Gazette "van Yperen.
veroorzaekt. Twee onzer deftige onderpastors,
worden er om hunne pligl gekweten te hebben,
gelaekt en door het modder gesleept. Dit arti
kel wordt atgemeenelyk aen de ingevitig van
eenen man toegeschrevendewelke niets te win
nen heeft met wat nauwer gekend te zijn.
Zwijgen voor hem, om de aendacht op zich
niet te trekken, zou verre het beste voor hem
zyn.
Zie hier nu de zaek
Op vastenavond hebben er eenige muziekan
ten, die den naem van Musschen dragen, en
die met hert en ziel aen dienen man verkocht
zyn, de stralen onzer stad doorloopen verkleed
en gemaskerd. Voor dienen man en zyne aen-
hangers, is het maskeren en deszeifs gevolgen
alhier ivillen inbrengen, de onnoozelste zaek
der wereld. Die gemaskeerde mannekens
zyn eindelijk in hunne herberg, de Halve
Maen geraekt, waer zy de verfoeijelylce Bal
masqué der groole steen, door ivilde dans-
rondekens hebben getracht na te apen. Vol
gens de ingevingen der francmacons is dusda
nig spel zeer loflyk.
Men zegl'er by, dat het de zedigheid niet
was, die in dat dansfeeslje heerschte. SSiet te
min is dit voor sommige heeren het noodzake
lijke Progrès dezer eeuw.
Nu dan, de geeslelykheid onzer stad had
hel anders geoordeeld; en onze zedelijke, gods
dienstige en treffelijke burgerij, is er haer zeer
dankbaer over. Den volgenden zondag hebben
onze deftige priesters openllyk dit misbruik
tegengesproken. Wie zoude dusdanige handel
ivys weten te beknibbelen? Deze alleen die,
met spijt, de kloekmoedigheid zien met dewelke
onze priesters hunne pligt kwijten om de goede
zeden te bewaren. Dat de wereldlyke over
heid met de zelfde gevoelens bezield ware,
men zou zien dat zy haren voet nevens de
geestelyke overheid zou zeilen, om zulke mis
bruiken niet te laten inbreken. 'T is wel waer
dat het artikel 3 van het politie reglement
onzer stad, luidt als volgtAlle verkleeding
of schomminkel is verboden voor welke oor-
zaek het wezen moge maer het is ook waer
dat ditzelfde artikel eene doode letter is ge
weest in de maskering onzer Musschen. Wie
dan, kan er afkeuren dat de geeslelyk overheid
de begeerte uitdrukke, van dezen artikel door
de bevoegde overheid te zien uitvoeren
Wat doet men integendeel? men trekt den
masker aen van eene valsche bedaerlieid, om
schandelyk tegen de geestelijke overheid uit te
vallen. Men verkleedt daedzaken en woorden,
om treffelyke en bekwame priesters te lasteren
en misachting op hun te trekken! Deze die
zelf in hel geheim van benauwdheid beven,
zyn laflierlig en dwaes genoeg, om onze pries
ters te bedreigen met artikels van strafwetten,
die ten tyde der Jakobins konden gelden, doch
waervan de toepassing nu niet te berde komen
kan. 'T is wel waer dat men zegt in den
Witten Leeuw, dat het kot zoo wel voor
priesters is als voor anderendoch omdat de
druiven te groen zyn en dat de poesters van
Leuven en van 't Seminarie de wetten beter
verslaen dan zekeren hooggeleerden heer van
Wervick, zal die zachtmoedige man zich ge-
weerdigen, zegt mendeze mael stil te blyven,
en zich met de liberale vermaning van het
Progrès te vreden te houden. In zyn belangen
raden wij hem aen, zeer koeste te zyn, en te
zwijgen als een visch.
Aenveerd, enz.
SENAET.
M. Lonhienne, nieuw gekozen senateur
te Luik, wordt aenveerd en legt den eed af.
M. Van Schoor geeft verslag over liet
budjet van den oorlog.
M. Deblock, legt het verslag neder over
den jury der universileits ondervragingen
voor den ziltyd van Paesschen.
M. De Rodes geeft verslag over het bud
jet van het uitwendige en M. D'Anellian
over het wetsontwerp betrekkelyk het
vermeerderen van het personneel der
geregtshoven van Namen en Antwerpen.
Verscheidene andere verslagen van min
dere aengelegenheid worden nog aenge-
boden.
Benoeming der kandidaten voor de
plaets van raedsheer by het hof van Cas
satie.
M. de baron deCrassier bekomt 32 stem
men en wordt tot eersten kandidaet uitge
roepen.
M. Gustaf Bosquet, raedsheer by het hof
van appel te Brussel, wordt uitgeroepen
tot tweeden kandidaet, met 43 stemmen.
Het wetsontwerp, waerby de voorgaende
wet op den jury der universiteits examens
behouden is, wordt aenveerd voor de zit
ting van Paesschen.
Men aenveerdt ook zonder verandering
de wet gestemd door de Kamer der Volks
vertegenwoordigers, betrekkelyk de vreem
den verblyvende in België.
Men stemt ook het budjet van het uit
wendige.
Het Senaet houdt zich bezig met het bud
jet der justitie.
De zes eerste artikels worden aenveerd
zonder tegenkanting. Gekomen aen art. 8
verscheide leden, onder andere MM. Van
Schoor, Neef en Seutin ondervragen M.
den minister nopens de vermeerdering der
jaerwedde voorledene jaer toegestaen aen
den Kardinael Aertsbisschop.
M. d'Anethan verdedigt den gewezen
minister van justitie, M. Nothomb, als
gehandeld te hebben volgens het regt.
RAMEIt DER VOLKSVERTEGENWOORDIGERS.
M. Coomans zegt dat het koophandel
traktaet gesloten met Holland door de
Kamer van dit land is verworpen geworden;
hy vraegt uitleggingen dieswege aen den
minister van het uitwendige.
M. den minister van het uitwendige ant
woordt dat hy nog geen officieel nieuws
dies aengaende heeft ontvangen.
Dan wordt de discussie op de artikels
der wet op de samenzweeringen geopend
en na eenige woordenwisselingen tusschen
MM. Van Overloop, den minister der jus
titie, Lelièvre en Jules Malou, wordt de
wet aenveerd met 80 stemmen tegen 10
en 4 wederhoudingen.
M. Jouret geeft alsdan uitleggingen
wegens het wetsontwerp hetwelk voor
houdt dat met 1° julius 1838, de tollen op
de vaert van Charleroy zullen ontvangen
worden naer evenredigheid der bevaerde
afgelegenheden. Dit ontwerp wordt gezon
den tot de sectien der Kamer, tot onder
zoeking.
Door vyf verzoekschriften wordt de
afschaffing der militie gevraegd.
Men gaet over tot de discussie der ver
zoekschriften vragende dat het fransch
gouden geld wettigen koers hebbe in
België.
M. Rodenbach spreekt ten voordeele der
verzoekschriften.
M. Van Renynghe vraegt dat ze zouden
gezonden worden tot den minister van
finantien met verzoek van welhaest te
bevelen dat het goud in onze schatkisten
moge ontvangen worden.
M. Pirmez stelt zich tegen het gevoelen
van den voorigen redenaer, en zegt dat de
kommissie der verzoekschriften vooren-
stelt die petitien te bewaren in het bureel
der onderzoekingen.
M. R. Dumortier stelt zich tegen den
voorstel van M. Pirmez.
M. Prévinaire spreekt legen de verzoek
schriften.
M. J. Malou bewyst dat, door het buiten
koers stellen van het goud, de onderhan
delingen moeijelyk zyn. Hy beloont dat in
weerwil van al de pogingen aengewend,
men welhaest zal genoodzaekt zyn, het
goud in België te aenveerden en dat men
wel zou doen met het aenstonds in deschat-
kisten te ontvangen.
De minister van finantien houdt staen dat
het onmogelyk is aen het fransch goud
eenen wettigen koers te geven.
MM. Rodenbach en Coomans spreken nog
ten voordeele der gouden munt en de dis
cussie wordt uitgesteld tot 's anderendags.
Negen petitien ten voordeelederafschaf-
fing der wet op de militie worden aenge-
boden.
M. de Haerne is voorstaender der fran-
sche gouden munt, hy begeert dat zy in
onze schatkisten ontvangen worde.
M. A. Vandenpeereboom vraegt aen den
minister van finantien of er geene moge-
lykheid bestaet om bankbriefjes uit te ge
ven van 10 en van 5 franken.
De minister antwoordt dat hy zich daer
tegen zal stellen.
M. de Voorzitter leest eenen nieuwen
voorstel van M. Pirmez in deze woorden
opgesteld De Kamer, rypelyk het voor-
werp der verzoekschriften onderzocht
hebbende, overtuigd zynde dat het, in de
tegenwoordige omstandigheden, onmo-
gelyk is het muntstelsel te veranderen,
aenveerdt de besluiten der kommissie.
M. R. Dumortier zegt dat de minister van
finantien die eerlyds voorgesteld heeft het
engelsch goud in ons land koers te geven,
nn tegen het algemeen gevoelen handelt
met het fransch goud buiten te sluiten.
Na eene woordenwisseling tusschen MM.
Coomans, H. de Brouckere en B. Dumor
tier, wordt de voorstel van M. Pirmez aen
veerdt door 41 stemmen legen 27.
De Kamer onderzoekt alsdan de verzoek
schriften vragende de vermindering der
tollen op de vaert van Charleroy.
De Kamer heeft tot den minister der
openbare werken de verzoekschriften
Zitting van den J65en Februarius.
Zittiug van den £Gen.
Zitting; van den Jeu.
Zitting; van den 25eQ -Februarius.
ititting van den 88"».
Zitting; Tan «icn 2 9en.
Zitting van den I1'*" Mnert.