intreden der ontvangstzale met hare rijkgebeitelde portalen, schoone schouw en houten snijwerk. In het Stadhuis vindt men ook die wondere gedenkteekens van het oude rechtvier koppen eri twee vuisten met koperen platen waar men het vonnis op leest van degenen die ze moesten laten maken. Eindelijk blijft het Paleis van justicie. 't Was eerst het landhuis, 't Wierd in 1613 opgericht, gansch in arduin en klassieken stijl met kolommen van Ionische en andere van sameriges'eide orde. Enkel de toren van 1629 is in brieken. Dit gebouw is grootsch en binnen en buiten. Eene voorplaats doorgaande komt men aan den trap die vouten heeft met uitstekende rebben. Boven is er eene groote zaal waar er een prachtig arduinen schouw in staat. Twee steunbeelden dragen op wentel- vormig sieraad den schoorsteenmantel waar men de wapens op ziet der stad en kastelnij en dit van Spanje. Twee leeuwen houden ter zijde eenen wereldbol. In de schouw vindt men gelijk op veel andere gebouwen, steenen enz. met het merk- teeken van den beeldhouwer en werkman. Langs den noordkant vindt men in den muur scboone arduinen bogen en leuningen die van de oude vierschaar afkomstig zijn. Verder komt men in bet tribunaal, groote indrukwekkende zaal met houten voute, schoone schouw en eene gothieke schilderij dia het Laatste oordeel ver beeldt. Langs eene deure met koperen staven versierd, komt men in de kapel van het landhuis. Daar bestaat nog het lief gesnedene doxaal. 's Avonds had de gilde eene vergadering in de ontvangstzaal van het Stadhuis. De heer Burg meester De Haena wenschte den vreemde kunst minnaars welkom en deze waren gelukkig hem te mogen antwoorden hoe zij van Veurne tevreden waren en de stad bewonderd hadden. De Vrijdag morgend vertrok men naar Nieuport. Eerst gingen wij naar het Stadhuis waar de heer Burgmeester ons den welkom zei en onder zijn geleide en dit van M. Derudder zagen wij Nieuport. 't Stadhuis heeft verscheidene schoone schilde ringen waarvan diegene die St-Antonius legende vertelt, wonderbaar schoon is. Op den achterkant staat de stad geschilderd gelijk ze was in 1284. De slag van Nieuport is ook een prachtig tafereel en het portret van Philip II wierd door iedereen bewonderd. De Halle in trant der 14® eeuw, wierd in 1480 aangevangen. Ze is rechthoekig en op de vier uit einden staan breede torekens. Aan den noordkant staat de toren, het belfort, dat een schoon stuk is, versierd met bogen en gekoppelde vensterramen. Wat wonderbaar is, 't is het benedendeel dat tusschen wijde spitsbogen plaatse laat om markt of winkels te houden Maar wat deerlijk mismaakt wierd, 't is het binnenwerk, 't Gelijkt aan het' oude niet meer; kolommen, vensters, vouten, alles is veranderd en onredelijk vernieuwd. Nochtans moet men geen wijze kenner zijn eens dat men de photographie of de teekening van het oude voor oogen heeft en de tegenwoordige boven en onder- deelen gaat beschouwen om te kiezen tusschen de twee. Wat men voor schoon in de studiewerken aanwees, is weg en op nieuw gedacht uitgewrocht. Dit en is geene herstelling meer, 't is nieuws. De Templierstoren is dik en vierkante. Hij is van de 13® eeuwe en stond eerst te midden St Laurenskerke die deel miek van 't kasteel der stad in 1364 door Engelschen vernield. Te Nieuport vindt men nog andere schoone dingen het Hospitaal met zijn hooge dak en zijn schoon toreken, het hotel l'Espérance, en de oude vierbake die door Gwijde van Dampierre gebouwd, toch grootelijks vernieuwd wierd en nu verre van zee staande zonder nut is. Nieuport-kerk is een waar monument dat waarseinjnelijk in 1364 na den brand van Nieuport gebouwd wierd j immer dat die overdikke toren (van 1631-1673) zoo groot gedeelte er van dekt. De Bisschop van Therouanea, Milo bouwde de eerste kerk in 1165 waarvan enkel in 't zuiderlijk deel iets overblijft; zij is kruisvormig en van drie beuken bijna van gelijke hoogte en vier bogen. De middenbeuk heeft een uitspriugende deel met drie wanden en de zijbeuken eindigen plat. In 1510 bouwde men eene vierde beuk, maar zij wierd in 1836 afgebroken. Daar vindt men toch al buiten nog teekens van. Buiten ziet men nog een schoon portaal en de vonte die van den laatsten gothieken trant is. Binnen, boven de bogen loopt er een gebeitelde band en in den kruisbeuk is er eene drielobbige kornies die de berden voute dragen moest. In den kruisbeuk zijn de pilaren op driehoekigen plan gebouwd. Daarbij vindt men in die kerke veel muurschilderinge die ze wonder belangrijk maakt en ook zerksteenen en koperen platen die schoone zijn. Wij waren zelfs zoo gelukkig er eenige uit den vergeethoek te mogen halen. Men ziet toen schoone doopvont en Renaissance zittens, een kruis der 14e of 15® eeuw, schoone beelden van St Adriaan en Ste Anna, het bovenste deel van den gothieken predikstoel der 16® eeuw, eenen triptyque tmet O. L. Vrouw van den Rozenkrans, den Rusttabernakel van 't H. Sacrament, de prachtige overgroote remonstrancie en de kerk- ornementen die zoo rijke zijn. Na Nieuport-stad gezien te hebben gingen de gildeleden zeewaarts en 's namiddag vertrokken zij welgezind over hunne reis elk naar huis de eenen naar Duitschland, de anderen naar Enge land, anderen nog naar Frankrijk en wij naar onze heerdstede in ons lieve Belgie en Vlaander- land. Elkeen wierp zijnen gildebroeder een vriendelijk tot wederziens. Wij voornamelijk die de streek bewonen zeiden uit ter herten wacht niet lange van hier weder te komen. VEURNE, 6 September 1889. R. God die zijn behagen schept in Zijne heiligen te vereeren, heeft hen een vermogen geschonken van voorsprake; maar aan geen eenen heeft hij zoo groote macht verleend als aan zijne Moeder de Allerheiligste Maagd Maria. Om redens aan ons onbekend, heeft de heilige Maagd zekere plaatsen uitverkoren om er bewijzen te geven van hare macht en hare goedheid. Zoo heeft zij op onze dagen Salette verkozen en Lourdes, en in vroegere tijden Hal, Scherpenheuvel enz In Vlaanderen zijn er verscheidene heilig dommen van Maria; maar de vermaardste bede vaartsplaats van 't bisdom van Brugge is ongetwijfeld Dadizeele. De oorsprong van den bedevaart is de volgende Een edelman had twee zwarte ossen verloren. Hij ging daarover eenen kluizenaar raadplegen die in de nabijheid woonde. De H. Maagd verscheen aan dien kluizenaar en zegde hem waar de edelman in plaats van twee zwarte, twee witte ossen ging vinden, erbij voegende dat haar verzoek was dat er te dier plaatse eene kapel, haar ter eere, gebouwd wierde. De ossen wierden gevonden en de kapel wierd gebouwd. Wanneer nu de kapelle gebouwd was, eenige der bijzonderste inwoners gingen naar Doornik te wege ten einde Zijne Hoogweerdig- heid te verzoeken van de kapelle te komen wijdenmaar ziet aan de palen van de parochie verscheen hun O. L. Vrouw en zegde hun van op hunne stappen weder te keeren, en voegde er bij dat de kapelle door haar gewijd was en dat zij tot teeken van die wijding rondom de kapel eenen zijden draad zouden gespannen vinden zonder begin en zonder einde. Gelijk de H. Maagd gezeid had, zoo vonden het de kerkmeesters. Van dan af begon O. L Vrouw op die plaats be wijzen te geven van hare macht en hare goedheid. Er gebeurden eene menigte mirakels welke men kan lezen in het werkje van E H Gervoson en in dit van E. H. A. Coulon. De wonderbare oorsprong der kapelle en de menig'e mirakelen die er geschiedden, waren oorzaak dat bedevaarders van allen rang er in menigte naartoe stroomden. Zoo wierd Dadizeele bezocht door den vermaarden bedevaarder van Ameltes De H. B. Labre. Het wierd insgelijks bezocht in 1466 door Z. Hoogw. Willem, bisschop van Doornik, en in 1815 door Z. Hoogw. Maurice de Broglie, bisschop van Gent en Z. Hoogw. Louis du Bourg, bisschop van New-Orleans in Amerika. De abten van Zonnebeke met hunne klooster lingen en lieten ook niet O. L. Vrouw te komen vereeren. De wereldsche grootheid ook kwam hare huld.o bieden aan de H. Maagd, en zoo is het dat onder verscheidene anderen aangehaald in boven gemelde werkskes. ten jare 1497, na den slag van Guinegate, Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Burgondie, vergezeld van Jan van Dadizeele, opperhoofd van het vlaamsche leger, O. L. Vrouw kwamen bedanken voor de behaalde overwinning. Het heiligdom van Dadizeele bezit een beeld van O. L. Vrouw waarvan de oorsprong onbekend is, en hetwelk men gemeenlijk heet het beeld van mirakel. Dat mirakuleus beeld wordt processiewijs rondgedragen in buitengewone omstandigheden, b. v. ten tijde van besmettelijke ziekten, gelijk voprtijds met goeden uitslag de relikwiën van de H. Rosalie wierden rondgedregen te Palerrna en het beeld van den H. Rockus te Constanz. Buiten die ommegangen die op onbepaalde tijdstippen geschieden, wordt het mirakuleus beeld processiewijs rondgedregen alle 25 jaar. Het jaar 1889 is liet, jaar dat die jubelé-processie moet geschieden. Geestelijke en wereldlijke overheid, vereenigd door dezelfde gevoelens va n liefde en van dank baarheid, hebben elkander de hand gegeven om deze processie eene grootero plechtigheid bij te zetten. Inwoners vau Kortrijken van Gheluwe, de parochiën van Becelaere en van Ledeghem en de beide parochiën der stad Meenen hebben hunne welwillende medehulp gegeven Twee comiteiten, een van mannen en een van vrouwen, zijn neerstig aan het werk gegaan om de noodige schikkingen te nemen. De processie met het mirakuleus beeld zal tweemaal uitgaan te weten den Zondag 8° dezer, achter de Vespers, omtrent 2 1/2 uren, en den Woensdag 11 September achter de hoogmisse, omtrent 11 uren. Deze tweede uitgang zal vereerd worden door de tegenwoordigheid van zijne Doorl. Hoogw. den Bisschop van Brugge. De gansche stoet der processie zal bestaan uit 3 deelen Het eerste deel bevat de geschiedenis van den oorsprong en deze mirakuleuze wijding van Kerk, daarop volgen de groep der mirakels, geleverd door Meenende groep der bedevaarders ten grooten deele ook geleverd door Meenen. Het tweede deel is de stoet van het miruheleus beelden bevat onder andere, op eenen wagen, eenen groep verbeeldende da verheerlijking van O. L. V. Onbevlekt Ontvangen. Deze groep is geleverd door inwoners van Gheluwe. Het derde deel bevat den stoet van het H. Sahrament. Het bestier der ijzerwegen heeft de beleefdheid gehad van voor die twee dagen bijzondere treinen in te richten. Congregatiën, sociëteiten enz., kunnen kaarten bekomen aan verminderde prijzen. De statie van Ledeghem is op 25 minuten afstand van Dadizeele kerke. Geen mensch en mag God of O. L Vrouw wetten stellen, maar het en is evenwel geen vermetel betrouwen van te peizen dat op dia dagen de Heilige Moeder Gods milde zal zijn in het uitdeelen barer gunsten. De menschen verhalen nog dat over 25 jaar eene vrouw die niet gaan en kon, haar met een levendig betrouwen had doen dragen op eene plaats waar het mirakuleus beeld moest voorbijgaanhoe haar groot betrouwen beloond wierd met eene plotselinge genezing en hoe zjj uit dankbaarheid belofte deed en onderhield van nooit meer elders te gaan als naar het heiligdom van hare Weldoenster. Moge de Heilige Maagd op nieuw rondgaan al goed te doen: moge deze plechtigheid voor uit werksel hebben van iets bij te dragen tot de glorie van O. L. Vrouw. Moge zij in de herten der geloovigen de gevoelens vermeerderen van liefde en van betrouwen ten opzichte van de Heilige Moeder Gods. Verleden Zondag had, te Handzaeme, de drie- maandelijksche proclamatie plaats voor de katholieke knechten en meisjesscholen. Die proclamatie was een schoon feestje, iets als

HISTORISCHE KRANTEN

Gazette van Dixmude (1871-1914) | 1889 | | pagina 2